ECLI:NL:GHARL:2022:2968
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging vonnis en terugwijzing naar rechtbank na niet-ontvankelijk verklaring Openbaar Ministerie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. Het vonnis van de politierechter, dat op 13 januari 2021 werd uitgesproken, verklaarde het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de strafvervolging van de verdachte. De politierechter oordeelde dat er sprake was van een ernstige schending van de beginselen van een goede procesorde, omdat de officier van justitie niet op de hoogte was van de behandeling van de strafzaken en daardoor niet in staat was om de zaak adequaat voor te bereiden.
Het hof heeft het hoger beroep behandeld op 30 maart 2022 en heeft de gang van zaken in eerste aanleg beoordeeld. Het hof kwam tot de conclusie dat de gang van zaken in de rechtbank een ongelukkige samenloop van omstandigheden was, maar geen ernstige schending van de beginselen van een goede procesorde opleverde. Het hof oordeelde dat de politierechter ten onrechte het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk had verklaard.
Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank Noord-Nederland, zodat deze opnieuw recht kan doen met inachtneming van het arrest van het hof. De beslissing van het hof benadrukt dat niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie slechts in zeer uitzonderlijke gevallen aan de orde is.