Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
h.o.d.n. [naam2],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een journaalbericht van 4 maart 2021 namens de betrokkene met bijlage(n);
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de noodzaak van een mentorschap voor een betrokkene die in een penitentiaire inrichting verblijft. De betrokkene, geboren in 1979, heeft een verleden van ernstige geestelijke en lichamelijke aandoeningen, waaronder complexe PTSS, en is eerder veroordeeld voor brandstichting. De kantonrechter had op 4 december 2020 een mentorschap ingesteld, wat de betrokkene in hoger beroep aanvecht. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene onvoldoende in staat is om haar belangen zelf te behartigen, ondanks dat zij in staat lijkt om haar wensen te uiten. Het hof heeft de noodzaak van regie en coördinatie van de zorgverlening benadrukt, gezien de complexe zorgbehoeften van de betrokkene. De betrokkene heeft in hoger beroep verzocht om de beschikking van de kantonrechter te vernietigen, maar het hof heeft geoordeeld dat het mentorschap noodzakelijk is om de betrokkene te ondersteunen in haar zorgbehoeften. De beschikking van de kantonrechter is bekrachtigd, en het hof heeft het verzoek van de betrokkene afgewezen.