ECLI:NL:GHARL:2022:11151

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
29 april 2022
Publicatiedatum
27 december 2022
Zaaknummer
21-002827-19
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep mensenhandel en oplichting met meerdere slachtoffers

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een verdachte die eerder door de rechtbank Gelderland was veroordeeld voor mensenhandel en oplichting. De rechtbank had de verdachte vrijgesproken van mensenhandel, maar veroordeeld voor andere feiten, waaronder oplichting. In hoger beroep heeft het hof de vrijspraak van mensenhandel vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan acht maanden voorwaardelijk. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan mensenhandel met betrekking tot meerdere slachtoffers, waaronder minderjarigen, en dat hij hen had misleid en uitgebuit door hen te dwingen telefoonabonnementen af te sluiten. De slachtoffers werden financieel en seksueel geëxploiteerd. Het hof heeft ook geoordeeld dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan oplichting door de slachtoffers te misleiden over de gevolgen van de afgesloten abonnementen. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot schadevergoeding aan de slachtoffers. Het hof heeft de ernst van de feiten en het aantal slachtoffers in aanmerking genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002827-19
Uitspraak d.d.: 29 april 2022
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 10 mei 2019 met parketnummer 05-881714-17 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 25 maart 2022 – welk onderzoek is gesloten ter terechtzitting van 29 april 2022 - en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. R.J. Laatsman, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft verdachte vrijgesproken van mensenhandel en enkele daaraan gekoppelde strafbare feiten en hem voor de overige tenlastegelegde feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden. Daarnaast heeft de rechtbank de vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd aan verdachte, inhoudende dat hij zich zal onthouden van contact met één aangeefster van een tenlastegelegd en bewezenverklaard feit. De namens haar ingediende vordering tot schadevergoeding is deels toegewezen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en deze benadeelde partij is voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering verklaard. De andere benadeelde partijen zijn geheel niet-ontvankelijk in hun vorderingen verklaard door de rechtbank. Het vonnis waarvan beroep houdt verder beslissingen ten aanzien van de inbeslaggenomen voorwerpen in.
Het hof komt tot andere beslissingen dan de rechtbank. Daarom zal het hof het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte zijn -na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging en toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging in eerste aanleg en toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging in hoger beroep – verschillende strafbare feiten tenlastegelegd. Het hof zal de onder 1 alternatief /cumulatief tenlastegelegde strafbare feiten hieronder nummeren van A tot en met G en de namen van de aangeefsters achter de nummering van de tenlastegelegde feiten vermelden voor de leesbaarheid van de tenlastelegging en dit arrest. Aan verdachte is tenlastegelegd:
1.
A: mensenhandel met betrekking tot [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6]
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 april 2014 tot en met 10 januari 2017 te [plaats 1] en/of [plaats 2] en/of [plaats 3] , in elk geval (telkens) in Nederland,
(lid 3, onder 1°)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer ander(en), te
weten, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6]
(lid 1, onder 1°)
(telkens)
door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of
door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of
door misbruik van de kwetsbare positie,
heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6]
en/of
(lid 1, onder 4o)
(telkens) met één of meerdere van de onder 1° van dit artikel genoemde middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of
door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of misleiding dan wel
door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of
door misbruik van de kwetsbare positie,
die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten
en/of
onder de onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden, te weten
door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of
door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of
door misbruik van de kwetsbare positie,
enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij, verdachte en/of diens mededader(s), wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
en/of
(lid 1, onder 6o)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6]
heeft/hebben en/of is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s)
1. contact gezocht met die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] , al dan niet via sociale media (Tagged en/of Baddoo en/of Facebook)
2. terwijl hij en/of zijn mededader(s) wisten, althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] verstandelijk beperkt en/of kwetsbaar en/of gemakkelijk te beïnvloeden was/waren en/of geen werk en/of schulden had(den) en/of
3. terwijl hij en/of zijn mededader(s) een (liefdes)relatie met die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] is aangegaan en/of onderhouden en/of haar/hen in de veronderstelling heeft/hebben laten verkeren dat zij die enige voor hem was/waren, en zodoende haar/hen onder zijn/hun invloedssfeer heeft/hebben gebracht en/of
4. terwijl hij en/of zijn mededader(s) zich in de omgang met die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] schreeuwend en/of (telkens) agressief en/of boos en/of intimiderend heeft/hebben opgesteld en/of
5. terwijl hij en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 4] heeft bedreigd met een (namaak)pistool, althans een of meer wapen(s) getoond, althans een filmpje met een (namaak)pistool via social media naar haar heeft/hebben gestuurd en/of
6. terwijl hij en/of zijn mededader(s) tegen die [slachtoffer 6] heeft gesproken over het voor handen hebben van en vuurwapen en/of
7. ( (trio)seks met die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] gehad en/of (deze) seksuele handelingen op film heeft opgenomen en/of
8. ( (vervolgens) gedreigd dat seksfilmpje met die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 6] te zullen openbaren en/of
9. ( (telkens) op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] ingepraat en/of haar/hen bedreigd, teneinde haar/hen te bewegen (al dan niet tegen betaling) seks te hebben met een of meerdere ander(e) man(nen) en/of
10. ( (telkens) op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] ingepraat en/of haar/hen bedreigd, teneinde haar/hen te bewegen tot het afsluiten van een telefoonabonnement en/of
11. die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] voorgehouden dat iemand de/het afgesloten abonnement(en) en/of contract(en) uit het systeem zou halen en/of dat de abonnementen geannuleerd zouden worden en/of dat de betalingen van de abonnementsgelden stopgezet zouden worden en/of
12. die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (vervolgens) instructies gegeven een of meerdere telefoonabonnement(en) op haar/hun naam afte sluiten en/of
13. die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (telkens) naar een of meer telefoonwinkel(s) vervoerd en/of vergezeld en/of
14. door met meerdere personen gezamenlijk aanwezig te zijn en/of in de nabijheid zich op te houden bij die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] bij het aangaan van de afspraken over het/de telefoonabonnement(en) en/of bij het afsluiten van het/de telefoonabonnement(en) (zodoende) een numeriek overwicht gevormd en/of
15. ( (telkens) nadat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] het telefoonabonnement had afgesloten tegen haar/hun gezegd om (de tas met) bijbehorende telefoontoestel(len) en/of iPad aan hem verdachte of zijn mededader(s) af te geven en/of
16. terwijl die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] rekeningen van de telefoonmaatschappij(en) heeft ontvangen en/of
17. die [slachtoffer 1] geld van haar rekening voor hem, verdacht een/of zijn mededader(s) laten pinnen en/of
18. die [slachtoffer 2] haar auto aan hem verdachte laten afgeven en/of
19. die [slachtoffer 5] haar bankpas aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) laten afgeven zodat hij verdachte en/of zijn mededader(s) geld van haar bankrekening konden pinnen en/of
20. door welke feiten en omstandigheden voor die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] een (afhankelijkheids) situatie is ontstaan waaraan zij/ze zich niet heeft/hebben kunnen onttrekken en/of ten gevolge waarvan zij/ze geen weerstand aan verdachte en/of zijn mededader(s) heeft/hebben kunnen bieden.
