ECLI:NL:GHARL:2022:2927

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
7 april 2022
Publicatiedatum
15 april 2022
Zaaknummer
P21/0365
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de maatregel terbeschikkingstelling met twee jaar en afwijzing van verzoeken tot onderzoek naar voorwaardelijke beëindiging

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 april 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1981, die verblijft in het Forensisch Psychiatrisch Centrum. Het hof heeft het beroep van de terbeschikkinggestelde tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 14 oktober 2021, die de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengde, behandeld. De terbeschikkinggestelde had verzocht om onderzoek naar de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, het horen van onafhankelijke gedragsdeskundigen en een onderzoek in het Pieter Baan Centrum. Het hof heeft deze verzoeken afgewezen, omdat de noodzaak daarvan niet is gebleken. Het hof oordeelde dat de terbeschikkinggestelde recent is overgeplaatst naar een nieuwe kliniek en dat de resocialisatie zich nog in een vroeg stadium bevindt. De deskundigen gaven aan dat de behandeling langer zal duren dan één jaar en dat er nog geen sprake is van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, omdat de veiligheid van anderen dat vereist. De terbeschikkinggestelde heeft een complexe achtergrond met verschillende stoornissen en een hoog recidivegevaar, wat de noodzaak van de verlenging onderstreept.

Uitspraak

TBS P21/0365
Beslissing d.d. 7 april 2022
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1981,
verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum
(hierna: FPC)[forensisch psychiatrisch centrum 1] te [plaats] .
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats
’s-Hertogenbosch, van 14 oktober 2021, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling
(hierna: de maatregel)met een termijn van twee jaar en – impliciet – afwijzing van het primaire verzoek tot onderzoek naar de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege en onderzoek naar een zorgmachtiging en afwijzing van het subsidiaire verzoek tot nader onderzoek in het Pieter Baan Centrum
(hierna: PBC)of een andere kliniek.
Het hof heeft gelet op de stukken waarop de rechtbank haar beslissing heeft gebaseerd en daarnaast onder meer op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 19 oktober 2021
- een brief van de raadsvrouw van 4 februari 2022 met het verzoek tot het horen van deskundigen;
- de reactie van het hof van 23 maart 2022 op het verzoek van de raadsvrouw;
- de aanvullende informatie van FPC [forensisch psychiatrisch centrum 1] van 10 maart 2022.
Het hof heeft ter zitting van 24 maart 2022 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S. Marjanovic, advocate te 's-Gravenhage, en de advocaat-generaal mr. R. Segerink. Daarnaast is als deskundige ter zitting gehoord [behandelcoördinator] , behandelcoördinator bij FPC [forensisch psychiatrisch centrum 1] .

Overwegingen:

Het standpunt van de deskundige [behandelcoördinator]
De terbeschikkinggestelde is op 21 december 2021 overgeplaatst naar [forensisch psychiatrisch centrum 1] en begonnen op de afdeling [afdeling 1] . Hij kreeg op de afdeling [afdeling 1] niet de juiste bejegening. Sinds vier weken verblijft hij op de afdeling [afdeling 2] . Dit betreft een sociaal therapeutische afdeling. Hier is het gemakkelijker om contact met hem te krijgen. Er wordt geprobeerd om meer in te steken op eigen verantwoordelijkheid en meer regie door de terbeschikkinggestelde. Dit lijkt beter op hem aan te sluiten. De terbeschikkinggestelde doorloopt het reguliere traject. De hoop is dat de terbeschikkinggestelde zich kan committeren aan het traject, zodat het traject wel sneller kan worden doorlopen. In oktober 2022 zal worden bekeken of het aanvragen van begeleid verlof aan de orde is en mogelijk zelfs eerder. Door de kliniek wordt niet herkend dat de impasse zoals die bij FPC [forensisch psychiatrisch centrum 2] bestond is overgenomen. De kliniek ziet mogelijkheden voor resocialisatie. Het is geen reële optie om te verwachten dat de verpleging van overheidswege over een jaar voorwaardelijk kan worden beëindigd. Om de resocialisatie zorgvuldig te laten plaatsvinden is in ieder geval een termijn van twee jaar nodig. Wel zal de resocialisatie door de kliniek voortvarend worden opgepakt. De kliniek heeft een duidelijke koers richting [resocialisatie-afdeling] in [plaats] . Bekend is welke stappen daarvoor gezet dienen te worden. De haalbaarheid van het traject dat de kliniek voor ogen heeft, maar ook de voortvarendheid hiervan, hangt af van de vraag in hoeverre de terbeschikkinggestelde zich aan dit traject kan committeren. De dynamiek die is ontstaan in de FPC [forensisch psychiatrisch centrum 2] wordt thans niet gesignaleerd. Het is belangrijk om in gesprek te blijven met elkaar, om een dynamiek zoals die bestond in de FPC [forensisch psychiatrisch centrum 2] , te voorkomen. Wat betreft de diagnostiek heeft de kliniek uitgebreid dossieronderzoek gedaan. De kliniek heeft de eerder gestelde diagnose van ADHD verworpen, mede gelet op de overlapping van verwaarlozing of hechting en de bij de terbeschikkinggestelde vastgestelde persoonlijkheidsproblematiek. De medicatie is in de huidige kliniek als gevolg hiervan stopgezet, mede gelet op het feit dat aan het medicatiegebruik grote risico’s kleven.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
Dit betreft een complexe zaak met veel tegenstellingen. De terbeschikkinggestelde verbleef eerst vier jaar in FPC [forensisch psychiatrisch centrum 2] waar zich een enorme impasse heeft ontwikkeld. Zijn verblijf in FPC [forensisch psychiatrisch centrum 2] is schadelijk geweest. In de behandeling is gedurende vier jaar niets bereikt. Er wordt geen behandelresponsiviteit gezien, de risicofactoren zijn niet in kaart gebracht en worden niet bewerkt, het doel is onduidelijk, er is geen begin gemaakt met verlof en zelfs worden er vanuit de kliniek vraagtekens gezet bij de diagnostiek, zonder dat daar iets aan gedaan wordt. Er is geen koers en geen enkel perspectief. De intelligentie en opstelling van de terbeschikkinggestelde kunnen niet verklaren dat een dergelijk grote impasse bestaat. In het verlengingsadvies en met name uit de rapporten van de onafhankelijke gedragsdeskundigen komt wel een onderliggend probleem aan het licht. Uit de rapporten van de onafhankelijke gedragsdeskundigen komt onder meer naar voren dat er een duidelijke tweedeling is rondom de terbeschikkinggestelde vanaf het begin, die niet kan worden doorbroken en die extreem is. Het is de taak van de kliniek om hiermee om te kunnen gaan en het op te lossen. Dit is in FPC [forensisch psychiatrisch centrum 2] niet gebeurd. Dit zorgt voor een onveilige situatie, waar de terbeschikkinggestelde niet uit kan komen en die door die splitsing onvoldoende aandacht krijgt. Er is sprake van een verstoorde behandelrelatie en onvoldoende voortgang in de behandeling en de koersbepaling. Beide onafhankelijke gedragsdeskundigen pleiten voor een snelle start met resocialisatie en concluderen dat de huidige setting een averechts effect heeft op het risicoprofiel van de terbeschikkinggestelde. Geadviseerd wordt om de maatregel te verlengen voor de duur van één jaar. Psychiater [psychiater 1] geeft aan dat een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege tot de mogelijkheden behoort.
Inmiddels is de terbeschikkinggestelde overgeplaatst naar een nieuwe kliniek. Uit de aanvullende informatie van de huidige kliniek komt naar voren dat zich nu al dezelfde problemen als in FPC [forensisch psychiatrisch centrum 2] voordoen. FPC [forensisch psychiatrisch centrum 1] past dezelfde insteek toe als FPC [forensisch psychiatrisch centrum 2] . De aanwijzingen en adviezen van de onafhankelijke gedragsdeskundigen lijken helemaal niet te worden meegenomen. Daarnaast is het de vraag of men toekomt aan verlof. De behandeling van de terbeschikkinggestelde bevindt zich daardoor nog steeds in een impasse. De onafhankelijke gedragsdeskundigen hebben geschetst dat dit een zaak is waarin het denkbaar is dat de weg der geleidelijkheid niet haalbaar en niet werkbaar is. De voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege is dan ook een laatste mogelijkheid om de behandeling ten positieve te keren. Het recidivegevaar kan voldoende worden beperkt door het stellen van voorwaarden. Er is sprake van een uitzonderlijke casus en gewaakt dient te worden dat de impasse nog langer zal voortduren. De raadsvrouw heeft derhalve primair verzocht om de maatregel van terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van één jaar en de zaak daarnaast wat betreft de last tot verpleging aan te houden om een maatregelenrapport op te laten maken. Subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht om de maatregel van terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van één jaar en daarnaast te bepalen dat de zaak wat betreft de last tot verpleging dient te worden aangehouden om de onafhankelijke gedragsdeskundigen [psychiater 1] en [psychiater 2] als deskundigen ter zitting te horen. Meer subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht om de maatregel van terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van één jaar en opdracht te geven dat de terbeschikkinggestelde (nogmaals) zal worden onderzocht in het Pieter Baan Centrum
