2.2De deskundige heeft in zijn rapport van 2 maart 2021 de vragen beantwoord. Het hof citeert de volgende passages uit het rapport:
[
Naar aanleiding van vraag 1:]
(p. 6-7)
“Op basis van bestudering van bovengenoemde bronnen krijgen wij het volgende beeld van de situatie ter plaatse van de rechter zijgevel:
- Aan de rechterzijde (vanaf de weg gezien) bevindt zich de azobé damwand buiten de gevel. Deze situatie wijkt enigszins af van de achter- en linkergevel waar de gevel op de damwand is geplaatst. Ten gevolge van het feit dat de damwand meer naar buiten staat, liggen er naast de onderregel van de gevel nog 2 planken horizontaal tot aan de damwand. De planken bevonden zich onder de naastgelegen steiger. Net als de onderregel van de rechtergevel dragen de 2 horizontale planken af op de Azobé vloerbalken die parallel aan de achtergevel lopen. Zie schets van de herleidde bouwkundige situatie in figuur 1.
- Deze situatie wijkt af van de schets in het document van Constructiebureau De Prouw BV (12-24-) NLD262-Principedetails bestaand en nieuw d.d. 23-02-2015. Het niveau van de vlonder was ~10 centimeter hoger tov het niveau van de vloer van de woning. In het detail van De Prouw is deze ongeveer 10 cm te hoog getekend. Tevens bleek ook aan de rechterzijde, net als bij de achtergevel en linkerzijgevel een damwand aanwezig te zijn.
- Van de gevel aan de rechterzijde vertonen de onderregel, de onderzijde van de stijlen en het onderste rabatdeel houtaantasting.
- Ook de 2 horizontale planken buiten de gevel zijn aangetast; deze planken lijken te zijn uitgevoerd in een andere houtsoort dan Azobé (lagere duurzaamheidsklasse; mogelijk grenen? - vuren hout).
- Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat ook de Azobé vloerconstructie aan de binnenzijde van de woning was aangetast.
(…)
(p. 8)
De houtaantasting is veroorzaakt door slechte (regen)waterafvoer onder de steiger. Regenwater dat op de steiger en de gevel valt stroomt tussen de steigerbeplanking af en komt terecht op de horizontale planken aan de buitenzijde van de rechtergevel. Zeer waarschijnlijk zijn als gevolg hiervan de horizontale planken, de onderzijde van het onderste rabatdeel en de onderregel van de gevel veelvuldig nat geworden en langdurig nat gebleven waardoor houtrot heeft kunnen optreden.
Het is niet duidelijk is of er een bouwkundige vochtkering aanwezig is geweest achter de onderste rabatdelen en op de horizontale planken. Een dergelijke waterkering is nergens op de foto's aangetroffen. (Ook al zou deze er geweest zijn, dan nog bestaat het risico dat na verloop van tijd vocht achter/onder de constructie kan komen en niet meer weg kan). De aanwezige bouwkundige constructie is gevoelig voor vochtophoping. Als het water op de horizontale planken komt kan het moeilijk wegkomen. Uit de foto 2 van bijlage 2-8 blijkt dat de (oorspronkelijke gevel- ) oplegging van de steigerbeplanking gedeeltelijk is hersteld door een regel ( inschatting 70 x 70 mm Azobé) op buitenste plank boven de damwand aan te brengen. Hierdoor is ongewild een gootconstructie gerealiseerd, wat mogelijk tot gevolg had dat de vochtophoping alleen is verergerd. Het is niet te achterhalen wanneer deze regel is aangebracht, maar gezien de kleur ervan oogt deze niet al te oud. Deze verkeerde waterafvoer is aan het zicht onttrokken door de bovengelegen steiger. Voor houten constructies in dergelijke vochtige omstandigheden is een houtsoort met duurzaamheidsklasse 1 (bijv. Azobé) aan te raden omdat houtsoorten met een slechtere duurzaamheidsklasse het risico lopen sneller aangetast te worden. Een ondeugdelijke bouwkundige constructie. Op basis van de foto's lijkt het erop dat de onderregel van de gevel en de horizontale planken naast de gevel niet uitgevoerd in Azobé. Waarschijnlijk is dit geen hout met duurzaamheidsklasse I.
Naar aanleiding van de vraag:Is deze veroorzaakt door damptransport vanuit de ondergrond of het water, of door een constructiefout in de houtskeletbouw:Damptransport: Damptransport vind plaats van warme lucht naar koude lucht. Mede omdat er sprake is van een ongeïsoleerde constructie is damptransport dan ook niet waarschijnlijk de oorzaak van de schade aan de gevel en de horizontale planken naast de gevel.
