ECLI:NL:GHARL:2022:3706

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
10 mei 2022
Publicatiedatum
10 mei 2022
Zaaknummer
21-003411-20
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor deelname aan criminele organisatie en vervalsing van bankbiljetten

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte is veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie die zich bezighield met het op professionele wijze vervaardigen en in omloop brengen van valse bankbiljetten van €20,- en €50,-. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij de productie van valse bankbiljetten, waarbij hij samen met medeverdachten grondstoffen zoals papier en inktcartridges heeft aangeschaft. De organisatie had een productielocatie opgezet waar op grote schaal valse bankbiljetten werden gedrukt. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn rol als coördinator binnen de organisatie, maar heeft wel vastgesteld dat hij een aanzienlijke rol heeft gespeeld in het productieproces. De verdachte is vrijgesproken van het medeplegen van het zich verschaffen van valse bankbiljetten, maar is wel schuldig bevonden aan het medeplegen van het namaken van bankbiljetten en het voorhanden hebben van voorwerpen bestemd voor het namaken van bankbiljetten. De straf is vastgesteld op 24 maanden gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003411-20
Uitspraak d.d.: 10 mei 2022
TEGENSPRAAK
STRAFZAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 16 september 2020 met parketnummer
16-048927-19 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
wonende te [woonadres]
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 29 oktober 2021, 15 november 2021, 9 en 16 maart 2022 en 10 mei 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bewezenverklaring van de feiten 1, 2, 3 en 4 en oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren met aftrek van voorarrest. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadslieden,
mr Y. Moszkowicz en mr. A.M.J. Comans, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank heeft de feiten 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaard en heeft een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van 5 jaren met aftrek van voorarrest en heeft het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
Het hof kan zich in veel van de overige beslissingen en motiveringen van de rechtbank vinden. Het hof heeft daarom in zijn overwegingen in dit arrest zo veel als mogelijk aansluiting gezocht bij de overwegingen van de rechtbank.
De tenlastelegging
Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
1.
hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 15 januari 2016 tot en met 30 januari 2019 te [plaats 1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk, een of meer bankbiljetten van 20 Euro en/of 50 Euro heeft nagemaakt en/of heeft vervalst, (telkens) met het oogmerk om die bankbiljetten als echt en onvervalst uit te geven en/of te doen uitgeven;
2.
hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 15 januari 2016 tot en met 30 januari 2019 te [plaats 1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk, een of meer bankbiljetten van 20 Euro en/of 50 Euro,
die verdachte en/of zijn mededaders zelf hebben nagemaakt en/of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing verdachte en/of zijn mededaders, toen hij/zij die bankbiljetten ontving(en), bekend was, met het oogmerk om ze als echt en onvervalst uit te geven en/of te doen uitgeven, (telkens) zich heeft verschaft en/of in voorraad heeft gehad en/of heeft
vervoerd, ingevoerd, doorgevoerd en/of heeft uitgevoerd;
3.
hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 15 januari 2016 tot en met 30 januari 2019 te [plaats 1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (onder meer) een (grote) hoeveelheid (ivoorwit A4) papier en/of (inkt)cartridges (telkens) heeft vervaardigd, ontvangen en/of zich heeft verschaft en/of voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat deze bestemd was/waren tot het namaken of vervalsen van bankbiljetten;
4.
hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 15 januari 2016 tot en met 30 januari 2019 te [plaats 1] , althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie,
bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 8] ,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, bestaande uit het vervaardigen en/of in omloop brengen van valse bankbiljetten.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs van de feiten 1, 2, 3 en 4
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd de feiten 1, 2, 3 en 4 bewezen te verklaren, met uitzondering van het onder 2 tenlastegelegde ‘doorvoeren’. Van dit onderdeel dient verdachte te worden vrijgesproken, aldus de advocaat-generaal. Voor het overige heeft de advocaat-generaal verwezen naar de bewezenverklaring, de bewijsconstructie en de conclusies van de rechtbank ten aanzien van het bewijs en heeft hij zich daarbij aangesloten.
Standpunt verdediging
Door de verdediging is ter zitting van het hof betoogd, dat er sprake is van onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor de feiten 1, 2 en 4. Verdachte ontkent deze feiten en dient daarvan te worden vrijgesproken, aldus de verdediging. Verdachte erkent wel zich schuldig te hebben gemaakt aan het onder 3 tenlastegelegde, het medeplegen van het voorhanden hebben van voorwerpen, wetende dat zij bestemd zijn tot het namaken van bankbiljetten.
Overwegingen hof [1]
De overwegingen van het hof zijn als volgt opgezet:
1. Inleiding
1.1 Start onderzoek
1.2 Indicatief EUA0050 C00111
1.3 Indicatieven EUB0020 J00004b en EUB0050 J00004b
1.4 Onderzoek TULIPA
1.5 Tussenconclusie hof omtrent indicatieven
2. Overwegingen omtrent verweren verdediging ten aanzien van gebruik tapgesprekken en zendmastgegevens
3. Feitelijke vaststellingen onderzoek in de periode van 15 januari 2016 tot 30 januari 2019
3.1 Money Transfers naar China
3.2 Aankopen Staples/New Office Center en Vulpunt [plaats 1]
3.3 In de buurt van de productielocatie
3.4 Dactyloscopische sporen
3.5 Aanschaf wenskaarten/ansichtkaarten
3.6 Verkoop: o.a. via Darkweb, Telegram: [account 1] en [account 2]
3.7 Pseudokoop op 6 november 2018
3.8 Pseudokoop op 9 november 2018
3.9 Postpakket [plaats 2]
3.10 OVC gesprekken
4. Feitelijke vaststellingen onderzoek vanaf 30 januari 2019
4.1 Doorzoekingen
4.2.1 Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 2]
4.2.2 Verklaring [medeverdachte 2]
4.2.3 Bevindingen laptop productielocatie
4.3 Resultaten doorzoeking woning [verdachte]
4.4 Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 7]
4.5 Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 6]
4.6 Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 3]
4.7 Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 5]
4.8 Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 4]
4.9 Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 1]
4.10 Resultaten doorzoeking woningen [medeverdachte 8]
5. Verklaringen verdachte
6. Beoordeling verklaringen verdachte
7. Redengevende bevindingen hof
8. Overwegingen met betrekking tot de feiten 4, 1, 3 en 2
8.1 feit 4
8.2 feit 1
8.3 feit 3
8.4 feit 2: vrijspraak

1.Inleiding

1.1
Start onderzoek
Vanaf medio zomer 2016 is er een toename te zien van valse bankbiljetten van € 50,- die in omloop komen met een bepaalde serienummer-range. Medio december 2017 zijn er meer dan 1000 aangiften (toevoeging hof: in Nederland) te relateren aan deze valse bankbiljetten met een serienummer beginnend met E01181075. [2]
1.2
Indicatief EUA0050 C00111
Door de Nederlandse Bank worden alle in Nederland aangetroffen valse bankbiljetten onderzocht en aansluitend geclassificeerd. Valse bankbiljetten die in het buitenland worden aangetroffen, worden bij de betreffende nationale banken beoordeeld en geclassificeerd. Op basis van onderzoek door de Nederlandse Bank dan wel de Europese Bank wordt na uitvoerig onderzoek een indicatief toegekend aan het valse bankbiljet. Daarbij wordt een aantal unieke kenmerken van de biljetten onderzocht om vast te stellen dat de valse bankbiljetten tot
een zelfde bronte herleiden zijn. Hierbij valt te denken aan
- soort papier
- watermerk
- serienummer
- plaatnummer
- toegepaste druktechniek
- kleurgebruik
- UV- en infraroodreacties
- unieke/overeenkomende afwijkingen in het bankbiljet
- hologram
- afwijkingen ten opzichte van een echt bankbiljet. [3]
Op basis van uitvoerig onderzoek (het hof begrijpt: door de genoemde banken) is vastgesteld dat er bankbiljetten met verschillende serienummers, waaronder ook serienummers beginnend met E01181075, vallen onder één indicatief. Dit indicatief betreft EUA0050 C00111. [4]
Op basis van onderzoek door Europol blijkt dat er vanaf medio zomer 2016 veel enveloppen in het buitenland onderschept worden met daarin valse 50 euro bankbiljetten die behoren tot het indicatief EUA0050 C00111. Deze enveloppen zijn in alle gevallen vanuit Nederland verzonden. [5]
Op de peildatum 6 januari 2022 zijn in totaal 127.944 biljetten van dit indicatief in 35 verschillende Europese landen aangetroffen. [6]
Vanaf november 2018 is een daling zichtbaar van de hoeveelheid aangetroffen falsificaten van dit indicatief. [7]
1.3
Indicatieven EUB0020 J0004b en EUB0050 J00004b
De indicatieven EUB0020 J00004b (‘nieuwe’ 20 euro biljetten) en EUB0050 J00004b (‘nieuwe’ 50 euro biljetten) worden voor het eerst in december 2018 aangetroffen. [8] Deze indicatieven kregen eerst ieder een Nederlands indicatief, respectievelijk NLB0020 K00011 en NLB0050 K00005, maar kregen kort daarop de Europese indicatieven EUB0020 J00004b [9] en EUB0050 J00004b. [10]
Voor de drie genoemde indicatieven is vanaf maart 2019 een forse daling zichtbaar in het aantal aangetroffen valse biljetten. [11]
1.4
Onderzoek TULIPA
De politie heeft naar aanleiding van het voorgaande een onderzoek ingesteld genaamd TULIPA, waarin [verdachte] en de overige onder feit 4 op de tenlastelegging genoemde personen als verdachten zijn aangemerkt.
1.5
Tussenconclusie hof omtrent indicatieven
Aan de toekenning van een indicatief gaat uitvoerig onderzoek vooraf, waarbij een aantal unieke kenmerken worden onderzocht die te maken hebben met gedetailleerde keuzes die worden gemaakt in het productieproces en de resultaten die daaruit voortvloeien. Uit het onderzoek TULIPA is gebleken dat bankbiljetten vallend onder de indicatieven EUA0050 C00111 (‘oude’ 50 euro biljetten), EUB0020 J00004b en EUB0050 J00004b (respectievelijk ‘nieuwe’ 20 en 50 euro biljetten) werden geproduceerd op de productielocatie aan de [adres] . Op geen enkele manier is aannemelijk gemaakt dan wel anderszins aannemelijk geworden dat er op een andere productielocatie en door andere personen dan de verdachten uit het onderzoek TULIPA vals geld is geproduceerd op een zodanig overeenkomstige wijze dat dit heeft geleid tot biljetten met dezelfde specifieke kenmerken en die (daardoor) ook te scharen zijn onder voornoemde indicatieven. Gelet hierop stelt het hof vast dat de personen die betrokken zijn geweest bij de productie van valse bankbiljetten aan de [adres] , in beginsel verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor de productie van alle valse bankbiljetten, vallend onder deze indicatieven.
2. Overwegingen omtrent verweren verdediging ten aanzien van gebruik tapgesprekken en zendmastgegevens
Tapgesprekken
Gedurende het onderzoek TULIPA zijn de telefoons van de verschillende verdachten getapt. De inhoud van een groot aantal tapgesprekken bevindt zich in het dossier. Verdachte betwist de conclusies die de rechtbank uit de inhoud van de in het dossier weergegeven tapgesprekken heeft getrokken. Verdachte en zijn raadsman hebben op de regiezittingen van 29 oktober 2021 en 15 november 2021 verzocht om verstrekking aan de raadsman en verdachte van alle getapte gesprekken in het onderzoek en de technische gegevens die daarmee samenhangen.
Dit verzoek is door het hof bij tussenarrest d.d. 29 november 2021 in zoverre toegewezen dat de advocaat-generaal opdracht is gegeven om zorg te dragen voor verstrekking van een gegevensdrager met de getapte gesprekken in de periode van 15 januari 2016 tot en met 30 januari 2019 aan het hof, waarna het hof zou zorgen voor verstrekking hiervan aan de raadsman, waarna een gecodeerde usb-stick met daarop voornoemde gesprekken naar de P.I. waar verdachte verbleef zou gaan.
Het hof heeft op de zitting van 9 maart 2022 geconcludeerd dat verstrekking van de getapte gesprekken aan verdachte vanwege technische redenen en vanwege regels omtrent beveiliging van de P.I. waarin verdachte verbleef, niet heeft plaatsgevonden. Dit valt de verdediging niet te verwijten. De verdedigingsrechten zoals neergelegd in artikel 6 EVRM zijn hierdoor geschonden en wel in zoverre dat dit het hof ertoe brengt om de getapte telefoongesprekken in de zaak van verdachte niet voor het bewijs te gebruiken.
Zendmastgegevens
Het verweer van de verdediging
De verdediging heeft in hoger beroep aangevoerd, dat de zendmastgegevens in dit onderzoek zijn verkregen in strijd met het Unierecht. De raadsman heeft daarbij verwezen naar het Prokuratuurarrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) [12] . De verdediging vindt dat aan de orde gesteld dient te worden of er in de onderhavige zaak aan de voorwaarde is voldaan dat toegang is verkregen tot de zendmastgegevens in het kader van een procedure ter bestrijding van zware criminaliteit of een procedure ter voorkoming van ernstige bedreigingen van de openbare veiligheid zoals deze is gesteld in voornoemd arrest. Voorts heeft het HvJ EU in het arrest als voorwaarde gesteld dat de toegang is onderworpen aan een voorafgaande toetsing door een rechterlijke instantie of een onafhankelijke bestuurlijke entiteit. Nu (historische) verkeersgegevens in de onderhavige zaak niet zijn verkregen met een machtiging van een rechterlijke instantie of onafhankelijke bestuurlijke entiteit maar door een vordering van de officier van justitie, zijn de gegevens in strijd met het Unierecht verkregen. Dit levert een vormverzuim op in het vooronderzoek, dat niet meer kan worden hersteld en waardoor verdachte in zijn belangen is geschaad. Zeker gelet op het feit dat de verkeersgegevens over een lange periode frequent zijn verkregen is het recht op privacy van verdachte op grove wijze geschonden. Primair verzoekt de raadsman daarom om alle verkregen zendmastgegevens van het bewijs uit te sluiten. Subsidiair verzoekt de raadsman om, in het geval het hof tot een bewezenverklaring komt, tot strafvermindering over te gaan.
Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat er in deze zaak is voldaan aan de voorwaarde – voor zover hier van toepassing - dat sprake moet zijn van een procedure ter bestrijding van zware criminaliteit. Wel erkent de advocaat-generaal dat geen sprake is geweest van een voorafgaande rechterlijke toetsing. Dit had, gelet op het neergelegde in het Prokuratuurarrest, wel gemoeten. Aan dit vereiste is derhalve niet voldaan. Verdachte is hierdoor echter niet geschaad in enig rechtens te respecteren belang. Daarom kan worden volstaan met de constatering van het vormverzuim en hoeft er geen rechtsgevolg aan te worden verbonden.
Het oordeel van het hof
In het genoemde Prokuratuur-arrest heeft het HvJ EU duidelijkheid verschaft omtrent de wijze waarop artikel 15 van richtlijn 2002/58/EG dient te worden uitgelegd. In deze bepaling wordt geregeld onder welke voorwaarden autoriteiten toegang kunnen krijgen tot de verkeers- en locatiegegevens van telecomaanbieders voor, onder andere, opsporing en vervolging van strafbare feiten.
Wanneer het gaat om een reeks verkeers- of locatiegegevens die informatie kunnen verschaffen over de communicatie van een gebruiker van een elektronisch communicatiemiddel of over de locatie van de door die gebruiker gehanteerde eindapparatuur en op grond waarvan precieze conclusies kunnen worden getrokken over de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen, is toegang hiertoe - aldus het Europese Hof - slechts toegestaan in het kader van procedures ter bestrijding van zware criminaliteit en procedures ter voorkoming van ernstige bedreigingen van de openbare veiligheid. Voorts geeft het HvJ EU aan dat het van wezenlijk belang is dat de toegang van de bevoegde nationale instanties tot de bewaarde gegevens wordt onderworpen aan voorafgaande toetsing door een rechterlijke instantie of door een onafhankelijke bestuurlijke entiteit. Gelet op de vereiste onafhankelijkheid, mag de instantie die die toetsing verricht niet betrokken zijn bij de uitvoering van het betrokken strafrechtelijk onderzoek en moet zij neutraal zijn ten opzichte van de partijen in de strafprocedure. Dat is niet het geval bij een openbaar ministerie dat strafrechtelijke onderzoeken leidt en in voorkomend geval ook optreedt als openbaar aanklager tijdens strafprocedures. Een latere toetsing van het besluit van de officier van justitie is niet voldoende om aan het onafhankelijkheidsvereiste te voldoen, omdat de controle door een onafhankelijke autoriteit moet plaatsvinden voorafgaand aan de machtiging.
Het hof stelt vast dat de zendmastgegevens van alle verdachten in het onderzoek zijn verkregen middels een vordering door de officier van justitie. Aan ieder van deze vorderingen lag een proces-verbaal van verdenking ten grondslag d.d. 15 juni 2018 waarin de verdenking werd onderbouwd dat de betreffende verdachte zich schuldig had gemaakt aan overtreding van de artikelen 208, 209, 210 en 214 Sr.
Het hof stelt vast dat de vorderingen van de officier van justitie niet zagen op de communicatie van de gebruiker maar op de locatie van de door die gebruiker gehanteerde eindapparatuur. Uit het Prokuratuur-arrest volgt dat het verlenen van toegang tot zendmastgegevens slechts is toegestaan in het kader van procedures ter bestrijding van zware criminaliteit en procedures ter voorkoming van ernstige bedreigingen van de openbare veiligheid. Het hof is, gelet op het feit dat het in deze zaak gaat om de verdenking van – kort gezegd – een samenstel aan feiten die zien op (grootschalige) valsheid in bankbiljetten, waarop een maximale strafbedreiging van 9 jaren staat, van oordeel dat het in deze zaak een procedure ter bestrijding van zware criminaliteit betreft.
Op grond van het bovenstaande is het hof van oordeel dat, gelet op de doorwerking van richtlijn in de Nederlandse rechtsorde, achteraf moet worden vastgesteld dat de gegevensverstrekking niet middels een vordering door de officier van justitie had mogen plaatsvinden.
Vervolgens dient te worden nagegaan welke rechtsgevolgen dienen te worden verbonden aan dit vormverzuim.
Het HvJ EU heeft in het arrest La Quadrature du Net e.a. [13] van 6 oktober 2020 een beoordelingskader gegeven voor de vraag hoe omgegaan dient te worden met processen-verbaal die zijn opgesteld op basis van informatie die in strijd met de voorschriften van het unierecht zijn verkregen. Het HvJ EU overweegt allereerst dat het volgens het beginsel van procedurele autonomie een zaak van het nationale recht is om de regels vast te stellen met betrekking tot de toelaatbaarheid van (onrechtmatig verkregen) informatie/bewijs, met dien verstande dat deze regels moeten voldoen aan het unierechtelijke gelijkwaardigheidsbeginsel en doeltreffendheidsbeginsel. Het hof zal daarom aansluiting zoeken bij het beoordelingskader van artikel 359a Sv, zoals de verdediging en het openbaar ministerie ook hebben bepleit.
In het genoemde arrest La Quadrature du Net overweegt het HvJ EU verder over het genoemde doeltreffendheidsbeginsel dat de nationale regels inzake aanvaarding en gebruik van informatie en bewijzen tot doel hebben om in overeenstemming met de in het nationale recht gemaakte keuzen te voorkomen dat onrechtmatig verkregen informatie en bewijzen ongerechtvaardigd nadeel toebrengen aan een persoon die ervan wordt verdacht strafbare feiten te hebben gepleegd. Dit doel kan volgens het nationale recht niet alleen worden bereikt door een verbod op het gebruik van dergelijke informatie en bewijselementen, maar ook door nationale regels en praktijken met betrekking tot de beoordeling en de weging van de informatie en de bewijzen, of door het onrechtmatige karakter ervan in aanmerking te nemen bij de straftoemeting. Bewijsuitsluiting ligt wel voor de hand als het beginsel van hoor en wederhoor en dus ook het recht op een eerlijk proces is geschonden.
Overeenkomstig artikel 359a, tweede lid, Sv zal het hof het belang dat het geschonden voorschrift dient, de ernst van het verzuim en het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt afwegen.
In zijn arrest van 1 december 2020 overweegt de Hoge Raad [14] dat aan de rechtspraak over de verschillende in artikel 359a Sv genoemde rechtsgevolgen als uitgangspunt ten grondslag ligt dat het rechtsgevolg in verhouding moet staan tot de aard en de ernst van het vormverzuim en het door de verdachte als gevolg van het vormverzuim geleden nadeel. Dat betekent tevens dat, waar mogelijk, wordt volstaan met het - vanuit het perspectief van de met vervolging en berechting van strafbare feiten gemoeide belangen bezien - minst verstrekkende rechtsgevolg.
Wat de ernst van het verzuim betreft, overweegt het hof dat het openbaar ministerie in 2018 de geldende voorschriften uit het Wetboek van Strafvordering heeft gevolgd. Verder acht het hof het aannemelijk dat op grond van de concrete gegevens van dit geval, zoals neergelegd in het proces-verbaal van verdenking van 15 juni 2018, een rechterlijke autoriteit hoogstwaarschijnlijk een machtiging zou hebben verleend om de zendmastgegevens te vorderen, ook wanneer daarbij zou zijn getoetst aan de beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid. Het hof heeft hierbij in aanmerking genomen dat in dit geval de rechter-commissaris reeds een machtiging had afgegeven om over de communicatie van verdachte te beschikken door toestemming te geven om de telefoon van verdachte te tappen. Het hof stelt vast dat gelet op voorgaande sprake is van een beperkte ernst van het verzuim.
Het is niet gesteld en ook niet gebleken dat door de onrechtmatige verkrijging van zendmastgegevens het recht van verdachte op een eerlijk proces in het geding is. De verdediging heeft in algemene zin aangevoerd dat het recht op privacy van verdachte op grove wijze is geschonden. Verdachte heeft daarbij geen meer concreet nadeel gesteld. Het hof acht het belang van verdachte dat zou zijn geschonden derhalve onvoldoende geconcretiseerd. Ook anderszins is niet gebleken van een nadeel voor verdachte ten aanzien van een rechtens te respecteren belang dat zou zijn veroorzaakt door het opvragen van de zendmastgegevens.
Het hof komt op grond van het voorgaande tot de conclusie dat sprake is van een beperkte ernst van het verzuim. Het recht op een eerlijk proces is niet geschonden en concreet, rechtens relevant nadeel heeft verdachte door het verzuim niet geleden. Voor bewijsuitsluiting dan wel strafvermindering bestaat daarom geen reden. Volstaan zal worden met de constatering van een vormverzuim zonder daar rechtsgevolgen aan te verbinden. De zendmastgegevens zal het hof voor het bewijs gebruiken.
3. Feitelijke vaststellingen onderzoek TULIPA in de periode van 15 januari 2016 tot 30 januari 2019
3.1
Money transfers naar China
Verdachte [verdachte] doet op 15 januari 2016 een betaling van € 994,14 aan een Chinees persoon genaamd [naam 1] [15] . Het opgegeven telefoonnummer van deze persoon is gekoppeld aan twee Chinese bedrijven die papier verkopen. [16] Op 8 juli 2016 maakt verdachte geld over aan [naam 2] . [17] Het opgegeven telefoonnummer van deze Chinese persoon is gekoppeld aan een Chinees bedrijf dat hologramstickers en papier verkoopt. [18] Op 1 november 2016 en op 23 februari 2017 maakt verdachte geld over aan [naam 3] . [19] Het adres van deze persoon is hetzelfde adres als van voornoemde [naam 2] , die weer kon worden gekoppeld aan een Chinees bedrijf dat hologramstickers en papier verkoopt. [20]
Naast verdachte maken ook zijn medeverdachten [medeverdachte 7] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 8] en [medeverdachte 4] geld over naar Chinese personen.
Dit betreft de volgende transacties:
[medeverdachte 7] zeven keren: op 17 februari 2016, 12 mei 2016 en 19 september 2016 naar voornoemde [naam 2] [21] (welke persoon kan worden gekoppeld aan een Chinees bedrijf dat hologramstickers en papier verkoopt), op 1 november 2016 en 24 februari 2017 naar voornoemde [naam 3] [22] (welke persoon kan worden gekoppeld aan een Chinees bedrijf dat hologramstickers en papier verkoopt), op 10 september 2018 naar [naam 4] [23] en op 9 november 2018 naar [naam 5] . [24]
[medeverdachte 6] één keer: op 10 september 2018 naar [naam 6] . [25]
[medeverdachte 5] vier keren: op 12 maart 2018 en 15 maart 2018 naar voornoemde [naam 3] [26] (welke persoon kan worden gekoppeld aan een Chinees bedrijf dat hologramstickers en papier verkoopt) en op 2 september 2018 naar voornoemde [naam 2] (twee maal) [27] (welke persoon kan worden gekoppeld aan een Chinees bedrijf dat hologramstickers en papier verkoopt).
[medeverdachte 8] vijf keren: 16 mei 2017 naar [naam 7] [28] , op 22 mei 2017 [29] , 15 juni 2017 [30] en 16 juni 2017 [31] naar [naam 2] (welke persoon kan worden gekoppeld aan een Chinees bedrijf dat hologramstickers en papier verkoopt), ten aanzien van de overboeking op 22 mei 2017 ook geschreven als [naam 8] [32] , en op 17 november 2017 naar [naam 3] [33] (welke persoon kan worden gekoppeld aan een Chinees bedrijf dat hologramstickers en papier verkoopt).
[medeverdachte 4] twee keren: op 15 mei 2017 naar [naam 7] [34] . Het hof overweegt dat [medeverdachte 8] een dag later op 16 mei 2017 een overboeking doet naar dezelfde persoon van nagenoeg hetzelfde bedrag als het bedrag dat [medeverdachte 4] naar deze persoon overmaakt (€ 1.166,- [35] versus € 1.202,- [36] ) Op 15 juni 2017 maakt [medeverdachte 4] geld over naar [naam 8] [37] . Gelet op de twee manieren van schrijven zoals vastgesteld bij de overboeking door [medeverdachte 8] op 22 mei 2017 naar [naam 2] / [naam 8] stelt het hof vast dat dit gaat om één en dezelfde persoon. [naam 8] kan derhalve worden gekoppeld aan een Chinees bedrijf dat hologramstickers en papier verkoopt.
3.2
Aankopen Staples/New Office Centre en Vulpunt [plaats 1]
Op 5 april 2016 wordt een klantenpas van Staples/New Office Centre (hierna ook: Staples) aangevraagd op naam van verdachte [verdachte] . Met die klantenpas is tot 11 februari 2017 voor € 4.053,64 aan goederen aangeschaft. Daarna wordt de pas niet meer gebruikt.
Op naam van medeverdachte [medeverdachte 7] wordt op 27 juli 2016 een pas aangevraagd. Deze pas wordt gebruikt tot 30 december 2016. In totaal wordt met deze pas voor € 2.186,03 aan goederen gekocht.
Op 16 november 2016 wordt een pas aangevraagd op naam van Koeriersbedrijf [medeverdachte 8] . [38] Dit is het bedrijf van medeverdachte [medeverdachte 8] . [39] In totaal zijn er vijf klantenpassen op naam van koeriersbedrijf [medeverdachte 8] uitgegeven. [40] Op 7 januari 2019 wordt voor het laatst een aankoop gedaan met één van deze vijf passen. Er wordt op naam van Koeriersbedrijf [medeverdachte 8] voor in totaal € 32.859,90 aan spullen gekocht.
Op de passen van de drie genoemde namen wordt in totaal voor € 39.099,57 aan spullen gekocht zoals papier, cartridges, postzegels en adreslabels bij de genoemde firma. [41]
Uit een observatie door de politie komt naar voren dat [verdachte] op 17 november 2017 aankopen doet bij de firma Staples samen met [medeverdachte 7] . Zij kopen 20-25 cartridges [42] en meerdere pakken A4-papier [43] en gebruiken daarbij de klantenpas van Koeriersbedrijf [medeverdachte 8] . Uit camerabeelden blijkt dat verdachte op 31 oktober 2018 [44] met gebruikmaking van de klantenpas van Koeriersbedrijf [medeverdachte 8] papier koopt bij New Office Centre [45] . Op 18 december 2018 koopt verdachte [verdachte] [46] wederom papier bij New Office Centre, weer met gebruik van de pas van Koeriersbedrijf [medeverdachte 8] . [47]
In het onderzoek kon worden vastgesteld dat medeverdachten eveneens aankopen doen bij Staples. Dit geldt voor [medeverdachte 7] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] . Deze personen doen hun aankopen allen vanaf in ieder geval 17 november 2017 met gebruikmaking van een klantenpas van Koeriersbedrijf [medeverdachte 8] .
