ECLI:NL:GHARL:2022:2329

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 maart 2022
Publicatiedatum
25 maart 2022
Zaaknummer
21-003033-18
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno en het opzettelijk aanwezig hebben van GHB

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1989, werd beschuldigd van het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno van zijn stiefdochter, alsook van het opzettelijk aanwezig hebben van GHB. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een periode van meer dan twee jaar meermalen kinderpornografische afbeeldingen van zijn stiefdochter heeft gemaakt en deze in bezit heeft gehouden. Dit gedrag werd gekwalificeerd als een gewoonte maken van het vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank had eerder een gevangenisstraf van vier jaar opgelegd, waarvan één jaar voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. Het hof heeft ook de in beslag genomen goederen, waaronder digitale apparaten met kinderpornografisch materiaal, onttrokken aan het verkeer. De verdachte heeft geen blijk gegeven van inzicht in de ernst van zijn daden, wat heeft bijgedragen aan de strafmaat.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003033-18
Uitspraak d.d.: 25 maart 2022
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, van 14 mei 2018 met parketnummer 16-707215-17 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1989,
wonende te [woonplaats] .
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 5 november 2018, 15 januari 2019, 1 april 2019, 13 mei 2019 (waarna het hof op 27 mei 2019 een tussenarrest heeft gewezen), 9 augustus 2019, 30 oktober 2019, 24 januari 2020 en de terechtzittingen op welke de inhoudelijke behandeling heeft plaatsgevonden, namelijk 18 mei 2020, 23 juni 2021 (waarna het hof het onderzoek met het tussenarrest van 7 juli 2021 heeft heropend) en 11 maart 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. E.G.S. Roethof, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hoger beroep van verdachte is onbeperkt ingesteld en richt zich dus mede tegen de vrijspraak door de rechtbank van het onder 3 ten laste gelegde feit. Gelet op het bepaalde in artikel 404, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor een verdachte geen hoger beroep open tegen een vrijspraak. Het hof zal verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn hoger beroep voor zover dit hiertegen is gericht.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank heeft verdachte ter zake van -kort gezegd-:
- een gewoonte maken van het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno van zijn stiefdochter, meermalen gepleegd (feit 1);
- een gewoonte maken van het in bezit hebben van kinderporno en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd (feit 2);
- het in bezit hebben van een hoeveelheid GHB (feit 4),
veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, waarvan één jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van vijf jaren en met aftrek van voorarrest. Daarbij heeft de rechtbank als bijzondere voorwaarden een meldplicht en ambulante behandeling, met reclasseringstoezicht opgelegd.
Voorts heeft de rechtbank een beslissing genomen over de in beslag genomen goederen.
Tot slot heeft de rechtbank de vordering van [slachtoffer] ter hoogte van € 1.119,70 volledig toegewezen, met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
[slachtoffer] heeft in hoger beroep te kennen gegeven haar vordering in te trekken, zodat deze niet meer aan de orde is.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen, omdat het tot een andere bewijsbeslissing, een andere strafoplegging en een andere beslissing ten aanzien van het beslag komt en gelet op het feit dat de vordering van de benadeelde partij in hoger beroep niet meer aan de orde is. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging voor zover thans nog aan de orde
Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 mei 2015 tot en met 12 juli 2017 te Amersfoort en/of Gilze-Rijen en/of Goirle en/of Delft en/of elders in Nederland en/of te Ravels en/of Poppel en/of elders in België, meermalen, althans eenmaal telkens afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] , geboren [geboortedatum 2] 2005, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd, welke seksuele gedragingen
- zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen van [slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het openhouden van het geslachtsdeel en/of de billen van [slachtoffer] althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt; (afbeeldingsnummer 10, 11 en 16, bijlage IVa blz. 242 e.v.)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) plassen door [slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, terwijl onder haar en/of tussen haar benen (mannen)benen zichtbaar zijn, zodat (schijnbaar) over een man heen wordt geplast, (afbeeldingsnummer 19 tot en met 21 bijlage IVa blz. 242 e.v.)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van door [slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij [slachtoffer] , althans deze persoon gekleed is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past/passen en/of waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van [slachtoffer] , althans deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s nadrukkelijk de borsten en/of vagina en/of billen van [slachtoffer] , althans deze persoon in beeld gebracht worden, en/of het plassend in beeld brengen met de nadruk op de geslachtsdelen van [slachtoffer] , (waarbij) de afbeelding (aldus telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeeldingsnummer 1 tot en met 15, 17, 18, 22 tot en met 24, bijlage IVa blz. 242 e.v.)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt, terwijl hij het vorenomschreven feit heeft begaan tegen zijn kind, een kind over wie hij het gezag uitoefent, een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, zijn pupil, een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 april 2013 tot en met 31 oktober 2017 te Amersfoort en/of Delft en/of elders in Nederland en/of te Ravels en/of elders in België, meermalen, althans eenmaal telkens afbeeldingen en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen (te weten een Macbook Pro, Apple en/of een Iphone 6, Apple en/of een Iphone 6s Apple en/of een Sony SD kaart en/of een Apple iMac en/of een USB-stick) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of een voorwerp, oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingsnummer 1, 2, 3, 5 en 6 bijlage IV blz. 229 e.v. en afbeeldingsnummer 14, 15, 18 en 1 bijlage IV blz. 280 e.v.)
en/of
het met de/een penis oraal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingsnummer 7 bijlage IV blz. 229 e.v.)
en/of
het bij zichzelf met de/een vinger/hand en/of voorwerp vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (afbeeldingsnummer 10 bijlage IV blz. 229 e.v. en afbeeldingsnummer 10 bijlage IV blz. 280 e.v.)
en/of
het met de/een penis en/of de/een vinger/hand en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingsnummer 11 t/m 16 bijlage IV blz. 229 e.v. en afbeeldingsnummer 3 bijlage IV blz. 280 e.v.)
en/of
het met de/een vinger(s)/hand en/of de mond/tong en/of voet betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingsnummer 16 t/m 21 bijlage IV blz. 229 e.v.)
en/of
het bij zichzelf met de/een vinger(s)/hand en/of een voorwerp betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingsnummer 22 t/m 24 bijlage IV blz. 229 e.v. en afbeeldingsnummer 4, 16, 21 en 22 bijlage IV blz. 280 e.v.)
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte en/of sadomasochistische) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s en/of films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeeldingsnummer 25 tot en met 33 bijlage IV blz. 229 e.v. en afbeeldingsnummer 2, 5 t/m 9, 11, 12, 13, 17, 19, 23, 24 en G1 t/m G12)
en/of
het zichtbaar maken van sperma en/of ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het masturberen (dicht) bij het lichaam/gezicht van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (afbeeldingsnummer 34, 35 en 36 bijlage IV blz. 229 e.v. en afbeeldingsnummer 20 bijlage IV blz. 280 e.v.)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt laten plassen door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar niet had bereikt bij/over een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar niet had bereikt (plasseks)
(afbeeldingsnummer 37 bijlage IV blz. 229 e.v.)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2016 tot en met 31 oktober 2017 te Amersfoort en/of Tilburg, althans in Nederland en/of in Engeland meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende gammahydroxybutyraat (GHB), zijnde 4-hydroxybutaanzuur (GHB) (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs

Feit 1

Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een gewoonte maken van het vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer] . Volgens de advocaat-generaal kan het hof tot een bewezenverklaring komen op basis van de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen op de gegevensdragers van verdachte, verdachtes bekennende verklaring afgelegd bij de politie en bij de rechtbank, de verklaring van de moeder van [slachtoffer] bij de politie en de raadsheer-commissaris dat het [slachtoffer] is op de afbeeldingen, de aangifte en de blanke hand die te zien is op verschillende foto’s. De advocaat-generaal ziet geen reden om te twijfelen aan de bekennende verklaring van verdachte.
[slachtoffer] heeft ter zitting in hoger beroep een verklaring afgelegd die haaks staat op de door haar bij de politie afgelegde verklaring. Mocht het hof vinden dat de verklaring van [slachtoffer] nodig is voor de bewijsconstructie dan meent de advocaat-generaal dat voldoende reden bestaat om uit te gaan van de door haar afgelegde verklaring bij de politie, nu de door haar ter zitting van het hof afgelegde verklaring op essentiële punten niet overeenkomt met de inhoud van het dossier. De door verdachte naar voren gebrachte alternatieve scenario’s dat het niet zijn stiefdochter maar [de vrouw] is die op de foto’s staat en dat [naam persoon] mogelijk verantwoordelijk is voor het maken van de foto’s van [slachtoffer] zijn volgens de advocaat-generaal, om redenen die zij heeft vermeld in haar schriftelijk requisitoir, onaannemelijk en ongeloofwaardig.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft bepleit dat verdachte van het onder 1 tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken.
Daartoe is het volgende aangevoerd. Verdachte stelt dat hij door intimidatie, manipulatie en verhalen van de politie in combinatie met zijn slechte psychische gesteldheid tijdens de verhoren bij de politie een valse bekentenis heeft afgelegd. De bekennende verklaring van verdachte kan volgens de verdediging dan ook niet voor het bewijs worden gebruikt. Ook de bij de politie door [de vrouw] afgelegde belastende verklaring kan volgens de verdediging niet worden gebruikt voor het bewijs, nu zij bij de raadsheer-commissaris is teruggekomen op deze verklaring.
Er dient daarnaast te worden uitgegaan van de door [slachtoffer] ter zitting van het hof afgelegde verklaring, waaruit volgt dat verdachte geen kinderpornografische afbeeldingen van haar heeft gemaakt en dat de politie haar de woorden in de mond heeft gelegd. Uit het dossier blijkt niet dat de politie rekening heeft gehouden met een mogelijke verwisseling van [de vrouw] en [slachtoffer] . Bovendien is in het uitgevoerde onderzoek geen rekening gehouden met het scenario dat een ander verantwoordelijk is geweest voor het maken van de foto’s. Verdachtes analyse is dat [naam persoon] de foto’s van [slachtoffer] heeft gemaakt.
Voorts heeft de verdediging naar voren gebracht dat, gelet op de lange periode in combinatie met de lage frequentie, niet kan worden gesproken van een gewoonte maken van het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno.
Oordeel hof
Verdachte heeft bij de politie bekend dat hij kinderpornografische foto’s van [slachtoffer] heeft gemaakt. Ter zitting in eerste aanleg heeft hij deze verklaring herhaald en heeft hij verklaard dat hij ervan uitgaat dat er niemand anders is die foto’s heeft gemaakt van zijn stiefdochter. [slachtoffer] heeft tijdens haar studioverhoor bij de politie verklaard dat verdachte kinderpornografische foto’s van haar heeft gemaakt. Uit het proces-verbaal van bevindingen op de dossierpagina’s 210-215 volgt dat de verbalisanten aan de hand van diverse uiterlijke kenmerken hebben vastgesteld dat het [slachtoffer] betreft op de kinderpornografische afbeeldingen. Daarbij komt dat het hof zelf heeft waargenomen dat de uiterlijke kenmerken van de persoon op verschillende kinderpornografische afbeeldingen overeenkomen met de uiterlijke kenmerken van [slachtoffer] die het hof op de zitting als getuige heeft gehoord en de uiterlijke kenmerken van de persoon op die afbeeldingen niet lijken op die van een volwassen vrouw.
Gelet op het voorgaande stelt het hof vast dat de persoon op de kinderpornografische afbeeldingen [slachtoffer] is en dat van een persoonsverwisseling geen sprake is. Voorts is het hof van oordeel dat het verdachte is geweest die de kinderpornografische foto’s van [slachtoffer] heeft gemaakt en dat het scenario dat de foto’s door [naam persoon] zijn gemaakt niet aannemelijk is geworden. Het hof gaat uit van de hiervoor genoemde door verdachte en [slachtoffer] afgelegde verklaringen. Deze verklaringen zijn op essentiële punten gelijkluidend en geven elkaar over en weer steun en vinden daarnaast steun in andere bewijsmiddelen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van deze verklaringen te twijfelen en ziet geen reden om uit te gaan van de door [slachtoffer] ter zitting van het hof afgelegde verklaring, nu deze verklaring geen steun vindt in het dossier.
Zo heeft [slachtoffer] ter zitting in hoger beroep verklaard dat de foto’s zijn gemaakt door iemand met een donkere huidskleur, terwijl het hof heeft waargenomen dat op één van de foto’s een blanke hand bij het kruis van iemand met een donkere huidskleur te zien is en dat op een andere foto een blanke hand met een Rolex horloge en een trouwring te zien is bij de billen van iemand met een donkere huidskleur. De stelling van de raadsman dat de hand blank lijkt vanwege de flits, acht het hof niet aannemelijk, nu de donkergekleurde billen van het slachtoffer door diezelfde flits worden belicht, en duidelijk te zien is dat die billen donker zijn.
Uit de door het hof bekeken videobeelden van het studioverhoor van [slachtoffer] stelt het hof vast dat er tijdens dat studioverhoor geen druk op haar is uitgeoefend of haar woorden in de mond zijn gelegd. Op de beelden van het verhoor komt [slachtoffer] authentiek over en voor de stelling van de verdediging is in die opnames geen enkele steun te vinden.
De stelling van verdachte dat [naam persoon] de kinderpornografische foto’s heeft gemaakt, vindt geen steun in de door [naam persoon] bij de politie en de raadsheer-commissaris afgelegde verklaringen en ook niet in de rest van het dossier. Bovendien volgt uit zijn verhoor bij de raadsheer-commissaris dat deze heeft waargenomen dat hij een donkere huidskleur heeft, terwijl, zoals hiervoor overwogen, op sommige foto’s een blanke hand te zien is. Het dossier bevat daarnaast geen objectief bewijs waaruit volgt dat [naam persoon] alleen met [slachtoffer] is geweest.
Het hof passeert derhalve de verwerven van de verdediging en acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen van zijn stiefdochter. Het hof bezigt de verklaring van [de vrouw] zoals afgelegd bij de politie niet tot het bewijs. Gelet daarop behoeft het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt van de verdediging dat de verklaring van [de vrouw] niet voor het bewijs gebruikt mag worden geen verdere bespreking.
Voor zover is aangevoerd dat de politie geen rekening heeft gehouden met een mogelijke verwisseling van foto’s van [de vrouw] en foto’s van [slachtoffer] , vindt dat verweer reeds weerlegging in hetgeen hiervoor is overwogen. Daarnaast kan - ten overvloede - nog worden gewezen op het proces-verbaal van bevindingen herkenning stiefdochter van 2 november 2017 en het verhoor van [verbalisant] bij de raadsheer-commissaris op 28 oktober 2019. Daaruit blijkt dat er een goed onderscheid kon worden gemaakt tussen foto’s van [de vrouw] en van [slachtoffer] en dat deze vraag in het onderzoek is betrokken. Tot slot kan daarbij worden betrokken dat de politie [slachtoffer] foto’s heeft getoond van een persoon in badpak, soms voor een deel naar beneden gedaan, en [slachtoffer] op de vraag wie daar op te zien is met een handgebaar richting borst heeft aangegeven dat zij het was en aangaf daarover verder niet te willen praten.
GewoonteVerdachte heeft in een periode van ongeveer twee jaren meermalen kinderpornografische foto’s en filmpjes van zijn stiefdochter gemaakt. De creatiedata van de bestanden zijn respectievelijk 19 mei 2015, 30 september 2015, 5 juli 2015, 28 januari 2016, 9 juni 2017 en 12 juni 2017. Op sommige van deze data zijn meerdere kinderpornografische foto’s/filmpjes van [slachtoffer] gemaakt. Gelet op het feit dat verdachte in een periode van twee jaren meerdere malen kinderpornografisch materiaal van [slachtoffer] heeft gemaakt en dat op verschillende gegevensdragers heeft opgeslagen, is het hof van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een gewoonte maken van het vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal van [slachtoffer] .

Feit 2

Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een gewoonte maken van het verwerven van, het in bezit hebben van en het zich toegang verschaffen tot kinderporno. Volgens de advocaat-generaal is het scenario dat [naam persoon] hiervoor verantwoordelijk is onaannemelijk.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft bepleit dat verdachte van het onder 2 tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken. Daartoe is aangevoerd dat verdachte geen wetenschap had van de aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal op zijn laptop. Verdachte stelt dat anderen, waaronder [naam persoon] gebruik maakten van deze laptop. Mensen die bij verdachtes gezin thuiskwamen, gebruikten de laptop. Voorts heeft de verdediging naar voren gebracht dat gelet op de korte periode in combinatie met de lage frequentie niet kan worden gesproken van een gewoonte maken van het bezit van kinderporno.
Oordeel hofAangetroffen “accessible” kinderpornografische afbeeldingen
Blijkens het dossier is verdachte op 17 juli 2017 aangehouden voor heling (het onderzoek 25LANDAL). In verband met deze aanhouding is een aantal gegevensdragers van verdachte inbeslaggenomen, waaronder een Apple MacBook Pro, een Apple iPhone 6 en een Apple iPhone 6S. De Apple MacBook Pro bleek beveiligd met het wachtwoord: [wachtwoord] . [de vrouw] is de naam van de vrouw van verdachte. Op deze drie gegevensdragers zijn in totaal 7595 kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen, waarvan 6554 “accessible” afbeeldingen en nog 1041 foto’s die als afzonderlijke foto’s niet als kinderpornografisch zijn beoordeeld maar wel deel uitmaken van een serie.
Op 19 juli 2017 heeft verdachte in het kader van de hiervoor genoemde helingzaak een verklaring afgelegd bij de politie. Hij heeft verklaard dat de inbeslaggenomen MacBook Pro van hem is en dat alleen hijzelf gebruik maakt van deze laptop. Op de vraag of er andere personen gebruik kunnen maken van de laptop heeft verdachte geantwoord dat dat niet kan, omdat deze is beveiligd met een wachtwoord. Verdachte heeft verklaard dat er geen andere personen zijn die weten wat zijn wachtwoorden zijn. Over de inbeslaggenomen iPhones heeft verdachte verklaard dat alleen hij gebruikmaakt van deze telefoons en dat niemand anders er gebruik van kan maken, omdat niemand de pincode heeft.
[de vrouw] van verdachte, heeft op 15 november 2017 bij de politie verklaard dat de inbeslaggenomen MacBook Pro van verdachte is en door hem wordt gebruikt en dat zij het wachtwoord van de MacBook Pro niet weet. Volgens [de vrouw] is verdachte altijd paranoia wat betreft wachtwoorden en ook zijn telefoon heeft hij dubbel beveiligd.
[naam persoon] heeft op 28 oktober 2020 bij de politie verklaard dat verdachte altijd, waar hij ook naartoe gaat, een Apple MacBook bij zich heeft en dat die zijn heiligdom is. [naam persoon] heeft verklaard dat hij de MacBook nooit heeft gebruikt.
Gelet op het voorgaande kan de stelling van de verdediging dat de verdachte geen wetenschap had van de aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal op de MacBook Pro, niet slagen. Uit de hiervoor genoemde verklaringen volgt dat verdachte de enige was die de MacBook Pro gedurende de ten laste gelegde periode in gebruik had. Het hof heeft geen reden aan de door verdachte afgelegde verklaring te twijfelen, nu deze steun vindt in de door zijn vrouw en [naam persoon] afgelegde verklaringen. Bovendien zijn niet alleen toegankelijke kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen op de MacBook Pro van verdachte, maar ook op twee telefoons van verdachte.
Het hof betrekt daar ook bij dat de laptop beveiligd was met een wachtwoord en volgens verdachtes verklaring niemand anders dan verdachte op de hoogte was van dit wachtwoord.
Het hof is derhalve van oordeel dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van kinderpornografisch materiaal op zijn MacBook Pro. Het hof acht op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verwerven en in bezit hebben van 7595 kinderpornografische afbeeldingen. Hoewel 1041 van deze afbeeldingen afzonderlijk niet als pornografisch zijn beoordeeld, zijn deze op basis van de serie waarvan zij uitmaken wel als kinderpornografisch beoordeeld, waardoor het hof, anders dan de rechtbank komt tot een totaal van 7595 kinderpornografische afbeeldingen. Daarnaast heeft verdachte zich middels zijn laptop toegang verschaft tot websites waarop kinderpornografisch materiaal te zien is.
Aangetroffen “deleted” kinderpornografische afbeeldingen
Op de onder verdachte op 31 oktober 2017 inbeslaggenomen Sony SD kaart, Apple iMac en USB-stick zijn in totaal 9151 “deleted” kinderpornografische bestanden aangetroffen. Voor een bewezenverklaring van het in bezit hebben van deze bestanden is vereist dat deze in de ten laste gelegde periode voor verdachte beschikbaar zijn geweest. Het hof kan ten aanzien van deze aangetroffen kinderpornografische bestanden niet vaststellen wanneer deze zijn binnengekomen en/of verwijderd. Het hof kan daarom niet vaststellen dat verdachte in de ten laste gelegde periode beschikkingsmacht heeft gehad over deze bestanden, zodat het hof verdachte zal vrijspreken van het deel van de tenlastelegging dat ziet op het bezit van (gedelete) kinderpornografische afbeeldingen op de hiervoor genoemde gegevensdragers.
Gewoonte
Gelet op de lange periode van meer dan vier jaren waarin de bewezen verklaarde handelingen hebben plaatsgevonden en de grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal dat op verschillende gegevensdragers van verdachte is aangetroffen, is het hof van oordeel dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het verwerven van, het in bezit hebben van en het zich toegang verschaffen tot kinderporno.

Feit 4

Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 4 tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Volgens de advocaat-generaal is het scenario dat de aangetroffen GHB van [naam persoon] is volstrekt onaannemelijk.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft bepleit dat verdachte van het onder 4 tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken. Volgens de verdediging blijkt uit de door [de vrouw] bij de raadsheer-commissaris afgelegde verklaring dat de aangetroffen GHB van [naam persoon] is. [de vrouw] heeft bij de raadsheer-commissaris verklaard dat de door haar afgelegde verklaring bij de politie onjuist is en dat zij toen enkel het doel had om verdachte te belasten.
Oordeel hof
Uit het dossier volgt dat op 9 november 2017 in de huurauto van verdachte een fles is gevonden die GHB bleek te bevatten. Voorts zijn op 10 november 2017 in één van de drie door verdachte gehuurde opslagboxen met nummer 0102 drie flessen aangetroffen die eveneens GHB bleken te bevatten.
Verdachte heeft op 13 november 2017 bij de politie verklaard dat alleen hij en zijn vrouw toegang hebben tot de opslagboxen, alleen zij beschikken over de sleutels van de opslagboxen en dat er nog een controlesysteem bij de boxen is waarbij je een code moet invullen. Als er al iemand anders in de boxen kwam, dan was dat onder begeleiding van verdachte. [de vrouw] heeft verklaard dat zij de opslag niet zelfstandig in kan omdat zij niet gemachtigd is. Verdachte heeft daarover tijdens zijn verhoor op 13 november 2017 verklaard dat het klopt dat zijn vrouw niet gemachtigd is. [de vrouw] heeft voorts nog verklaard dat verdachte er altijd bij was als zij in de opslag was. [naam persoon] heeft bij de raadsheer-commissaris verklaard dat hij nooit alleen in deze opslagboxen is geweest en niet beschikt over een sleutel.
Het hof acht, gelet op het voorgaande, het door de verdediging naar voren gebrachte scenario dat de aangetroffen GHB van [naam persoon] is onaannemelijk. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en de betrouwbaarheid van de hiervoor genoemde door verdachte en [de vrouw] afgelegde verklaringen te twijfelen, waaruit volgt dat verdachte de enige was met volledige toegang tot de opslagbox waar de GHB is aangetroffen. Deze bij de politie afgelegde verklaringen zijn op essentiële punten gelijkluidend en geven elkaar over en weer steun. Het hof passeert de door [de vrouw] bij de raadsheer-commissaris afgelegde verklaring nu deze niet geloofwaardig is en geen steun vindt in het dossier. Het dossier bevat geen aanwijzingen dat [naam persoon] beschikte over een sleutel, een code en een machtiging die samen toegang geven tot de opslagbox waar de flessen met GHB zijn aangetroffen. Ook het scenario dat de in de huurauto van verdachte aangetroffen fles met GHB van [naam persoon] is, vindt geen steun in het dossier en is daarom niet aannemelijk geworden.
Voor zover het voorwaardelijk verzoek ook is gedaan om [de vrouw] met betrekking tot - kort gezegd - de aangetroffen GHB nogmaals te horen, wijst het hof dat verzoek af, nu het bewijs van hetgeen verdachte is tenlastegelegd niet uitsluitend steun vindt in haar verklaring, maar ook in die van [naam persoon] zoals afgelegd bij de raadsheer-commissaris.
Daarbij heeft het hof ook nog in aanmerking genomen dat het onaannemelijk is dat iemand flessen met GHB in de opslagbox en in de auto van een ander plaatst zónder medeweten van die ander, aangezien het bezit van GHB strafbaar is en GHB zeer gevaarlijk is dat bij (te grote) inname tot ernstige (dodelijke) gevolgen kan leiden.
Gelet op het hiervoor overwogene is het hof van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van een hoeveelheid GHB.
Het verweer wordt verworpen.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij
op één of meer tijdstip( pen)in
of omstreeksde periode van
1519 mei 2015 tot en met 12 juli 2017 te Amersfoort en
/ofGilze-Rijen en
/ofGoirle en
/ofDelft en
/of elders in Nederland en/ofte Ravels
en/of Poppel en/of eldersin België, meermalen,
althans eenmaaltelkens afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] , geboren [geboortedatum 2] 2005, is betrokken
of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd, welke seksuele gedragingen
- zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de vinger
(s)/hand betasten en
/ofaanraken van
het geslachtsdeel en/ofde billen van [slachtoffer]
, althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikten
/ofhet openhouden van
het geslachtsdeel en/ofde billen van [slachtoffer] ,
althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt; (afbeeldingsnummer 10, 11 en 16, bijlage IVa blz. 242 e.v.)
en
/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) plassen door die [slachtoffer] ,
althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,terwijl onder haar
en/of tussen haar benen (mannen)benen zichtbaar zijn, zodat (schijnbaar) over een man heen wordt geplast, (afbeeldingsnummer 19 tot en met 21 bijlage IVa blz. 242 e.v.)
en
/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door [slachtoffer] ,
althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij die Rajcomar, althans deze persoon gekleed is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past/passen en/ofwaarbij door het camerastandpunt
en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die Rajcomar, althans deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s nadrukkelijk de borsten en
/ofvagina en
/ofbillen van [slachtoffer]
, althans deze persoonin beeld gebracht worden, en
/ofhet plassend in beeld brengen met de nadruk op de geslachtsdelen van [slachtoffer] ,
(waarbij
)de afbeelding (aldus telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en
/ofstrekt tot seksuele prikkeling
(afbeeldingsnummer 1 tot en met 15, 17, 18, 22 tot en met 24, bijlage IVa blz. 242 e.v.)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt, terwijl hij het vorenomschreven feit heeft begaan tegen
zijn kind, een kind over wie hij het gezag uitoefent,een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin
, zijn pupil, een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
2.
hij
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 6 april 2013 tot en met 31 oktober 2017
te Amersfoort en/of Delft en/of eldersin Nederland en/of
te Ravels en/of eldersin België, meermalen,
althans eenmaal telkensafbeeldingen en
/ofgegevensdragers bevattende afbeeldingen (te weten een MacBook Pro,
Apple en/ofeen iPhone 6
, Appleen
/ofeen iPhone 6S
Apple en/of een Sony SD kaart en/of een Apple iMac en/of een USB-stick) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken
of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit gehad en
/ofzich daartoe
door middel van een geautomatiseerd werk en/ofmet gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met
de/een penis en
/of (een)vinger
(s)/hand en
/ofeen voorwerp, oraal en
/ofvaginaal en
/ofanaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingsnummer 1, 2, 3, 5 en 6 bijlage IV blz. 229 e.v.
en afbeeldingsnummer 14, 15, 18 en 1 bijlage IV blz. 280 e.v.)
en
/of
het met
de/een penis oraal penetreren van het lichaam van een
(ander
)persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingsnummer 7 bijlage IV blz. 229 e.v.)
en
/of
het bij zichzelf met
de/een vinger/hand en
/ofvoorwerp vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (afbeeldingsnummer 10 bijlage IV blz. 229 e.v.
en afbeeldingsnummer 10 bijlage IV blz. 280 e.v.)
en
/of
het met
de/een penis en
/of de/een vinger/hand en
/ofde mond/tong betasten en
/ofaanraken van het geslachtsdeel en
/ofde billen en
/ofde borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingsnummer 11 t/m 16 bijlage IV blz. 229 e.v.
en afbeeldingsnummer 3 bijlage IV blz. 280 e.v.)
en
/of
het met
de/een vinger
(s)/hand en
/ofde mond/tong en
/ofvoet betasten en
/ofaanraken van het geslachtsdeel en
/ofde billen en
/ofde borsten van een
(ander
)persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingsnummer 16 t/m 21 bijlage IV blz. 229 e.v.)
en
/of
het bij zichzelf met
de/een vinger
(s)/hand en
/ofeen voorwerp betasten en
/ofaanraken van het geslachtsdeel en
/ofde billen door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingsnummer 22 t/m 24 bijlage IV blz. 229 e.v.
en afbeeldingsnummer 4, 16, 21 en 22 bijlage IV blz. 280 e.v.)
het geheel of gedeeltelijk naakt
(laten
)poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en
/ofposeert in een omgeving en
/ofin een
(erotisch getinte en
/ofsadomasochistische
)houding
(op een wijze
)die niet bij zijn/haar leeftijd past
/passenen
/of (waarna)door het camerastandpunt en
/ofde
(onnatuurlijke
)pose en
/ofde wijze van kleden van deze persoon en
/ofde uitsnede van de foto’s en
/offilms nadrukkelijk het
(ontblote
)geslachtsdeel, de borsten en
/ofbillen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij
)de afbeelding
(aldus)een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en
/ofstrekt tot seksuele prikkeling
(afbeeldingsnummer 25 tot en met 33 bijlage IV blz. 229 e.v.
en afbeeldingsnummer 2, 5 t/m 9, 11, 12, 13, 17, 19, 23, 24 en G1 t/m G12)
en
/of
het zichtbaar maken van sperma en
/ofejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
/ofhet masturberen
(dicht)bij het lichaam/gezicht van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (afbeeldingsnummer 34, 35 en 36 bijlage IV blz. 229 e.v.
en afbeeldingsnummer 20 bijlage IV blz. 280 e.v.)
en
/of
het geheel of gedeeltelijk naakt laten plassen door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar niet had bereikt
bij/over een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar niet had bereikt (plasseks) (afbeeldingsnummer 37 bijlage IV blz. 229 e.v.)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
4.
hij
op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van
1 oktober 201625 april 2017 tot en met 31 oktober 2017
te Amersfoort en/of Tilburg, althansin Nederland
en/of in Engelandmeermalen,
althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens)opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende gammahydroxybutyraat (GHB), zijnde 4-hydroxybutaanzuur (GHB)
(telkens
)een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt en terwijl de schuldige het feit begaat tegen een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
een afbeelding/een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verwerven, in bezit hebben en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
Het onder 4 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte voor het onder 1, 2 en 4 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, waarvan één jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met aftrek van voorarrest.
De raadsman heeft verzocht om, gelet op de schending van de redelijke termijn en de medische situatie van verdachte, geen straf op te leggen die tot gevolg heeft dat verdachte terug naar de gevangenis zou moeten. Ten aanzien van verdachtes medische situatie heeft verdachte verklaard dat hij een tumor achter zijn oog heeft die het afgelopen half jaar is gegroeid en is uitgezaaid naar andere lichaamsdelen. Hij heeft verklaard dat hij ziekenhuis in, ziekenhuis uit gaat en dat hij dagelijks nog amper kan functioneren als gevolg van de medicatie. Binnenkort zal verdachte opnieuw geopereerd moeten worden. Volgens de verdediging is het onverantwoord om verdachte in deze medische situatie terug naar de gevangenis te sturen, aangezien verdachte in detentie onmogelijk de zorg kan krijgen die hij nodig heeft.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft gedurende een periode van meer dan twee jaren meerdere kinderpornografische foto’s en films van zijn minderjarige stiefdochter gemaakt en heeft deze in bezit gehouden. Hiermee heeft verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van zijn stiefdochter. Daarbij heeft verdachte als volwassen man misbruik gemaakt van het overwicht dat hij als stiefvader op haar had en heeft hij door zijn handelen het vertrouwen dat zijn stiefdochter in hem had en ook zou mogen hebben, op grove wijze geschonden. Dit terwijl een kind zich juist veilig en beschermd hoort te voelen in gezinsverband. Verdachte heeft zijn stiefdochter door zijn handelen bovendien in een ernstig loyaliteitsconflict gebracht. De ervaring leert dat slachtoffers van dergelijke feiten, ook later, nog lange tijd ernstige psychische gevolgen kunnen ondervinden van hetgeen hun is overkomen. Verdachte heeft kennelijk geen enkel moment gedacht aan de gevolgen voor [slachtoffer] .
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het verwerven en in bezit hebben van kinderporno en heeft verdachte zich middels zijn laptop de toegang verschaft tot websites waarop kinderpornografisch materiaal te zien is. Verdachte heeft hiermee de norm die strekt tot de bescherming van jeugdigen tegen seksueel misbruik in ernstige mate geschonden. Door het verwerven en in bezit hebben van kinderporno en het bezoeken van dergelijke websites wordt de productie van kinderpornografisch materiaal gestimuleerd en in stand gehouden. Voor deze productie worden jonge kinderen ernstig seksueel misbruikt en uitgebuit. Het is een feit van algemene bekendheid dat kinderen die seksuele handelingen moeten verrichten ten behoeve van de kinderporno-industrie aanzienlijke psychische schade kunnen oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. Door de verspreiding van het beeldmateriaal via internet wordt de schade voor deze jeugdigen vergroot, omdat de beelden niet eenvoudig zijn te verwijderen. Verdachte heeft zich daardoor niet laten weerhouden en heeft zijn eigen behoeftebevrediging voorop gesteld. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen de personen te straffen die kinderporno vervaardigen en verspreiden, maar ook degenen die de afbeeldingen downloaden en via een website bekijken.
Tevens heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van GHB. Het gebruik van GHB heeft een verslavende werking en kan leiden tot ernstige schade voor de gezondheid. Daarnaast heeft drugsgebruik een negatieve uitwerking op de samenleving, onder meer vanwege de daarmee gepaard gaande criminaliteit.
Het hof heeft acht geslagen op een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 31 januari 2022 waaruit volgt dat verdachte niet eerder onherroepelijk voor soortgelijke misdrijven is veroordeeld zodat dat niet strafverhogend werkt.
Het hof heeft daarnaast gelet op de rapportages en adviezen in het dossier en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, voor zover die door de verdediging op de terechtzittingen in hoger beroep naar voren zijn gebracht.
Bij de strafbepaling heeft het hof de binnen de rechtspraak gehanteerde oriëntatiepunten in aanmerking genomen.
Naar het oordeel van het hof kan vanwege de ernst van de feiten niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof weegt in strafverzwarende zin mee dat verdachte in hoger beroep op geen enkele wijze blijk heeft gegeven ook maar het minste inzicht in het kwalijke van zijn handelen te hebben. Sterker nog, hij heeft zijn vrouw en zijn nog steeds minderjarige stiefdochter (nota bene: het slachtoffer van feit 1), zover weten te krijgen dat zij in strijd met de waarheid in verdachtes voordeel een verklaring hebben afgelegd. Daarbij heeft hij zelfs zijn stiefdochter blootgesteld aan een verhoor ter terechtzitting, waarbij zij in strijd met haar eerdere belastende verklaring heeft verklaard. Verdachte heeft bovendien geprobeerd om de schuld van de bewezenverklaarde zeer ernstige strafbare feiten in de schoenen van iemand anders te schuiven.
Op basis van al het voorgaande is naar het oordeel van het hof een hogere onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan door de rechtbank is opgelegd, op zijn plaats. Alles afwegende, acht het hof een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en met aftrek van voorarrest, passend en geboden. Gelet op de ernst van de feiten en het hiervoor overwogene, ziet het hof geen aanleiding om vanwege verdachtes medische situatie af te zien van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die tot gevolg heeft dat verdachte terug naar de gevangenis moet.
Tot slot heeft het hof geconstateerd dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden in hoger beroep is overschreden. Hoewel het tijdsverloop mede is veroorzaakt door de gewijzigde proceshouding van verdachte en de als gevolg daarvan verzochte onderzoekswensen van de verdediging waaraan uitvoering is gegeven, is het hof van oordeel dat dit tijdsverloop deels ook voor rekening van de rechtspraak komt.
Gelet op het voorgaande zal het hof de overschrijding van de redelijke termijn verdisconteren in de straftoemeting, in die zin dat hij het onvoorwaardelijke deel van de op te leggen gevangenisstraf zal matigen tot 42 maanden. Het hof veroordeelt verdachte derhalve tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en met aftrek van voorarrest.
Voor het opleggen van bijzondere voorwaarden, zoals die waren opgelegd door de rechtbank, ziet het hof thans geen aanleiding.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Beslag
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de in beslag genomen goederen met SIN AAJL1973NL, SIN AAJL1981NL, SIN AAJL1984NL en SIN AAJL1987NL zal verbeurd verklaren. De advocaat-generaal heeft daarnaast gevorderd dat het hof het in beslag genomen goed met SIN AAJL1983 zal onttrekken aan het verkeer.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht om teruggave aan verdachte van de in beslag genomen iMac met SIN AAJL1973NL.
Oordeel hof
SIN AAJL1983 (Apple iPhone)
Het hof is van oordeel dat deze aan verdachte toebehorende in beslag genomen en nog niet teruggegeven iPhone dient te worden onttrokken aan het verkeer. Dit voorwerp is bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane misdrijven aangetroffen en betreft, vanwege de kinderpornografische bestanden van [slachtoffer] die hierop zijn aangetroffen, een voorwerp met betrekking tot welke het feit is begaan en is van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
SIN AAJL1973 (Apple iMac), SIN AAJL1981NL (Apple iPhone), SIN AAJL1984NL (Apple iPhone) en SIN AAJL1987NL (Apple iPad)
Voorts is het hof van oordeel dat ook deze aan verdachte toebehorende in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane misdrijven aangetroffen. Op de iMac, de iPhone met SIN AAJL1981NL, de iPhone met SIN AAJL1984NL en de Apple iPad staan naaktfoto’s en heimelijk gemaakte films van [slachtoffer] . Nu deze voorwerpen strafbaar materiaal bevatten, is het hof van oordeel dat de voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet en het algemeen belang en dat de voorwerpen kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke misdrijven.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36d, 57, 63, 240b en 248 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 3 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 4 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 4 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
42 (tweeënveertig) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- Apple iMac met SIN AAJL1973NL;
- Apple iPhone met SIN AAJL1981NL;
- Apple iPhone met SIN AAJL1983NL;
- Apple iPhone met SIN AAJL1984NL;
- Apple iPad met SIN AAJL1987NL.
Heft opde schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis
op de dag dat deze uitspraak onherroepelijk wordt.
Aldus gewezen door
mr. B.J.J. Melssen, voorzitter,
mr. A. van Maanen en mr. K.J.C. Geeve, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. E.G. Ruissaard, griffier,
en op 25 maart 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.