Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 10 maart 2022;
- een brief van de pleegouders van 23 maart 2022;
- een brief van de GI (standpuntstuk) van 28 maart 2022.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat,
- een vertegenwoordiger van de GI,
- de pleegvader,
- een vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad).
3.De feiten
- het eerstvolgende contactmoment na de zitting van 27 november 2020 tussen de moeder en [de minderjarige] vindt plaats voor de duur van een uur bij [naam1] (in plaats van op het kantoor van de GI) en onder begeleiding van [naam1] , waarna;
- [de minderjarige] eens per week bij de moeder bij [naam1] verblijft voor de duur van anderhalf uur, onder begeleiding van [naam1] ;
- de verdere uitbreiding van deze omgangsregeling qua duur, frequentie en invulling zal worden bepaald door de GI.
- de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] verlengd tot 21 juli 2022;
- de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] in een voorziening voor pleegzorg verlengd voor zes maanden, tot uiterlijk 21 januari 2022;
- de beslissing over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing voor het overige aangehouden; en
- het verzoek van de moeder om de omgangsregeling te wijzigen afgewezen.
4.De omvang van het geschil
- de machtiging uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van 4 maanden tot 21 mei 2022 en het verzoek voor het overige aan te houden;
- een onderzoek door het NIFP dan wel door de raad te gelasten naar de vraag welke omgangsregeling het meest in het belang is van [de minderjarige] en zo ja, hoe die omgangsregeling vorm moet krijgen, en de raad onderzoek te laten doen naar de vraag of een deeltijdplaatsing in het belang is van [de minderjarige] en zo ja, hoe die deeltijdplaatsing moet worden gerealiseerd;
- te bepalen dat de omgangsregeling zoals bepaald in de beschikking van 17 februari 2021 doorgang blijft vinden in afwachting van het onderzoek door het NIFP dan wel door de raad; en
- de behandeling van het onderhavige verzoek in hoger beroep aan te houden in afwachting van het verzoek door het NIFP en/of de raad en daarna een definitieve beslissing te nemen op de verzoeken van de moeder met betrekking tot de omgangsregeling en de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing.