In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 april 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1945. De rechtbank Overijssel had eerder op 16 december 2021 de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd. De terbeschikkinggestelde verzocht om beëindiging van de maatregel, maar het hof oordeelde dat de kans op herhaling van strafbare feiten te hoog is en dat continuering van de maatregel noodzakelijk is. Het hof heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde een langdurige verblijfplek nodig heeft waar zorg kan worden geboden die aansluit bij zijn problematiek, en waar risicofactoren onder controle gehouden kunnen worden. Het hof heeft de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en heeft de argumenten van zowel de terbeschikkinggestelde als het openbaar ministerie in overweging genomen. Het hof concludeert dat er geen eenduidige oplossing is voor de huidige situatie en dat de terbeschikkingstelling met twee jaar moet worden verlengd. De beslissing van de rechtbank is vernietigd, en het hof heeft de maatregel met twee jaar verlengd.