Uitspraak
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het hoger beroep
2.Waar gaat deze zaak over?
5 april 2005 is [appellante] daarna toegelaten tot de wettelijke schuldsanering natuurlijke personen. Die is op 23 mei 2008 geëindigd, onder de vaststelling dat [appellante] haar uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen was nagekomen.
3.Het oordeel van het hof
rechtswege is beëindigd als de slotuitdelingslijst verbindend is geworden. Dat dat inmiddels is gebeurd, bestrijdt hij.
aangevoerd). De vordering van [geïntimeerde] zal alsnog worden afgewezen. Beide partijen zullen ieder hun eigen proceskosten moeten dragen, zowel de bij de kantonrechter gemaakte kosten als de kosten van het hoger beroep.
25 mei 2021 voor zover [appellante] daarin in conventie is veroordeeld tot betaling aan [geïntimeerde] van € 11.158,25, te vermeerderen met wettelijke rente;
18 januari 2022.