[medeverdachte 7] doet op 21 juni 2018 inkopen bij Staples. [48]
Op 25 juli 2018 doet [medeverdachte 3] inkopen bij Staples. [49]
Op 27 juli 2018 wordt [medeverdachte 7] tijdens een observatie eerst gezien bij Staples [50] terwijl hij daar inkopen doet. [51] Diezelfde avond wordt [medeverdachte 7] gezien terwijl hij met goederen van Staples de achtertuin van de [adres] binnengaat. [52]
Op 30 augustus 2018 doet [medeverdachte 7] inkopen bij Staples. [53] Diezelfde avond staat de auto van [medeverdachte 7] enige minuten geparkeerd in de directe omgeving van de productielocatie (het hof begrijpt: [adres] . [54]
Op 20 september 2018 doen [medeverdachte 7] en [medeverdachte 2] samen inkopen bij Staples. [55]
Op 1 oktober 2018 worden met de klantenpas van Koeriersbedrijf [medeverdachte 8] inkopen gedaan bij Staples. [56] De auto van [medeverdachte 7] staat op dat moment op de parkeerplaats bij Staples terwijl de telefoon van [medeverdachte 2] een zendmast in de directe nabijheid aanstraalt. [57] Even later staat de auto van [medeverdachte 7] in de directe omgeving van de [adres] . [58]
Op 3 oktober 2018 doet [medeverdachte 6] inkopen bij Staples [59] , evenals op 17 oktober 2018. [60]
Op 27 oktober 2018 doet [medeverdachte 2] inkopen bij Staples. [61]
Op 7 november 2018 worden inkopen gedaan met de klantenpas van Koeriersbedrijf [medeverdachte 8] . [62] Op datzelfde moment staat de auto van [medeverdachte 7] op de parkeerplaats en straalt zijn telefoon een zendmast aan in de directe omgeving. [63] Diezelfde dag wordt bij een ander filiaal van Staples nog een aankoop gedaan op naam van Koeriersbedrijf [medeverdachte 8] . [64] De telefoon van [verdachte] straalt dan een zendmast aan in de directe omgeving. [65] Die avond staat de auto van [medeverdachte 7] in de directe omgeving van de [adres] [66] en stralen de telefoons van [medeverdachte 7] en [medeverdachte 5] zendmasten aan in de directe omgeving. [67]
Op 27 december doet [medeverdachte 7] inkopen bij Staples. [68] Diezelfde avond staat zijn auto enkele minuten geparkeerd in de directe omgeving van de [adres] . [69]
Op 4 januari 2019 doet [medeverdachte 2] inkopen bij Staples. [70]
Op 7 januari 2019 doet [medeverdachte 6] inkopen bij Staples. [71]
Daarnaast komt naar voren dat zowel [verdachte] , [medeverdachte 7] als [medeverdachte 2] cartridges kochten dan wel vulden bij Vulpunt [plaats 1] . [72]
3.3
In de buurt van de productielocatie
Vlak na de observatie door de politie op 17 november 2017 (wanneer wordt gezien dat verdachten [verdachte] en [medeverdachte 7] cartridges en A4-papier kopen bij Staples, zie hiervoor), blijkt uit zendmastgegevens dat de telefoons van zowel [verdachte] als [medeverdachte 7] zich verplaatsen van de [adres] (waar Staples is gevestigd [73] ) en na 16-17 minuten een zendmast aanstralen die staat aan de [adres] , in de [buurt] (het hof begrijpt: waar ook de woning van [medeverdachte 2] aan de [adres] is gesitueerd en waar later de productielocatie wordt aangetroffen). Met de telefoon van [medeverdachte 7] wordt vervolgens gebeld naar het telefoonnummer van [medeverdachte 2] . [74]
Op 30 november 2017 wordt [medeverdachte 7] tijdens een observatie in de directe nabijheid gezien van de productielocatie met meerdere plastic tassen van de Staples. [75]
In de periode van 27 juli 2018 tot en met 4 februari 2019 heeft een peilbaken bevestigd gezeten onder de auto van medeverdachte [medeverdachte 7] . Opgemerkt moet daarbij worden dat niet gedurende de gehele periode locatiegegevens zijn vastgelegd. Uit de bakengegevens bleek dat het voertuig in de genoemde periode 32 keren in de directe omgeving van de woning van medeverdachte [medeverdachte 2] stond geparkeerd. [76] In het onderzoek zijn de zendmastgegevens van de telefoons van alle verdachten vergeleken met de bakengegevens van de auto van [medeverdachte 7] . Opgemerkt moet daarbij worden dat de zendmastgegevens slechts voorhanden zijn op de momenten dat de telefoons daadwerkelijk worden gebruikt.
Uit deze vergelijking blijkt dat zowel het toestel van [medeverdachte 7] alsook de toestellen van verdachte [verdachte] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] zendmasten aanstraalden in de omgeving van de [adres] op momenten dat de auto van [medeverdachte 7] in de directe omgeving geparkeerd stond.
Op 19 september 2018 tussen 16:24 uur en 16:28 uur geldt dit voor [medeverdachte 7] en [verdachte] . [medeverdachte 7] belt uit naar [medeverdachte 2] , maar er wordt niet opgenomen.
Op 22 september 2018 tussen 19:29 uur en 19:33 uur stralen de telefoons van [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6] zendmasten in de buurt aan.
Op 24 september 2018 tussen 21:14 uur en 21:18 uur stralen de telefoons van [medeverdachte 7] en [verdachte] zendmasten in de buurt van de [adres] aan.
Op 6 november 2018 tussen 21:52 uur en 21:54 uur stralen de telefoons van [medeverdachte 7] , [verdachte] en [medeverdachte 5] masten aan in de omgeving van de [adres] .
Op 7 november 2018 tussen 20:17 uur en 20:19 uur stralen de telefoons van [medeverdachte 7] en [medeverdachte 5] zendmasten aan in de omgeving van de [adres] . [77]
Op 22 november 2018, de dag van de bezorging van een postpakket met 55 kilogram papier uit China, straalt de telefoon van [medeverdachte 7] een zendmast aan op 675 meter afstand van de [adres] . [78]
3.4
Dactyloscopische sporen
Op de peildatum 6 januari 2022 zijn in totaal 127.944 biljetten van het indicatief EUA0050 C00111 in 35 verschillende Europese landen aangetroffen. [79] Daarop zijn in het binnen- en buitenland verscheidene keren dactyloscopische sporen (vingerafdrukken) gevonden van verdachten uit het onderzoek TULIPA. Dit betrof onder meer sporen van [medeverdachte 7] , aangetroffen in november 2015 [80] en van [medeverdachte 1] . Van [medeverdachte 1] werden in de periode van 28 november 2016 tot en met 29 januari 2019 meermalen sporen aangetroffen. [81]
3.5
Aanschaf wenskaarten/ansichtkaarten
Uit verschillende onderscheppingen in het buitenland blijkt dat valse bankbiljetten vallend onder het indicatief EUA0050 C00111 onder andere via enveloppen met daarin wenskaarten/ansichtkaarten met daartussen de valse bankbiljetten naar het buitenland werden verzonden. [82] Op 13 september 2018 wordt door [medeverdachte 7] en [medeverdachte 5] een partij wenskaarten van 15.000-18.750 stuks aangekocht. [83]
3.6
Verkoop: o.a. via Darkweb, Telegram: [account 1] en [account 2]
Uit onderzoek van Europol naar in Europa onderschepte zendingen met vals geld, vallend onder het indicatief EUA0050 C00111, bleek dat de kopers dit veelal hadden besteld via het zogenaamde TOR netwerk via het Darkweb. [84]
De (Nederlandse) politie heeft op internet onderzoek gedaan naar aanbieders van vals geld. Op Telegram (een applicatie soortgelijk aan de applicatie WhatsApp) werden twee aanbieders van vals geld gevonden, waarvan kon worden vastgesteld dat de (aangeboden) biljetten het indicatief C111 (het hof begrijpt: EUA0050 C00111) hadden. De aanbieders maakten gebruik van de accounts ‘ [account 1] ’ en ‘ [account 2] .’ Op beide accounts werd een video vertoond waarop biljetten van € 50,- te zien zijn. In een video getoond op [account 1] worden tientallen biljetten van € 50,- getoond. Op een aantal biljetten is een serienummer zichtbaar. Dit betreft telkens het nummer E01181075475. (toevoeging hof: vallend onder het indicatief EUA0050 C00111). [85] In een video getoond op [account 2] wordt een grote hoeveelheid biljetten van € 50,- getoond. Op een paar biljetten is het serienummer te zien. Dit betreft telkens E01181075475 en E01881075322. [86]
3.7
Pseudokoop op 6 november 2018
Naar aanleiding van de bij de politie beschikbare informatie omtrent de aanbieder [account 1] heeft een pseudokoop plaatsgevonden. [87] De pseudokoop kwam tot stand via deze aanbieder. [88] De pseudokoop vond plaats nabij de kapsalon [naam kapsalon] te [plaats 1] . Hier werd het pseudokoopteam benaderd door een persoon die werd herkend als verdachte [medeverdachte 4] . Door [medeverdachte 4] werden 20 valse biljetten van € 50,- voor € 160,- verkocht aan het pseudokoopteam. [89]
3.8
Pseudokoop op 9 november 2018
Op 9 november 2018 kwam via de aanbieder [account 2] een pseudokoop tot stand. Er werd een afspraak gemaakt voor de aankoop van valse bankbiljetten van € 50,-. De aankoop vond plaats in Amsterdam. De verkoper werd herkend als [persoon 1] . Er werden door het pseudokoopteam 20 biljetten aangekocht van € 50,- voor een prijs van
€ 300,-. De serienummers bleken allemaal overeen te komen met het bekende serienummer eindigend op 484. Na onderzoek door DNB bleek dat deze aangekochte biljetten overeenkwamen met het Europese indicatief EUA0050 C00111. [90]
3.9
Postpakket [plaats 2]
Bij een Chinese verkoper wordt een pakket van 55 kilogram papier (zonder coating met meer dan 10 % vezel) besteld [91] . Verdachte heeft ter zitting van het hof verklaard dat het klopt dat hij op 21 november 2018 naar TNT heeft gebeld om te vragen waar het pakket was gebleven. [92] Op 22 november 2018 wordt het pakket bezorgd op het adres [adres] . [93] Verdachte heeft ter zitting van het hof verklaard dat dit de woning betrof van de zus van medeverdachte [medeverdachte 5] en dat hijzelf en meerdere medeverdachten vaak in deze woning kwamen. [94] Op het pakket staat als geadresseerde: [naam] met als telefoonnummer [telefoonnummer] . Bij dit telefoonnummer ontbreekt een cijfer. Uit onderzoek blijkt dat het telefoonnummer [telefoonnummer] op naam staat van medeverdachte [medeverdachte 8] . [95] Het pakket wordt om 13:43 uur door een persoon in ontvangst genomen die tekent met de naam ‘ [bijnaam] .’, lijkend op de voornaam van medeverdachte [medeverdachte 7] . De telefoons van medeverdachte [medeverdachte 7] en verdachte stralen tijdens het moment van de bezorging een zendmast aan op 135 meter van de bezorglocatie. [96] De Volkswagen Polo op naam van [medeverdachte 7] staat die dag van 13:38 uur tot 13:48 uur op 120 meter van de bezorglocatie. [97]
De Volkswagen Polo staat diezelfde avond kort geparkeerd nabij de [adres] , zijnde het huisadres van medeverdachte [medeverdachte 2] [98] en tevens de locatie waar in januari 2019 de productielocatie van het valse geld wordt aangetroffen. De telefoon van [medeverdachte 7] straalt die avond een mast aan op ongeveer 675 meter van de [adres] . [99] In januari 2019 wordt op deze productielocatie (een gedeelte van) dit pakket aangetroffen. [100]
3.1
OVC gesprekken
De politie heeft heimelijk opnameapparatuur geplaatst in de auto van [medeverdachte 7] . Er hebben opnames van gesprekken plaatsgevonden in de periode van 6 november 2018 tot en met 10 februari 2019, waarbij in de periode tussen 18 december 2018 en 8 januari 2019 een storing optrad waardoor toen geen gesprekken zijn opgenomen. [101] Gelet op hetgeen uit algemene bron (straatwoordenboek.nl) bekend is, gaat het hof bij de in de gesprekken voorkomende termen donni(e), bankoe en barkie uit van de betekenis (respectievelijk) €10,-, €50,- en €100,-.
Op 18 november 2018 voert [medeverdachte 7] het volgende gesprek met een onbekend gebleven persoon:
[medeverdachte 7] : Goeie deal?
NN: Ja man. We zijn naar Den Haag geweest. Hij wordt aan mij .. ntv .. voor € 7 euro per stuk, 200 stuks.
Gesprek niet te verstaan
NN: ntv .. Klaar
[medeverdachte 7] : Ja oké, met sticker achter, maar ja, ik kan gewoon gaatje … kan je erdoor heen.
NN: Ja, ik fix wel iemand die handig is. Gewoon perforator.
Gesprek niet te verstaan
NN: Deze wordt zoveel aangeboden op Telegram jongen.
[medeverdachte 7] : Voor zipcode (fon.) zeker of niet.
NN: Ja man. [102]
Op 18-19 november 2018 voert [medeverdachte 7] het volgende gesprek met een onbekend gebleven persoon:
[medeverdachte 7] : Waarom praat je niet? .. ntv .. zeg gewoon wat je nodig hebt. .. ntv .. kankermoeilijk te regelen. Als je katvanger honderd euro geeft is tie kanker blij. Het is moeilijk om een katvanger te regelen waarbij je niet weet wat je krijgt. Snap je wat ik bedoel? Hij weet precies hoeveel die moet krijgen voor wat je moet krijgen (ntv). [103]
[medeverdachte 7] : Hij moet wel betalen he? Hij heeft nog niet betaald. Gewoon barki’s. Niet eens denk ik. Misschien stuks. Dat kan ik regelen me stuks. .. ntv .. dan betaalt hij mij stuks, dat kan ook. .. ntv .. [104]
Op 19 november 2018 voeren [medeverdachte 7] en [verdachte] het volgende gesprek:
[medeverdachte 7] : Heb je nog plaatjes van [medeverdachte 3] ? Of Niet?
[verdachte] : .. ntv ..
[medeverdachte 7] : Van [medeverdachte 3] toch
[verdachte] : Ja.
[medeverdachte 7] : kan ik die morgen ophalen
[verdachte] : Ja. [105]
Op 20 november 2018 (een dag vóórdat verdachte naar TNT belt om te informeren over het postpakket met papier uit China) voeren [medeverdachte 7] en hij het volgende gesprek:
[verdachte] : Ik geef hem de adres waar de osso moeten zijn. Hij weet dat (ntv). Ik zeg, ik kan adres regelen? Maar ik moet wel daar zijn. Je weet toch? Dat is logisch. Je moet daar zijn voor die pakket, maar ik denk bij mezelf, he, we zijn als best een tijdje ver weg, ik ga nu even vragen, he die Parcel met die track en trace. Heb je hem al gekregen?
[medeverdachte 7] : (ntv) die is er al .. ntv .. die van [medeverdachte 8] .
[verdachte] : Maar daarom tekst [medeverdachte 8] mij vandaag van he, wanneer komt die, wanneer komen die stickers?
[medeverdachte 7] : Ja, die van ons had er al moeten zijn eigenlijk. Welke?
[verdachte] : We hebben eerder stickers besteld dan die (ntv).
[medeverdachte 7] : (ntv) stickers zijn niet besteld (ntv).
[verdachte] : Nu nog een probleem. Die achterkant komt niet over.
[medeverdachte 7] : .. ntv .. klopt niet.
[verdachte] : Alles wat ik wil. Alles wat wij zeggen doet ie bewust andersom zeggen. Ook al zou die ’t zeggen.
[medeverdachte 7] : (ntv).
[verdachte] : Hij zegt nu, ik zeg ik kom eraan. Zo, zegt ie, .. ntv .. € 50,-.
[medeverdachte 7] : .. ntv ..
[verdachte] : Ja, want toen ik daar was 39 barkies, door mijn toedoen. [106]
[…]
[verdachte] : Hij zegt tegen mij. Je mag niets zeggen tegen [medeverdachte 8] . Ze mogen niks weten. Dit dat, blablabla. Zus en zo. (ntv) achter komen dit dat
[medeverdachte 7] : Waar achter moet komen?
[verdachte] : Gewoon waar we mee bezig zijn (ntv). Zegt [medeverdachte 8] , bel je zo terug, wacht effe. Bel ik hem, zegt ie, o ja man, dat is al geregeld. Want als [medeverdachte 8] mij belt, is al twee keer gebeurd, of drie keer.
[medeverdachte 7] : .. ntv ..
[verdachte] : Dan komt het voor, dat voor dat je dus belt, dat [medeverdachte 8] al op de hoogte is van dat er iets gaat komen. [107]
Op 23 november 2018 voert [medeverdachte 7] het volgende gesprek met een onbekend gebleven persoon:
Sessie 224013:
[medeverdachte 7] : Laat ie de kanker krijgen. [medeverdachte 3] ook en iedereen. Fucking allemaal. [108]
NN1: Mijn matties zijn mijn matties. Geen een gaat mij naaien.
Gedeelte niet te verstaan.
NN1: Voor mij, kijk er zit niet veel in…anderhalf. Jij doet voor twee en half. Ik betaal drie keer vijftig cent. Ik hou een eurootje over.
Gedeelte niet te verstaan.
[medeverdachte 7] : (ntv) [verdachte] (ntv)
NN1: Daarom zeg ik ook, ik geef de spullen aan [verdachte] . Als ik 1000 stuks nodig heb en jij hebt 100 stuks dan (ntv) en als 2000 hebben, geef ik jou die 1000.
Gedeelte niet te verstaan.
NN1: Al die klanten die je afpakt van die anderen, geef mij drie daarvoor, dan (ntv) [medeverdachte 7] , ga naar [medeverdachte 7] .
[medeverdachte 7] : Ik probeer (ntv) rustig te houden (ntv). Want met deze ruzie gaat die dingen klappen.
Sessie 224613:
[medeverdachte 7] : Bij hem vindt hij het echt erg. Weet je waarom. Kijk, ik ga het wel uitleggen. Bij [medeverdachte 3] en zo stickerde ik eerst en (ntv). Nu sticker ik niet meer voor, hier betaal ik niet meer voor. Hier sticker ik niet meer voor. Maar .. ntv .. boeit mij niet. Voor mij, [naam] , broertje, ik geef ze stickers en .. ntv .. voor ze af. Ze stickeren zelf. Maar [persoon 2] bijvoorbeeld, die koopt nu bij mij, bij [medeverdachte 3] , bij mij, bij [medeverdachte 3] . Maar [medeverdachte 3] stickert voor hem, begrijp je wat ik bedoel. Hij pakt dan waarschijnlijk een eurootje, ik weet niet. Maar ja, je hebt mij er wel mee. Omdat hij ‘m gestickerd geeft, doet [persoon 2] niet bij mij pakken. Dus nu, daarom zeg ik tegen jou, pak maar lekker al [persoon 2] ’s klanten af, dan pak je ze, pak jij doekoe en je pakt [medeverdachte 3] klanten ook. Kijk maar, boeit mij niet. Ik heb tegen [medeverdachte 3] gezegd, jij mag niet onder de twee affoe en hij zet wel onder de twee af.
NN1: Onder twee affoe?
[medeverdachte 7] : Nee onder drie euro. En nu doet hij dat wel. Snap je wat ik bedoel? [109]
Op 24 november 2018 voert [medeverdachte 7] het volgende gesprek met [medeverdachte 2] :
[medeverdachte 2] : Ja straks wel ik wou je vanmiddag al bellen, ik zit nu bij mijn broertje, maarre het is niet mooi wat je.
[medeverdachte 7] : Serieus?
[medeverdachte 2] : Ja man.
[medeverdachte 2] : Ik ben bij die gast geweest vanochtend, die (ntv) ik probeer een beetje kleur een beetje te mengen en te doen, om een beetje kwaliteit een beetje te, maarre… maar ik heb ook wat monstertjes (ntv) eerst even kijken. Ik bel je straks als ik naar huis ga.
[medeverdachte 7] : (ntv).
[medeverdachte 2] : is goed jongen! [110]
Op 26 november 2018 voert [medeverdachte 7] het volgende gesprek met een onbekend gebleven persoon:
[medeverdachte 7] : Zullen we opnieuw of oude doen?
NN1: .. ntv ..
[medeverdachte 7] : Wat scheelt, gewoon doen.
NN1: Nee.
[medeverdachte 7] : Pardon?
NN1: Gewoon stickers plakken
[medeverdachte 7] : Ja geef maar.
NN1: Dees?
[medeverdachte 7] : Oké.
NN1: Vijftienhonderd euro.
Geritsel van papier te horen.
[medeverdachte 7] : Plakken we niet meer hoor.
NN1: Ik moet even wat .. ntv ..
[medeverdachte 7] : .. ntv ..
NN1: De stickers, in de zak, dertigduizend stickers
[medeverdachte 7] : .. ntv .. Voor die spullen allemaal? Allemaal geven.
NN1: .. ntv ..
[medeverdachte 7] : Die nieuwe moeten even wachten man. .. ntv ..
NN1: .. ntv .. jonge jongen. [111]
[medeverdachte 7] : Die komt stickeren?
NN1: ja man
[medeverdachte 7] : Hoe laat komt ie dan?
NN1: Volgens mij kwart voor, half negen, negen uur.
Gedeelte niet te verstaan.
[medeverdachte 7] : Ik vind het best weinig.
[medeverdachte 7] : He?
: Ik heb best weinig stickers
NN1: .. ntv .. [112]
Op 27 november 2018 voeren [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6] het volgende gesprek:
Sessie 162350:
[medeverdachte 7] : Dit is gewoon de onze. Kijk, vroeger moest ik nadenken, echt wel nadenken, vroeger deed ik op wit papier. Toen was ie gewoon mooi qua papier. Hij was niet echt lelijk ofzo snap je. Toen dacht ik, hé wacht ff dit is geprobeerd om te printen. Printen is alleen maar beter voor ons, snap je.
[medeverdachte 6] : Je kan beter gaan printen.
[medeverdachte 7] : Zo… ik moet echt (ntv) om te kijken wat ze mee kunnen doen.
Gesprek niet te verstaan.
[medeverdachte 7] : Is goed (ntv) van ons qua kleur hier is beter. Dat vinden ze leuk want wij hebben ook nog watermerk, deze zit al watermerk in. Als je de echte watermerk ook moet fiksen, daar word je (ntv). Deze zit al plus plus. Maar deze kleur…
[…]
[medeverdachte 6] : Maar jij hebt alleen (ntv) echt met kleur (ntv).
[medeverdachte 7] : Wat denk jij dan he?
[medeverdachte 6] : (ntv) ik heb alleen maar (ntv).
[medeverdachte 7] : Oke, maar kleuren, ik praat over kleur nu.
[medeverdachte 6] : (ntv).
Sessie 162950:
[medeverdachte 7] : (ntv) eerlijk (ntv) dit vormpje hebben ze wel echt mooi gefikst man.
[medeverdachte 6] : Ja (ntv) kijk als je stickers hebt dat je wel bovenstukje neemt dat je zorgt dat die (ntv).
[medeverdachte 7] : Maar daar heb je wel kans van (ntv) echt lelijk, echt wel eerlijk.
[medeverdachte 6] : Ja (nvt) DNA (nvt)
[medeverdachte 7] : Maar je kan er een klein beetje door heen kijken (lacht).
[medeverdachte 6] : Ja.
[medeverdachte 7] : In ieder geval… is euh dit onze (ntv).
[medeverdachte 7] : Ik kan echt nog (ntv) man.
[medeverdachte 6] : Die kleur van hem is lelijk man. Kijk die kleur, deze kleur (ntv) hij is wit. [113]
[medeverdachte 7] : Dus?
[medeverdachte 6] : De (ntv: achterkant?) van ons is ook mooi, kijk hier.
[medeverdachte 7] : Godver, kankerzooi.
[medeverdachte 6] : En deze kunnen we massa, massa neuken en drie op één pak hé.
[medeverdachte 7] : Scheelt veel qua kosten enzo.
[medeverdachte 6] : (ntv) hoor (ntv) papier.
[…]
[medeverdachte 7] : nee die van ons is beter. Deze papier is dik.
[medeverdachte 6] : Kijk kleuren, interesseert niets, mag je doen wat je wil.
[medeverdachte 7] : Hey bro, ik zit met die kleuren. Ik heb (ntvt) zo erg weer. Gister zeg ik tegen die man alsjeblieft druk, printen, doe printen voor mij. Heeft ie gedaan wollah. Ik ben kanker tevreden.
[medeverdachte 6] : Oke (ntvt) dit is al veel beter natuurlijk, toch?
[medeverdachte 7] : Ja. Dit is beter dan dit.
[medeverdachte 6] : Ja. Maar ik vind faya die voorkant is zo glad man
[medeverdachte 7] : Nee man. Maar weet je waarom? Jij kijkt naar dit resultaat, bro, je moet naar gekreukelde resultaat kijken.
[…]
[medeverdachte 7] : En wij hebben die gevoel achter. Voel die echte achterkant.
[medeverdachte 6] : (ntv)
[medeverdachte 7] : ik zeg eerlijk dan zijn we compleet, dan gaan we deze starten. Dan kan ik eindelijk akkoord geven. Dan kan ik gaan beginnen ermee.
[medeverdachte 6] : En de achterkant dan?
[medeverdachte 7] : Hoeft te blok. Achterkant komt nog. De achterkant (ntv) heb ik al tienduizend platen mee.
[medeverdachte 6] : Oh zo (nvt).
[medeverdachte 7] : Snap je?
[medeverdachte 6] : ja.
[medeverdachte 7] : kunnen we gelijk goed starten. En ik weet nu in ieder geval dat we ieder geval 2-0 voorstaan op hun. Alleen al met deze (ntv) watermerken staan we al 2-0 voor.
Stilte
[medeverdachte 6] : Denk je niet dat we beter [medeverdachte 7] , die grove kant aan de voorkant kunnen doen?
: nee, man echt niet.
[medeverdachte 6] : Waarom niet?
[medeverdachte 7] : (ntv) voel maar aan de achter. Ik pak die echte er bij, dan (ntv).
[medeverdachte 6] : Dat is die echte.
[medeverdachte 7] : Voel deze achterkant.
[medeverdachte 6] : Ja, maar weet je wat het is hé broer, ik bedoel niet van, het is meer dat de mensen een gevoel erbij hebben zonder. Hij weet niets van die .. ntv .. echte .. (ntv).
Sessie 163550:
[medeverdachte 7] : (ntv) een watermerk (ntv) alleen met wat we nu hebben staan we 4-0 voor (ntv) en dat watermerk hebben we waarschijnlijk ook al. Eigenlijk staan we in principe 6-0 voor. Maar nu staan we al 4-0 voor.
[…]
[medeverdachte 6] : Hun mogen niet te veel voorsprong hebben.
[medeverdachte 7] : Ja maar dat hebben ze niet (ntv) dat hebben ze niet. Dus dat is klaar voor gebruik (ntv) stickers (ntv). Hij is gek aan het doen. Hij plakt zo die envelop en dan plak die zo de envelop en die envelop dan plakt die eentje zo.
[…]
[medeverdachte 7] : In ieder geval, ik ben echt zwaar tevreden. Ik heb dit net opgehaald.
[medeverdachte 6] : (ntv) allemaal klaar (ntv). [114]
Sessie 164150:
[medeverdachte 7] : (ntv) kleuren (ntv) volgens jou? Jij bent de kleurspecialist.
[medeverdachte 6] : (ntv) kleur (ntv) is kankerlelijk man.
[…]
[medeverdachte 6] : Ja, nee, die ene die ik op die andere, op die oude inkt (ntv) beter.
[medeverdachte 7] : Weet je wat het is, hij heb nu die nieuwe printers, kan ik gebruiken voor deze en die oude printers gebruikt ie ook, die gaan om en om (ntv) kan makkelijk (ntv).
Gesprek niet te verstaan
[medeverdachte 7] : Nee natuurlijk niet, kan die oude ook, ook van die oude papier er in gooien. [115]
Op 27 november 2018 voeren [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6] het volgende gesprek:
[medeverdachte 7] : Jullie hebben allemaal 1/3 in handen, de hele markt (ntv) oh dus jij, in ieder geval ik en [verdachte] , jij en jouw broertje… ik en [verdachte] , jij en jouw broertje en die hollander. Maar weet je wat ze ook gaan doen, ze gaan een vies spelletje, ik weet honderd procent zeker een vies spelletje met jou spelen (ntv) hollander komt erbij (ntvt) betere spullen, betere prijs (ntv) prijs dat jij voor me gaat maken, snap je wat ik bedoel? Bro, ik geloof echt niet dat [bijnaam 1] (fon) jou gunt.
[medeverdachte 6] : Nee. [116]
[…]
[medeverdachte 7] : Jouw broertje, als jij het niet doet, je broertje werkt (ntv) liever je broertje dan hem, wollah (ntv) ik wil je broertje er niet te diep in gooien maar ehh ik denk dat jouw broertje (ntv) gewoon echt goed doet. [117]
Op 29 november 2018 voeren [medeverdachte 7] en [medeverdachte 2] het volgende gesprek:
[medeverdachte 7] : He Hoes. Ze zijn zeer tevreden man.
[medeverdachte 2] : ja?
[medeverdachte 7] : Ja man
[medeverdachte 2] : .. ntv .. Mooi shit eh
[medeverdachte 7] : Makkelijk voor jou ook toch?
[medeverdachte 2] : Ik heb makkelijker verdiend maar ntv
[medeverdachte 7] : Deze ook zeker hé. Dat is makkelijker toch met die oudjes of niet. Je bent gewend aan die oudjes denk ik, daarom. Je weet die hele systeem van die oudjes.
[medeverdachte 2] : Ja. Nee, maar dat maakt niet uit maar waar eh, ik moet geel. Geel is helemaal op. Waar halen jullie die eh
[medeverdachte 7] : We haalden ‘m in Rotterdam man. Bij één of andere Hollander, hij bestelde ze gewoon. En hij kreeg eh, ik weet niet.
[medeverdachte 2] : Ik moet gele hebben.
[…]
[medeverdachte 7] : Vond jij ze niet mooi? Ik vond ze mooier als die van oudjes, die papier van oudjes
[medeverdachte 2] : Ja, ja ntv, het interesseert mij geen reet
[medeverdachte 7] : Als het maar verkoopt toch?
[medeverdachte 7] : Ik wil ze zo. Doe ze zo.
[medeverdachte 2] : Is goed? Is goed.
[medeverdachte 7] : Deze is honderdduizend procent akkoord. Weet je wat het is? Ik heb ook die spullen van die andere gezien,
[medeverdachte 2] : Maar wat is.
[medeverdachte 7] : Van die Den Haag ntv die van ons zijn mooier man.
[medeverdachte 2] : Maar hoe gaan we verder nu. Ik bedoel .. ntv .. klaar .. ntv ..
[medeverdachte 7] : IK stress hem nog één dingetje. Er moeten nog stickers voor de achterkant binnenkomen, maar als jij ze al hebt en je hebt ze al gesneden, dan plak ik een sticker op voor.
[medeverdachte 2] : Ja, maar moet er geen eh water of zo?
[medeverdachte 7] : Water is al geweest
[medeverdachte 2] : Ja dat zie je ook.
[medeverdachte 7] : Ja dat bedoel ik. Alles is er al op. Ik heb één ding precies wat jij doet alleen snijden, kan ik ze alvast krijgen, stickertje erop voor, wachten tot die achterkant, binnen, achterkant erop. Doek Doek Doek Doek. [118]
Op 3 december 2018 voert [medeverdachte 7] het volgende gesprek met een onbekend gebleven persoon:
NN2: Laat [verdachte] een paar meenemen dan.
[medeverdachte 7] : Ik maak mooie pakketten (ntv). Ik ga die oude en nieuwe mixen, zeg maar, je weet toch.
Met nieuwe en oude, mix alles door elkaar heen (ntv) je weet toch (ntv).
NN2: Anders doe je (ntv). Twaalf van zes euro vijftig.
NN3: Oeh, ben je gek man (ntv) voor die nieuwe
[medeverdachte 7] : Die nieuwe zit erbij, want die oude (ntv).
NN3: Oh voor ouwe (ntv).
Gedeelte van het gesprek niet te verstaan.
NN2: Voor wat was die € 1000,-?
[medeverdachte 7] : Welke € 1000,-?
NN2: Stickers?
[medeverdachte 7] : Oh ja man. Weer voor die oude. [119]
Op 10 december 2018 voert [medeverdachte 7] het volgende gesprek met een onbekend gebleven persoon:
Sessie 002327:
[medeverdachte 7] : Kijk wat wou ik doen, maar daar zit veel werk ik voor jou. Ik wou jou eigenlijk als eerst spullen geven om alles te stickeren. Maar [naam] zit zijn eigen shit te stickeren (ntv) iedereen gaat zijn eigen shit stickeren. Jij gaat eigenlijk alleen stickeren wat jij (ntv) maar daar zit een voordeel aan. Als jij de eerste keer alles stickert, jij bent de eerste die (ntv).
Sessie 002927:
[medeverdachte 7] : Maar nu oudjes stapels, oudje euh, nieuwe stapels, twee donnie stapels en jij schijft jouw naam, [account 1] (ntv) ieder account is natuurlijk anders (ntv) elk een keertje anders. En dan denken mensen van he, deze man heeft de spullen echt. Hij is geen flabber (fon.). Je weet toch? Alleen maar foto’s ga je kanker .. ntv ..
Gedeelte niet te verstaan.
[medeverdachte 7] : Maar ja, dan moet jij ze wel stickeren. En ik zeg je gewoon heel eerlijk, deze sticker is niet zoals oude bankoe. Wat lastiger. Maar kijk. Ik kan niet tegen jou zeggen, tuurlijk ga jij je draai vinden hierin, maar ik kan niet tegen jou zeggen, dit is de snelste manier om dat te doen, want ik heb maar een paar stickers. (ntv) Ik heb gewoon bij elkaar 30 stuks misschien. Dat is voor jou goed. Daarom ik wil jou spullen geven (ntv). [120]
Op 11 december 2018 voert [medeverdachte 7] het volgende gesprek met een onbekend gebleven persoon:
[medeverdachte 7] : Kijk luister. Je hebt verschillende stickers. Je hebt stickers voor bankoe en je hebt stickers voor twee donnie. Je hebt ook achterkant ook, stickers van bankoe en stickers van twee donnie. Maar, ze zitten op hetzelfde vel. Dus je hebt stickers van twee donnie onder, drie rijen, vier rijen en je hebt boven stickers van bankoe. Dus je moet goed oppassen dat je stickers van twee donnie niet op bankoe doet en andersom. [121]
Op 15 december 2018 voert [medeverdachte 7] het volgende gesprek met een onbekend gebleven persoon:
[medeverdachte 7] : Maar je geeft helemaal geen vellen weg, die Rahied (ntv) niemand vraagt je half geld bijvoorbeeld.
[…]
[medeverdachte 7] : Ik moet die man alles, broer, elke handeling die hij doet, moet ik hem uitleggen wat hij precies.. Bro zeg eerlijk, daarom houd ik van [medeverdachte 8] .
NN: (ntv) zeker man zeker.
[medeverdachte 7] : [medeverdachte 8] , als ik zeg bijvoorbeeld ga stickers bestellen in Amsterdam. Bro het lukt bijvoorbeeld niet (ntv) of die jongen is geblokkeerd, [naam] zegt gewoon (ntv) komt ie terug (ntv).
NN: Er is een reden voor.
[medeverdachte 7] : [medeverdachte 8] gaat een andere tjappie bellen, die gaat het regelen, snap je. Ik hoef het niet eens te weten. [122]
Op 13 januari 2019 voert [medeverdachte 7] de volgende gesprekken met onbekend gebleven personen:
(om 16:02 uur:)
[medeverdachte 7] : Moet je kijken. Alsjeblieft ik moet, ik ga even snel dingen halen, enveloppen enzo voor die [medeverdachte 8] (fon.).
NN: .. ntv ..
[medeverdachte 7] : .. ntv .. krijgt doekoe. Ik geef hem van die drie gewoon. [123]
(om 16:54 uur:)
NN: Twintig gram dan moet je twee postzegels doen.
[medeverdachte 7] : Ja, dat is geen probleem. Hoeveel (ntv) heb je nodig?
NN: ik heb alleen dit nog.
[medeverdachte 7] : Twee, vier, zes (ntv) achttien, twitig.
NN: gaat nooit lukken.
[medeverdachte 7] : Als ik (ntv) haal lukt wel toch?
NN: Ja, dan wel man. En hey en stuur [verdachte] naar Rotterdam. Ik heb die gast echt nodig. [124]
Om 19:33 uur:
[medeverdachte 7] : Hé hé, hebben jullie nu niks te doen?
NN: Hé, ik ben aan het stickeren!
[medeverdachte 7] : Jullie zijn gewoon bezig toch?
NN: Ja man
[medeverdachte 7] : Ok, ciao. [125]

4.Feitelijke vaststellingen onderzoek vanaf 30 januari 2019

4.1
Doorzoekingen
Op 30 januari 2019 en 19 februari 2019 worden de woningen van de verdachten, zoals zij naar voren waren gekomen in het onderzoek TULIPA, doorzocht.
4.2.1
Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 2]
In de woning van medeverdachte [medeverdachte 2] aan de [adres] wordt een in werking zijnde productielocatie van vals geld aangetroffen.
Op de printers die op de productielocatie werden aangetroffen en waarmee vals geld werd gedrukt waren acht originele biljetten van € 50,- geplakt. De serienummers van die biljetten vallen onder het indicatief EUA0050 C00111 [126] . Bovendien stonden op een van de laptops (Lenovo) die was aangesloten op de printers waarmee vals geld werd gedrukt [127] bestanden die namen hadden die overeenkomen met de laatste twee cijfers van de serienummers van de biljetten die op de printers waren geplakt. De bestanden bevatten watermerken en veiligheidsdraden van een 50 euro biljet. [128]
Op een andere laptop (HP) die als onderdeel van de printeropstelling op deze productielocatie werd aangetroffen stonden bestanden met verschillende bestandsnamen die overeenkomen met serienummers van bankbiljetten die vallen onder de indicatieven EUB0020 J00004b en EUB0050 J00004b. Deze bestanden bevatten afbeeldingen van 20 en 50 euro biljetten [129] .
Verder worden op de productielocatie bij [medeverdachte 2] aangetroffen: een factuur van Office Centre op naam van Koeriersbedrijf [medeverdachte 8] (toevoeging hof: betreffende) de heer [medeverdachte 8] voor 21 cartridges, cartridges (waaronder cartridges in een tas van Staples), postzegels (nationaal en internationaal), een telmachine, pakken papier (waaronder van het merk Staples), adresstickers, enveloppen, een papiersnijapparaat, labelwriters en een kartonnen doos met een adreslabel met als geadresseerde [naam] , [adres] . [130] Daarnaast worden 3612 valse bankbiljetten gevonden van € 20,- en € 50,-, vallend onder de indicatieven EUA0050 C00111, NLB0050 K00005 en NLB0020 K00011. Deze valse biljetten waren nog niet voorzien van hologrammen. [131] In totaal vertegenwoordigen de 3612 aangetroffen valse biljetten een waarde van € 152.940,-. [132]
4.2.2
Verklaring [medeverdachte 2]
is meermalen gehoord. Hij heeft bij de politie op 30 januari 2019 onder meer verklaard dat hij geen namen wil noemen, maar dat hij voor ‘de jongens’ vals geld drukte. Hij drukte het alleen, maar er is iemand die stickers plakt, ze hebben koeriers, bezorgers. Er moet gesneden worden. Hij maakte oude 50-jes, nieuwe 20-jes en nieuwe 50-jes. Voor de nieuwe 50-jes en 20-jes lieten ze papier en stickers uit China komen. Vóór China haalden ze hun papier onder andere bij de Office Center in [plaats 1] . [medeverdachte 2] heeft hier zelf grondstoffen zoals papier en inkt gehaald, maar ‘de jongens’ halen het daar ook. [medeverdachte 2] heeft daarvoor een pasje van de Office Center van ‘hun’ gekregen. Het pasje was van een vriend van ‘hun’, [medeverdachte 2] denkt dat dat van een koeriersbedrijf was. Voor zover hij weet is de enige productielocatie van deze jongens bij hem thuis. [133]
4.2.3
Bevindingen laptop productielocatie
Op de productielocatie worden twee laptops aangetroffen die waren aangesloten op de printers die werden gebruikt voor het vervaardigen van valse bankbiljetten. Dit betreft een laptop van het merk Lenovo en een laptop van het merk RTL/HP (beslagcode C.04.03.006). [134]
Op de Lenovo laptop stond een grote hoeveelheid bestanden met bestandsnamen bestaand uit cijfers en vervolgens ‘voor(kant)’ of ‘achter(kant)’ met als toevoeging .psd. Alle .psd bestanden hadden dezelfde inhoud, te weten een watermerk en een veiligheidsdraad van een 50 euro biljet. Van de 15 cijfercombinaties uit de namen van voornoemde bestanden op de laptop kwamen 14 overeen met de serienummers van het indicatief EUA0050 C00111. [135] Op de Lenovo laptop werd, in de historie van de gebruikte draadloze netwerken, onder andere aangetroffen een netwerk met de naam ‘ [verdachte] &Co’. De laptop bleek voor het eerst op 1 juni 2016 en voor het laatst op 24 januari 2017 gebruik te hebben gemaakt van voornoemd netwerk.
Op de RTL/HP laptop werd in de historie van de gebruikte draadloze netwerken onder andere vermeld een netwerk met de naam ‘ [verdachte] ’. De laptop bleek voor het eerst op 20 april 2017 en voor het laatst op 2 juli 2017 gebruik te hebben gemaakt van voornoemd netwerk. Op de RTL/HP laptop werd verder nog in de historie van gebruikte netwerken aangetroffen een netwerk met de naam ‘ [medeverdachte 7] ’. Het netwerk ‘ [verdachte] &Co’ bleek te herleiden tot de [adres] , in de buurt van het woonadres van verdachte [verdachte] . [136] In de telefoon die onder verdachte in beslag werd genomen werd dezelfde netwerknaam aangetroffen. [137] Verdachte heeft ter zitting van het hof erkend dat het netwerk ‘ [verdachte] & Co’ zijn netwerk betrof.
4.3.
