Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 12 juli 2021;
- het verweerschrift tevens incidenteel hoger beroep;
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep;
- een journaalbericht van mr. Beuwer van 13 januari 2022 met een productie;
- een e-mailbericht van de GI van 19 januari 2022 met als productie de hierna te noemen beschikking van 29 november 2021.
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat,
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat en een tolk,
- twee vertegenwoordigers van de GI,
- een vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming.
3.De feiten
- [de minderjarige1] , geboren [in ] 2012 te [plaats] ,
- [de minderjarige2] , geboren [in ] 2013 te [plaats] , en
- [de minderjarige3] , geboren [in ] 2015 te [plaats] .
- de kinderen verblijven drie van de vier weekenden in de maand bij de moeder van vrijdagmiddag uit school tot zondag 17.00 uur;
- de moeder is verantwoordelijk voor het halen en brengen van de kinderen;
- de regeling start zodra alle paspoorten van de kinderen in bewaring zijn gegeven bij de advocaten van partijen.
- de echtscheiding tussen partijen uitgesproken;
- bepaald dat de moeder met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand het huurrecht zal voortzetten van de woning;
- bepaald dat, zodra de moeder huurster is van de woning, de kinderen hun hoofdverblijfplaats bij de moeder hebben;
- zodra de moeder huurster is van de woning als zorgregeling vastgesteld dat de kinderen bij de vader verblijven:
- de beslissing, met uitzondering van de beslissing ten aanzien van de echtscheiding, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
- de echtscheiding tussen partijen uit te spreken;
- te bepalen dat de kinderen vanaf de datum van de beschikking van het hof hun hoofdverblijfplaats bij de vader hebben;
- te bepalen dat de vader vanaf de datum van de beschikking van het hof alleen huurder zal zijn van de woning;
- de kosten te compenseren in die zin dat elk van partijen de eigen kosten draagt.
- de echtscheiding tussen partijen uit te spreken;
- de woning aan de man toe te wijzen;
- de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de moeder te bepalen;
- een omgangsregeling tussen de kinderen en de vader vast te stellen waarbij de kinderen drie van de vier weekenden bij de vader verblijven van vrijdagmiddag uit school tot zondagmiddag 17.00 uur, alsmede gedurende de helft van de vakanties en feestdagen, waarbij de uitwisseling van de kinderen plaatsvindt op station [woonplaats2] ;
- subsidiair een omgangsregeling tussen de kinderen en de moeder vast te stellen waarbij de kinderen drie van de vier weekenden bij de moeder verblijven van vrijdagmiddag uit school tot zondagmiddag 17.00 uur, alsmede gedurende de helft van de vakanties en feestdagen, waarbij de uitwisseling van de kinderen plaatsvindt op station [woonplaats2] .
- primair: als de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vader wordt vastgesteld: te bepalen dat de kinderen om het weekend bij de moeder verblijven van vrijdagmiddag uit school tot zondag 17.00 uur, alsmede de helft van de vakantie- en feestdagen;
- subsidiair: als de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de moeder wordt vastgesteld: te bepalen dat de kinderen bij de vader verblijven drie van de vier weekenden van vrijdagmiddag uit school tot zondag 17.00 uur, elke woensdagmiddag uit school tot 17.00 uur en de helft van de vakantie- en feestdagen.
5.De motivering van de beslissing
a. een toedeling aan ieder der ouders van de zorg- en opvoedingstaken, alsmede met overeenkomstige toepassing van artikel 377a, derde lid, een tijdelijk verbod aan een ouder om met het kind contact te hebben;