aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis, gecombineerd beeld (ADHD) waarbij
elementen van spanning zoekend gedrag worden gezien. Dit heeft geleid tot een verstoring
van de sociaal-emotionele ontwikkeling die zich heeft geuit in faalangst en vermoedelijk ook
een negatief zelfbeeld als gevolg van een lage frustratietolerantie en matige impulsiviteit.
Deze constellatie van factoren heeft vermoedelijk geleid tot de eveneens vastgestelde
oppositionele-opstandige stoornis, naast een lage frustratietolerantie met name gekenmerkt
door het vaak ruzie maken met gezagsfiguren en weigeren te voldoen aan hun verzoeken.
Voorts is er in ieder geval vanaf het elfde jaar sprake van in de loop der tijd in ernst
toenemend regel- en grensoverschrijdend gedrag, waarbij inmiddels wordt voldaan aan de
criteria van een lichte normoverschrijdende gedragsstoornis. Concluderend kan gezegd
worden dat er bij verdachte sprake is van een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met
antisociale trekken. Deze chronische ontwikkelingsstoornissen waren ook aanwezig ten tijde
van het ten laste gelegde. Er is vanuit de bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling sprake van
een doorwerking van de pathologische elementen zoals hierboven beschreven, maar de mate van doorwerking is niet duidelijk geworden. Dit leidt ertoe dat onderzoekers zich onthouden
van een concreet advies aangaande de toerekenbaarheid van het huidige ten laste gelegde.
Onderzoekers schatten het recidiverisico in als hoog. Verdachte heeft op grond van de
stoornissen een beperkte impulscontrole en frustratietolerantie en is geneigd tot spanning
zoekend gedrag. Hij gebruikt middelen die de impulscontrole mogelijk verder kunnen
verminderen. Er zijn geen beschermende factoren, behalve dat verdachte nog niet verhard
lijkt te zijn en buiten het thuismilieu (binnen een orthopedagogisch klimaat) positief te
beïnvloeden is.
Om het recidivegevaar te beperken en een zo gunstig mogelijke ontwikkeling te bevorderen
is het nodig dat verdachte behandeld wordt. Tijdens het onderzoek wordt gezien dat
verdachte positief reageert op een structurerende aanpak met oog voor zijn behoeften. Met
een dergelijke aanpak laat hij zich sturen en begeleiden. Omdat de problematiek ernstig en
pervasief is en de loyaliteit aan zijn ouders sterk, is een langdurige klinische behandeling
nodig om een eigen identiteit en een gezond geweten te gaan opbouwen. De vastgestelde
pathologie die mede door de beperkingen in de regulerende functies sterk raakt aan de
persoonlijkheidsontwikkeling van verdachte, vraagt om een intensieve en langdurige
behandeling. Gelet op het mislukken van eerdere ambulante trajecten met intensieve
begeleiding en voorwaarden en de contextuele risicofactoren, met daarbij inachtneming van
het huidige ten laste gelegde in combinatie met het hoge recidiverisico, menen onderzoekers
dat opvoeding en behandeling noodzakelijk zijn om het risico op herhaling te verminderen
binnen het kader van een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel.