Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002837-21
Uitspraak d.d.: 4 mei 2022
TEGENSPRAAK
Tussenarrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, van 4 juni 2021 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 08-952348-19 en 08-910042-20, tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994,
thans verblijvende in [huis van bewaring] te [plaats] .
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 7 april 2022 en 21 april 2022.
Het hof heeft kennisgenomen van de schriftelijke onderzoekswensen van de verdediging en de (nadere) onderbouwing daarvan, zoals door mr. M. Schwab ter terechtzitting naar voren is gebracht. Voorts heeft het hof kennisgenomen van het standpunt van de advocaat-generaal.
Onderzoekswensen van de verdediging
Uitluisteren verhoren [getuige 1] , [getuige 2] , [getuige 3] en [getuige 4]
De verdediging heeft verzocht de bandopnames van de verhoren van [getuige 1] , [getuige 2] , [getuige 3] en [getuige 4] beschikbaar te stellen op een digitale gegevensdrager, teneinde deze verhoren in eigen tijd en/of in samenspraak met de verdachte uit te kunnen luisteren. Daartoe is aangevoerd dat voornoemde getuigen belastend hebben verklaard voor de verdachte en deze verklaringen door de rechtbank zijn gebezigd voor het bewijs. In dat licht dient de verdediging in de gelegenheid te worden gesteld om de betrouwbaarheid van voornoemde getuigen(verklaringen) te toetsen, alsmede te toetsen of er sturend is verhoord door de verbalisanten.
De advocaat-generaal heeft zich verzet tegen verstrekking van de opnames op een digitale gegevensdrager. In eerste aanleg is reeds gebleken dat het overzetten van de opnames van de verhoren op een digitale gegevensdrager technisch ondoenlijk en voor de politie redelijkerwijs niet uitvoerbaar is.
De advocaat-generaal heeft aangegeven dat de verdediging de opnames op het politiebureau kan komen uitluisteren en/of bekijken. De advocaat-generaal heeft in dat verband toegezegd te zullen onderzoeken of deze mogelijkheid kan worden geboden in een politiebureau in de buurt van het kantooradres van de raadsvrouw.
Het hof is – mede gelet op hetgeen door de verdediging ter onderbouwing van het verzoek is aangevoerd – van oordeel dat het verstrekken van de opnames niet redelijkerwijs van belang kan zijn voor enige door het hof in de strafzaak te nemen beslissing. Om die reden wijst het hof het verzoek af.
Een en ander laat echter onverlet dat het de verdediging vrijstaat om ten behoeve van de door haar genoemde toetsing van de betrouwbaarheid van de verklaringen van de getuigen de opnames op het politiebureau, indien mogelijk in de buurt van het kantoor van de raadsvrouw uit te luisteren en/of te bekijken zoals is voorgesteld door de advocaat-generaal.
Verstrekken uitgewerkte vonnissen inzake [onderzoek 1]
De verdediging heeft verzocht de uitgewerkte vonnissen inzake het onderzoek [onderzoek 1] te verstrekken en te voegen in onderhavig dossier. Aangevoerd is dat de verdediging wil kunnen nagaan hoe de rechtbank in die zaak heeft geoordeeld over de betrouwbaarheid van het tactisch bewijs en over de straf en op welke wijze die oordelen zijn gemotiveerd.
De advocaat-generaal heeft aangegeven dat het openbaar ministerie geen bezwaar heeft tegen het verstrekken van de gevraagde vonnissen.
Gelet op het standpunt van de advocaat-generaal behoeft het hof op dit verzoek geen beslissing te nemen. In de zaken tegen de medeverdachten is ook verzocht om verstrekking van de vonnissen in de onderzoeken [onderzoek 2] en [onderzoek 3] . In die zaken heeft de advocaat-generaal toegezegd ook die vonnissen te zullen verstrekken aan de verdediging. Het hof gaat er gezien de samenhang tussen de zaken van uit dat ook aan verdachte de vonnissen in de onderzoeken [onderzoek 2] en [onderzoek 3] worden verstrekt.
Aansluiting bij het verzoek in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 1] betreffende het opnieuw horen van de reeds gehoorde getuigen [getuige 1] en [getuige 4]
De verdediging heeft zich aangesloten bij de in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 1] gedane verzoeken tot het horen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 4] . Daartoe is aangevoerd dat de verdediging thans geen zelfstandige vragen heeft voor voornoemde getuigen, maar de aanwezigheid bij de verhoren van deze getuigen wel van belang wordt geacht, voor het geval dat deze getuigen verklaringen afleggen inzake het onderzoek [onderzoek 4] en over de eventuele betrokkenheid van verdachte daarbij.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat indien en voor zover het hof het verzoek tot het horen van voornoemde getuigen in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 1] toewijst, het openbaar ministerie er geen bezwaar tegen heeft dat de raadsvrouw aansluit bij deze verhoren.
Het hof heeft in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 1] het verzoek tot het horen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 4] afgewezen. Derhalve behoeft dit verzoek geen nadere bespreking.
Ambtshalve voeging aanvullend proces-verbaal inzake contacten [verbalisant]
Het hof heeft in de zaken van de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] een verzoek van de verdediging (deels) toegewezen en de stukken in handen gesteld van de advocaat-generaal teneinde een aanvullend proces-verbaal op te laten stellen omtrent de inhoud en frequentie van het e-mail- en appverkeer tussen de diensttelefoon van de (inmiddels overleden) verbalisant [verbalisant] en de getuigen [getuige 5] en [getuige 1] . Het hof bepaalt ambtshalve dat dit proces-verbaal ook zal worden gevoegd in het dossier van verdachte.