3.6Bij de bestreden beschikking heeft de rechtbank:
1. de echtscheiding tussen partijen uitgesproken;
2. als wijze van verdeling van de aan partijen tezamen toebehorende echtelijke woning aan het [adres] te [woonplaats1] gelast dat deze woning geheel op naam van de man wordt gesteld zonder vergoedingsverplichting van de man aan de vrouw en de vrouw veroordeeld tot medewerking hieraan op eerste verzoek van de man;
3. partijen veroordeeld over te gaan tot uitvoering van deze verdeling ten overstaan van een notaris;
4. notaris mr. [naam2] , tot notaris benoemd, voor wie de werkzaamheden van die verdeling zullen plaatshebben op een door die notaris te bepalen tijdstip en plaats. Dit tenzij partijen binnen veertien dagen nadat de echtscheiding is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand een andere notaris kiezen;
5. bepaald dat de kosten die de benoemde of gekozen notaris voor deze werkzaamheden maakt, ten laste van de man komen;
6. mr. [naam3] , tot onzijdig persoon benoemd om diegene te vertegenwoordigen die weigert aan de verdeling mee te werken;
7. bepaald dat partijen vanaf 1 september 2020 ieder naar rato van het gebruik van de
voormalige echtelijke woning de lasten van deze woning dragen, met uitzondering van de eigenaarslasten:
8. bepaald dat de eigenaarslasten van de echtelijke woning, zowel voor als na 1 september 2020, voor rekening van de man komen en uitsluitend door hem worden gedragen;
9. bepaald dat de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] bij de vrouw zal zijn;
10. de door de man te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [de minderjarige] met ingang van 5 maart 2020 bepaald op € 87,- per maand, onder de voorwaarde dat de man alsnog (nadere) inkomensgegevens /objectiveerbare stukken zal overleggen, zoals de meest recente bankafschriften waarop de uitkering aan de man is voldaan en informatie van de Belgische instantie over de hoogte en duur van de uitkering:
11. bepaald dat de vrouw, als zij op het ogenblik van de inschrijving van deze beschikking in de registers van de burgerlijke stand de voormalige echtelijke woning bewoont, jegens de man bevoegd is de bewoning en het gebruik van de bij die woning en tot de inboedel daarvan behorende zaken gedurende maximaal zes maanden nadien voort te zetten;
12. het meer of anders verzochte afgewezen.