Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verweerder,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek tot wijziging van de zorgregeling voor een minderjarige, geboren in 2013. De moeder, verzoekster, had een verzoek ingediend om de zorg- en opvoedingstaken tijdelijk uitsluitend aan haar toe te wijzen, omdat de situatie bij de vader als onveilig werd ervaren. De rechtbank Noord-Nederland had eerder de zorgregeling vastgesteld, maar de moeder vreesde dat de huidige regeling niet veilig was voor het kind, vooral gezien de meldingen van alcoholgebruik door de vader en eerdere incidenten van geweld tussen de ouders in het bijzijn van de minderjarige.
Het hof heeft vastgesteld dat er nieuwe feiten en omstandigheden zijn die de veiligheid van de minderjarige in het geding brengen. De hulpverlening bleek tekort te schieten, en er was geen gezinsvoogd beschikbaar om toezicht te houden op de situatie. Het hof heeft daarom besloten de zorgregeling op te schorten voor de duur van het hoger beroep en heeft bepaald dat de minderjarige voorlopig minimaal twee keer per week telefonisch of via beeldbellen contact zal hebben met haar vader. De vader had verzocht om de moeder in de kosten van de procedure te veroordelen, maar het hof heeft besloten dat partijen hun eigen kosten dragen, conform het uitgangspunt in familiaire zaken.
Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van een veilige omgeving voor kinderen en de rol van de hulpverlening in dergelijke situaties. Het hof heeft de beslissing genomen in het belang van de minderjarige, die opgroeit in een onveilige en instabiele omgeving, en heeft de zorgregeling aangepast om haar veiligheid te waarborgen.