In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1971 en wonende te [woonplaats], was eerder door de politierechter schuldig verklaard aan mishandeling zonder oplegging van straf. Het hof heeft het hoger beroep van de verdachte behandeld naar aanleiding van een incident op 3 april 2019, waarbij de verdachte zijn buurman, [benadeelde], heeft mishandeld door hem met kracht tegen het lichaam te duwen tijdens een burenruzie. De verdachte heeft verweer gevoerd op basis van noodweer en psychische overmacht, maar het hof heeft deze verweren verworpen. Het hof oordeelde dat de verdachte opzettelijk de kans heeft aanvaard dat zijn buurman ten val zou komen en letsel zou oplopen. De verdediging kon niet aantonen dat er sprake was van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding die een beroep op noodweer rechtvaardigde. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van € 150,- met een proeftijd van twee jaar. De vordering van de benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard, waardoor deze alleen bij de burgerlijke rechter kan worden ingediend.