en/of
B: oplichting van [slachtoffer 1]
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van september 2014 tot en met 17 april 2015 te [plaats 1] , althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
  • afgifte van meerdere, althans één mobiele telefoon(s) en/of contract(en), in elk geval van enig goed, en/of
  • het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van meerdere, althans één telefoonabonnement(en)
door indringende wijze tegen die [slachtoffer 1] te zeggen
  • dat er een bedrijf was dat abonnementen kon verwijderen uit het systeem en/of dat een abonnement geen gevolgen had en/of
  • dat het veilig was en/of
  • dat zij later meer geld zou krijgen en/of
  • dat zij het voor [naam] deed
althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
waardoor die [slachtoffer 1] werd bewogen tot voornoemde afgifte en/of het aangaan van voornoemde schuld;
en/of
C: oplichting van [slachtoffer 3]
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 januari 2016 tot en met 11 februari 2016 te [plaats 1] , althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
  • afgifte van meerdere, althans één mobiele telefoon(s) en/of contract(en), in elk geval van enig goed, en/of
  • het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van meerdere, althans één telefoonabonnement(en)
door op indringende wijze tegen die [slachtoffer 3] te zeggen
  • dat hij wel iemand wist die bij een telefoon bedrijf werkte en/of die het abonnement van haar naam kon halen en/of dat deze persoon hem, verdachte, nog geld schuldig was en/of
  • dat hij dat zelf ook had gedaan en/of
  • dat het allemaal goed zou komen en/of
  • dat hij die jongen had gesproken en/of
  • dat de leidinggevende van die jongen het op kon lossen
althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
waardoor die [slachtoffer 3] werd bewogen tot voornoemde afgifte en/of het aangaan van voornoemde schuld;
en/of
D: afpersing van [slachtoffer 4]
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 februari 2016 tot en met 10 maart 2016 te [plaats 1] , althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van een of meer telefoons en/of telefoonabonnementen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer 4] toebehoorde,
welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte die [slachtoffer 4]
  • aan die [slachtoffer 4] een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp heeft getoond en/of
  • aan die [slachtoffer 4] filmpjes heeft laten zien op social media waarop verdachte en/of diens mededader te zien waren met een wapen en/of
  • tegen die [slachtoffer 4] heeft gezegd dat ze tegen niemand iets mocht vertellen anders wisten ze haar te vinden, althans telkens woorden en/of handelingen van gelijke aard en/of strekking;
en/of
E: oplichting van [slachtoffer 4]
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 februari 2016 tot en met 10 maart 2016 te [plaats 1] , althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
  • afgifte van meerdere, althans één mobiele telefoon(s)en/of contract(en),in elk geval van enig goed, en/of
  • het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van meerdere, althans één telefoonabonnement(en)
door
- op indringende wijze tegen die Huijberts te zeggen dat hij iemand kent binnen het hoofdkantoor die het abonnement weer van naam konden halen,
althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
waardoor die [slachtoffer 4] werd bewogen tot voornoemde afgifte en/of het aangaan van voornoemde schuld;
en/of
F: oplichting van [slachtoffer 5]
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 4 mei 2016 tot en met 13 mei 2016 te [plaats 3] , althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
  • afgifte van meerdere, althans één mobiele telefoon(s) en/of contract(en), in elk geval van enig goed, en/of
  • het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van meerdere, althans één telefoon abonnement(en)
door op indringende wijze tegen die [slachtoffer 5] te zeggen
  • dat hij mensen kende die werkten bij een bedrijf en/of dat deze mensen het abonnement konden verwijderen uit het systeem en/of
  • dat zij geen rekeningen zou krijgen,
althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
waardoor die [slachtoffer 5] werd bewogen tot voornoemde afgifte en/of het aangaan van voornoemde schuld;
en/of
G: oplichting van [slachtoffer 6]
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 december 2016 tot en met 10 januari 2017
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 6] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of liet teniet doen van een inschuld, te weten
  • afgifte van meerdere, althans één mobiele telefoon(s) en/of contract(en), in elk geval van enig goed, en/of
  • het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van meerdere, althans één telefoonabonnement(en)
door op indringende wijze tegen die [slachtoffer 6] te zeggen
- dat verdachte samenwerkte met een Nederlandse man die de abonnementen weer ongedaan kan maken en/of hij iemand kent binnen het hoofdkantoor die het abonnement weer van naam kan halen
althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
waardoor die [slachtoffer 6] werd bewogen tot voornoemde afgifte en/of het aangaan van voornoemde schuld;
2: afpersing van [slachtoffer 7] :
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 december 2013 tot en met 6 februari 2014 te [plaats 1] (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 7] heeft gedwongen tot de afgifte van een of meer telefoons en/of telefoonabonnementen, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 7] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte die [slachtoffer 7] heeft geslagen en/of heeft geschopt tegen het lichaam;
3: oplichting van [slachtoffer 8]
hij op of omstreeks 31 januari 2014 te [plaats 2] , althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 8] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
  • afgifte van meerdere, althans één mobiele telefoon(s) en/of contract(en), in elk geval van enig goed, en/of
  • het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van meerdere, althans één telefoonabonnement(en)
door
  • aan die [slachtoffer 8] te vertellen dat zijn, verdachtes, tante [naam] bij de Telecom werkte en/of een abonnement kon annuleren en/of
  • te zeggen dat het te vertrouwen was en/of dat die tante alles weg kon halen en/of
  • te zeggen dat hijzelf en zijn zusje het ook hadden gedaan,
althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
  • door die tante [naam] in de auto bij die [slachtoffer 8] te laten plaatsnemen en/of
  • door op indringende wijze tegen die [slachtoffer 8] te spreken,
waardoor die [slachtoffer 8] werd bewogen tot voornoemde afgifte en/of het aangaan van voornoemde schuld;
4: seksueel binnendringen lichaam van [slachtoffer 9]
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2016 tot en met 28 november 2016 te [plaats 1] , althans in Nederland, met [slachtoffer 9] , geboren op [geboortedatum] 2001, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, (telkens) buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die (telkens) bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 9] , te weten zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 9] heeft geduwd en/of gebracht en/of zijn penis in de mond van die [slachtoffer 9] geduwd en/of gebracht en/of laten nemen;
5: mensenhandel met betrekking tot [slachtoffer 9] :
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 maart 2016 tot en met 28 november 2016 te [plaats 1] en/of elders in Nederland
(lid 3, onder 1°)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een ander of anderen, te weten [slachtoffer 9] (geboren [geboortedatum] 2001),
(lid 1, onder 2°)
(telkens)heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 9] , terwijl die [slachtoffer 9] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt.
en/of
(lid 1, onder 5°)
(telkens) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [slachtoffer 9] (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 9] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen
terwijl die [slachtoffer 9] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt
en/of
(lid 1, onder 8°)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die [slachtoffer 9] , met en/of voor een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer 9] de leeftijd van achttien jaren nog niet had(den) bereikt, heeft/hebben en/of is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s)
  • contact gezocht met die [slachtoffer 9] en/of een relatie aangegaan met die [slachtoffer 9] en/of
  • (trio)seks met die [slachtoffer 9] gehad en/of (deze) seksuele handelingen op film heeft opgenomen
en/of
  • (vervolgens) gedreigd dat seksfilmpje met die [slachtoffer 9] te zullen openbaren en/of
  • (telkens) op die [slachtoffer 9] ingepraat, teneinde haar/hen te bewegen (al dan niet tegen betaling) seks te hebben met een of meerdere ander(e) man(nen) en/of
  • die [slachtoffer 9] seks laten hebben met een of meerdere ander(e) man(nen).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Geldigheid van de dagvaarding

De rechtbank heeft het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot partiële nietig verklaring van de dagvaarding verworpen. Dit verweer heeft de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep gehandhaafd. Volgens de raadsman biedt de tenlastelegging op grond van artikel 261 Rv (het hof begrijpt: artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering, Sv) onvoldoende aanknopingspunten om tot een bewezenverklaring te kunnen komen en dat de dagvaarding in dit verband partieel nietig is. De tenlastelegging is onduidelijk. Er ontbreekt een duidelijke onderbouwing per feit van hetgeen is vastgelegd in artikel 273, eerste lid onder 4
, van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Het hof begrijpt dat de raadsman, mede gelet op hetgeen ter terechtzitting in eerste aanleg door hem naar voren is gebracht, heeft bedoeld dat uit de feitelijke omschrijving in de tenlastelegging niet valt af te leiden welke gedragingen verdachte worden verweten met betrekking tot bestanddelen van artikel 273, eerste lid onder 4o, Sr, zoals die zijn vermeld onder “(lid 1, onder 4o)” in de tenlastelegging van feit 1. Het betreft de middelen waardoor de aangeefsters [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] volgens de steller van de tenlastelegging zijn gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten.