Resultaten doorzoeking woning verdachte
In de woning waar [verdachte] verblijft worden in de slaapkamer van [persoon 3] , een broer van verdachte, in een jas drie nota’s van Staples aangetroffen van aankopen van onder andere cartridges en papier. De nota’s van Staples staan op naam van [verdachte] . [138]
Chinese nummers
Onder verdachte wordt op 30 januari 2019 een Iphone (goednummer B.05.01.001) in beslag genomen met een MAC-adres genaamd ‘ [verdachte] &Co’. [139] Hierop worden negen opgeslagen Chinese telefoonnummers aangetroffen. Na onderzoek kon worden vastgesteld dat vier van die telefoonnummers afgegeven zijn aan Chinese bedrijven die onder andere hologrammen, papier en inkt produceren. Met al deze nummers was op verschillende momenten in 2018 voor het laatst contact geweest. [140]
Nummers alle medeverdachten
Verder worden op de telefoon van verdachte onder zijn opgeslagen contacten de telefoonnummers van medeverdachten [medeverdachte 2] [141] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] aangetroffen. [142]
Uit telefoongegevens blijkt verder dat verdachte tijdens het onderzoek met alle medeverdachten, op [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] na, daadwerkelijk telefonisch contact had. [143]
PGP toestel
Ook wordt onder verdachte een PGP toestel in beslag genomen. Deze telefoon werd aangetroffen naast voornoemde Iphone van verdachte. De inhoud van dit PGP-toestel kon niet worden onderzocht. [144] Het is het hof ambtshalve bekend dat PGP-telefoons worden gebruikt om versleutelde berichten mee te versturen. Deze berichten kunnen niet onderschept worden.
Bericht van Chinees bedrijf en applicatie printen gebruikte labels
Daarnaast wordt tijdens de doorzoeking van de verblijfplaats van [verdachte] een Mercedes doorzocht waarvan uit onderzoek was gebleken dat verdachte daar gebruik van maakte. Daarbij wordt een telefoon (goednummer BV.02.001) in beslag genomen waarop een bericht d.d. 4 november 2018 is binnengekomen van een Chinees bedrijf dat onder andere hologrammen produceert dan wel levert. [145]
4.4
Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 7]
In de woning waar medeverdachte [medeverdachte 7] verblijft worden 3373 valse bankbiljetten van de indicatieven EUA0050 C00111, NLB0050 K00005 en NLB0020 K00011 aangetroffen. De aangetroffen biljetten waren nog niet voorzien van zogenaamde hologrammen. [146]
In totaal vertegenwoordigen de valse biljetten een waarde van € 128.620,-. [147] Ook werden twee dozen met cartridges aangetroffen. [148]
4.5
Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 6]
Op de slaapkamer van [medeverdachte 6] worden vier valse bankbiljetten aangetroffen, vallend onder de indicatieven EUA0050 C00111 en NLB0050 K00005. Eén biljet was voorzien van een hologram. [149] Onder zijn matras wordt een pakketje Ivory Colorpapier aangetroffen en andere papiersoorten. [150] Elk afzonderlijk A4 heeft een andere kleur/tint, variërend van wit naar geel of grijs. Chinese notities zaten erbij gevoegd. [151]
In een auto bij [medeverdachte 6] in gebruik en die tegenover diens woning geparkeerd stond, wordt een Jumbo tas gevonden met een prop papier die onder andere bleek te bestaan uit reststukken van Dymo adreslabels. [152] In een andere in de auto aangetroffen Jumbo tas zitten verschillende enveloppen en kaarten, een reststuk van Dymo Smallname Badge Labels, een gebruikt vel postzegels internationaal, een geopende envelop met een adreslabel waarop een adres in Berlijn staat. Van de bij het onderzoek in totaal 1700 kaarten die bij [medeverdachte 5] zijn aangetroffen (waarover hierna meer) waren er 145 kaarten die exact overeenkwamen met de kaarten die werden aangetroffen in de Jumbo tas in de auto van [medeverdachte 6] . [153]
4.6
Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 3]
Op de slaapkamer van [medeverdachte 3] worden in een jaszak vier stickervellen gevonden met hologramstickers voor op € 50,- biljetten waarvan twee volle stickervellen en twee deels gebruikte. [154] Ook worden vier valse biljetten van € 50,- aangetroffen, vallend onder het indicatief C111 (het hof begrijpt: EUA0050 C00111). [155]
Op het bed van [medeverdachte 3] wordt zijn telefoon aangetroffen. [156] Na onderzoek werden hierop meerdere WhatsAppgesprekken aangetroffen waaruit naar voren komt dat de gebruiker van de telefoon in valse biljetten van € 50,- (‘bankoes’) handelt. [157] Dit betreffen gesprekken gevoerd in 2018.
4.7
Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 5]
In de woning van [medeverdachte 5] worden vier valse biljetten van het indicatief NLB0050 K00005 aangetroffen. De biljetten waren voorzien van hologrammen. [158] In de schuur van de woning worden zeven dozen [159] met in totaal 1.716 ansichtkaarten betreffende 43 verschillende soorten met enveloppen aangetroffen. In de auto van de vader van [medeverdachte 5] worden 13 nieuwe ansichtkaarten aangetroffen en in de meterkast een tasje met 60 nieuwe ansichtkaarten. Op verschillende plekken in de woning worden in totaal 98 stickervellen met hologramstickers aangetroffen geschikt voor oude biljetten van € 50,- en voor nieuwe biljetten van € 50,- en € 20,-. De stickervellen waren deels aangebroken/leeg. [160]
Ook wordt een telefoon aangetroffen die na onderzoek in gebruik blijkt bij [medeverdachte 5] . Hierop worden gesprekken aangetroffen die betrekking hebben op de handel in vals geld. [161]
4.8
Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 4]
Bij [medeverdachte 4] zijn 10 valse biljetten van de indicatieven EUA0050 C00111 en NLB0050 K00005 aangetroffen. [162] Drie van de biljetten waren nog zonder hologram. [163] Ook wordt een stickervel aangetroffen met daarop nog twee hologramstickers die overeenkomen met de hologrammen op aangetroffen valse biljetten. [164]
Verder wordt nog aangetroffen een geopend pak papier van Staples waarin vijf vellen zaten die een watermerk bevatten dat sterk gelijkend was op een watermerk zoals op een biljet van 50 euro. [165]
Op de slaapkamer van [medeverdachte 4] wordt een Samsung telefoon aangetroffen. [166] Na onderzoek blijkt dat aan het toestel Telegramaccounts met de gebruikersnamen [account 3] , [account 4] en [account 5] en een Google-account en WhatsApp onder de naam [e-mailadres] gekoppeld hebben gezeten. Door de gebruiker van deze accounts worden meerdere gesprekken gevoerd die gaan over de verkoop van valse bankbiljetten. [167] In een aantal chats wordt als overdrachtslocatie van de bankbiljetten de locatie kapsalon [naam kapsalon] doorgegeven. [adres] , waar deze kapsalon aan ligt, ligt op een loopafstand van twee minuten van de woning van [medeverdachte 4] . [168]
In een schuur behorend bij de woning van [medeverdachte 4] wordt een plastic tas van Staples aangetroffen met daarin 36 gebruikte cartridges. [169]
4.9
Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 1]
In de woning van [medeverdachte 1] worden op zijn slaapkamer 29 valse biljetten van de indicatieven EUA0050 C00111, NLB0050 K00005 en NLB0020 K00011 aangetroffen. De biljetten waren voorzien van hologrammen. [170] Ook worden 118 vellen met daarop verschillende hologrammen en 15 lege/onvolledige vellen aangetroffen, allemaal gevonden in een witte doos met daarop “Staples dienst enveloppen A5 premium”. [171] De hologrammen die worden aangetroffen zijn voor ‘oude’ en ‘nieuwe’ biljetten van € 50,- en € 20,-. [172] Op zijn slaapkamer wordt verder nog een snijtafel aangetroffen. In de schuur bij zijn woning treft de politie verschillende big shopper tassen en dozen vol met ansichtkaarten, enveloppen en bubbelenveloppen, een printer, 10 A4 vellen met daarop een € 50,- biljet en een verpakking voor hologrammen. [173]
4.1
Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 8]
Op 19 februari 2019 worden in de woning waar [medeverdachte 8] met zijn vriendin verblijft in het plafond vier vellen hologrammen voor biljetten van € 20,- en € 50,- aangetroffen. Verder worden aangetroffen: Dymo labels, een boodschappentas gevuld met ansichtkaarten en 24 dozen gevuld met diverse ansichtkaarten. [174]

5.Verklaringen verdachte

Over de medeverdachten en zijn telefonische contacten met hen heeft verdachte verklaard, dat dit sociale contacten betrof en dat het familie ( [medeverdachte 3] , [medeverdachte 6] ) van hem is, dan wel vrienden van hem zijn. Over [medeverdachte 2] heeft verdachte verklaard dat hij hem niet kent. [175]
Verdachte heeft ter zitting van het hof op 9 maart 2022 verklaard, dat hij op verzoek van iemand, wiens naam hij niet wil noemen, bij wijze van vriendendienst aankopen heeft gedaan bij de Staples. Hij kreeg daar af en toe een vergoeding voor. De klantenpas op naam van Koeriersbedrijf [medeverdachte 8] heeft hij gekregen van diegene op wiens verzoek hij de spullen kocht. Hijzelf heeft ooit een eigen klantenpas aangevraagd, maar daar heeft hij nooit iets speciaals mee gedaan.
Verdachte heeft ten aanzien van het postpakket in [plaats 2] verklaard dat hij door een vriend, wiens naam hij niet wenst te noemen, werd gevraagd om achter het pakket aan te bellen. Verdachte wil geen redenen opgeven waarom hij de naam van de betreffende vriend niet wil noemen.
Over de nummers van de Chinese bedrijven die in zijn telefoon (B.05.01.001) zijn aangetroffen heeft verdachte verklaard dat hij in het verleden op meerdere telefoons van andere personen heeft ingelogd met zijn Icloud. Hij heeft dat gedaan omdat hij een IT-achtergrond heeft en daarom vaker andere mensen helpt op dat gebied. Als op een ander toestel waarop verdachte is ingelogd met zijn Icloud-gegevens, een telefoonnummer wordt opgeslagen, synchroniseert dat toestel automatisch met het toestel van verdachte en wordt het betreffende nummer ook opgeslagen op het toestel van verdachte. Dit moet de verklaring zijn voor het feit dat er negen Chinese nummers stonden opgeslagen op zijn telefoon, aldus verdachte.
Over de telefoon die in de Mercedes is aangetroffen (goednummer BV.02.001) heeft verdachte ter zitting van het hof verklaard dat hij weliswaar gebruik maakte van de Mercedes, maar dat de bewuste telefoon niet van hem is.
Ten aanzien van het netwerk [verdachte] &Co, dat werd aangetroffen in de historie van gebruikte netwerken door een van de laptops die op de productielocatie van het valse geld werd aangetroffen, heeft verdachte verklaard dat hij bij medeverdachte [medeverdachte 7] heeft nagevraagd hoe dat kon. [medeverdachte 7] heeft hem verteld dat het zijn, [medeverdachte 7] ’, laptop betrof. Verdachte heeft daarover verder verklaard dat [medeverdachte 7] een keer bij hem thuis is geweest met die laptop waarna verdachte hem heeft geholpen met een paar problemen op IT-gebied.

6.Beoordeling verklaringen verdachte

Het hof overweegt, dat verdachte zich in zijn verhoren bij de politie op zijn zwijgrecht heeft beroepen. Nadien heeft verdachte bij de rechter-commissaris en ter zitting bij de rechtbank en bij het hof summier verklaard. Zo heeft hij, als werd doorgevraagd op bepaalde belangrijke aspecten uit zijn verklaring, zoals voor wie hij geld heeft overgemaakt of aankopen heeft gedaan, telkens verklaard geen namen te willen noemen. Hierdoor zijn zijn verklaringen op deze punten niet controleerbaar of verifieerbaar. Dit doet afbreuk aan de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van zijn verklaringen als geheel.
De verklaringen van verdachte roepen inhoudelijk ook vragen op. Zo heeft verdachte verklaard zijn medeverdachte [medeverdachte 2] , in wiens huis de productielocatie is aangetroffen, niet te kennen, terwijl het telefoonnummer van [medeverdachte 2] in verdachtes telefoon is aangetroffen. Omtrent de aankopen die op de klantenpas op naam van verdachte bij Staples zijn gedaan en waarover verdachte ter zitting bij het hof verklaarde dat hij daarmee ‘niets speciaals’ heeft gedaan, overweegt het hof dat dit niet valt te rijmen met het feit dat in een periode van een kleine 11 maanden voor € 4.053,64 aan specifieke aankopen is gedaan.
Ten aanzien van de verklaring van verdachte omtrent de nummers van Chinese bedrijven, aangetroffen in zijn telefoon overweegt het hof het volgende. Uitgaande van de verklaring van verdachte op dit punt zou verdachte na ingelogd te hebben met zijn Icloud-gegevens op andermans telefoon, na het helpen van diegene vervolgens niet uitgelogd hebben. Dit zou betekenen dat verdachte al zijn gegevens vrij toegankelijk voor de ander moet hebben achtergelaten. Het hof acht dit, mede gelet op de IT-achtergrond van verdachte, niet geloofwaardig.
Over de verklaring van verdachte over de andere telefoon (goednummer BV.02.001), aangetroffen in de Mercedes waar verdachte in reed, merkt het hof op dat het de verklaring van verdachte dat deze telefoon niet van hem was, niet betrouwbaar acht, nu als useraccount het emailadres [e-mailadres] vanaf 4 november 2018 gekoppeld was. [176] Gelet hierop stelt het hof vast, dat de telefoon, in weerwil van wat verdachte hierover heeft verklaard, aan verdachte toebehoorde.
De verklaring van verdachte ten aanzien van zijn wifi netwerk dat in de historie werd aangetroffen van de Lenovo laptop die op de productielocatie deel uitmaakte van de printeropstelling, acht het hof niet geloofwaardig, nu uit het dossier blijkt dat de laptop gedurende een periode van ruim 7 maanden minimaal twee maal contact heeft gemaakt met het wifi netwerk van verdachte.
Gelet op het vorenstaande constateert het hof dat de hier aangehaalde verklaringen van verdachte niet verifieerbaar en controleerbaar zijn gebleken. Inhoudelijk bezien acht het hof die verklaringen van verdachte verder niet aannemelijk geworden. Het hof zal deze verklaringen van verdachte dan ook terzijde stellen.

7.Redengevende bevindingen hof

Het hof heeft gelet op met name de volgende omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien:
  • De bankbiljetten vallend onder de indicatieven EUA0050 C00111, EUB0020 J00004b en EUB0050 J00004b werden op de aangetroffen productielocatie aan de [adres] gedrukt door [medeverdachte 2] .
  • Op deze productielocatie werd essentiële hard- en software (Lenovo laptop met daarop bestanden) aangetroffen. Van de laptop kan worden vastgesteld dat deze gedurende een periode van ruim zeven maanden meermalen gebruik heeft gemaakt van het wifinetwerk van verdachte. De verklaring van verdachte hieromtrent – die erop neerkomt dat het een laptop van medeverdachte [medeverdachte 7] betrof en dat [medeverdachte 7] deze laptop een keer heeft meegenomen naar het huis van verdachte – heeft het hof als niet geloofwaardig beoordeeld. Bij afwezigheid van een betrouwbare verklaring van verdachte over de aanwezigheid van juist zijn gegevens op juist deze laptop, heeft het hof dit punt in de beoordeling van het bewijs van verdachte inzake diens betrokkenheid bij de productie van de bankbiljetten, mede bezien tegen de achtergrond van de overige bewijsmiddelen dienaangaande, ten nadele van verdachte meegewogen.
  • Uit baken- en zendmastgegevens blijkt dat (de telefoons van) [verdachte] (vanaf 17 november 2017), [medeverdachte 7] (vanaf 17 november 2017) [medeverdachte 6] (op 22 september 2018) en [medeverdachte 5] (op 6 en 7 november 2018), al dan niet tezamen, in de directe nabijheid worden getraceerd van de productielocatie op de [adres] . Dit betreft bovendien in het merendeel van de gevallen momenten dat geconstateerd wordt dat de auto van [medeverdachte 7] in de buurt van de productielocatie staat geparkeerd.
  • In de periode van 15 januari 2016 tot en met 3 december 2018 is door [verdachte] (vier keer), [medeverdachte 7] (zeven keer) [medeverdachte 6] (een keer) [medeverdachte 5] (vier keer) [medeverdachte 8] (vijf keer) en [medeverdachte 4] (twee keer) geld overgemaakt naar Chinese personen. Van de meeste van deze personen kan worden vastgesteld dat zij gekoppeld zijn aan Chinese bedrijven die zich bezig houden met de verkoop van papier en hologrammen, zijnde goederen die kunnen worden gebruikt ten behoeve van het vervaardigen van valse bankbiljetten.
  • Op klantenpassen op naam van [verdachte] , [medeverdachte 7] en Koeriersbedrijf [medeverdachte 8] wordt in de periode van 5 april 2016 tot en met 7 januari 2019 voor in totaal € 39.099,57 aan goederen zoals papier, cartridges, postzegels en adreslabels aangeschaft bij de Staples/New Office Center. Uit het dossier blijkt dat zowel [verdachte] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] aankopen doen. Vastgesteld kan worden dat zij daarbij vanaf november 2017 telkens gebruik maken van klantenpassen op naam van Koeriersbedrijf [medeverdachte 8] . In veel voorkomende gevallen kan van met name [medeverdachte 7] worden vastgesteld dat hij na het doen van aankopen een bezoek brengt aan de productielocatie op de [adres] .
  • Op verscheidene valse bankbiljetten met het indicatief EUA0050 C00111 die zowel in het binnenland als het buitenland zijn aangetroffen, zijn dactyloscopische sporen gevonden van [medeverdachte 7] (november 2015) en [medeverdachte 1] (in de periode van 28 november 2016 tot en met 29 januari 2019).
  • Uit verschillende onderscheppingen in het buitenland blijkt dat valse bankbiljetten vallend onder het indicatief EUA0050 C00111 onder andere via enveloppen met daarin wenskaarten/ansichtkaarten met daartussen de valse bankbiljetten naar het buitenland werd verzonden. Op 13 september 2018 wordt door [medeverdachte 7] en [medeverdachte 5] een partij wenskaarten van 15.000-18.750 stuks aangekocht.
  • Uit onderzoek van Europol en de Nederlandse politie blijkt dat valse bankbiljetten vallend onder het indicatief EUA0050 C00111 onder meer via het Darkweb en via Telegram accounts [account 1] en [account 2] worden aangeboden.
  • Via de aanbieder [account 1] komt een pseudokoop op 6 november 2018 tot stand. De verkoper blijkt [medeverdachte 4] te zijn.
  • Via de aanbieder [account 2] komt op 9 november 2018 een pseudokoop tot stand. De valse bankbiljetten die worden aangekocht blijken te vallen onder het indicatief EUA0050 C00111.
  • Op 21 november 2018 belt verdachte achter een uit China afkomstig pakket aan van 55 kilogram papier. Op 22 november 2018 wordt het pakket bezorgd. [verdachte] en [medeverdachte 7] zijn tijdens de bezorging in de directe omgeving van de afleverlocatie. Resten van dit pakket worden nadien aangetroffen op de productielocatie aan de [adres] .
  • Uit de OVC-gesprekken – in samenhang bezien met overige bewijsmiddelen – komt het volgende naar voren. [medeverdachte 7] spreekt over de productie, kwaliteit, kosten en verkoop van valse bankbiljetten. Met [verdachte] spreekt hij op 20 november 2018 over het postpakket uit China. [verdachte] spreekt over productie en kwaliteit van de valse bankbiljetten en levering van onderdelen/grondstoffen. [medeverdachte 7] spreekt uitgebreid met [medeverdachte 6] over de kwaliteit van de valse bankbiljetten en het optimaliseren van het productieproces. [medeverdachte 7] noemt hem ‘de kleurspecialist’. [medeverdachte 7] praat ook met [medeverdachte 2] over productie van de valse bankbiljetten, over de kleur en de kwaliteit. Verder spreken [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6] over de verdeling van de ‘markt’ tussen [medeverdachte 7] en [verdachte] (1/3), [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] (1/3) en een ‘Hollander’ (1/3). In de OVC gesprekken praten [medeverdachte 7] en [verdachte] verder over de ‘plaatjes’ van [medeverdachte 3] die [verdachte] heeft en die [medeverdachte 7] kan ophalen. Ook praat [medeverdachte 7] over het ‘stickeren’ door [medeverdachte 3] . [medeverdachte 7] en [verdachte] praten over [medeverdachte 8] / [medeverdachte 8] (het hof begrijpt: [medeverdachte 8]
  • Op een telefoon, toebehorend aan verdachte, worden negen opgeslagen Chinese nummers aangetroffen. Verdachtes verklaring hieromtrent heeft het hof hiervoor als niet geloofwaardig beoordeeld. Van vier van deze nummers kan worden vastgesteld dat deze zijn afgegeven aan Chinese bedrijven die onder andere hologrammen, papier en inkt produceren. Met al deze bedrijven is in 2018 daadwerkelijk telefonisch contact geweest.
  • Ook worden in een telefoon van verdachte onder de opgeslagen contacten de telefoonnummers van alle medeverdachten aangetroffen, inclusief die van [medeverdachte 2] , over wie verdachte heeft verklaard hem niet te kennen.
  • Op een andere telefoon van verdachte komt op 4 november 2018 een bericht binnen van een Chinees bedrijf dat hologrammen produceert.
  • Ook wordt onder verdachte een PGP toestel in beslag genomen. Het is het hof ambtshalve bekend dat met PGP telefoons worden gebruikt om versleutelde berichten mee te versturen.
  • Op telefoons waarvan kan worden vastgesteld dat zij in gebruik waren bij [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] worden gesprekken aangetroffen waaruit blijkt dat de gebruikers van de telefoons handelen in vals geld.
  • Tijdens doorzoekingen in de woningen van de verdachten worden verder de volgende relevante goederen aangetroffen:
  • Bij [verdachte] worden nota’s van Staples aangetroffen.
  • Bij [medeverdachte 7] wordt een groot aantal valse bankbiljetten van de indicatieven EUA0050 C00111, NLB0050 K00005 en NLB0020 K00011 aangetroffen. Ook bij [medeverdachte 6] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] worden valse bankbiljetten aangetroffen vallend onder een of meerdere van de betreffende indicatieven, al dan niet voorzien van een hologram. Deze valse biljetten zijn gedrukt op de productielocatie aan de [adres] .
  • Bij [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 8] worden losse hologrammen aangetroffen.
  • Bij [medeverdachte 7] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] worden goederen ten behoeve van het productieproces aangetroffen: respectievelijk cartridges, papier in verschillende wittinten, papier met watermerken erop gedrukt lijkend op watermerken op een € 50,- biljet en een snijtafel.
  • Bij [medeverdachte 6] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 8] worden goederen ten behoeve van de verkoop/distributie aangetroffen: enveloppen, bubbelenveloppen, (ansicht)kaarten, adreslabels en/of postzegels.

8.Overwegingen met betrekking tot feiten 4, 1, 3 en 2

8.1
Feit 4
Onder 4 wordt verdachte verweten dat hij heeft deelgenomen aan een criminele organisatie bestaande uit een samenwerkingsverband tussen hem en zijn medeverdachten, die tot doel had het plegen van misdrijven bestaande uit het vervaardigen en in omloop brengen van valse bankbiljetten.
Van deelneming aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr is sprake, indien verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt met, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van die organisatie.
Onder een organisatie zoals hiervoor bedoeld wordt verstaan een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur tussen verdachte en ten minste één andere persoon.
Uit de bewijsmiddelen blijkt van een samenwerkingsverband tussen verdachte, [medeverdachte 7] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 8] en [medeverdachte 1] . Deze personen vormden de kern van het samenwerkingsverband. Dit samenwerkingsverband had een zekere duurzaamheid en structuur.
Rolverdeling
[medeverdachte 2] heeft over ‘de organisatie’ verklaard dat hij de biljetten maakt en dat er iemand was die de stickers erop plakte. ‘Ze’ hebben koeriers en bezorgers. Er moest gesneden worden, gestickerd en bezorgd.
Vastgesteld kan worden dat [medeverdachte 7] de organisatie stuurde en coördineerde. Anders dan de rechtbank en de advocaat-generaal ziet het hof geen bewijs voor een sturende en coördinerende rol van verdachte in de organisatie. Wel blijkt dat verdachte gelet op zijn vastgestelde gepleegde feitelijke handelingen vanaf het begin betrokken is geweest bij de productie van het valse geld. Verdachte en [medeverdachte 7] kochten grondstoffen in Nederland en China, zoals papier en cartridges en hologrammen. Verdachte beschikte daartoe over de nodige contacten in China, zoals blijkt uit opgeslagen nummers van bedrijven die de grondstoffen produceerden/verkochten en telefonische contacten die verdachte onderhield met de betreffende Chinese bedrijven/personen. Ook [medeverdachte 6] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 8] en [medeverdachte 4] kochten grondstoffen ten behoeve van de productie van de valse bankbiljetten aan in China. Naast [medeverdachte 7] en verdachte kochten ook [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] grondstoffen in in Nederland. [medeverdachte 2] was degene die de valse bankbiljetten drukte in zijn woning aan de [adres] . [medeverdachte 7] en verdachte kwamen ook op de productielocatie en voorzagen deze van grondstoffen. Op de productielocatie is essentiële hard- en software aangetroffen waarvan kan worden vastgesteld dat de laptop heeft gedraaid op het wifinetwerk van verdachte. Ook [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] kwamen op de productielocatie aan de [adres] .
[medeverdachte 6] was als ‘kleurspecialist’ nauw betrokken bij de productie van het valse geld en bij het verbeteren van de kwaliteit van de biljetten. Hij kocht hiertoe verschillende kleuren papier in in China. Ook verkocht [medeverdachte 6] het valse geld, wat blijkt uit de bij hem aangetroffen goederen die ten behoeve van de verkoop werden gebruikt zoals enveloppen, kaarten, adreslabels en postzegels. [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] voorzagen de valse bankbiljetten van hologrammen, terwijl [medeverdachte 8] het stickeren van de valse bankbiljetten faciliteerde met hologrammen. [medeverdachte 3] verkocht de valse bankbiljetten, evenals [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] via het Darkweb, Telegram en/of rechtstreeks. [medeverdachte 8] hield zich, blijkens de onder hem aangetroffen grote aantallen wenskaarten, in elk geval bezig met verzending van valse bankbiljetten.
Op grond van deze gebleken rolverdeling in het productie- en distributieproces stelt het hof vast dat er sprake was van een georganiseerd crimineel samenwerkingsverband dat herhaald en overeenkomstig tevoren gemaakte plannen handelingen uitvoerde ten behoeve van het vervaardigen van en de handel in valse bankbiljetten. Er is daarmee sprake van een criminele organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr. Het oogmerk van de organisatie is onmiskenbaar het produceren en distribueren van vals geld geweest.
Verdachte behoorde tot het samenwerkingsverband. Hij heeft een aanzienlijk aandeel gehad in de verwezenlijking van het oogmerk – het vervaardigen en/of in omloop brengen van valse bankbiljetten - van het samenwerkingsverband door zijn vergaande betrokkenheid bij het productieproces, zoals hierna onder 8.2 verder uiteen wordt gezet.
Op grond van het hiervoor overwogene is het hof van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat sprake was van een crimineel samenwerkingsverband tussen verdachte, [medeverdachte 7] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 8] met als doel het vervaardigen en in omloop brengen van valse bankbiljetten.
8.2
Feit 1
Onder 1 is kort gezegd tenlastegelegd het medeplegen van het namaken van valse bankbiljetten.
Uit de bewijsmiddelen zoals het hof die hiervoor heeft uiteengezet komt genoegzaam naar voren dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het in georganiseerd verband vervaardigen van grote hoeveelheden valse bankbiljetten van € 20,- en € 50,-.
Zijn betrokkenheid daarbij blijkt uit de inkoop van grote hoeveelheden cartridges, papier en hologrammen (in zowel Nederland als China) om de productielocatie aan de [adres] te voorzien van grondstoffen. Eenmaal zijn verdachte en [medeverdachte 7] geobserveerd terwijl zij gezamenlijk inkopen van grondstoffen voor valse bankbiljetten deden bij de Staples. Verdachte is meermalen tezamen met [medeverdachte 7] op de productielocatie geweest. Hij voert gesprekken met [medeverdachte 7] die nadrukkelijk verband houden met de productie van vals geld. Uit de hiervoor ten aanzien van feit 4 vastgestelde rolverdeling omtrent de productie van de valse bankbiljetten blijkt dat ook andere (hiervoor bij naam genoemde) medeverdachten nauw betrokken waren bij het productieproces. Inkoop van grondstoffen en het voorzien van de productielocatie daarvan zijn een onmisbaar onderdeel van het vervaardigen van valse bankbiljetten.
Het hof ziet zich voor de vraag gesteld of deze feitelijke betrokkenheid van verdachte kan worden aangemerkt als medeplegen.
Het hof stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medepleger kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. Voor de bewezenverklaring van medeplegen is niet vereist dat het gewicht van de bijdrage van de verdachte gelijkwaardig is aan dat van zijn mededader(s).
Het hof komt tot een bewezenverklaring van dit feit.
Het hof stelt vast dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en in ieder geval zijn medeverdachten [medeverdachte 7] en [medeverdachte 2] . De uit de bewijsmiddelen sprekende bijdrage van verdachte bij de productie van de valse bankbiljetten is daarbij van voldoende gewicht geweest om van medeplegen te kunnen spreken.
8.3
Feit 3
Onder 3 is kort gezegd ten laste gelegd het medeplegen van het zich verschaffen of voorhanden hebben van voorwerpen zoals papier en inktcardridges, die bestemd zijn tot het namaken van bankbiljetten
Gelet op het hiervoor overwogene met betrekking tot feit 1 komt het hof eveneens tot een bewezenverklaring van het onder 3 tenlastegelegde.
8.4
Feit 2: vrijspraak
Onder 2 is tenlastegelegd het medeplegen van het zich verschaffen, in voorraad hebben, vervoeren, invoeren, doorvoeren en/of uitvoeren van valse bankbiljetten met het oogmerk om ze als echt en onvervalst uit te (doen) geven zoals strafbaar gesteld in artikel 209 Sr.
De rechtbank heeft verdachte veroordeeld ter zake van het medeplegen van het zich verschaffen, in voorraad hebben, vervoeren, doorvoeren en uitvoeren van valse bankbiljetten.
De advocaat generaal komt met uitzondering van het bestanddeel ‘doorvoeren’ eveneens tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde.
Anders dan de rechtbank en de advocaat-generaal komt het hof tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor het onder 2 tenlastegelegde.
Het hof ziet onvoldoende aanwijzingen van betrokkenheid van verdachte bij de pseudokoop op 9 november 2018. Verder zijn er geen valse bankbiljetten bij verdachte aangetroffen. Er zijn aanwijzingen voor betrokkenheid van verdachte bij het in omloop brengen/uitvoeren van de valse bankbiljetten zoals het aantreffen van de applicatie op de telefoon van verdachte om adreslabels te maken en het OVC gesprek van 27 november 2018 tussen [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6] omtrent de verdeling van de markt. Het hof acht deze aanwijzingen echter onvoldoende als basis om een individualiseerbare rol van verdachte bij het onder 2 tenlastegelegde te bepalen.
Verdachte zal daarom van het onder 2 tenlastegelegde worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring feiten 1, 3 en 4
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 3 en 4 heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij op meerdere momenten in de periode van 15 januari 2016 tot en met 30 januari 2019 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk bankbiljetten van 20 Euro en 50 Euro heeft nagemaakt, telkens met het oogmerk om die bankbiljetten als echt en onvervalst te doen uitgeven;
3.
hij op meerdere momenten in de periode van 15 januari 2016 tot en met 30 januari 2019 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een (grote) hoeveelheid (ivoorwit A4) papier en (inkt)cartridges telkens heeft ontvangen en zich heeft verschaft en voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat deze bestemd waren tot het namaken of vervalsen van bankbiljetten;
4.
hij in de periode van 15 januari 2016 tot en met 30 januari 2019 te [plaats 1] , heeft deelgenomen aan een organisatie,
bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten [medeverdachte 1] en H. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] ,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, bestaande uit het vervaardigen en in omloop brengen van valse bankbiljetten.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van bankbiljetten namaken, met het oogmerk om die bankbiljetten als echt en onvervalst te doen uitgeven, meermalen gepleegd;
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van het voorhanden hebben van voorwerpen, wetende dat zij bestemd zijn tot het namaken van bankbiljetten, meermalen gepleegd;
Het onder 4 bewezenverklaarde levert op:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft verdachte ter zake van de feiten 1, 2, 3 en 4 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte ter zake van diezelfde strafbare feiten wordt veroordeeld tot eenzelfde straf als die de rechtbank heeft opgelegd.
De verdediging heeft het hof verzocht om in geval van een bewezenverklaring de advocaat-generaal niet te volgen in zijn strafeis, alleen al gelet op de nadelige gevolgen van de inwerkingtreding van de Wet Straffen en Beschermen.
Overwegingen hof
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich jarenlang schuldig gemaakt aan het deelnemen aan een criminele organisatie die tot oogmerk had het op professionele wijze vervaardigen en in omloop brengen van valse bankbiljetten van € 20,- en € 50,-. Deze organisatie had een productielocatie opgezet waar op grote schaal valse bankbiljetten werden vervaardigd. Ten behoeve van de productie van deze biljetten werden door de deelnemers van de criminele organisatie op grote schaal cartridges en papier aangekocht bij een grote kantoorartikelengroothandel en werden onder meer hologramstickers en speciaal daartoe geschikt papier besteld in China. Nadat de biljetten waren gedrukt, werden ze op andere locaties voorzien van hologramstickers en vervolgens zowel rechtstreeks als via meerdere accounts op Telegram en op het Darkweb verkocht in binnen- en buitenland.
Het namaken en in omloop brengen van vals geld in georganiseerd verband is uit maatschappelijk oogpunt volstrekt onaanvaardbaar. Het vertrouwen dat mensen hebben en moeten kunnen hebben in de echtheid en waarde van bankbiljetten is een essentieel uitgangspunt voor het goed functioneren van het handelsverkeer en een gezonde economie. Door het op deze schaal namaken van biljetten wordt dit principe ondermijnd. Daarnaast hebben verdachte en zijn medeverdachten ook talloze onbekend gebleven individuen financieel en (mogelijk) anderszins benadeeld.
Verdachte heeft daar geen enkele boodschap aan gehad en heeft enkel gehandeld uit financieel gewin.
Het hof komt op grond van de beschikbare bewijsmiddelen tot een andere waardering van de rol van verdachte dan de rechtbank en de advocaat-generaal. Niet alleen spreekt het hof verdachte vrij van het onder 2 tenlastegelegde, maar ook ziet het hof onvoldoende aanwijzingen om te komen tot de vaststelling dat verdachte een coördinerende en sturende rol had binnen de organisatie. Dit laat onverlet dat verdachte vanaf het prille begin betrokken is geweest bij de criminele organisatie en daarin een aanzienlijke rol heeft gehad.
Het hof heeft bij de straftoemeting ten nadele van verdachte in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 31 januari 2022 – eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van soortgelijke strafbare feiten. Het hof heeft verder acht geslagen op de inhoud van meerdere reclasseringsrapporten.
Gelet op voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, komt het hof tot het oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden in het geval van verdachte passend en noodzakelijk is. Het hof zal deze straf aan verdachte opleggen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 47, 57, 63, 140, 208 en 214 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte onder 2 is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 3 en 4 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. H.J. Deuring, voorzitter,
mr. G.A. Versteeg en mr. M.B. de Wit, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M. Zevenhuizen, griffier,
en op 10 mei 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 27 juni 2019 met als laatste aanvulling op 24 februari 2020, genummerd PL0900-2017289121 (procesdossier) en 201806211507.10476 (financieel dossier), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, Dienst Regionale Recherche, doorgenummerd 1 tot en met 3556 (procesdossier) en 1 tot en met 2158 (financieel dossier), tenzij anders vermeld. Tenzij anders vermeld zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Procesdossier p. 12
3.Procesdossier p. 13
4.Procesdossier p. 13
5.Procesdossier, p. 14
6.Een (aanvullend) proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 januari 2022 (proces-verbaalnummer 1021) (bevindt zich ‘los’ in het hofdossier, in het mapje aanvullende inhoudelijke stukken, opgemaakt in de fase van hoger beroep)
7.Procesdossier, p. 85
8.Procesdossier, p. 85
9.Een (aanvullend) proces-verbaal van bevindingen met bijlagen d.d. 11 januari 2022 (proces-verbaalnummer 1021) (bevindt zich ‘los’ in het hofdossier, in het mapje aanvullende stukken, opgemaakt in de fase van hoger beroep), zie bijlage 3, p. 5
10.Een (aanvullend) proces-verbaal van bevindingen met bijlagen d.d. 11 januari 2022 (proces-verbaalnummer 1021) (bevindt zich ‘los’ in het hofdossier, in het mapje aanvullende stukken, opgemaakt in de fase van hoger beroep), zie bijlage 2, p. 5
11.Procesdossier, p. 3320
12.HvJ EU 2 maart 2021, ECLI:EU:C:2021:152
13.HvJ EU 6 oktober 2020, ECLI:EU:C:2020:791
15.Financieel dossier p. 126
16.Financieel dossier, p. 2121
17.Financieel dossier p. 126
18.Financieel dossier p. 2147
19.Financieel dossier p. 8 en 126
20.Financieel dossier p. 2147
21.Financieel dossier p. 8 en 126
22.Financieel dossier p. 8 en 126
23.Financieel dossier p. 126
24.Financieel dossier p. 126
25.Financieel dossier p. 126
26.Procesdossier p. 1885
27.Procesdossier p. 1884 en financieel dossier p. 126
28.Financieel dossier p. 9
29.Financieel dossier p. 9 en 126
30.Financieel dossier p. 7
31.Financieel dossier p. 9 en 126
32.Financieel dossier p. 9
33.Financieel dossier p. 9 en 126
34.Financieel dossier p. 7
35.Financieel dossier p. 9
36.Financieel dossier p. 7
37.Financieel dossier p. 7
38.Procesdossier p. 225-227
39.Procesdossier proces-verbaal van relaas p. 15
40.Procesdossier p. 224
41.Procesdossier p. 225-227
42.Procesdossier p. 101-103
43.Procesdossier p. 106
44.Procesdossier p. 199
45.Procesdossier p. 197-198
46.Procesdossier p. 203
47.Procesdossier p. 201
48.Procesdossier p. 127-128
49.Procesdossier p. 130
50.Procesdossier p. 139
51.Procesdossier p. 151 en 152
52.Procesdossier p. 141 en 143
53.Procesdossier p. 163
54.Procesdossier p. 2880
55.Procesdossier p. 176-178
56.Procesdossier p. 214
57.Procesdossier p. 424
58.Procesdossier p. 2880
59.Procesdossier p. 184 en 1178
60.Procesdossier p. 1178
61.Procesdossier p. 192 en 196
62.Procesdossier p. 220
63.Procesdossier p. 424
64.Procesdossier p. 222
65.Procesdossier p. 424
66.Procesdossier p. 2880
67.Procesdossier p. 2885
68.Procesdossier p. 204 en 206
69.Procesdossier p. 2880
70.Procesdossier p. 208 en 210
71.Procesdossier p. 211 en 1178
72.Financieel dossier, p. 1872-1874 en procesdossier p. 129
73.Procesdossier p. 102
74.Procesdossier p. 106
75.Procesdossier p. 119
76.Procesdossier p. 2879 en 2880
77.Procesdossier p. 2879-2886
78.Procesdossier p. 256
79.Een (aanvullend) proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 januari 2022 (proces-verbaalnummer 1021) (bevindt zich ‘los’ in het hofdossier, in het mapje aanvullende inhoudelijke stukken, opgemaakt in de fase van hoger beroep)
80.Procesdossier p. 488-489
81.Procesdossier p. 2875-2877, p. 1232, p. 1231, p. 3255
82.Procesdossier p. 1231, p. 2876 en 2877 en p. 3109
83.Procesdossier p. 443-444, p. 440-441, 458
84.Procesdossier p. 1229
85.Procesdossier p. 906-907
86.Procesdossier p. 2137
87.Procesdossier p. 909
88.Procesdossier inhoudsopgave p. 4
89.Procesdossier p. 909 en 910
90.Procesdossier p. 239
91.Procesdossier p. 243, 244 en 245
92.Verklaring verdachte ter zitting van het hof d.d. 9 maart 2022
93.Procesdossier p. 256
94.Verklaring verdachte ter zitting van het hof d.d. 9 maart 2022
95.Procesdossier p. 245
96.Procesdossier p. 256
97.Procesdossier p. 255
98.Procesdossier p. 256
99.Procesdossier p. 256
100.Procesdossier p. 256
101.Procesdossier p. 521
102.Procesdossier p. 529
103.Procesdossier p. 530
104.Procesdossier p. 531
105.Procesdossier p. 532
106.Procesdossier p. 533
107.Procesdossier p. 534
108.Procesdossier p. 537
109.Procesdossier p. 538
110.Procesdossier p. 539
111.Procesdossier p. 540
112.Procesdossier p. 541
113.Procesdossier p. 543
114.Procesdossier p. 545
115.Procesdossier p. 546
116.Procesdossier p. 548
117.Procesdossier p. 549
118.Procesdossier p. 2890
119.Procesdossier p. 551
120.Procesdossier p. 552-553
121.Procesdossier p. 554
122.Procesdossier p. 555-556
123.Procesdossier p. 557
124.Procesdossier p. 558
125.Procesdossier p. 559
126.Procesdossier p. 865
127.Procesdossier p. 862
128.Procesdossier p. 865, 863 en 864
129.Procesdossier p. 877 en 878
130.Procesdossier p. 795-817
131.Procesdossier p. 621
132.Procesdossier p. 625
133.Procesdossier p. 2321-2328
134.Procesdossier p. 362 en 780
135.Procesdossier p. 862 en verder
136.Procesdossier p. 363
137.Procesdossier p. 366
138.Procesdossier p. 341-343
139.Procesdossier p. 364 en 366
140.Procesdossier p. 410-414
141.Procesdossier p. 2980
142.Procesdossier p. 363-366
143.Procesdossier p. 324
144.Procesdossier p. 2980
145.Procesdossier p. 2981-2985
146.Procesdossier p. 621
147.Procesdossier p. 623
148.Procesdossier p. 606
149.Procesdossier p. 621
150.Procesdossier p. 1181
151.Procesdossier p. 1225
152.Procesdossier p. 1205
153.Procesdossier p. 1208
154.Procesdossier p. 1122
155.Procesdossier p. 866
156.Procesdossier p. 1142
157.Procesdossier p. 1144-1145, 1145-1146, 1146, 1146
158.Procesdossier p. 621
159.Procesdossier p. 1882
160.Procesdossier p. 1883-1884
161.Procesdossier p. 2942, 2943, 2944, 2948, 2950
162.Procesdossier p. 621
163.Procesdossier p. 999
164.Procesdossier p. 989
165.Procesdossier p. 988
166.Procesdossier p. 3480
167.Procesdossier p. 2989
168.Procesdossier p. 2989
169.Procesdossier p. 989
170.Procesdossier p. 621
171.Procesdossier p. 1709
172.Procesdossier p. 621
173.Procesdossier p. 1710
174.Procesdossier p. 2009-2010
175.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, afgelegd als verdachte in zijn eigen strafzaak bij de rechter-commissaris d.d. 13 januari 2020
176.Procesdossier p. 2982
177.Procesdossier p. 2790