Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[de moeder](de moeder), en
[de vader](de vader),
1.Korte samenvatting
De kinderrechter:
3.De rechtszaak bij het hof
4.Belangrijke informatie
[verzoekster] functioneert cognitief op een gemiddeld intelligentieniveau (101-112), sociaal-emotioneel is er een licht vertraagde ego-ontwikkeling en onveilige/angstige gehechtheid. Zij heeft een laag gevoel van eigenwaarde. Eind basisschoolperiode ontstaat een gedragsverandering. Er ontstaat een neergaande lijn in haar ontwikkeling, waarbij plots opkomende en extreme agressie gericht naar mensen, maar ook zelfbeschadigend en suïcidaal gedrag op de voorgrond komen. Een gedragsmatige aanpak leidt niet tot afname van de problemen. Vanwege een angstige aanleg en gebrek aan zelfregulatievaardigheden, raakt zij bij spanningen gemakkelijk de controle kwijt over haar denken en voelen en wordt zij overspoeld door achterdocht, agressie, angsten en verwarring in het denken. De ontregeling in gedrag en emoties komt voort uit een nog niet nader te specificeren psychotische stoornis. [verzoekster] lijdt al sinds jonge leeftijd aan wanen en hallucinaties, die in toenemende mate een agressieve en paranoïde inhoud hebben gekregen en daardoor hebben geleid tot vergaand agressief en grensoverschrijdend risicovol gedrag en verslechtering van haar sociale, emotionele en schoolse functioneren, overmatige interpersoonlijke sensitiviteit en groot wantrouwen. De psychotische problematiek wordt negatief beïnvloed door posttraumatische herbelevingen, waar [verzoekster] vanuit onveiligheid geen duidelijkheid over kan geven, en het loyaliteitsconflict dat [verzoekster] ervaart tussen ouders en hulpverlening. In het algemeen is belangrijk dat [verzoekster] in de leefsituatie wordt ondersteund door begeleiders met kennis van psychotische problematiek bij jeugdigen.
“Ik zit al een hele tijd gesloten, 22 uur per dag op mijn kamer, ik heb eigenlijk geen activiteiten. Ik mag af en toe heel kort op de groep. Ik eet op mijn kamer. Ik ga niet naar de interne school, ik krijg per dag 25 minuten individueel onderwijs. Ik heb een telefoon, een IPad en een televisie op mijn kamer. Vanaf december ga ik, als ik geluk heb omdat er tijd is, ongeveer één keer in de twee weken met twee begeleiders naar buiten voor een wandeling van ongeveer tien minuten. Ik krijg medicatie, dat gaat goed. Ik heb minder psychoses. Ik krijg geen behandeling. Ik word wakker gemaakt als er iemand van de begeleiders tijd heeft, soms is dat om tien uur en soms om elf uur. Dan gaat de deur open, vijftien minuten douchen, vijftien minuten eten, naar mijn kamer tot twee uur ‘s middags, dan nog even op de groep een half uurtje (maar soms van twee uur ’s middags tot zeven uur op mijn kamer) en om half acht uur ‘s avonds is mijn dag voorbij. Mijn ouders, broer en zus komen elke week twee uur op bezoek. Ik vind het heel zwaar en heel moeilijk om er te zijn. Het duurt ontzettend lang. Ik krijg er veel stress van en mijn gedrag wordt dan anders. Eigenlijk is alles beter dan de plek waar ik nu zit. Er is een aanvraag screening gedaan. Ik hoop dat ik over kan naar kliniek [naam8] , maar er is een wachtlijst van drie maanden. Ik ben wel door de screening heen. Ik wil ter overbrugging op een crisisplek in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) geplaatst worden. Ik heb begrepen dat er vorige week of deze week een zorgmachtiging is aangevraagd. Er is ook eerder een zorgmachtiging aangevraagd maar die is afgewezen.”