Uitspraak
bij de rechtbank: gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
[appellant],
[geïntimeerde],
1.De verdere procedure
2. Waar gaat het in deze zaak over?
3.3. De relevante feiten
“
Bij de hoogte van de huur is rekening gehouden met prestaties welke huurder gaat leveren in de toekomst. Deze prestaties bestaan uit het bewoonbaar maken van de woning. Nog voor
In artikel 10 is bepaald dat [appellant] de werkzaamheden zal voltooien vóór 1 januari 2012. Indien dat niet is gebeurd, heeft [geïntimeerde] het recht de overeenkomst te ontbinden.
- het verzorgen van elektronische surveillance door middel van een zogenaamde Bouwatch (camera’s met beeldverbinding);
- het plaatsen van bouwhekken op de toegangsweg en op eventuele open plaatsen;
- het afsluiten van de elektrotechnische installatie, met de aantekening dat indien [geïntimeerde] de elektrotechnische installatie in het voorhuis werkend wilde houden de elektra en de CV door een erkende installateur gecontroleerd diende te worden.
De dekking van de opstalverzekering werd opgeschort totdat deze maatregelen werden getroffen.
4.4. De bespreking van het geschilReikwijdte van het hoger beroep4.1 [geïntimeerde] heeft er bij gelegenheid van de mondelinge behandeling terecht op gewezen dat in hoger beroep alleen de beslissing van de kantonrechter op de door haar ingestelde vordering ter discussie staat. De beslissing van de kantonrechter op de vordering van [appellant] staat niet ter discussie. [appellant] heeft geen grieven gericht tegen de afwijzing van die vordering en heeft in de appeldagvaarding evenmin gevorderd dat de vordering die hijzelf bij de kantonrechter had ingesteld alsnog wordt toegewezen. In zijn memorie van grieven heeft hij dat evenmin gevorderd. Het hof zal zich dan ook beperken tot de vordering van [geïntimeerde] . Dat betekent dat het hof zal beoordelen of de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en de vordering tot schadevergoeding toewijsbaar zijn.
b. het op ondeugdelijke wijze verbouwen van het gehuurde;
c. het laten wonen van het gezin van [naam1] in de voormalige koeienstal;
d. het niet-tijdig betalen van de huur.
Indien sprake is van een of meer tekortkomingen, zal het hof beoordelen of die tekortkomingen de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigen en of de vordering van [geïntimeerde] tot schadevergoeding toewijsbaar is.
als huurdernaar maatstaven van redelijkheid en maatschappelijke zorgvuldigheid, mede gelet op de belangen van de verhuurder en de bij de huurovereenkomst betrokken derden behoort te doen. Dat betekent dat de huurder waakt voor (het toebrengen van) schade aan het gehuurde en voor overige schade voor de verhuurder en schade (door overlast) aan de omgeving van het gehuurde en voor de omwonenden zoveel mogelijk voorkomt.
ernstigetekortkomingen; ze betreffen de kern van de huurovereenkomst tussen partijen. De tekortkomingen hebben ook vergaande gevolgen voor [geïntimeerde] , opschorting van de dekking van de opstalverzekering en bemoeienis van de gemeente met de boerderij. De belangen van [appellant] bij het in stand blijven van de huurovereenkomst wegen daar niet tegen op. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat [appellant] bij gelegenheid van de mondelinge behandeling bij het hof heeft aangegeven dat niet te verwachten is dat het gezin van [naam1] in de boerderij wil terugkeren. Hij wil het gebruik van de boerderij niet opgeven vanwege zijn forse investeringen in de boerderij. Dat, vooral financiële, belang is echter onvoldoende, nog daargelaten dat [appellant] nog steeds niet duidelijk heeft gemaakt op welke wijze hij van de boerderij gebruik kan maken, gelet op de door de gemeente aan een gebruik van de boerderij gestelde eisen.
5.5. De beslissing
€ 332,- aan verschotten en op € 2.228,- voor geliquideerd salaris van de advocaat;
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;