ECLI:NL:GHARL:2022:2925

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
7 april 2022
Publicatiedatum
15 april 2022
Zaaknummer
P21/0379
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 19 oktober 2021, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaar had verlengd. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1963, verblijft in een Forensisch Psychiatrisch Centrum en heeft een geschiedenis van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis en een waanstoornis. Het hof heeft de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman, en heeft de relevante stukken en rapportages in overweging genomen. De terbeschikkinggestelde heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt in zijn behandeling, waarbij hij zich coöperatief opstelt en zijn verantwoordelijkheden neemt. Het hof concludeert dat, hoewel er nog steeds sprake is van recidivegevaar, de terbeschikkingstelling kan worden verlengd, maar met een kortere termijn van één jaar in plaats van de door het openbaar ministerie gevraagde twee jaar. Dit biedt de mogelijkheid om de voortgang van de terbeschikkinggestelde op een kortere termijn te toetsen. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, met de opmerking dat deze verlenging niet betekent dat de terbeschikkingstelling na dit jaar voorwaardelijk zal worden beëindigd.

Uitspraak

TBS P21/0379
Beslissing d.d. 7 april 2022
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1963,
verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum
(hierna: FPC)[forensisch psychiatrisch centrum] te [plaats] .
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 19 oktober 2021, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken waarop de rechtbank haar beslissing heeft gebaseerd en daarnaast onder meer op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 1 november 2021
- de aanvullende informatie van de FPC [forensisch psychiatrisch centrum] van 17 februari 2022, met als bijlage de wettelijke aantekeningen van 6 juli 2021 tot 16 februari 2022.
Het hof heeft ter zitting van 24 maart 2022 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. R.D.A. van Boom, advocaat te Utrecht, en de advocaat-generaal
mr. R. Segerink.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde werkt mee. Zijn traject verloopt goed op allerlei verschillende vlakken. De terbeschikkinggestelde heeft zijn verbazing uitgesproken over het feit dat het rapport van het [psychiatrische observatiekliniek] onvoldoende wordt belicht. Onbesproken is het feit dat het [psychiatrische observatiekliniek] tot het advies kwam om de terbeschikkinggestelde de maatregel met voorwaarden op te leggen. Het recidiverisico werd op de korte termijn als laag ingeschat, maar op de lange termijn zou het recidiverisico misschien hoog kunnen zijn, omdat men niet wist of er wederom een opkropping plaats zou kunnen vinden. Men heeft het zekere voor het onzekere gekozen. Het systeem stond echter niet klaar voor de terbeschikkinggestelde toen hem de maatregel was opgelegd. Er was niets geregeld. Hierin heeft het systeem gefaald. Het heeft achttien maanden geduurd voordat er een belangrijke stap kon worden gezet. De medicatie is afgebouwd. Vanaf dat moment is de zon gaan schijnen. Het gaat goed met de terbeschikkinggestelde. De emoties zijn gekoeld, maar hij heeft ook emoties getoond. Daarnaast neemt de terbeschikkinggestelde zijn verantwoordelijkheden en heeft hij een aantal opleidingen achter de rug. De terbeschikkinggestelde stelt zich positief op. De kliniek functioneert echter niet zoals het zou moeten, ondanks haar goede bedoelingen. De kliniek moet worden geprikkeld om meer voortvarend te werk te gaan. Er dient een eerder toetsmoment te komen om de druk op de ketel te houden. De raadsman heeft verzocht de maatregel te verlengen voor de duur van één jaar.
Het standpunt van het openbaar ministerie
Uit de stukken komt een positief beeld naar voren. De terbeschikkinggestelde stelt zich begeleidbaar op, er is sprake van een stabiel gedragsbeeld, de terbeschikkinggestelde gebruikt geen medicatie meer en er is geen sprake van incidenten. Momenteel wordt gesproken over onbegeleid werk- en boodschappenverlof. Ook met betrekking tot de therapieën is sprake van een stijgende lijn. Er is dus sprake van een goede voortgang in het traject. Deze progressie dient ook te beklijven. Om elke fase goed te doorlopen en om de progressie vast te houden, is nog in ieder geval een termijn van twee jaren nodig. Bij een verlengingsduur van één jaar zal nog geen sprake zijn van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Er is geen reden om te veronderstellen dat de kliniek niet voortvarend te werk gaat en dat er een vinger aan de pols gehouden dient te worden. Er is nog altijd sprake van een stoornis en van een recidivegevaar. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen omdat het tot een andere beslissing komt over de duur van de verlenging.
Indexdelicten