Het hof overweegt dat aan de woorden “dwang”, “geweld”, “bedreiging met geweld”, “afpersing”, “misleiding”, “misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht” en “misbruik van de kwetsbare positie” zowel kwalificatieve als feitelijke betekenis toekomt. Het hof leest de tenlastelegging aldus dat de gedragingen die onder het kopje “(lid 1, onder 6°)” achter de gedachtestreepjes zijn opgesomd betrekking hebben op alle daarvóór beschreven bestanddelen van artikel 273f Sr. Gelet op de uitwerking van de aan verdachte verweten gedragingen achter de gedachtestreepjes - die hieronder voor de leesbaarheid van dit arrest zijn genummerd van 1 tot en met 20 - begrijpt het hof wat de opsteller van de tenlastelegging met de termen “arbeid” en/of “diensten” heeft beoogd ten laste te leggen. De vraag of het doen verrichten van “arbeid en/of diensten” een vorm van “uitbuiting” oplevert, is niet relevant voor de beoordeling van de geldigheid van de dagvaarding. Die vraag dient de strafrechter te beantwoorden op grond van het bewijsmateriaal in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting, waarvan de verdachte en zijn raadsman kennis kunnen nemen. Voor de verdediging moet dan ook voldoende duidelijk zijn wat verdachte wordt verweten en waartegen hij zich dient te verdedigen. Naar het oordeel van het hof is de dagvaarding geldig ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde. Daarom ziet het hof geen aanleiding de dagvaarding ten aanzien van feit 1 partieel nietig te verklaren.
Het hof stelt ambtshalve vast dat de tenlastelegging van de oplichting van [slachtoffer 6] niet voldoet aan het bepaalde in artikel 261, eerste lid, Sv. In de inleidende dagvaarding is immers niet vermeld waar ter plaatse dit oorspronkelijk onder 8 tenlastegelegde feit zou zijn begaan. De pleegplaats is evenmin vermeld in de vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, waarbij hetzelfde feit onder 1 E alternatief/cumulatief ten laste is gelegd, die de rechtbank ter terechtzitting van 17 december 2018 heeft toegewezen. Dit verzuim is ook niet hersteld bij de vorderingen tot wijzigingen van de tenlastelegging die zijn toegewezen door de rechtbank ter terechtzitting van 16 april 2019 en door het hof ter terechtzitting van 23 maart 2022. Daarom zal het hof de inleidende dagvaarding wat betreft de tenlastegelegde oplichting van [slachtoffer 6] nietig verklaren.
Overwegingen met betrekking tot (gedeeltelijke) vrijspraak van en het bewijs voor de tenlastegelegde feiten
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot (gedeeltelijke) bewezenverklaring van de onder 1 tenlastegelegde mensenhandel met betrekking tot [slachtoffer 1] (subs. 1, 4 en 6), [slachtoffer 2] (sub. 1, 4 en 6), [slachtoffer 3] (sub. 1), [slachtoffer 4] (sub. 1), [slachtoffer 5] (sub. 1) en [slachtoffer 6] (sub. 1, 4 en 6). Volgens de advocaat-generaal kunnen de volgende aan mensenhandel gekoppelde feiten ook worden bewezen: oplichting van [slachtoffer 1] , oplichting van [slachtoffer 4] in vereniging gepleegd en oplichting van [slachtoffer 6] . De advocaat-generaal is van mening dat oplichting van [slachtoffer 3] en afpersing van [slachtoffer 4] niet kunnen worden bewezen. De advocaat-generaal acht wel bewezen dat verdachte de onder 2 tenlastegelegde afpersing van [slachtoffer 7] en de onder 3 tenlastegelegde oplichting van [slachtoffer 8] heeft begaan. Ten slotte heeft de advocaat-generaal geconcludeerd tot bewezenverklaring van het onder 4 tenlastegelegde plegen van ontuchtige handelingen met [slachtoffer 9] , die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van haar lichaam, en de onder 5 tenlastegelegde mensenhandel met betrekking tot [slachtoffer 9] , die in de pleegperiode van beide feiten nog geen 16 jaar oud was.
Standpunt van de verdediging
Verdachte ontkent dat hij de tenlastegelegde feiten heeft begaan. De raadsman heeft bepleit verdachte integraal van het tenlastegelegde vrij te spreken.
Oordeel van het hof
Gelet op de partiele nietigverklaring van de inleidende dagvaarding is de oplichting van [slachtoffer 6] niet meer aan het oordeel van het hof onderworpen.
Het hof is - met de advocaat-generaal en de raadsman - van oordeel dat verdachte moet worden vrijgesproken van de oplichting van [slachtoffer 3] en de afpersing van [slachtoffer 4] .
Anders dan de advocaat-generaal acht het hof de afpersing van [slachtoffer 7] en de oplichting van [slachtoffer 8] niet bewezen. Er zijn weliswaar aanwijzingen dat verdachte geweld tegen [slachtoffer 7] heeft gebruikt, maar onvoldoende is gebleken dat zij hierdoor is gedwongen (een) telefoonabonnement(en) af te sluiten en de daarmee verkregen mobiele telefoon(s) aan verdachte af te geven. Daarom dient verdachte van het onder 3 tenlastegelegde te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van [slachtoffer 8] geldt dat verdachte weliswaar oplichtingsmiddelen heeft ingezet om [slachtoffer 8] te bewegen om telefoonabonnementen te laten afsluiten, maar dat uit de verklaring van [slachtoffer 8] volgt dat ze niet door die middelen is bewogen om de abonnementen af te sluiten. Toen verdachte haar vervolgens begon te intimideren voelde ze zich gedwongen om toch de abonnementen af te sluiten. Zij heeft de abonnementen dus afgesloten uit angst en niet vanwege de leugens van verdachte. Ondanks de vrijspraak van dit feit zal het hof wel de verklaring van [slachtoffer 8] opnemen omdat daaruit blijkt dat verdachte reeds voor hij de feiten pleegde zoals tenlastegelegd onder de mensenhandel, gebruik maakte van de handelwijze die hij ook ten aanzien van de slachtoffers van de mensenhandel inzette.
Het hof is van oordeel dat het door en namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot integrale vrijspraak van het tenlastegelegde voor het overige wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze hieronder in dit arrest zijn opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof stelt op grond van de verklaringen van de aangeefsters, voor zover de inhoud van hun verklaringen elkaar over en weer ondersteunen en voldoende steun vinden in bewijsmateriaal uit andere bronnen, het volgende vast.
