In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 januari 2022 een tussenbeschikking gegeven in een hoger beroep inzake de hoofdverblijfplaats van twee minderjarige kinderen en de zorgregeling tussen de ouders. De moeder had verzocht om vervangende toestemming voor verhuizing met de kinderen naar [plaats2], terwijl de vader zich hiertegen verzette. Het hof heeft de zaak aangehouden voor nader onderzoek naar het hoofdverblijf van de kinderen en de zorgregeling, omdat het hof zich onvoldoende voorgelicht achtte om een verantwoorde beslissing te nemen. De ouders hebben een moeizame communicatie en er zijn zorgen over de kinderen, die al verschillende veranderingen in hun leefsituatie hebben meegemaakt. De raad voor de kinderbescherming is gevraagd om een onderzoek in te stellen naar de situatie van de kinderen en hun wensen. Het verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor de verhuizing is afgewezen, omdat zij de noodzaak van de verhuizing onvoldoende heeft aangetoond. Het hof heeft de ouders geadviseerd om met professionele hulp te werken aan meer rust en stabiliteit voor de kinderen. De beslissing over de hoofdverblijfplaats en zorgregeling is aangehouden tot na het rapport van de raad.