ECLI:NL:GHARL:2022:3809

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
12 mei 2022
Publicatiedatum
12 mei 2022
Zaaknummer
P22/0032
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling met gewijzigde voorwaarden na advies reclassering

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van 20 december 2021, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met voorwaarden met twee jaren heeft verlengd. Het hof bevestigt deze beslissing, maar wijzigt de voorwaarden die aan de terbeschikkingstelling zijn verbonden. De rechtbank had bepaald dat het verblijf op de resocialisatieafdeling maximaal zes maanden zou duren, maar de reclassering adviseerde om deze maximumtermijn te schrappen. De terbeschikkinggestelde is op 7 februari 2022 overgeplaatst naar een resocialisatieafdeling, en de reclassering achtte het noodzakelijk dat hij langer dan zes maanden zou verblijven. Het hof volgt het advies van de reclassering en wijzigt de voorwaarden zodanig dat het verblijf op de resocialisatieafdeling zal duren zolang de reclassering dit nodig acht.

De terbeschikkinggestelde heeft in het verleden een afwijkende lezing van de indexdelicten gepresenteerd, maar de rechtbank heeft de aangiftes van de aangeefsters gevolgd. De reclassering heeft geadviseerd tot een terbeschikkingstelling met voorwaarden, en het hof oordeelt dat de rechtbank op goede gronden heeft beslist. De terbeschikkinggestelde heeft recht op een zorgvuldige behandeling en resocialisatie, en het hof benadrukt dat hij alleen vooruitgang kan boeken als hij voldoende meewerkt aan zijn behandeling. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken en de voorwaarden zijn aangepast om de terbeschikkinggestelde te ondersteunen in zijn resocialisatieproces.

Uitspraak

TBS P22/0032
Beslissing van 12 mei 2022
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995,
verblijvende bij [kliniek] , onder verantwoordelijkheid van [reclasseringsinstelling] (hierna: de reclassering).
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 20 december 2021. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden met twee jaren en wijziging van de gestelde voorwaarden.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
 het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
 de beslissing waarvan beroep;
 de akte van het instellen van beroep op 22 december 2021;
 het voortgangsverslag van de reclassering van 16 december 2021;
 het aanvullend advies van de reclassering van 22 april 2022.
Het hof heeft ter zitting van 28 april 2022 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.G.M. Dassen, advocaat te Utrecht, en de advocaatgeneraal, mr. W.C.J. Stienen.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde heeft een lezing van de indexdelicten die afwijkt van de lezing van de aangeefsters. De opleggingsrechter heeft de aangiftes gevolgd, maar het kan niet worden uitgesloten dat de lezing van de terbeschikkinggestelde juist is. In het kader van die strafzaak is de terbeschikkinggestelde onderzocht door een psychiater en een psycholoog. Beiden vonden een terbeschikkingstelling een brug te ver. De reclassering stond er anders in en adviseerde tot het opleggen van een terbeschikkingstelling met voorwaarden, wat ook is gebeurd. De rechtbank heeft door de formulering van de voorwaarden wel kaders gesteld met betrekking tot de invulling van het traject, in het bijzonder met betrekking tot de duur van de intramurale behandeling. Toen het einde van de termijn van twee jaren naderde, is de terbeschikkinggestelde aangemeld bij een Regionale Instelling voor Beschermend en Begeleid Wonen (RIBW) in [plaats] . Daar is de terbeschikkinggestelde geaccepteerd, maar de instelling wil dat aan plaatsing een tussenstap voorafgaat. Vervolgens heeft de reclassering op de rem getrapt en is heel weinig gebeurd met het oog op uitstromen naar een RIBW-instelling. Het is wenselijk dat de duur van de verlenging van de maatregel wordt beperkt tot een jaar, zodat op een korte termijn door de rechter kan worden getoetst of de reclassering daadwerkelijk uitvoering geeft aan de gestelde voorwaarden. Concluderend heeft de raadsman bepleit dat het hof de duur van de verlenging van de terbeschikkingstelling zal beperken tot een jaar en dat de gestelde voorwaarden niet worden gewijzigd. Mocht het hof het wenselijk vinden dat de voorwaarden wel moeten worden gewijzigd, zoals het schrappen van de maximale termijn voor het verblijf op een resocialisatieafdeling, dan is de terbeschikkinggestelde bereid deze voorwaarden na te leven.
Het standpunt van het openbaar ministerie
Hoewel de terbeschikkinggestelde zich behandelbaar en begeleidbaar opstelt, zijn er ook problemen in het traject. Deze houden verband met zijn starre opstelling. De reclassering heeft geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. In het meest recente advies staat dat er altijd verhalen of incidenten rondom de terbeschikkinggestelde spelen, dat deze veel aandacht opeisen en afleiden van de behandeling. Ook heeft de reclassering geadviseerd om de gestelde voorwaarden zodanig te wijzigen dat de maximale duur van het verblijf op de resocialisatieafdeling komt te vervallen. Het is verstandig om het advies van de reclassering te volgen.
Het oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat de rechtbank op de juiste wijze en op goede gronden heeft beslist. Daarom zal de beslissing waarvan beroep met overneming van die gronden worden bevestigd, met aanvulling van het volgende.
Duur van de verlenging van de terbeschikkingstelling
Het hof heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer het aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridisch kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. Het hof ziet in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken.
Wijziging van de voorwaarden
De rechtbank heeft de aan de terbeschikkingstelling verbonden voorwaarde 3 gewijzigd en heeft daarbij bepaald dat het verblijf op de resocialisatieafdeling maximaal zes maanden zal duren.
De reclassering heeft in het aanvullend advies van 22 april 2022 geadviseerd om de maximumtermijn van zes maanden te schrappen. De terbeschikkinggestelde is op 7 februari 2022 overgeplaatst naar resocialisatieafdeling [naam] . Gelet op het inhoudelijke beloop van de behandeling acht de reclassering het aangewezen dat de terbeschikkinggestelde langer dan zes maanden op de resocialisatieafdeling zal verblijven. Ook kan plaatsing in een instelling voor beschermd wonen niet worden gerealiseerd binnen die termijn van zes maanden. Daarbij is nog opgemerkt dat het oriënteren op plaatsing in een dergelijke instelling is ingegeven doordat in de voorwaarden een maximumtermijn is genoemd en niet door de voortgang van de behandeling.
Het hof neemt dit advies van de reclassering over. Het hof voegt daaraan toe dat de terbeschikkinggestelde alleen een volgende stap kan zetten in zijn resocialisatie als hij voldoende meewerkt aan zijn behandeling, Het stellen van een maximum aan de tijd die hij op de resocialisatieafdeling verblijft, staat er zijn geval aan in de weg dat dit doordringt tot de terbeschikkinggestelde. De onderhavige voorwaarde zal zodanig worden gewijzigd dat deze zal inhouden dat het verblijf op de resocialisatieafdeling zal duren zolang de reclassering dit nodig acht.

Beslissing

Het hof:
Bevestigt, met aanvulling van gronden zoals hiervoor is overwogen, de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 20 december 2021 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde, [terbeschikkinggestelde] .
Wijzigt de gestelde voorwaarden waardoor deze als volgt komen te luiden.
verdachte zal geen strafbare feiten plegen;
verdachte zal zich houden aan de aanwijzingen en voorschriften aan hem te geven door of namens de reclassering in het kader van de uitvoering van dat toezicht of om hem te bewegen tot het naleven van de voorwaarden;
hij zal zich melden op afspraken bij de reclassering, zolang en zo vaak de reclassering dit nodig acht;
hij zal inzicht geven aan de reclassering over de voortgang van zijn behandeltraject door andere instellingen/hulpverleners;
hij zal medewerking verlenen aan het uitwisselen van informatie tussen personen en instanties die contact hebben met hem, als dat van belang is voor het toezicht;
verdachte zal zijn medewerking verlenen aan opname in een FPK of FPA of een soortgelijke intramurale instelling, zulks ter beoordeling van het NIFP-IFZ/FPK, op basis van de door het NIFP-IFZ/FPK afgegeven indicatiestelling. De opname zal duren zo lang de reclassering/behandelaren dit nodig acht(en), met een maximum van twee jaar,
waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door zijn behandelaren wordt gegeven;
waarbij verdachte na afloop van voornoemde opname van maximaal twee jaar, zijn medewerking zal verlenen aan een gefaseerde uitplaatsing, te beginnen op de resocialisatieafdeling, zolang de reclassering dit nodig acht;
waarbij verdachte na afloop van zijn verblijf op de resocialisatieafdeling zijn medewerking zal verlenen aan plaatsing in een Regionale Instelling voor Beschermend en Begeleid Wonen (RIBW), te bepalen door de reclassering;
verdachte zal meewerken aan een behandeling bij een forensische polikliniek, bijvoorbeeld [zorginstelling] of soortgelijke instelling, zolang die instelling en/of de reclassering dat nodig achten;
verdachte zal zich houden aan de aanwijzingen van de reclassering en de bij de huisvesting betrokken instanties; indien dit betekent dat hij tijdelijk in een opvanginstelling moet verblijven dan houdt verdachte zich aan de huisregels en de aanwijzingen van het personeel van deze instelling. Verdachte zal niet zonder overleg en toestemming van de reclassering veranderen van woon/verblijfadres;
verdachte zal beschikken over een passende, controleerbare dagbesteding en/of zich inzetten om deze te verkrijgen en/of te behouden. Verdachte zal niet zonder overleg en/of toestemming van de reclassering veranderen van (vrijwilligers) werk;
verdachte geeft inzicht in zijn vrijetijdsbesteding;
verdachte geeft openheid over zijn netwerk;
verdachte geeft openheid over zijn relatie met zijn vriendin;
verdachte maakt zijn financiën inzichtelijk voor de reclassering en verleent zijn medewerking aan het beschermingsbewind zolang de reclassering en zijn bewindvoerder dit nodig achten;
verdachte geeft openheid over zijn bezigheden op het internet; zo zal hij zich onthouden van: het op digitale wijze met een seksuele intentie communiceren met minderjarigen; gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen; gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd; verdachte verleent zijn medewerking aan controle door de reclassering in samenwerking met de politie van zijn computer(s) en andere apparatuur waarop afbeeldingen (kunnen) worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Verdachte zal wachtwoorden benodigd om toegang te krijgen tot computerbestanden overleggen aan de politie en/of de reclassering. Indien nodig zal hij zijn medewerking verlenen aan het onder toezicht ontgrendelen van bestanden;
verdachte geeft openheid over alcohol- en/of drugsgebruik. Dit gebruik mag zijn dagelijkse functioneren en het nakomen van afspraken niet beïnvloeden. Verdachte houdt zich aan de aanwijzingen/restricties die hem gegeven worden door de reclassering aangaande het middelengebruik, ook indien dit inhoudt een middelen verbod. Verdachte verleent zijn medewerking aan blaastesten en/of urinecontroles;
verdachte zal zich niet zonder toestemming van de reclassering en het Openbaar Ministerie buiten de landgrenzen van het Europese deel van Nederland begeven;
verdachte zal zijn medewerking verlenen aan een time-out in een Forensische Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere door de reclassering aan te wijzen instelling, als de reclassering dat nodig acht. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar.
Aldus gedaan door
mr. M.E. van Wees, voorzitter,
mr. R. Prakke-Nieuwenhuizen en mr. M.J. Vos, raadsheren,
drs. I.M. van Woudenberg en drs. P.K.J. Ronhaar, raden,
in tegenwoordigheid van mr. D. van der Geld, griffier,
en op 12 mei 2022 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.