[slachtoffer 8] [1]
[slachtoffer 8] is geboren op [geboortedatum] 1995. Zij kreeg via Tagged contact met verdachte. Via WhatsApp spraken ze met elkaar. Verdachte wilde weten hoe oud ze was. Ze zei dat ze 18 jaar oud was. Verdachte zei dat hij een serieuze relatie met haar wilde en met haar wilde afspreken. Ze spraken af in [plaats 2] en verdachte bleef bij haar slapen. De volgende ochtend vertelde hij dat zijn tante [naam] bij Telecom werkte en abonnementen kon annuleren. [slachtoffer 8] zou een abonnement afsluiten en daarbij een telefoon krijgen. Het abonnement zou dan later geannuleerd kunnen worden. Dit kon alleen als [slachtoffer 8] geen schulden had. Verdachte vroeg of zij schulden had en [slachtoffer 8] zei dat dit niet het geval was. [slachtoffer 8] zei dat ze het niet wilde. Vervolgens belde verdachte zijn tante en zette haar op de luidspreker. [slachtoffer 8] hoorde dat de tante zei dat het te vertrouwen was en dat zij alles kon weghalen. Verdachte appte ook met een man die de telefoons zou kopen. Later reden ze naar [plaats 2] . Daar heeft ze uit angst voor verdachte in verschillende winkels in totaal vier abonnementen afgesloten. [2]
[slachtoffer 1] [3]
[slachtoffer 1] is geboren op [geboortedatum] 1996. Zij vergeet vaak afspraken en kan niet plannen. Zij heeft ADD (Attention Deficit Disorder). [4] Volgens haar moeder, de getuige [getuige 1] , was [slachtoffer 1] ondanks deze stoornis een meegaand kind. Op school ging het altijd heel goed met [slachtoffer 1] . Er waren nooit conflicten met haar. De getuige [getuige 1] heeft op 9 maart 2016 verklaard dat zij ongeveer twee jaar eerder had gemerkt dat [slachtoffer 1] veranderde. [slachtoffer 1] was haar studiegeld in korte tijd kwijt, maakte ruzie, ging steeds minder naar school, kreeg een Halt-straf in verband met een winkeldiefstal en boetes voor zwart rijden en er verdwenen spullen van [slachtoffer 1] en haar broer. Af en toe gaf [slachtoffer 1] een beetje openheid van zaken. [slachtoffer 1] gebruikte veel meer marihuana – 7 tot 10 joints per dag, ook op schooldagen – dan zij eerder had gezegd in een gesprek met Iriszorg. Het werd duidelijk dat er meer met [slachtoffer 1] aan de hand moest zijn toen de eetstoornis Pica – de neiging om niet eetbare stoffen te consumeren – zich bij haar ontwikkelde. [5]
Telefoonabonnementen
Uit de aangifte van [slachtoffer 1] volgt dat zij [naam] in of omstreeks april 2014 leerde kennen. [slachtoffer 1] werd na een tijdje verliefd op hem. Op haar achttiende verjaardag, [geboortedatum] 2014, kreeg zij het bericht van een vriend van [naam] . Die vriend vertelde haar dat [naam] in de gevangenis zat. Een week later kreeg zij een Facebook-bericht van [verdachte] Sambo (het hof begrijpt: verdachte). Verdachte vertelde [slachtoffer 1] dat [naam] wilde dat zij met hem, verdachte, zou praten. Verder zei verdachte tegen haar dat [naam] had verteld dat zij geld zou kunnen verdienen, dat [naam] in de gevangenis geen geld had en dat zij met hem, verdachte, om kon gaan zodat hij op haar kon letten terwijl [naam] vastzat. Ook vertelde verdachte haar dat het fijn zou zijn als zij geld zou verdienen om dat geld vervolgens aan [naam] te geven. Nadat [slachtoffer 1] verdachte een paar keer had gezien, vertelde hij haar dat ze geld zouden gaan verdienen. Hij zei tegen haar dat er een bedrijf was dat telefoonabonnementen kon verwijderen uit het systeem, zodat het afsluiten van een abonnement geen gevolgen zou hebben, en dat ze de telefoon konden verkopen en het geld aan [naam] konden geven. De volgende dag hadden [slachtoffer 1] en verdachte afgesproken in winkelcentrum [winkelcentrum] in [plaats 1] . [slachtoffer 1] had haar paspoort bij zich. [slachtoffer 1] en verdachte gingen samen naar een telefoonwinkel. Verdachte vertelde [slachtoffer 1] dat zij een zilver- of goudkleurige iPhone 6 moest kopen, omdat je deze het beste kon verkopen, en anders een iPhone 5, ook in de kleur zilver of goud. Het moest het duurste abonnement zijn omdat je daarbij het minste voor de telefoon moest bijbetalen. Bij de eerste telefoonwinkel waar [slachtoffer 1] samen met verdachte naar binnen ging had zij het duurste abonnement voor twee jaar en een iPhone 6 afgesloten. Buiten moest [slachtoffer 1] de telefoon met het contract en de simkaart afgeven. Verdachte ging die telefoon verkopen op een adres in de buurt. Ondertussen moest [slachtoffer 1] op aanraden van verdachte naar een winkel van T-Mobile om een abonnement af te sluiten. Verdachte was al eerder in die winkel geweest en had gezegd dat zijn zusje daar zou komen om een telefoon te kopen. Volgens [slachtoffer 1] vertrouwden ze het in die winkel blijkbaar niet en wilden ze geen abonnement afsluiten. Daar was verdachte niet bij omdat hij naar de volgende zaak ging om te zeggen dat zijn zusje zou komen om een telefoon te kopen. Daarna liepen [slachtoffer 1] en verdachte naar een KPN winkel, waar zij een abonnement voor twee jaar en een Apple iPhone 5s Gold heeft afgesloten. Verdachte was daarbij aanwezig. Daarna moest zij die telefoon ook samen met het contract en de simkaart afgeven. Verdachte nam die telefoon weer mee om deze te verkopen. Vervolgens ging [slachtoffer 1] naar een andere telefoonwinkel, maar daar lukte het niet. [slachtoffer 1] en verdachte zijn daarna op de scooter naar het centrum van [plaats 1] gereden. Ondertussen gaf [slachtoffer 1] aan dat zij er genoeg van had en dit niet meer wilde. Ze vond het erg eng. Verdachte zei dat dit geen zaken voor hem waren en dat hij dit alleen maar deed om [naam] te helpen. [slachtoffer 1] vroeg meermalen hoe het kwam dat dit kon. Verdachte zweerde dat het veilig was en hij gaf aan dat alles verzekerd was. In het centrum van [plaats 1] gingen [slachtoffer 1] en verdachte naar een winkel van The Phone House , waar verdachte op naam van [slachtoffer 1] , zogenaamd zijn zusje, een abonnement afsloot voor een iPhone 6. [slachtoffer 1] moest alles weer afgeven aan verdachte. Verdachte bleef bij [slachtoffer 1] . Zij moest nog naar een aantal winkels gaan. Volgens [slachtoffer 1] werd zij bij een aantal winkels geweigerd omdat verdachte steeds naar binnen kwam lopen. [slachtoffer 1] hoorde een man van een winkel tegen verdachte zeggen: “jij was hier vorige week toch ook al?” Bij een winkel van Vodafone was [slachtoffer 1] bezig met het afsluiten van een abonnement voor een iPhone 6. Verdachte was hier bij. Ook deze telefoon moest [slachtoffer 1] samen met het contract en de simkaart afgeven. [6]
In aanvulling op haar aangifte heeft [slachtoffer 1] verklaard dat één zo’n telefoon al 400 euro waard was. Uiteindelijk heeft [slachtoffer 1] vier telefoonabonnementen afgesloten. Verdachte heeft de telefoons allemaal meegenomen en verkocht. [7]
Uit informatie van T-Mobile blijkt dat [slachtoffer 1] op 16 oktober 2014 een telefoonabonnement bij deze aanbieder heeft afgesloten in filiaal [nummer] van The Phone House te [plaats 1] voor een minimale contractperiode van 24 maanden, waarbij Apple iPhone 5S is geleverd. Blijkens het contract van dit abonnement heeft [slachtoffer 1] zich gelegitimeerd met haar paspoort en bankpas. Ook heeft zij een machtiging verleend voor de automatische incasso van de kosten van het abonnement vanaf haar bankrekeningnummer [rekeningnummer 1] . [8] Vanaf deze bankrekening is op 16 oktober 2014 om 15:07 uur een bedrag van € 0,01 afgeschreven naar aanleiding van een betaling met haar bankpas bij een betaalautomaat in filiaal [nummer] van de Phone House . Vanaf de bankrekening van [slachtoffer 1] is op dezelfde dag tussen 15:54 uur en 18:18 uur telkens opnieuw een bedrag van € 0,01 afgeschreven naar aanleiding van betalingen met haar bankpas bij vijf andere winkels in [plaats 1] , waaronder een tweede filiaal van The Phone House , waar telefoons worden verkocht en waarbij dan ook telefoonabonnementen kunnen worden afgesloten. [9]
Het is een feit van algemene bekendheid dat de betaling en afschrijving van € 0,01 dient ter verificatie van het bankrekeningnummer en de identiteit van de rekeninghouder die een machtiging voor een automatische incasso heeft verleend. De verificatiebedragen zijn in dit geval telkens met de bankpas van [slachtoffer 1] betaald bij betaalautomaten in telefoonwinkels. Het hof leidt hieruit af dat [slachtoffer 1] op 16 oktober 2014 zes telefoonabonnementen op haar naam en voor haar rekening heeft afgesloten dan wel pogingen daartoe heeft ondernomen.
