Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
thans verblijvende te [verblijfplaats] ,
Stichting Jeugdbescherming Overijssel,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
updatedoor de GI, ingekomen op 14 maart 2022.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de spoedmachtiging en de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [verzoekster]. De moeder en vader van [verzoekster] zijn gezamenlijk belast met het gezag. De kinderrechter had eerder een spoedmachtiging verleend voor uithuisplaatsing van [verzoekster] in een gesloten accommodatie, maar het hof oordeelt dat niet is aangetoond dat de mondelinge behandeling niet kon worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor de jeugdige. Het hof stelt vast dat de GI onvoldoende heeft onderbouwd dat er sprake was van een noodsituatie die een spoedmachtiging rechtvaardigde. Bovendien had de gedragswetenschapper [verzoekster] kunnen en moeten onderzoeken, wat niet is gebeurd. Hierdoor zijn de beschikkingen van de kinderrechter van 27 december 2021 en 5 januari 2022 vernietigd. Het hof wijst de verzoeken van de GI tot het verlenen van een spoedmachtiging en een machtiging tot gesloten jeugdhulp af. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.