Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van partner- en kinderalimentatie na een echtscheiding. De man, verzoeker in hoger beroep, had in 2017 met de vrouw, verweerster in hoger beroep, afspraken gemaakt over alimentatie in het kader van hun echtscheiding. De man betaalde € 385,- per maand aan kinderalimentatie en € 1.008,- per maand aan partneralimentatie. Door gewijzigde omstandigheden verzocht de man om een herziening van deze alimentatiebedragen. Het hof heeft vastgesteld dat er inderdaad sprake was van een wijziging van omstandigheden, waardoor de eerder overeengekomen alimentatiebedragen niet meer aan de wettelijke maatstaven voldeden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 29 maart 2022 is het hof tot de conclusie gekomen dat de man zijn draagkracht voor de partneralimentatie niet correct had berekend, omdat hij geen rekening had gehouden met zijn pensioenpremies. Het hof heeft de draagkracht van de man vastgesteld op € 473,- bruto per maand voor de partneralimentatie en € 291,- per maand voor de kinderalimentatie. De vrouw had een netto besteedbaar inkomen van € 2.445,- per maand, wat ook van invloed was op de alimentatieberekeningen.
Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank Midden-Nederland vernietigd wat betreft de partneralimentatie en bekrachtigd wat betreft de kinderalimentatie. De man hoeft de teveel ontvangen partneralimentatie door de vrouw niet terug te betalen, omdat zij niet over de middelen beschikt om dit te doen. De uitspraak benadrukt het belang van een correcte berekening van de draagkracht en de noodzaak om rekening te houden met gewijzigde omstandigheden in alimentatiezaken.