Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekers in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van ouders tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de uithuisplaatsing van hun drie kinderen is verlengd. De ouders, die samen het gezag over de kinderen hebben, hebben in eerste aanleg verzocht om de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing te vernietigen. De kinderen staan sinds 7 augustus 2019 onder toezicht van de gecertificeerde instelling (GI) en zijn in een pleeggezin geplaatst. De GI heeft de ouders tijdige en passende interventies aangeboden, maar de ouders hebben deze kansen niet benut. Het hof heeft de eerdere beslissing van de kinderrechter bekrachtigd, waarbij is geoordeeld dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is vanwege de onveilige opvoedsituatie en de problematiek van de ouders. De ouders hebben verzuimd om mee te werken aan een gezinsopname, wat volgens het hof essentieel was om te beoordelen of terugplaatsing van de kinderen mogelijk was. Het hof concludeert dat de GI op goede gronden heeft gehandeld en dat de ouders de kans om te laten zien dat zij voor de kinderen kunnen zorgen, hebben laten liggen. De beschikking van de kinderrechter is bekrachtigd, en het hof heeft het verzoek van de ouders om een deskundigenonderzoek afgewezen, omdat dit in strijd zou zijn met de belangen van de kinderen.