ECLI:NL:GHARL:2022:2501
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van onderbewindstelling door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden na intrekking verzoek
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 31 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland. De zaak betreft een verzoek tot onderbewindstelling van [verzoeker], die in eerste aanleg door de kantonrechter was toegewezen. Verzoekers, [verzoeker] en [verzoekster], hebben in hoger beroep gesteld dat de kantonrechter ten onrechte een onderbewindstelling heeft uitgesproken, omdat [verzoeker] op 13 maart 2021 een brief had gestuurd waarin hij verzocht om intrekking van het verzoek tot onderbewindstelling. Het hof heeft vastgesteld dat de kantonrechter deze brief had moeten opvatten als een intrekking van het verzoek, en dat er derhalve geen geldig verzoek tot onderbewindstelling meer bestond op het moment van de uitspraak. Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter vernietigd en bepaald dat [naam1] rekening en verantwoording moet afleggen aan [verzoeker]. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.