Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had de beschikking van de kinderrechter van 11 november 2021 aangevochten, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] was verlengd tot 14 mei 2022. De moeder verzocht het hof om de beschikking te vernietigen en het verzoek van de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming Overijssel (hierna: de GI), tot verlenging van de machtiging af te wijzen, dan wel om een deskundigenonderzoek toe te wijzen.
Het hof heeft in zijn overwegingen de zorgen over de ontwikkeling van [de minderjarige] en de instabiele thuissituatie bij de moeder belicht. De moeder en de vader zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor [de minderjarige], die sinds 2015 bij de moeder woonde tot zijn uithuisplaatsing in 2020. De moeder heeft in de afgelopen jaren te maken gehad met verschillende problemen, waaronder stress- en emotieregulatieproblemen, die de opvoeding van [de minderjarige] negatief beïnvloeden. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder niet in staat is om [de minderjarige] een veilig en stabiel opvoedingsklimaat te bieden.
De moeder heeft ter zitting aangegeven dat zij in staat is om voor [de minderjarige] te zorgen, maar het hof heeft geconcludeerd dat de zorgen over de thuissituatie en de ontwikkeling van [de minderjarige] nog steeds aanwezig zijn. Het hof heeft de bestreden beschikking van de kinderrechter bekrachtigd, omdat de uithuisplaatsing noodzakelijk blijft voor de verzorging en opvoeding van [de minderjarige]. Het verzoek van de moeder om een deskundigenonderzoek is afgewezen, omdat de uitkomsten daarvan niet meer tijdig kunnen bijdragen aan een beslissing over de uithuisplaatsing voor de gestelde termijn.
De beslissing van het hof is genomen in het belang van [de minderjarige], waarbij de continuïteit en veiligheid van zijn opvoeding voorop staan.