Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over het ouderlijk gezag van de kinderen van een gescheiden echtpaar. De vader, verzoeker in hoger beroep, vroeg om het gezamenlijk gezag met de moeder te beëindigen en hem alleen met het gezag over de kinderen te belasten. De moeder, verweerster in hoger beroep, verzocht de bestreden beschikking van de rechtbank te bekrachtigen. De ouders zijn in 2004 getrouwd, maar hun huwelijk is in 2004 ontbonden. Na de echtscheiding hebben zij een affectieve relatie gehad die in 2019 eindigde. De ouders hebben drie dochters, waarvan er twee minderjarig zijn. De vader heeft sinds 25 februari 2020 gezamenlijk gezag over de kinderen, maar hij voert in de praktijk het gezag alleen uit. De moeder heeft psychische problematiek en is onbetrouwbaar in haar communicatie en betrokkenheid bij de kinderen.
Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden die een herbeoordeling van het gezag rechtvaardigen. De vader heeft aangegeven dat de moeder haar verantwoordelijkheden niet nakomt en dat dit schadelijk is voor de kinderen. De raad voor de kinderbescherming heeft geen advies kunnen geven, maar heeft wel aangegeven dat het in het belang van de kinderen is dat de vader alleen het gezag uitoefent. Het hof heeft de belangen van de kinderen vooropgesteld en geconcludeerd dat het noodzakelijk is om het gezamenlijk gezag te beëindigen en de vader alleen met het gezag te belasten. De beslissing is genomen in het belang van de kinderen, die zich veiliger voelen bij de vader als enige gezaghebbende ouder.