Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de beëindiging van het gezag van de vader over zijn twee minderjarige kinderen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De vader, die gedetineerd is, had in eerste aanleg de beschikking van de rechtbank Gelderland aangevochten, waarin zijn gezag over de kinderen was beëindigd. De rechtbank had geoordeeld dat de kinderen in hun ontwikkeling ernstig worden bedreigd en dat de vader niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor hun verzorging en opvoeding te dragen. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig overwogen, waaronder de ernstige trauma's die de kinderen in de thuissituatie bij de moeder hebben opgelopen. De vader was sinds 2018 niet meer betrokken bij de verzorging van de kinderen en had slechts sporadisch contact met hen. Het hof concludeert dat de vader niet in staat is om binnen een aanvaardbare termijn de verantwoordelijkheid voor de kinderen op zich te nemen, en dat stabiliteit en continuïteit in de opvoedingssituatie van de kinderen van groot belang zijn. De grieven van de vader zijn verworpen en de beschikking van de rechtbank is bekrachtigd, waarbij het hof de beschikking ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad heeft verklaard.