ECLI:NL:GHARL:2022:2739
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van drie raadsheren wegens vermeende schending van hoor en wederhoor
In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S.G. Blasweiler, op 5 april 2022 een wrakingsverzoek ingediend tegen de drie behandelend raadsheren van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het verzoek was gebaseerd op de stelling dat de regievoering tijdens de mondelinge behandeling op 24 februari 2022 niet correct was en dat het beginsel van hoor en wederhoor niet was nageleefd. Verzoeker stelde dat hij niet in staat was zijn zienswijze volledig voor te lezen en dat de spreektijd van tien minuten die aan hem en zijn advocaat was gegeven, onvoldoende was om hun standpunt naar voren te brengen.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat verzoeker ontvankelijk was in zijn wrakingsverzoek, aangezien dit mondeling was gedaan na aanvang van de zitting. De wrakingskamer heeft echter geconcludeerd dat de voorzitter van de zitting zich aan de geldende procesregels heeft gehouden en dat de wijze van regievoering niet zodanig onbegrijpelijk was dat deze als partijdig kon worden aangemerkt. De wrakingskamer heeft ook opgemerkt dat het beginsel van hoor en wederhoor niet op de juiste wijze kan worden aangevochten via een wrakingsverzoek, maar dat hiervoor het reguliere rechtsmiddelenstelsel geldt.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen, waarbij de beslissing op 5 april 2022 openbaar is uitgesproken door mr. M.L. van der Bel, voorzitter, in aanwezigheid van de griffier. De drie raadsheren zijn niet gewraakt en de procedure kan voortgezet worden.