ECLI:NL:GHARL:2022:2803
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Incidentele vordering tot schorsing van uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis in geschil tussen Kristal Coatings B.V. en [de verfhandelaar]
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 april 2022 uitspraak gedaan in een incident dat volgde op een hoger beroep van Kristal Coatings B.V. tegen een vonnis van de kantonrechter. Kristal Coatings had in hoger beroep de schorsing van de tenuitvoerlegging van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis gevorderd, waarin zij was veroordeeld tot betaling van een geldsom aan [de verfhandelaar]. De kern van het geschil betreft een betalingsconflict over een bestelling van verfproducten ter waarde van € 17.293,50. Kristal Coatings betwistte dat [de verfhandelaar] het volledige bedrag had betaald en weigerde de producten te leveren, wat leidde tot een ontbinding van de koopovereenkomst door [de verfhandelaar]. De kantonrechter had Kristal Coatings veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 18.221,24, wat Kristal Coatings in hoger beroep aanvecht.
Het hof overweegt dat de uitvoerbaarheid van een vonnis in beginsel gehandhaafd blijft, ook als er hoger beroep is ingesteld. De vraag is of het belang van [de verfhandelaar] bij de tenuitvoerlegging zwaarder weegt dan het belang van Kristal Coatings bij schorsing. Het hof concludeert dat het belang van [de verfhandelaar] prevaleert, omdat hij niet wil wachten op de uitkomst van het hoger beroep om de betaling te ontvangen. Kristal Coatings heeft onvoldoende onderbouwd dat er een restitutierisico bestaat, en het hof wijst de vordering tot schorsing af. Kristal Coatings wordt als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het incident. De hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevindt.