ECLI:NL:GHARL:2022:3047
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- R. Prakke-Nieuwenhuizen
- M.L. van der Bel
- M.H.H.A. Moes
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding inzake ontruiming van de woning en rechtsmacht van de Nederlandse rechter
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door de vrouw tegen een vonnis van de voorzieningenrechter te Midden-Nederland van 15 oktober 2021. De vrouw, die sinds 25 september 2021 in de gemeente 's-Gravenhage is ingeschreven, heeft in eerste aanleg een vordering van de man betwist, die haar verzocht om de woning te verlaten. De voorzieningenrechter heeft de vrouw veroordeeld om de woning te verlaten en heeft de man gemachtigd om de sterke arm van de politie in te schakelen indien nodig. De vrouw heeft in hoger beroep twee grieven ingediend en vordert onder andere dat het convenant van 12 juli 2018 buiten toepassing wordt verklaard.
Het hof heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft, aangezien de vrouw in Nederland woont. Het hof heeft ook overwogen dat de vrouw in de procedure bij de voorzieningenrechter geen vordering in reconventie heeft ingesteld, waardoor zij in hoger beroep geen nieuwe vordering kan instellen. De vrouw heeft geen voldoende rechtens te respecteren belang bij haar hoger beroep, aangezien zij de woning inmiddels heeft verlaten en er geen aanwijzingen zijn dat de man niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Het hof heeft daarom het hoger beroep verworpen en het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd, waarbij de kosten tussen partijen zijn gecompenseerd.