ECLI:NL:GHARL:2022:2612

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
5 april 2022
Publicatiedatum
5 april 2022
Zaaknummer
21-000803-21
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor diefstal met braak en beoordeling van bewijsuitsluiting

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal met braak en had hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling. De politierechter had de verdachte een gevangenisstraf van twee maanden opgelegd, met aftrek van het voorarrest, en had de inbeslaggenomen auto verbeurd verklaard. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 21 januari 2021 in Hoogblokland een laptop, laptoptas en handtas heeft weggenomen, waarbij hij zich toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

Tijdens de zitting heeft de advocaat-generaal de vordering tot veroordeling van de verdachte herhaald, terwijl de raadsvrouw vrijspraak heeft bepleit op basis van vermeende ernstige vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek. Het hof heeft echter geoordeeld dat de door de verdachte aangevoerde verweren niet opwegen tegen de gebezigde bewijsmiddelen. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake was van een vormverzuim met betrekking tot de ANPR-gegevens, maar heeft besloten hieraan geen verdere consequenties te verbinden. Het hof heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 60 dagen, gelijk aan de tijd die hij al in voorarrest had doorgebracht, en heeft de verbeurdverklaring van de auto bevestigd. De teruggave van de inbeslaggenomen tas en portefeuille aan de rechthebbende is gelast, evenals de teruggave van de zaklantaarn aan de verdachte.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000803-21
Uitspraak d.d.: 5 april 2022
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland, zittingslocatie Utrecht, van 5 februari 2021 met parketnummer 16-020503-21 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 21-004632-18, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
wonende te [adres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 22 maart 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. L.E. Toet, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De politierechter heeft verdachte wegens diefstal met braak veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met aftrek van het voorarrest. Daarnaast heeft de politierechter de inbeslaggenomen personenauto verbeurd verklaard en de teruggave van de inbeslaggenomen tas en portefeuille aan [betrokkene 1] gelast. De inbeslaggenomen zaklantaarn moet worden teruggegeven aan verdachte. Tot slot is de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde gevangenisstraf voor de duur van twee weken gelast.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 21 januari 2021 te (Rijksweg A27) Hoogblokland, gemeente Molenlanden een laptop (merk Dell), een laptoptas en/of een handtas met inhoud, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen laptop, laptoptas en/of handtas met inhoud onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