Zoals aangegeven bij antwoord vraag lb ligt de oorzaak in een slechte waterafvoer, niet in een constructiefout in de houtskeletbouw. De later aangebrachte regel tbv oplegging steigerdelen heeft de situatie mogelijk nog verergerd. Op basis van de foto's concluderen wij dat de andere genoemde oorzaken (de wijze van plaatsing van de damwand aan de linkerzijde, of door onvoldoende onderhoud van bijvoorbeeld de potdekseldelen of door een andere oorzaak) hier niet van toepassing zijn.
(…)
(p. 9) De snelheid van aantasting is afhankelijk van een groot aantal factoren en is niet met zekerheid vast te stellen. Er kan dus niet met zekerheid worden gesteld of de in 2015 aangetroffen aantasting ook al in december 2012 aanwezig is geweest. Gezien de omvang van de aantasting in 2015 vinden wij het aannemelijk dat een deel hiervan ook al in 2012 aanwezig zal zijn geweest.
(…)
[naar aanleiding van vraag 2:]
Het rapport Melssen constateert dat er sprake is van enige aantasting aan de houten geveldelen en dat onderhoud hieraan op korte termijn noodzakelijk is. Ook wordt geconstateerd dat de topvloer van de zitkamer golft, met als mogelijke oorzaak vocht. Op basis van bovengenoemde opmerking had [appellant] niet kunnen weten dat er sprake was van aantasting van de onderconstructie van de gevel. De in 2015 aangetroffen aantasting was niet zichtbaar zonder het verwijderen van geveldelen of steigerplanken.
(…)
[naar aanleiding van vraag 3:]
De houtaantasting van de rechterzijgevel is niet veroorzaakt door de verminderde staat van de gevelbekleding, maar door de detaillering aan de onderzijde van de gevel waardoor er sprake is geweest van veelvuldig en langdurige vochtophoging.
(…)
(p. 10)
[naar aanleiding van vraag 4:]
In de periode 2002-2012 zijn er reparaties uitgevoerd aan de steiger. Niet duidelijk is waar en wanneer deze reparaties precies zijn uitgevoerd. Het is dus niet duidelijk of dit op de plek is geweest waar nu de aantasting is aangetroffen. Ook is niet met zekerheid vast te stellen of op dat moment er ook al sprake is was van aantasting. Het lijkt aannemelijk dat de extra Azobé regel na 2002 is aangebracht.
Gezien het bovenstaande geeft het voorhanden materiaal ons onvoldoende basis om vast te stellen dat door werkzaamheden de houtaantasting, zoals is geconstateerd in 2015, aan het oog is onttrokken. Ook is er voor ons onvoldoende basis om vast te stellen dat er tijdens werkzaamheden verricht na 23 augustus 2002 rotte delen niet onder handen zijn genomen in of in de buurt van de in 2015 geconstateerde aangetaste delen.
[naar aanleiding van vraag 5:]
Herstel bestaat uit 2 onderdelen:
aangetaste houten onderdelen (onderregel en stijlen hsb gevel en horizontale, planken buiten de gevel), én
Het verbeteren van de waterafvoer om toekomstige problemen te voorkomen.
Wat betreft het laatste punt is het aan te raden om een deugdelijke waterkering met afschot aan te brengen. Omdat niet voorkomen kan worden dat er (regen)water toestroomt onder de steiger is het noodzakelijk om dit water snel af te voeren. Voorkomen moet worden dat er langdurig water kan blijven staan. Het afschot dient er voor te zorgen dat water snel wordt afgevoerd van de gevel weg. De waterkering moet er voor zorgen dat de ondergelegen constructie beschermd wordt.
(…)
(p. 11)
Als uitgangspunt voor de kostenraming wordt aangehouden dat 50% van de gevels (rechterzijgevel — een deel van de achtergevel en linkerzijgevel) is aangetast en moet worden vervangen:
- Stempelconstructie aanbrengen tbv ondersteuning houten dak
2 rijen stempels totaal lengte 12 ml € 400,00
- Sloop slechte houtskeletbouw gevel totaal geschat op:
- 50% x 29 x 2,6 =~ 38 m2 x € 50,00 = € 1.900,00
- Nieuwe houtskeletbouw gevel 38 m2 á € 600,00= € 22.800,00
- Herstel waterkering boven damwand rechter zijgevel € 2.000,00
- Beschermen en herstel van bestaande afwerkingen 1 post á € 2.000,00
- Aanhelen / herstel dakaansluitingen 1 post ဠ2.000,00
Totale directe kosten € 31.100,00
Staartkosten ABK 10%, AK 7% W&R 4%; totaal 22,4%€ 6.966,40
Totale bouwkosten prijspeil 2015 €38.066,40
(…)
Als basis[voor de aftrek nieuw voor oud, toevoeging hof]
wordt uitgegaan van de kosten zoals opgevoerd door SRK rechtsbijstand d.d. 3 juni 2015 (het vervangen van de houtconstructie door een nieuwe betonconstructie):
- Productie 6 ( SRK)(= inclusief verbetering isolatie e.d)€ 204.365,22
Totale bouwkosten prijspeil 2015 herstel- € 38.066,40
Verschil nieuw voor oud€ 166.298,82
De woning heeft door toevoeging van de verdiepte betonconstructie, een nieuwe paalfundering en isolatie rondom een meerwaarde. Het bestaande pand dateert volgens gegevens uit 1930 en een gedeelte uit 1985. Om te kunnen voldoen aan het bouwbesluit 2012, zoals die nu geldig is, moet een bestaande constructie minimaal voldoen aan het rechtens verkregen niveau met een absoluut minimum veiligheidsniveau volgens NEN 8700: het afkeur niveau, gebaseerd op een restlevensduur van 1 jaar. Indien wordt besloten een bestaand gebouw te verbouwen, moet minimaal worden uitgegaan van het NEN 8700 verbouwniveau, gebaseerd op een ontwerplevensduur van 15 jaar. Dit niveau is een lager veiligheidsniveau ten opzichte van het nieuwbouwniveau.
Bij de verbouwing zoals hier uitgevoerd, zal dit qua directe kosten nauwelijks invloed hebben op de bouwprijs. Het zal theoretisch iets meer wapening vergen in de betonconstructie (~5%) en de rekenwaarde op de palen zal ~5% hoger zijn. De toegepaste wapening is een praktisch basisnet en de toegepaste palen zijn niet uitgenut, waardoor het verschil in de bouwprijs (constructief) te verwaarlozen is.
De isolatiewaarde van de bestaande gevel, vloer en dak behoeft niet te worden verbeterd. De nieuw aan te brengen gevel moet anno 2015 een minimale isolatiewaarde hebben van R = 1,4 m2K/W. (eis bestaande bouw).
(…)
(p. 12)
Op tekening van de architect staat aangegeven "onbenoemde ruimte". Elders logeren is dan niet nodig. Bovengelegen ruimte is een terras.
Over de inboedel is geen mening te vormen, omdat:
1 Het is niet duidelijk is wat de totale inboedel is.
2 Het is niet duidelijk hoeveel vrije ruimte er is in het (niet verbouwde)
woongedeelte.
[naar aanleiding van vraag 6:]
(…)
Kwaliteit van de bestaande basisvloer:
Uit de geraadpleegde documenten is nergens aannemelijk gemaakt dat de conditie van de Azobé vloerconstructie constructief onvoldoende zou zijn. Op basis van een aantal foto's kan beargumenteerd worden dat de bestaande vloer voldoende draagkracht bezat medio 2015 en er derhalve geen reden was voor vervanging. Argumenten hiervoor zijn de steiger die rechtstreeks op deze vloer is geplaatst, zonder verdere verdeelbalken of dergelijke én de graafmachine die ook rechtstreeks op de vloer aan het werk is.
(…)
(p. 13)
Zoals al bij vraag 5c is aangegeven behoefde de verbouwing van de woning niet te voldoen aan een referentieperiode van 50 jaar. (…)
Bij een besluit om de constructie geheel nieuw op te bouwen, had dit ook uitstekend in hout kunnen worden uitgevoerd op basis van een referentieperiode van 50 jaar.
(…)
(p. 14)
[naar aanleiding van vragen van [appellant] ]
In het onderzoek is het gehele rechterdeel (gezien vanaf de weg) beschouwd, dus naast de rechterzijgevel, ook de achter- en linker-zijgevel en de vloer. Het beschikbare materiaal heeft ons geen aanleiding gegeven om vast te stellen dat de damwanden aan de achterzijde en de linkerzijgevel overmatig zouden zijn aangetast. Met overmatig wordt hier bedoeld: dusdanige aantasting dat vervanging van de damwand noodzakelijk is. Op de foto voor de sloop is voor ons geen aantasting waarneembaar.
