ECLI:NL:GHARL:2022:1450
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoofdverblijfplaats kind, kinderalimentatie, partneralimentatie en afwikkeling huwelijkse voorwaarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een hoger beroep inzake de hoofdverblijfplaats van de kinderen, kinderalimentatie, partneralimentatie en de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden na een echtscheiding. De partijen, een man en een vrouw, zijn in 2008 gehuwd onder huwelijkse voorwaarden en hebben drie minderjarige kinderen. De vrouw heeft op 29 november 2019 een verzoek tot echtscheiding ingediend, waarna het huwelijk in 2021 is ontbonden. De rechtbank Gelderland heeft in eerste aanleg de echtscheiding uitgesproken en de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw vastgesteld, evenals de kinderalimentatie en de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden. De man is in hoger beroep gegaan met zes grieven, onder andere gericht tegen de hoofdverblijfplaats van de kinderen en de hoogte van de alimentatie. De vrouw heeft in incidenteel hoger beroep twee grieven ingediend, onder andere over de verdeling van de bankrekening en alimentatie. Het hof heeft de grieven besproken en geoordeeld dat de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw moet blijven, en dat de door de rechtbank vastgestelde kinderalimentatie en partneralimentatie niet gewijzigd hoeven te worden. De afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden is deels herzien, waarbij het hof heeft geoordeeld dat de man aan de vrouw een bedrag van € 11.175,- moet betalen voor de verrekening van de waarde van zijn pand en € 175,- voor de waarde van zijn auto. De kosten van het geding in hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.