Uitspraak
(hierna: de JJI)te [plaats] .
(hierna: de PIJ-maatregel)met een termijn van twee jaar.
mr. W.C.J. Stienen. Voorts heeft het hof ter zitting gehoord de deskundige [behandelcoördinator] , behandelcoördinator van de JJI.
Overwegingen:
(hierna: ITA). Het leren van het delict heeft de jeugdige negatief afgerond. De jeugdige verdraait soms zaken. Hij lijkt een masker op te houden en niet de ware “ik” te laten zien. Door de negatieve afronding heeft de kliniek een aantal punten niet scherp gekregen, onder meer de rol van trauma’s in het verleden. De jeugdige is aangemeld voor traumabehandeling en schematherapie. Daarnaast zal een terugvalpreventieplan worden opgesteld. Het advies van de kliniek is om de maatregel te verlengen voor de duur van twee jaar.
hierna: [bureau jeugdzorg]), waarmee ondersteuning en behandeling van de jeugdige buiten de JJI als mogelijkheid wordt gegeven. Daarnaast blijkt dit uit het feit dat geen zorgmachtiging is voorbereid, hoewel de kans aanwezig was dat het hof zou oordelen dat de vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel niet ontvankelijk zou zijn. Kennelijk vond het openbaar ministerie in het geval de PIJ-maatregel niet zou worden verlengd, een zorgmachtiging niet nodig. Verder is een verlenging van de PIJ-maatregel niet in het belang van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van de jeugdige. Een verlenging is ook niet proportioneel, subsidiair en doelmatig. De jeugdige komt al sinds juli 2017 niet buiten. De jeugdige heeft in de jaren van vrijheidsbeneming geen passende behandeling gekregen. [bureau jeugdzorg] ziet dus mogelijkheden voor begeleiding van de jeugdige buiten de JJI. Er ligt een plan voor hem klaar. De jeugdige erkent dat er een verhoogd risico op middelengebruik is en wil daar behandeling voor en hulp bij. De jeugdige bereidt zich voor op de maatschappij. Zo heeft hij binnen de JJI allerlei diploma’s behaald. De jeugdige wil buiten de JJI een bestaan opbouwen en wil contact met zijn familie in België. Enige verlenging van de PIJ-maatregel komt in strijd met het internationaal kinderrechtelijk principe dat vrijheidsbeneming het ultimum remedium moet zijn en voor een zo kort mogelijke duur moet worden toegepast. Op basis van zowel de Europese als internationale norm kan niet verantwoord worden dat de behandeling van de jeugdige gepaard gaat met vrijheidsbeneming. Er zal gezocht moeten worden naar een geschikte ambulante hulpverlening.
hierna: WETS).
4 januari en 4 februari 2022. In dit geval is de vordering echter ingediend op 14 juli 2021. Dit is zes maanden te vroeg.
maatregelin detentie is doorgebracht, in mindering brengt op de tenuitvoerlegging van een
maatregelin Nederland. Daar bestaat in dit geval ook geen reden voor. De in België opgelegde residentiële plaatsing in een gesloten afdeling van een jeugdpsychiatrische dienst is immers niet in duur beperkt.”
Beslissing
30 augustus 2021 met betrekking tot de jeugdige
[jeugdige].
twee jaar.