Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
Stichting Jeugdbescherming Gelderland,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de zorg- en opvoedingstaken van twee minderjarige kinderen na de echtscheiding van hun ouders. De moeder, verzoekster in het principaal hoger beroep, heeft grieven ingediend tegen de beschikking van de rechtbank Gelderland van 15 juli 2021, waarin de zorgregeling voor de kinderen was vastgesteld. De vader, verweerder in het principaal hoger beroep, heeft incidenteel hoger beroep ingesteld en verzocht om wijziging van de zorgregeling.
Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden, waaronder de verhuizing van de vader naar [woonplaats2]. De rechter heeft in overweging genomen dat het in het belang van de kinderen is om regelmatig contact met beide ouders te hebben. De moeder heeft verzocht om de omgangsregeling op woensdag te laten vervallen, maar het hof heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige [de minderjarige2] is om om de week op woensdag bij de vader te verblijven. De vader heeft verzocht om de voorwaarden van de omgangsregeling te wijzigen, wat het hof heeft toegewezen.
De beslissing van het hof houdt in dat de zorg- en opvoedingstaken tussen de ouders worden verdeeld, waarbij [de minderjarige2] doordeweeks bij de vader verblijft, om de week op woensdag uit school tot en met de voetbaltraining. De GI (Stichting Jeugdbescherming Gelderland) krijgt de regie over een eventuele uitbreiding van de contactmomenten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen.