ECLI:NL:GHARL:2022:469
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontneming van voordeel na diefstal van loten met betrekking tot de berekening van ontnemingsbedrag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel na diefstal van Toto-loten. De rechtbank had eerder vastgesteld dat de betrokkene een wederrechtelijk voordeel van € 25.764,-- had behaald door loten te stelen, en had hem verplicht om € 11.824,-- aan de staat te betalen. De verdediging betoogde dat bij de berekening van het ontnemingsbedrag rekening gehouden moest worden met de winst van een eerlijke speler, waarbij de kosten van de loten in mindering zouden moeten worden gebracht. Het hof oordeelde echter dat de niet-betaalde kosten van de loten als bespaarde kosten moeten worden gezien, ongeacht of er op de loten prijzen zijn gevallen. Het hof benadrukte dat de ontneming moet worden gebaseerd op het voordeel dat de betrokkene daadwerkelijk heeft behaald, en dat de situatie van de veroordeelde niet vergeleken kan worden met die van een eerlijke speler. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank en oordeelde dat de gebruikte methode van onderzoek voldoende nauwkeurig was om tot een schatting van het voordeel te komen. De verdediging had geen controleerbare feiten aangedragen die de nauwkeurigheid van de berekeningen in twijfel trokken. Het hof concludeerde dat de rechtbank op juiste gronden had beslist en bevestigde het vonnis.