Bij arrest van 18 juli 2019 heeft het gerechtshof Den Haag aan de terbeschikkinggestelde de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd voor poging tot moord. Dit is een misdrijf die gericht is tegen en/of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen.
Stoornis en recidivegevaar
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis en een waanstoornis. Volgens de laatste beschrijving van het recidiverisico wordt dat risico bij een beëindiging van de maatregel ingeschat als hoog.
Verlenging
Naar het oordeel van het hof eist het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
Termijn van de verlenging.
Vervolgens is de vraag is aan de orde met welke termijn de maatregel dient te worden verlengd. De terbeschikkinggestelde pleit voor één jaar. Het openbaar minister acht een verlenging met twee jaren aangewezen.
Het hof heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. Het hof ziet in dit geval aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken.
De terbeschikkinggestelde is op 18 oktober 2019 opgenomen binnen de huidige kliniek. Uit de rapportages van de kliniek komt naar voren dat de terbeschikkinggestelde zich vanaf het begin van zijn behandeling begeleidbaar opstelt en zich bereidwillig toont om mee te werken aan de verschillende behandelmodules. De terbeschikkinggestelde laat een stabiel gedragsbeeld zien. De terbeschikkinggestelde ontwikkelt zich goed en blijft zich goed ontwikkelen in de behandeling. Zijn constructieve inzet is daarbij evident. De terbeschikkinggestelde bereidt zijn verloven op een degelijke wijze voor en zijn verloven verlopen goed. Het behandelteam is voornemens onbegeleid werk- en boodschappenverlof aan te vragen. Ook in therapieën stelt de terbeschikkinggestelde zich coöperatief op en de werkrelatie is groeiende. In de psycho- en vaktherapie probeert de terbeschikkinggestelde gevoelens van boosheid en tekortkomingen doorleeft te ervaren. De terbeschikkinggestelde is zich steeds meer bewust van zijn eigen denken, voelen en handelen en hij kan daar ook op reflecteren. Hierin zit een stijgende lijn. Mogelijk hangt dit samen met het stoppen van het antidepressivum dat hij voorheen slikte. Stilstaan bij zijn emoties is een belangrijk thema in de behandeling. De terbeschikkinggestelde neemt zijn verantwoording binnen de groepstherapie. De lange termijn prognose is een regulier verloftraject richting zelfstandig wonen.
Het hof stelt op basis van alle beschikbare rapporten over de terbeschikkinggestelde vast dat het gelet op het bij de terbeschikkinggestelde behorende risicoprofiel en de bij de terbeschikkinggestelde vastgestelde diagnostiek, de lange periode die vooraf is gegaan aan het indexdelict die onder situatieve omstandigheden is gepleegd en het feit dat de terbeschikkinggestelde first offender is, het, in het kader van het risicomanagement, de vraag is of een lange klinische fase noodzakelijk is. De kliniek heeft een regulier verloftraject voor ogen. Gelet op bovengenoemde omstandigheden dient er evenwel voor gewaakt te worden dat de terbeschikkinggestelde onnodig lang klinisch wordt behandeld. Het hof is van oordeel dat kritisch bekeken zal moeten worden of deze terbeschikkinggestelde gelet op zijn problematiek en het verloop van de behandeling en het feit dat het om een first offender gaat, de klinische fase versneld kan doorlopen. Daarbij merkt het hof wel uitdrukkelijk op dat dit niet betekent dat ook het daarop volgende resocialisatietraject snel kan worden doorlopen. Dit zal op zorgvuldige wijze dienen plaats te vinden. De terbeschikkinggestelde zal, na de klinische fase, langdurig moeten worden gemonitord waarbij hij onder meer op sociaal maatschappelijke wijze ingebed moet worden, hierop (langdurig) toezicht moet worden gehouden en waarbij bijvoorbeeld bij het aangaan van (een) relatie(s) door de terbeschikkinggestelde gesprekken met hem gehouden dienen te worden.
Het hof ziet hier, in combinatie met de positieve lijn in het traject van de terbeschikkinggestelde sinds de aanvang van zijn traject, voldoende aanleiding om maatregel te verlengen met niet meer dan één jaar, teneinde zo de ontwikkelingen en de voortgang in het traject op een kortere termijn te kunnen toetsen. Het hof acht daarom een termijn van een jaar aangewezen. Daarbij merkt het hof op dat aan deze verlenging met één jaar niet de verwachting mag worden ontleend dat na verloop van dat jaar de terbeschikkingstelling (voorwaardelijk) zal worden beëindigd of opnieuw slechts met één jaar zal worden verlengd.

Beslissing

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Den Haag van 19 oktober 2021 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde].
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
één jaar.
Aldus gedaan door
mr. G. Mintjes als voorzitter,
mr. M.J. Vos en mr. O.O. van der Lee als raadsheren,
en dr. W.J. Canton en drs. A. Vissers als raden,
in tegenwoordigheid van mr. K. van Laarhoven als griffier,
en op 7 april 2022 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.