Uit de aangifte van [slachtoffer 1] en daarbij gevoegde stukken volgt dat zij in ieder geval vier abonnementen heeft afgesloten. Zij heeft contracten kunnen achterhalen voor twee abonnementen bij KPN, die beiden zijn ingegaan op 16 oktober 2014, voor een iPhone 6 Gold en een iPhone 5S. Zij kreeg diverse rekeningen voor de abonnementen bij KPN met een totaalbedrag van € 3.894,75. Zij heeft ook een abonnement afgesloten bij Vodafone, waar een rekening van € 1.205,30 openstond. Zij kreeg daarnaast een rekening van T-Mobile voor een abonnement. Zij wist ten tijde van de aangifte niet hoe hoog de totale kosten van het abonnement bij T-Mobile waren. [10] Uit de namens haar ingediende vordering tot schadevergoeding en de daarbij gevoegde factuur van T-Mobile blijkt dat de totale kosten van dit abonnement op 12 februari 2015 waren opgelopen tot € 1.377,27. [11]
Uit de aangifte van [slachtoffer 1] komt verder naar voren dat zij de volgende dag (na het afsluiten van de telefoonabonnementen op 16 oktober 2014) met verdachte mee moest gaan naar een winkel van de Mediamarkt . Volgens [slachtoffer 1] was dit een winkel in [plaats 4] , maar dat weet zij niet zeker. Ze reden met een blonde vrouw van ongeveer 42 jaar die “ [naam] ” werd genoemd en die op haar naam voor verdachte een auto zou leasen , mee naar deze winkel van de Mediamarkt . [slachtoffer 1] moest van verdachte zeggen dat zij een verpleegster was en bruto 1.758 euro verdiende om een MacBook op afbetaling te kunnen kopen. In de Mediamarkt vertelde [slachtoffer 1] wat verdachte haar had gezegd, maar nadat haar naam door het systeem was gehaald werd zij geweigerd. De tweede poging om met een aangepast verhaal een MacBook op afbetaling te kopen bij een andere winkel van de Mediamarkt in [plaats 2] mislukte ook. Daarna zei [slachtoffer 1] tegen verdachte dat er genoeg geld was en dat zij dit niet meer wilde doen. [slachtoffer 1] was wel blij omdat zij dacht dat zij [naam] had kunnen helpen. Zij vond het zielig voor hem dat hij alleen in de gevangenis zat. Verdachte had haar beloofd dat zij samen met hem bij [naam] op bezoek mocht gaan, maar volgens verdachte had [naam] haar niet op de bezoekerslijst gezet. [12]
[slachtoffer 1] heeft in aanvulling op haar aangifte verklaard dat [naam] een paar maanden na het afsluiten van de telefoonabonnementen, namelijk in december 2014, weer uit de gevangenis kwam. [slachtoffer 1] wilde [naam] niet meer zien maar uiteindelijk spraken zij wel met elkaar. [naam] vertelde [slachtoffer 1] dat hij niet wist dat verdachte haar dingen had laten doen om aan geld te komen dat voor hem bestemd zou zijn. [naam] had maar 100 euro van verdachte ontvangen. Van de rest van het geld had verdachte een auto geleased en het kenteken van die auto had hij op naam van “ [naam] ” gezet. [13]
[naam] heeft bevestigd dat hij tijdens zijn detentie aan verdachte had gevraagd om samen met [slachtoffer 1] naar hem toe te komen. Verdachte kwam echter alleen naar [naam] toe en vertelde hem dat hij [slachtoffer 1] niet kon bereiken, maar dat hij dit wel bleef proberen. [slachtoffer 1] kwam niet bij [naam] op bezoek. Toen hij haar na zijn detentie tegenkwam, was zij boos op hem. Het zou zijn schuld zijn dat zij telefoonabonnementen moest afsluiten. [naam] heeft verklaard niets te weten over het afsluiten van telefoonabonnementen door [slachtoffer 1] . [14]
Afgifte van geldbedragen
[slachtoffer 1] was bang dat zij een dikke schuld zou krijgen (het hof begrijpt: een grote schuld zou overhouden aan het afsluiten van de telefoonabonnementen).Verdachte was de enige die dit van haar wist en met wie zij hierover kon praten. Verdachte zei tegen [slachtoffer 1] dat hij haar wel ging helpen. Zij moest steeds naar hem toekomen en hij zei dan dat zij geld aan hem moest geven. [slachtoffer 1] heeft hem uiteindelijk geld gegeven. [15] [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij geld van haar eigen rekening moest pinnen van verdachte. [16] Volgens [slachtoffer 1] heeft zij twee keer 200 euro van haar bankrekening met het nummer [rekeningnummer 1] moeten pinnen van verdachte. [17]
Seks
Uit de aangifte van [slachtoffer 1] komt naar voren dat verdachte vond dat [slachtoffer 1] zijn vrouwtje moest zijn. Dat wilde zij niet. Zij kreeg in het midden van een nacht berichtjes van verdachte. Zij moest met hem mee komen naar zijn huis omdat hij haar anders niet zou helpen. Zij wilde niet met hem meegaan. Hij bleef maar bellen en appen. Uiteindelijk ging [slachtoffer 1] toch maar naar hem toe. Hij stond die nacht voor de deur op haar woonadres in de [adres 1] te [plaats 1] . Zij moest met verdachte meerijden in een auto met zijn “neef” naar het huis van zijn moeder in de [adres 2] te [plaats 1] . Daar moest zij samen met verdachte en zijn “neef” in bed liggen en seks met hen beiden hebben. [18]
In aanvulling op haar aangifte heeft [slachtoffer 1] verklaard dat verdachte in een nacht na oktober en voor december 2013 (het hof begrijpt: 2014) samen met zijn “neef “ bij haar voor de deur stond. Hij wilde met [slachtoffer 1] praten over de abonnementen. Hij zei dat hij haar niet meer zou helpen met de abonnementen als zij niet met hem mee zou gaan. Ook zei hij dat zij er dan alleen voor zou staan en dat hij het tegen haar familie zou zeggen. Toen is [slachtoffer 1] bij verdachte en zijn “neef” in een geleasede personenauto van het merk Mercedes gestapt en met hen meegereden naar het huis van verdachtes moeder, waar verdachte en zijn neef beiden seks met haar hebben gehad, hoewel ze daarvoor had aangegeven dat ze dat niet wilde. Eerst had verdachte alleen seks met [slachtoffer 1] en later deed zijn “neef” ook mee. Het voelde ongemakkelijk, omdat [slachtoffer 1] geen seks wilde hebben. Door de “neef” werd geen condoom gebruikt. Die “neef” kwam klaar in haar vagina. De piemel van de neef stonk. Zij denkt dat ze door hem een soa heeft opgelopen. Nadat [slachtoffer 1] seks had gehad met verdachte en zijn “neef”, was zij nog één keer bij hem thuis geweest. Toen filmde verdachte dat ze seks met elkaar hadden. [19]
[naam] heeft verklaard dat hij na zijn detentie ruzie heeft gekregen met verdachte, omdat verdachte seks heeft gehad met [slachtoffer 1] en verdachte zogenaamd voor [naam] telefoonabonnementen had laten afsluiten. [20]
[slachtoffer 2] [21]
[slachtoffer 2] was net vrijgezel toen verdachte haar in januari 2016 aansprak. [slachtoffer 2] sprak twee weken later met verdachte af. Zij haalde hem op bij een zijn “tante”, die later geen tante van hem bleek te zijn, in [plaats 5] . [22] Verdachte wilde naar een neef in [plaats 6] gaan, waar ze met de auto van [slachtoffer 2] naar toe reden. Hij had zelf geen auto. Aan het einde van de dag stelde verdachte voor een hotel te boeken. Die nacht hadden verdachte en [slachtoffer 2] voor het eerst seks met elkaar. In de periode daarna hadden ze veel contact met elkaar en werd [slachtoffer 2] verliefd op verdachte. [23]
Telefoonabonnementen
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat verdachte haar wel eens wat vertelde over zijn criminele bezigheden. Hij had het ook over het kopen en verkopen van telefoons en het laten afsluiten van abonnementen door meisjes. Verdachte zei dat hij meisjes inpalmde om ze abonnementen af te laten sluiten. [slachtoffer 2] had één van die meisjes gezien en even met haar gesproken toen verdachte een telefoonabonnement liet afsluiten door dat meisje. Zij heet [slachtoffer 4] (het hof begrijpt: [slachtoffer 4] ). [slachtoffer 5] had drie telefoonabonnementen voor verdachte moeten afsluiten op 4 mei 2016. De woensdag daarvoor hadden [slachtoffer 5] en verdachte bij [slachtoffer 2] thuis afgesproken. [slachtoffer 2] zag verdachte na zo’n abonnementsafsluiting wel eens met geld. Hij vond de meisjes via de sites Badoo en Singleplace. Ook zocht hij meiden op seksjobs.nl. Verdachte zei dat hij hen benaderde en leuk tegen ze deed om geld te maken. Op een gegeven moment hoorde [slachtoffer 2] verdachte zeggen dat er geld gemaakt moest worden. Hij had geen geld, geen uitkering en geen baan. Eind april 2016 wilde verdachte weer abonnementen gaan afsluiten. [slachtoffer 2] zag het helemaal niet zitten. Toch werd op haar naam een telefoonabonnement voor verdachte afgesloten. [24]
Verdachte had wel eens met [slachtoffer 2] gesproken over het inpalmen van meisjes die hij telefoonabonnementen liet afsluiten om de telefoons vervolgens door te verkopen, maar [slachtoffer 2] dacht dat het bij haar anders was. Op 4 mei 2016 moest [slachtoffer 2] op haar naam een telefoonabonnement voor verdachte afsluiten bij The Phone House te [plaats 7] in de gemeente [plaats 3] . [slachtoffer 2] vroeg nog aan hem of het niet op naam van zijn zusje kon, maar het moest op haar naam. [slachtoffer 2] wilde dat eigenlijk niet doen, omdat zij haar relatie met verdachte wilde stoppen maar zij wist niet hoe. [slachtoffer 2] moest voor de telefoon 100 euro bijbetalen. Dat geld kreeg zij later terug van verdachte. De abonnementskosten kreeg zij echter niet van hem terug. [25] Na het afsluiten van het telefoonabonnement heeft [slachtoffer 2] de telefoon meegenomen en foto’s gemaakt van de aankoopbonnen. Daarna heeft verdachte de telefoon, een iPhone 6s met IMEI-nummer [nummer] , en de aankoopbonnen van [slachtoffer 2] afgepakt. [26]
KPN heeft informatie aangeleverd die bevestigt dat [slachtoffer 2] op 4 mei 2016 een telefoonabonnement heeft afgesloten. Dit abonnement is ingegaan op 4 mei 2016, heeft een looptijd van 24 maanden en kost gedurende de actieperiode € 59 per maand en daarna € 64 per maand. Bij dit abonnement hoort een telefoontoestel van het merk en type Apple iPhone 6s 64 GB, Rose Gold, met IMEI-nummer [nummer] . [27]
Betaling van goederen
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij vaak hasj voor verdachte moest halen. Als zij de hasj niet wilde halen, dan chanteerde hij haar met de dreiging hun seksfilmpjes te openbaren. [slachtoffer 2] schat dat zij in totaal voor 200 euro hasj voor verdachte van haar eigen geld heeft gekocht. Zij kreeg dat geld niet terug van verdachte. Ook betaalde [slachtoffer 2] de kosten voor de vervanging van het kapotte schermpje van de mobiele telefoon van verdachte. Verder heeft [slachtoffer 2] de kosten van de boodschappen, het uit eten gaan en het gebruik van haar auto door verdachte allemaal betaald. Verdachte zei wel dat hij de kosten zou vergoeden, maar dat deed hij niet. Zo betaalde verdachte [slachtoffer 2] niet terug nadat hij een jas van 230 euro op haar rekening had gekocht. [28] Verdachte had deze jas van het merk Parajumpers besteld bij een webwinkel, waarbij hij de adresgegevens van [slachtoffer 2] had opgegeven en hij had aangegeven dat hij de jas via
Afterpayzou betalen. Achteraf betaalde verdachte die jas echter niet, waardoor er verhogingen via de e-mail binnenkwamen. Daarover kregen [slachtoffer 2] en verdachte ruzie. [slachtoffer 2] wilde dat verdachte die jas zou betalen, wat hij maar niet deed. Ook dreigde verdachte filmpjes van [slachtoffer 2] te openbaren, tenzij zij hem 3.500 euro zou geven. [29]
Gebruik van personenauto
[slachtoffer 2] had eerst een personenauto van het merk en type Opel Vectra die verdachte vaak van haar leende. Het was haar idee om die Vectra te verkopen. Verdachte zei tegen [slachtoffer 2] dat ze samen een auto konden kopen en dat hij dan zou meebetalen. Dit wilde [slachtoffer 2] niet. Zij kon voor haar ouders niet verklaren dat zij opeens een duurdere auto zou hebben en zij reed persoonlijk te weinig om een dieselauto te kopen. Van verdachte moest er wel een dieselauto komen. Het werd een blauwe Alfa Romeo met kenteken [kenteken 1] . Verdachte leende die auto vaak van [slachtoffer 2] . Ze spraken af dat [slachtoffer 2] de belasting zou betalen en verdachte de diesel. Uiteindelijk heeft [slachtoffer 2] de diesel ook betaald. [30]
Op een gegeven moment claimde verdachte de personenauto van [slachtoffer 2] . Hij had altijd de sleutels van haar auto in zijn bezit. Als [slachtoffer 2] ergens naar toe wilde gaan dan bracht hij haar weg en haalde hij haar ook weer op. Op 4 mei 2016 ging verdachte weg met de auto van [slachtoffer 2] , Zij zou haar auto uiterlijk op 5 mei terugkrijgen. [slachtoffer 2] had verdachte meerdere keren gebeld en tegen hem gezegd dat zij haar auto terug wilde hebben. Verdachte vertelde [slachtoffer 2] dat hij naar een neef In Duitsland was gereden. In Duitsland had verdachte pech gekregen met haar auto en is die afgesleept. [slachtoffer 2] deed op 9 mei 2016 aangifte van verduistering van blauwe Alfa Romeo met kenteken [kenteken 1] door verdachte. [31]
Seks
[slachtoffer 2] en verdachte dachten allebei vrij over seks. Ze stonden beiden open voor een trio. Verdachte stelde voor een trio met zijn neef [naam] te hebben. Op 13 februari 2016 haalde [naam] eerst verdachte en vervolgens [slachtoffer 2] op met zijn auto, waarna ze samen naar het Van der Valk hotel in [plaats 8] reden. In dat hotel had [slachtoffer 2] een kamer op haar naam gereserveerd. In die hotelkamer had [slachtoffer 2] eerst seks met [naam] . Daarna zou zij seks hebben met verdachte, maar hij kon zijn penis toen niet overeind krijgen en op dat moment had zij geen seks met hem. In de badkamer hadden verdachte en [slachtoffer 2] later wel seks met elkaar, waarvan een filmpje werd gemaakt. [32]
[slachtoffer 2] heeft in haar dagboekje genoteerd dat verdachte in de avond van 24 april 2016 aan haar voorstelde dat zij die avond seks met meerdere mannen zou hebben. Van verdachte moest [slachtoffer 2] zich door die mannen laten volspuiten. Daarmee bedoelde hij het verrichten van seksuele handelingen zonder condoom. Elke keer als verdachte zoiets voorstelde, hield [slachtoffer 2] de boot af, maar hij kwam daar telkens op terug. [slachtoffer 2] wilde het niet zonder condoom doen met andere mannen dan verdachte. Uiteindelijk zei [slachtoffer 2] tegen verdachte dat zij twee mannen kende. Zij noemde de namen van beide mannen, maar het was haar bedoeling om slechts één van die mannen op te zoeken. [slachtoffer 2] ging alleen naar die man toe. [slachtoffer 2] moest van verdachte thuiskomen met een goed seksfilmpje, wat haar tegen de borst stuitte. [slachtoffer 2] wilde het niet, maar zij heeft die man toch maar gepijpt om toch maar met een filmpje voor verdachte thuis te komen. [slachtoffer 2] deed dingen die zij eigenlijk niet wilde om ruzies met verdachte te voorkomen.
Verdachte had al een keer tegen [slachtoffer 2] gezegd dat zij geld voor seks kon vragen en dat ze met dat geld leuke dingen zouden kunnen doen, zoals op vakantie gaan. Verdachte zei tegen [slachtoffer 2] dat zij op de website seksjobs.nl moest kijken, waarop onder meer kan worden gereageerd op advertenties van mannen die geld voor seks willen betalen, en dat zij hiervoor een ander e-mailadres dan haar eigen e-mailadres moest aanmaken. Van verdachte mocht [slachtoffer 2] niet haar eigen naam gebruiken en daarom noemde zij zich [naam] . [slachtoffer 2] wist niet hoe zij zich moest profileren. Van verdachte moest zij zeggen dat zij een alleenstaande moeder was. Zij moest proberen er zoveel mogelijk geld uit te halen. Verdachte zei tegen haar dat het hem niet uitmaakte op welke advertenties van mannen zij reageerde, als het maar seks en geld zou opleveren. Mannen vroegen aan [slachtoffer 2] of zij met hen wilde afspreken, maar [slachtoffer 2] zei dan telkens af. Verdachte werd dan boos op [slachtoffer 2] en zei dan tegen haar dat zij geld liet lopen. [slachtoffer 2] heeft uiteindelijk een ontmoeting gehad met één van mannen en seks met die man gehad. Van verdachte moest [slachtoffer 2] een filmpje van de seks met die man maken. Dit heeft zij gedaan. Verdachte werd boos op [slachtoffer 2] toen zij hem vertelde dat zij geen geld van die man had gevraagd en gekregen. [slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij geen seks met anderen tegen betaling heeft gehad. Op voorstel van verdachte heeft [slachtoffer 2] nog wel voor een tweede keer seks gehad met zijn neef [naam] in Duitsland, maar voor de seks met hem is volgens [slachtoffer 2] ook niet betaald. [33]
Reservering van hotelkamer
Uit informatie van het Van der Valkhotel in [plaats 8] is gebleken dat [slachtoffer 2] op haar naam een hotelkamer heeft geboekt voor de nacht van 13 op 14 februari 2016. [34]
Foto’s, films en Whatsapp-gesprekken van [slachtoffer 2] en verdachte
Tijdens haar verhoor op 7 juni 2016 heeft [slachtoffer 2] een USB-stick overhandigd aan de politie, waarop mappen met daarin bestanden met foto’s, films en chatgesprekken uit haar telefoon bleken te staan.
In de map “telefoon” bevinden zich foto’s van een kassabon en een overeenkomst voor de aankoop van een mobiele telefoon op naam van [slachtoffer 2] . Op de eerste foto is te zien dat het een iPhone 6s betreft die op 4 mei 2016 is gekocht in combinatie met een KPN-abonnement bij de Phone House te [plaats 7] . Het IMEI-nummer van het gekochte toestel is [nummer] . Op de tweede foto van een contract van de KPN zijn de naam [slachtoffer 2] en de datum 4 mei 2016 zichtbaar.
In de map “foto’s [slachtoffer 2] – [verdachte] ” bevinden zich foto’s van personen, waaronder meerdere foto’s van een persoon die verbalisant [verbalisant 1] heeft herkend als verdachte:
  • Foto 1: een schermafdruk van de website www.singelsplace.nl met daarop een profiel van ‘ [verdachte] ’ en een foto van verdachte;
  • Foto 2: een schermafdruk van de datingapp Badoo met daarop het profiel van ‘ [verdachte] ’ en een foto van verdachte.
In de map “Intieme foto’s [slachtoffer 2] – [verdachte] ” bevinden zich vier foto’s. Op foto’s met de bestandnamen IMG_5322.JPG en IMG_5324 is te zien dat een man met een getinte huidskleur en bolle buik met zijn stijve penis de vagina van een blanke vrouw penetreert. Op foto’s met de bestandsnamen IMG _5325.JPG en IMG_5326 is het lichaam van een getinte man te zien die met zijn linkerhand zijn stijve penis vasthoudt. In deze map bevindt zich tevens een videobestand met de naam picture-00002-movie- [verdachte] -2016-02-14 135808 +0000.mov. Op het zeer donkere videobeeld is zichtbaar dat een getinte man en een blanke vrouw elkaar (tong)zoenen. Er zijn smak- en zoengeluiden te horen.
In de map “Whatsappgesprek Foto's [slachtoffer 2] – [verdachte] ” staan foto’s die zijn verstuurd door [verdachte] en [slachtoffer 2] in hun Whatsapp conversatie. Op de foto’s zijn verdachte en [slachtoffer 2] herkend door verbalisant [verbalisant 1] .
In de map “WhatsAppgesprekken [slachtoffer 2] - [verdachte] ” staan 694 Portable Network Graphics (PNG) bestanden met schermafdrukken van een mobiele telefoon. Op deze schermafdrukken zijn Whatsappgesprekken te lezen. Bovenaan iedere schermafdruk staat de naam [verdachte] . Op sommige schermafdrukken staat een datum in de vorm van dag en maand, maar het jaartal ontbreekt. De conversatie start op 31 januari en eindigt op zondag 8 mei. In de jaren 1999, 2010 en 2016 viel 8 mei op een zondag. (Gezien de data die [slachtoffer 2] heeft genoemd in haar aangifte en verklaringen begrijpt het hof dat de conversatie heeft plaatsgevonden in de periode van 31 januari 2016 tot en met 8 mei 2016). De conversatie is samengevat in het proces-verbaal - zakelijk weergegeven – inhoudende:
zondag 31 januari 2016; 01.53 uur
[verdachte] : Hey met [verdachte] x
[slachtoffer 2] : Hey
[verdachte] : waar kom jij vandaan? ben je al lang single? waar val je op?
