In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden voor het voorhanden hebben van een vuurwapen en bijbehorende munitie. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en is tot een andere kwalificatie en strafoplegging gekomen. De verdachte had op 7 april 2020 een pistool van het merk Pietro en bijbehorende munitie voorhanden gehad, wat in strijd is met de Wet wapens en munitie. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet eerder in Nederland voor strafbare feiten was veroordeeld, maar wel in Duitsland voor een andere zaak. De verdachte heeft verklaard dat hij het vuurwapen had gevonden en in paniek had meegenomen. Het hof heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden, met aftrek van voorarrest. De beslissing is genomen met inachtneming van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan.