Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
zij op of omstreeks 26 maart 2020 te Cothen, gemeente Wijk bij Duurstede, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade (haar echtgenoot/levenspartner) [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, door met een vuurwapen één of meerdere kogels in het hoofd althans het lichaam van die [slachtoffer] te schieten, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of één of meer mededader(s) op of omstreeks 26 maart 2020 te Cothen, gemeente Wijk bij Duurstede, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade, [slachtoffer] van het leven heeft/hebben beroofd, immers heeft/hebben die [medeverdachte 1] en/of (een) ander(en) met dat opzet, met een vuurwapen één of meerdere kogels in het hoofd althans het lichaam van die [slachtoffer] geschoten, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 26 maart 2020 te Cothen, gemeente Wijk bij Duurstede in elk geval Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door (onder meer) een hoeveelheid geld ter beschikking te stellen aan die [medeverdachte 1] voor het aanschaffen van dat vuurwapen en/of - samen met die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] afspraken te maken en/of overleg te voeren over het tijdstip en/of de voorbereiding en/of de handelwijze (ten tijde) en/of de locatie van bovengenoemd misdrijf;
Overweging met betrekking tot het bewijs
met de intentie om hem daar dood te schieten. Ik kwam daar in eerste instantie niet om te praten.’ [14]
als k vandaag heb kan k donderdag betale”. [21] Uit het gesprek blijkt dat [getuige 6] rond 16.18 uur aan [medeverdachte 2] liet weten dat hij niet aan een wapen kon komen. [22]
blafferkan regelen. Op vragen of hij een echt vuurwapen of een
bb gunwil, antwoordt [medeverdachte 1] dat hij een echte moet hebben omdat het om zijn leven gaat. Hij stuurt “
iemand wil me poppen”. De ander vraagt hierop wat [medeverdachte 1] dan gedaan heeft dat iemand hem wil poppen. [medeverdachte 1] antwoordt hierop “
Ja mn schoonvader dies boos door mn oude ex vriendin daarom keurt die mijn relatie met zn dochter niet goed”. [medeverdachte 1] geeft aan dat hij het geld niet meteen heeft en schrijft “
moet die klus doen en daarna had k t”. Op 24 maart 2020 schrijft [medeverdachte 1] “
Even druk de 26ste lockdown” en “
als jij die ding regelt kom ik voor je die shit doen heb ma 2 dagen nog”. In het gesprek is niet te lezen dat er daadwerkelijk een afspraak is gemaakt om een wapen te kopen. [31]
ik was ervan op de hoogte’, maar ‘
ik wist er iets van’ heeft gebezigd toen zij verklaarde wat verdachte tegen haar gezegd heeft.
Oordeel Hof / interpretatie bewijsmiddelen
de bedoeling’. Ook hebben zij het vaker over ‘
we’ of ‘
wij’. Verdachte benoemt daarnaast ‘
het plan’ en wat er was ‘
afgesproken’.
de bedoelingomdat het zou gebeuren en dat
wijeen kwartier tot 20 minuten later pas zouden bellen (...)dan had tie al voorbij Doorn geweest (...) maar [betrokkene 2] is wakker geworden, daarom is er
het plananders was. (...) het was
de bedoelingdat het gebeurd was dat hij weg zou gaan. (...) En als je dan wakker wordt en er legt iemand ja dan hen je al te laat. (...) Want hij zou terug rijden richting Doorn en als hij dan voorbij als hij dan thuis was zou die haar een appje sturen: Ik ben thuis. En dan zouden
wepas politie bellen. Dat was er
afgesproken.” Uit het eerder aangehaalde gesprek blijkt ook dat er, anders dan gepland, eerder naar de politie is gebeld, omdat [betrokkene 2] wakker was geworden. In het gesprek wordt ook gesproken over waar [medeverdachte 1] zijn scooter had moeten neerzetten en wie ‘hem’ zou vinden. Over dat laatste wordt door zowel verdachte als [medeverdachte 2] gezegd dat dat niet uitmaakte. Op de vraag van [getuige 1] of verdachte gewoon heeft geslapen de nacht van 25 op 26 maart, terwijl ze wist dat het ging gebeuren, antwoordt verdachte met
wepas de politie bellen’). De opmerking over dat het niet uitmaakte wie hem zou vinden, past ook niet in die lezing.
- bijvoorbeeld in de vorm van ‘in vereniging’ - een bestanddeel vormt van de delictsomschrijving. [46]
Bewezenverklaring
zij op
of omstreeks26 maart 2020 te Cothen, gemeente Wijk bij Duurstede, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen
, althans alleen, opzettelijk en
al dan nietmet voorbedachten rade (haar
echtgenoot/levenspartner) [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, door met een vuurwapen
één ofmeerdere kogels in het hoofd en het lichaam van die [slachtoffer] te schieten, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
GZ-psycholoog. Uit de rapportage Pro Justitia volgt dat de deskundige geen uitspraak kon doen over in welke mate het tenlastegelegde feit aan verdachte kan worden toegerekend. Er is wel geconstateerd dat verdachte een licht verstandelijke beperking heeft en een conversiestoornis welke aanwezig waren ten tijde van het tenlastegelegde feit. De licht verstandelijke beperking heeft volgens de deskundige tot gevolg dat verdachte onvoldoende in staat is om (sociale) situaties in te schatten en conform te handelen. Verdachte is beïnvloedbaar en onvoldoende in staat om de gevolgen van haar handelen te overzien. Het hof houdt hiermee rekening in de strafmaat. Het hof zal, gelet op de conclusies van de deskundige welke zij deelt, het bewezenverklaarde feit in verminderde mate aan verdachte toerekenen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) jaren.