De advocaat-generaal acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit, nu er sprake is van ernstige vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek en er hierdoor bewijsuitsluiting moet volgen. De bevraging van de ANPR-bestanden voldoet namelijk niet aan de wettelijke vereisten. Bovendien heeft de verdediging aangevoerd dat het plaatsen van het peilbaken op de auto’s van verdachte moet worden aangemerkt als stelselmatige observatie, waarvoor de machtiging op grond van artikel 126g van het Wetboek van Strafvordering ontbrak. Voorts is het sfeer proces-verbaal onbetrouwbaar gelet op de niet-eenduidige datum in ditzelfde proces-verbaal.
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt daarbij in het bijzonder het volgende. Verdachte is blijkens het daartoe opgemaakte proces-verbaal van bevindingen in beeld gekomen omdat hij op basis van justitiële informatie en informatie uit de politiesystemen veelvuldig naar voren kwam als verdachte en veroordeelde van vermogensdelicten. Voorts bleek uit het bedrijfsprocessensysteem BVH dat verdachte gebruik maakte van een tweetal voortuigen, te weten een Renault Twingo en een Volkswagen Golf Plus. Beide voertuigen stonden op naam van verdachte.
Daarnaast zijn de ANPR-bestanden bevraagd om te zien hoe vaak deze voertuigen een ANPR-paal hebben gepasseerd in een bepaalde periode.
Op beide voertuigen is een peilbaken geplaatst.
Gelet op het feit dat de machtiging voor de ANPR-bevraging in casu ontbrak, stelt het hof vast dat er sprake is van een vormverzuim. Het hof is van oordeel dat de verbalisanten enkel op basis van de hiervoor genoemde politieregistraties al tot het plaatsen van een peilbaken op de auto’s van verdachte hadden kunnen overgaan. Die beschikbare informatie was daartoe ruim voldoende daar waar de verkregen informatie uit de ANPR-bevraging uitermate beperkt was. Het hof zal daarom volstaan met de constatering van het vormverzuim en hieraan geen verdere consequenties verbinden.
Ten aanzien van de stelselmatige observatie overweegt het hof het volgende. Observaties waarvoor geen machtiging is gegeven als bedoeld in artikel 126g van het Wetboek van Strafvordering, kunnen onrechtmatig zijn indien zij geschikt zijn om een min of meer compleet beeld van bepaalde aspecten van het leven van de verdachte te verkrijgen. Of dat het geval is, is afhankelijk van de omstandigheden zoals de duur, intensiteit, plaats en het doel van de observaties en de wijze waarop zij hebben plaatsgevonden.
In de onderhavige zaak was er sprake van een niet gelogd peilbaken dat met toestemming van de officier van justitie kortstondig in gebruik is geweest. Bovendien is niet verdachte, die veelvuldig in de politiesystemen is geregistreerd als vermogensdelinquent, in persoon gevolgd, maar werd zijn auto gevolgd. Door middel van een
geofenceis de auto slechts gevolgd bij reisbewegingen buiten de woonplaats van verdachte en in omliggende gebieden, die pasten binnen de modus operandi. Geen van deze plaatsen waar de auto is gevolgd of verdachte is gezien, betrof een voor verdachte intieme persoonlijke plek. Het plaatsen van het peilbaken op de auto’s van verdachte onder voornoemde omstandigheden is derhalve niet geschikt om een min of meer compleet beeld te krijgen van bepaalde aspecten van het leven van verdachte. Nu het plaatsen van het peilbaken op de auto’s van verdachte slechts een lichte inbreuk op die levenssfeer betreft, biedt de algemene taakomschrijving van opsporingsambtenaren overeenkomstig artikel 3 van de Politiewet 2012 voldoende legitimatie. Het hof verwerpt dan ook het verweer.
Ten aanzien van het zogenoemde sfeer proces-verbaal overweegt het hof het volgende. Hoewel het proces-verbaal vermeldt dat dit op 13 augustus 2020 is opgemaakt, getekend en gesloten door verbalisant [verbalisant] , ziet het hof dit als een kennelijke verschrijving en leest het hof de datum verbeterd als 21 januari 2021. Gelet op de overige inhoud van voornoemd proces-verbaal en met name ook de bijbehorende bijlagen, waarin verder consequent wordt verwezen naar en die zijn opgevraagd op 21 januari 2021, kan het niet anders dan dat er sprake is van een vergissing.
Voorwaardelijk verzoek
De raadsvrouw heeft het hof, als het hof niet tot bewijsuitsluiting dan wel vrijspraak zou komen, subsidiair verzocht om het openbaar ministerie nader onderzoek te laten doen naar het zogenoemde sfeer proces-verbaal.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen over dit proces-verbaal is er geen aanleiding tot het laten verrichten van nader onderzoek. Het hof wijst het verzoek af.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op
of omstreeks21 januari 2021 te (Rijksweg A27) Hoogblokland, gemeente Molenlanden een laptop (merk Dell), een laptoptas en
/ofeen handtas met inhoud,
in elk geval enig goed,die geheel
of ten deleaan een ander toebehoorde, te weten aan [betrokkene 1]
en/of [betrokkene 2], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en
/ofdie weg te nemen laptop, laptoptas en
/ofhandtas met inhoud onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
en/of verbreking.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De advocaat-generaal heeft een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden gevorderd.
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat - als verdachte niet wordt vrijgesproken - de straf het voorarrest niet dient te overschrijden.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal uit een auto. Dergelijke strafbare feiten veroorzaken hinder en gevoelens van onveiligheid voor/bij de slachtoffers. Verdachte heeft slechts gehandeld vanuit oogpunt van financieel gewin en heeft er blijk van gegeven weinig respect te hebben voor de eigendomsrechten van anderen.
Het hof heeft voorts gelet op het uittreksel uit de justitiële documentatie van 17 februari 2022. Uit dit 27 pagina’s tellend stuk blijkt dat verdachte al veelvuldig voor soortgelijke vermogensdelicten veroordeeld is. Het hof rekent dit verdachte aan.
Het hof heeft bij de op te leggen straf evenwel rekening gehouden met het feit dat verdachte momenteel een positieve ontwikkeling doormaakt. Hij heeft fulltime werk als pakketbezorger gevonden. Hoewel de positieve ontwikkeling van verdachte nog erg pril is, wil het hof verdachte de gelegenheid geven om deze voort te zetten en te bestendigen.
Gelet op het voorgaande, is het hof van oordeel dat de oplegging van een gevangenisstraf van de hierna aan te geven duur, passend en geboden is. Door de duur daarvan zal verdachte voor de onderhavige zaak niet terug de gevangenis in hoeven aangezien hij die tijd al in voorarrest heeft doorgebracht.

Beslag

Anders dat de raadsvrouw, is het hof van oordeel dat de personenauto verbeurd dient te worden verklaard, aangezien met behulp van deze auto – die op naam van verdachte staat – het bewezenverklaarde is begaan. Hetgeen de raadsvrouw hieromtrent heeft aangevoerd maakt dit niet anders.
Het hof zal de teruggave aan verdachte gelasten van de inbeslaggenomen zaklantaarn, aangezien het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.
Voorts is het hof van oordeel dat de inbeslaggenomen portefeuille en tas, onder verdachte in beslag genomen, moeten worden teruggegeven aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te duiden persoon [betrokkene 1] .

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank te Arnhem van 14 september 2020 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 weken, parketnummer 21-004632-18. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Op grond van hetgeen omtrent de veroordeelde bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, zal de bij dat vonnis vastgestelde proeftijd met 1 (één) jaar worden verlengd.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
60 (zestig) dagen.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
personenauto.
Gelast de
teruggaveaan [betrokkene 1] van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
tas en portefeuille.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
zaklantaarn.
Verlengt de proeftijd als vermeld in het vonnis van de politierechter in de rechtbank Arnhem van 14 september 2020 parketnummer 21-004632-18, met een termijn van 1 (één) jaar.
Aldus gewezen door
mr. H.M.E. Tebbenhoff Rijnenberg, voorzitter,
mr. R.W. van Zuijlen en mr. R. Krijger, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H.E. Schoenmakers, griffier,
en op 5 april 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 5 april 2022.
Tegenwoordig:
mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter,
mr. R. Zwarts, advocaat-generaal,
mr. S.H. Diepeveen, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.