In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 25 oktober 2021. De rechtbank had de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde afgewezen. Het hof oordeelt echter anders over het aanwezige delictgevaar. Ondanks dat de kliniek en externe deskundigen verschillende inschattingen maken van de recidiverisico's, blijkt uit de risicotaxaties dat er nog steeds een risico op herhaling van geweldsdelicten aanwezig is. Het hof concludeert dat de veiligheid van anderen een verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar vereist, maar is van mening dat het recidivegevaar tot een aanvaardbaar niveau is teruggebracht, waardoor de verpleging van overheidswege voorwaardelijk kan worden beëindigd.
De terbeschikkinggestelde, geboren in 1976, heeft een geschiedenis van antisociale gedragsproblemen en heeft het indexdelict, verkrachting, onder invloed van alcohol gepleegd. Het hof heeft de terbeschikkinggestelde gehoord, evenals zijn raadsvrouw en de advocaat-generaal. De deskundigen hebben verschillende meningen over het recidiverisico, maar het hof heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde positieve ontwikkelingen heeft doorgemaakt en dat het risico op herhaling van het indexdelict laag is. De terbeschikkingstelling wordt verlengd met één jaar, met bijzondere voorwaarden waaronder het verbod op middelengebruik en toezicht van de reclassering. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de verpleging van overheidswege beëindigd, met de opdracht aan de reclassering om de terbeschikkinggestelde te ondersteunen bij de naleving van de voorwaarden.