(…)
(p. 15)
Op foto IMG 5118 is door ons geen aantasting waargenomen. Foto's IMG 3647 en IMG_6729 zijn foto's van de situatie na sloop. Hierdoor zijn de foto's moeilijker te interpreteren. De bovenzijde van de damwand is niet vlak op deze foto's. Onduidelijk is of dit door aantasting, danwel door de sloop, danwel door een combinatie van beide is veroorzaakt. Op basis van de foto's IMG 3647 en IMG_6729 kunnen wij niet concluderen dat de aanwezige damwanden aan de achterzijde en linkerzijgevel dusdanig aangetast waren dat deze volledig vervangen zouden moeten worden.
De foto in bijlage 2-2 is genomen tijdens de sloop. In tegenstelling tot foto IMG_6729 is de damwand aan de achterzijde op deze foto nog over nagenoeg de gehele lengte aanwezig. Op basis van deze foto hebben wij niet kunnen concluderen dat de damwand overmatig was aangetast.
Op basis van de foto in bijlage 2-3 en de tekening van de aangepaste situatie (bijlage 2- 13) hebben wij geconcludeerd dat in de nieuwe situatie de bestaande damwanden zijn hergebruikt. Ook hieruit hebben wij afgeleid dat het niet aannemelijk was dat de damwand aan de achterzijde en linkerzijgevel overmatig waren aangetast.
Omdat mogelijk kleine herstelwerkzaamheden aan de damwanden aan de achter- en linkerzijde noodzakelijk zijn, hebben wij bij het bepalen van de herstelkosten wel rekening gehouden met (het deels) vervangen van de achter- en linkerzijgevel.
(…)
(p. 19-20)
[naar aanleiding van vragen van [geïntimeerde2] ]
Het begrip'Aftrek van Nieuw voor Oud`is in ons vakgebied geen gangbaar begrip. Het begrip is daardoor door ons wellicht verkeerd geïnterpreteerd.
Naar aanleiding van de vragen (meerdere) hebben wij dit begrip en de vraag van het Hof opnieuw bestudeerd en komen we met de volgende aanvulling:
Voor het begrip'Aftrek van Nieuw voor Oud'hebben we de volgende definitie gehanteerd: Bedrag dat in mindering wordt gebracht op de reparatiekosten (materialen en arbeidslonen) op grond van het feit dat het verzekerde object wordt geacht door de reparatie in betere staat te verkeren dan voor de schade.
Deze definitie heeft in zich het uitgangspunt dat een nieuwer object zich in betere staat
bevindt dan een ouder object. Er is volgens de definitie dus sprake van het verouderen/verslechteren van het object.
De vraag is of dit op de houten (gevel)constructie van het woonhuis van toepassing is? De woning is gebouwd in houtskeletbouw en bevindt zich gedeeltelijk boven het water. Naar onze mening is het niet reëel te verwachten dat een dergelijke woning een oneindige levensduur heeft. Hierbij wordt opgemerkt dat wij voor het deel dat zich boven het water bevindt een kortere levensduur verwachten dan voor het deel dat op de grond staat. Wij vinden het reëel aan te nemen dat met name de (gevel)constructie die zich boven het water bevindt op termijn aan veroudering/ verslechtering onderhevig is. In dit licht lijkt ons eenaftrek van Nieuw voor Oudterecht.
De hoogte van deze aftrek is conform bovenstaande definitie afhankelijk van de mate
van veroudering. Deze mate van veroudering kan worden bepaald door de leeftijd van
de (gevel)constructie te vergelijken met de te verwachten levensduur ervan.
De leeftijd van de (gevel)constructie (in 2015) is ons niet bekend.
Wij schatten de te verwachten levensduur van een dergelijke (gevel)constructie gebouwd in hout en boven het water op ca. 30 jaar, uitgaande dat er regulier onderhoud wordt gepleegd.
[naar aanleiding van vragen van [geïntimeerde1] :]
(p. 23)
De totale herstelkosten zijn gebaseerd op 14,50 m1 gevel. Dit omvat de rechter zijgevel (de lengte van de houten vloer is aangehouden: 10 meter) + 4,50 m1 verdeeld over de rest van de gevels (geschat partiëel herstel). Uitgangspunt is dat de damwanden zelf aan achtergevel en linkerzijgevel niet vervangen hoefden te worden.
(p. 24)
De opmerkingen bij vraag 6 waren bedoeld om aan te geven, dat de vloerconstructie van goede kwaliteit was. Ruim voldoende om te voldoen aan de eisen geldend voor woningbouw (225 kg/m2). Hoe zwaar de BobCat was, is ons niet bekend, echter zal dit naar verwachting meer zijn dat 225 kg/m2. Als voorbeeld: Een gewicht van 1200 kg te verdelen over 3 m2 is een vloerlast van 400 kg /m2.”
Het aan de deskundige ter beschikking gestelde dossier