In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de kinderalimentatie en partneralimentatie na de echtscheiding van de man en de vrouw. De rechtbank Midden-Nederland had eerder op 1 juni 2021 een beschikking gegeven waarin de kinderalimentatie was vastgesteld op € 320,- per kind per maand en de partneralimentatie op € 168,- bruto per maand. De man ging in hoger beroep tegen deze beschikking, met grieven die betrekking hadden op de hoogte van de alimentaties. De vrouw voerde incidenteel hoger beroep in verband met de zorgregeling en de ingangsdatum van de kinderalimentatie.
Het hof heeft vastgesteld dat de man geen draagkracht meer heeft voor de partneralimentatie na de vaststelling van de kinderalimentatie. De werkelijke woonlasten van de man zijn duurzaam lager dan eerder aangenomen, wat heeft geleid tot een herberekening van zijn draagkracht. De vrouw heeft een netto maandinkomen van € 1.612,-, maar haar resterende behoefte is vastgesteld op € 777,- per maand, wat betekent dat de man geen partneralimentatie kan betalen.
De zorgregeling is gewijzigd, waarbij de man geen zorgregeling meer heeft voor de oudste minderjarige, en de zorg voor de jongere kinderen is aangepast. De man moet nu € 296,- per maand betalen voor de oudste en € 266,- per maand voor de jongere kinderen, met een toekomstige verhoging. De beschikking van de rechtbank is gedeeltelijk vernietigd en de nieuwe alimentatiebedragen zijn vastgesteld met ingang van 1 juni 2021.