(hierna: PBC). Uiterst subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht om de maatregel te verlengen voor de duur van één jaar en te overwegen dat de kliniek voortvarend met de resocialisatie dient om te gaan, waarbij bijvoorbeeld eerder een start wordt gemaakt met het aanvragen van verlof.
Het standpunt van het openbaar ministerie
Beide onafhankelijke gedragsdeskundigen die in 2021 hebben gerapporteerd geven aan dat de behandeling langer zal duren dan één jaar. Niet is te verwachten dat over één jaar al sprake zal zijn van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Het advies van de onafhankelijke gedragsdeskundigen om de maatregel te verlengen voor de duur van één jaar was ingegeven door de behandelimpasse in de vorige kliniek. Inmiddels is de situatie gewijzigd. De terbeschikkinggestelde is eind december 2021 overgeplaatst naar FPC [forensisch psychiatrisch centrum 1] . In het begin verliep dit stroef maar recentelijk is de terbeschikkinggestelde binnen de kliniek overgeplaatst naar een andere afdeling. Hier lijkt de terbeschikkinggestelde beter op zijn plek te zijn. Er ontstaat een positief beeld en de kliniek heeft het traject geschetst. De komende periode richt de kliniek zich op het opbouwen van het contact met de terbeschikkinggestelde en zullen therapieën worden vervolgd. Bij een goed verloop van het traject zal in oktober 2022 een machtiging tot begeleid verlof worden aangevraagd en mogelijk eerder. Het doel is om de terbeschikkinggestelde via [resocialisatie-afdeling] uit te laten stromen. De standaard stappen zoals die gezet worden bij de maatregel met verpleging tot overheidswege zullen moeten worden gezet, maar bij een goede samenwerking tussen de kliniek en de terbeschikkinggestelde kan dit wellicht in een hoger tempo. Er is nog steeds sprake van een stoornis bij de terbeschikkinggestelde en het recidivegevaar wordt ingeschat als hoog. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank. Daarnaast heeft de advocaat-generaal aangegeven dat het niet realistisch is om de zaak aan te houden voor het laten onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Het oordeel van het hof
Afwijzing verzoeken
Het hof acht zich op basis van de voorhanden zijnde informatie voldoende voorgelicht om te kunnen oordelen op het door de terbeschikkinggestelde ingestelde beroep. Het primaire verzoek om de reclassering te laten rapporteren over de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, het subsidiaire verzoek om de onafhankelijke gedragsdeskundigen [psychiater 1] en [psychiater 2] als deskundigen ter zitting te horen alsmede het meer subsidiaire verzoek om de terbeschikkinggestelde te laten onderzoeken in het PBC, worden allen afgewezen, nu de noodzaak daarvan niet is gebleken. Ten aanzien van het primaire verzoek overweegt het hof aanvullend dat de terbeschikkinggestelde recent, te weten op 21 december 2021, is overgeplaatst naar de huidige kliniek en pas zeer recent is geplaatst op een voor hem passende behandelafdeling. De terbeschikkinggestelde praktiseert nog geen verloven. Gezien de fase waarin de resocialisatie zich bevindt acht het hof een onderzoek naar voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege thans prematuur.
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen omdat het tot een andere overweging komt over de duur van de verlenging.
Indexdelicten
Bij arrest van 30 mei 2017 heeft het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch aan de terbeschikkinggestelde de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd voor medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden en medeplegen van verkrachting, meermalen gepleegd. Dit zijn misdrijven die gericht zijn tegen en/of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen.
Stoornis en recidivegevaar
Volgens FPC [forensisch psychiatrisch centrum 2] is er bij de terbeschikkinggestelde sprake van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis, stoornis in alcoholgebruik, matig, een stoornis in het gebruik van cocaïne, matig/ernstig en een aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis: overwegend onoplettend beeld. FPC [forensisch psychiatrisch centrum 1] stelt dat er bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met kenmerken van psychopathie. Volgens psycholoog [psychiater 2] die in 2021 heeft gerapporteerd is er bij de terbeschikkinggestelde sprake van een andere gespecificeerde aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis en een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische en borderline trekken en volgens psychiater [psychiater 1] is er sprake van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis, een aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit, gemengde type en een stoornis in het gebruik van cocaïne, in remissie in een gereguleerde setting.
