Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 januari 2022 een tussenbeschikking gegeven in een hoger beroep inzake de omgang tussen een vader en zijn minderjarige kind. Het hof oordeelt dat er geen contra-indicaties zijn voor omgang met de vader, maar dat er behoefte is aan een bijzondere curator om de stem van het kind beter te vertegenwoordigen. De vader heeft in eerdere stukken aangetoond dat hij positieve ontwikkelingen heeft doorgemaakt, waaronder het succesvol afronden van behandelingen en het opbouwen van een stabiele leefsituatie. De moeder daarentegen heeft twijfels over de duurzaamheid van deze veranderingen en vreest dat contactherstel schadelijk kan zijn voor het kind, dat zelf heeft aangegeven pas op latere leeftijd contact te willen met zijn vader. Het hof heeft besloten om een bijzondere curator te benoemen die de belangen van het kind zal behartigen en zal adviseren over de omgangsregeling. De bijzondere curator moet binnen drie maanden rapporteren over de situatie van het kind en zijn wensen.