Volgens de laatste beschrijving van het recidiverisico wordt dat risico bij beëindiging van de maatregel ingeschat als hoog.
Verlenging
Naar het oordeel van het hof eist de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel. Dat de maatregel dient te worden verlengd, staat ook niet ter discussie.
Termijn van de verlenging.
Vervolgens is de vraag is aan de orde met welke termijn de maatregel dient te worden verlengd. De terbeschikkinggestelde pleit voor één jaar. Het openbaar minister acht een verlenging met twee jaren aangewezen.
Het hof heeft als uitgangspunt dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar, de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren.
Uit het verlengingsadvies van FPC [forensisch psychiatrisch centrum 2] komt – kort samengevat – onder meer naar voren dat voor de terbeschikkinggestelde zowel een hoog beveiligingsniveau, als ook een hoge verblijfsintensiteit op het niveau van een FPC is geïndiceerd. Zonder een stevig dwangkader zal de terbeschikkinggestelde vanuit zijn stoornis opgelegde voorwaarden schenden en ondermijnen. De ernstige persoonlijkheidsstoornis en de psychopathie zorgen ervoor dat de terbeschikkinggestelde met zijn neiging tot een dwingende en intimiderende opstelling de behandeling laat stagneren. Hij toont zich wisselend in behandeltrouw en -responsiviteit. Hij verblijft momenteel op een afdeling waar vanuit een (tijdelijk) verlaagde behandeldruk de mogelijkheden voor een vervolgbehandeling worden onderzocht. De behandeling is nu gericht op het motiveren van de terbeschikkinggestelde om zijn behandeling op een daartoe passende reguliere behandelafdeling voor patiënten met een persoonlijkheidsstoornis binnen de kliniek te herstarten.
Op 21 december 2021 is de terbeschikkinggestelde overgeplaatst naar FPC [forensisch psychiatrisch centrum 1] . Uit het advies van FPC [forensisch psychiatrisch centrum 1] van 10 maart 2022 komt – kort samengevat – onder meer naar voren dat dat de terbeschikkinggestelde eerst geplaatst is op de afdeling [afdeling 1] . Hier wordt onder meer waargenomen dat de terbeschikkinggestelde zich regelmatig dwingend opstelt, provocerend en denigrerend is in het contact richting staf en dat hij zijn negatieve houding op de groep uit. De terbeschikkinggestelde is externaliserend in gesprekken en legt vaak alle verantwoordelijkheid buiten zichzelf. Er is weinig reflectie mogelijk op zijn eigen gedrag. Hij heeft behoefte aan volledige autonomie en regie en heeft moeite met zich te schikken naar de kliniekregels. De terbeschikkinggestelde doet geregeld (verkapt) dreigende uitspraken. De behandeling wordt vervolgens ingezet op agressie- en impulsproblematiek, verkennen van de seksualiteitsbeleving en behandeling gericht op middelengebruik. Voor de lange termijn wordt gekeken naar wat er nodig is om verlof aan te vragen en zal nagedacht worden wat een mogelijke vervolgvoorziening zal zijn. Op
23 februari 2022 wordt de AD(H)D-medicatie gestopt na verder dossieronderzoek. Op
24 februari 2022 wordt de terbeschikkinggestelde doorgeplaatst naar afdeling [afdeling 2] , een behandelafdeling met een sociaal therapeutisch milieu. Hij lijkt beter te reageren op de sociaal therapeutische bejegening. De terbeschikkinggestelde wordt gemotiveerd om het door de kliniek voorgestelde traject te proberen. Op 4 april 2022 staat zijn eerste behandelplanbespreking gepland waar verdere concrete behandeldoelen worden opgesteld. In het komende half jaar richt het behandelteam zich met de terbeschikkinggestelde op het opbouwen van contact en samenwerking met het behandelteam van afdeling [afdeling 2] . Ook wordt ingezet op het vervolgen van de schematherapie, vaktherapie en behandeling gericht op seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij goed verloop het komende half jaar (goede samenwerking en werken aan risicofactoren) vraagt de kliniek begeleid verlof aan. Het traject van de terbeschikkinggestelde richt zich op uitstroom via [resocialisatie-afdeling] . Het verloop van het traject zal uitwijzen of dit haalbaar is. De kliniek verwacht dat er voor verantwoorde resocialisatie binnen de huidige maatregel nog zeker twee jaar nodig is.
Het hof acht het aannemelijk dat de overgang naar een ander kader dan de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar.
Het hof ziet in dit geval – gelet op de huidige stand van zaken in de behandeling en het feit dat er nog geen sprake is van een verlofkader – geen aanleiding om van zijn eerder genoemde uitgangspunt af te wijken. De kliniek verricht voldoende inspanningen en werkt voortvarend. De terbeschikkinggestelde verblijft inmiddels op een passende behandelafdeling en er is een duidelijke koers bepaald. Het hof is daarom, net als de rechtbank en de advocaat-generaal, van oordeel dat de terbeschikkingstelling dient te worden verlengd met een termijn van twee jaren.

Beslissing

Het hof:
Wijst af hetverzoek tot het onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Wijst af hetverzoek tot het horen ter zitting van de onafhankelijke gedragsdeskundigen [psychiater 1] en [psychiater 2] .
Wijst af hetverzoek tot het laten onderzoeken van de terbeschikkinggestelde in het PBC worden.
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 14 oktober 2021 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde].
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
twee jaar.
Aldus gedaan door
mr. M.J. Vos als voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. O.O. van der Lee als raadsheren,
en dr. W.J. Canton en drs. A. Vissers als raden,
in tegenwoordigheid van mr. K. van Laarhoven als griffier,
en op 7 april 2022 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.