[slachtoffer 2] : [plaats 9] dorpje hier dichtbij. Single net voor de kerst. Op leuke mannen.
zondag 31 januari 2016; 15:06 uur
[verdachte] : Wil dame die veel heeft gedaan omdat ze ervaring heeft en wanneer ik het daarmee doe dan weet ik het word echt genieten (icoontje rode wangen)
[slachtoffer 2] : Als het maar safe is (icoontje wijs en middelvinger omhoog). Jaa klopt
[verdachte] : (…) heb je vaak trio gedaan of meerdere mannen?
[slachtoffer 2] : Haha nee valt wel mee hoor. (…) Heb weleens trio gedaan met vrouw. Echt sexy.
[verdachte] : Zou je dat wel eens willen weer
zondag 31 januari 2016; 15:08 uur
[slachtoffer 2] : Ik heb met n vriend afgesproken om binnenkort naar n parenclub te gaan (…)
[verdachte] : Laat me mee gaan dan (icoontje rode wangen) Of mag ik niet met je mee dushi haha (icoontje tongetje)
[slachtoffer 2] : je mag van mij gerust een keer mee. Maar die eerste keer ga ik met hem doen, is vertrouwd voor mij (icoontje met tongetje)
(…)
zondag 31 januari 2016: 16:00 uur
[slachtoffer 2] : Heb je veel chickies/fuckbuddys?
[verdachte] : Nee juist niet baby Haha
[slachtoffer 2] : Niet? Hoe komt dat dan
(…)
Het gesprek gaat verder over open relaties. [verdachte] geeft aan dat hij graag een open relatie wil. [slachtoffer 2] is ook voorstander van een open relatie (….) Verder gaat het gesprek over seksualiteit en seksuele voorkeuren waarbij beiden elkaar kennelijk seksueel opwinden. (….) [verdachte] vraagt aan [slachtoffer 2] : "Dus je vindt het wel geil als iedereen in je poes en anaal zou spuiten?" Daarna gaat het gesprek over met elkaar afspreken. [verdachte] lijkt hard van stapel te lopen omdat hij het al heeft over "Ik wil jou mijn vaste vrouw maken waar ik een open relatie mee heb" en "samen toekomst gezinnetje" en "Als ik de zorg voor je dochter ook op mij zou nemen." [slachtoffer 2] lijkt de boot een beetje af te houden. [slachtoffer 2] en [verdachte] spreken in de avond van 2 februari 2016 af in [plaats 5] . (…)
zondag 7 februari 2016; 21:20 uur
[verdachte] : Welke dingen heb je nog nooit gedaan met seks?
[slachtoffer 2] : Uhm trio met man man vrouw Wat heb jij nog nooit gedaan?
[verdachte] : Umh gangbang hahaha
[slachtoffer 2] : (…) Maar zeg maar tegen die neef van je dat ie Chick regelt dan
[verdachte] : Weetje zekers?
(…)
[verdachte] stuurt [slachtoffer 2] een foto van een manspersoon die de verbalisant herkent als [naam] . [verdachte] zegt dat deze man 24 of 25 jaar is, [naam] heet en uit Duitsland komt. [slachtoffer 2] stelt voor een keer een 'duodate' te regelen tussen [naam] , [naam] , haarzelf en [verdachte] . Op enig moment gaat het gesprek over het versturen van 'pikante' foto's.
maandag 8 februari 2016; 11:35 uur
(…)
[slachtoffer 2] : Heb je stiekem foto's van mij gemaakt in hotel??
[verdachte] : Nee maar zat toch te filmen. Sta je wel op met je reet.
[slachtoffer 2] : Nee toch.
[verdachte] : Maar gaat niemand wat aan die shit.
[slachtoffer 2] : Stuur s.
[verdachte] : Ik zweer op me kleine waarom zou ik dat doorsturen na iedereen. (…)
[slachtoffer 2] : Nee ik geloof je schat.
(…)
Daarna vraagt [slachtoffer 2] het filmpje te sturen en zegt [slachtoffer 2] "Deze wist ik niet eens" en "Maar s niet zo erg deze toch?"
(…)
woensdag 10 februari 2016; 13.17 uur
[slachtoffer 2] : vraag [naam] wat hij wilt het weekend. (…)
[verdachte] Zaterdag is goed baby
(…)
Op zondag 14 februari 2016 vraagt [slachtoffer 2] aan [verdachte] 'Weet je moeder dat we trio hadden met [naam] ?"
Op maandag 4 april 2016 stuurt [slachtoffer 2] [verdachte] een reactie via Seksjobs.nl van [naam] :
Hi [naam] , leuk dat je reageert dus ik ga direct eerlijk tegen zijn. Ik zoek iemand die echt graag pijpt en niet vies is van sperma en zelf ook het liefste slikt. (…) Is dit iets voor jou? Stuur dan even een foto en de vergoeding waar jij aan denkt! (….)
dinsdag 5 april 2016; 14.37 uur
[slachtoffer 2] : Ik haat dit he [verdachte] ! Ik ben je al de hele dag aan t bellen (…) meneer neemt niet op (…) Je zou me laten weten hoe duur die shit zou zijn. Ik heb niet eens fucking geld om m'n rekeningen te betalen omdat ik steeds dingen voor je wil betalen. En nu zit ik de hele dag zonder auto omdat jij de hele dag weg bent. Ik kan tegenwoordig nergens meer naar toe om te gaan en staan waar ik wil. (…)
Hierna lijkt de toon van de conversatie enigszins te veranderen. Zowel [verdachte] als [slachtoffer 2] raken regelmatig geïrriteerd (…)
[slachtoffer 2] vraagt later op 13 april 2016 of [verdachte] haar nog wel als zijn vriendin wil, omdat zij niks goed bij hem kan doen. [verdachte] reageert pas twee uur later op dit bericht met een contactadvertentie van de website www.seksjobs.nl en de vraag aan [slachtoffer 2] : "Wel oké die meid toch". [slachtoffer 2] reageert hierop met: "Have fun. Je doet toch wat jezelf wilt. Je gaat toch neuken wat je wilt doe je ding. Ik vraag je wat maar daar reageer je ook niet op."
donderdag 14 april 2016; 09.11 uur
[verdachte] : (…) Met kerst dit jaar wil ik ook op vakantie naar warm land.
[slachtoffer 2] : Ik wil gerust geld verdienen maar y moet wel goed voelen tussen ons (…)
vrijdag 15 april 2016; 23.05 uur
[verdachte] : (…) Ik wil 2 verschillende lullen sowieso in je kutje zien geweest zijn. Dus kom na huis met 2 stout filmpjes van van dik in je poes.
[slachtoffer 2] : Ik hou van je.
[verdachte] : Als die toch zonder hoes erin is gegaan kan je net zo goed met een volle witte poes na huis komen. Ik hou ook van jouw. Afgesproken minimaal 2 lullen erin en gevult naar huis komen.
(…)
zaterdag 16 april 2016; 04:46 uur
[slachtoffer 2] : Kijk mijn bedoeling is plassen [naam] . Als je zegt neuk met ze dan is t n ander verhaal. Dat is niet mon intentie.
[verdachte] : Kijk maar wat je gaat doen. Als je iets doet alles gewoon filmen en het moet echt iets geks zijn dirty gewoon nasty. Stuur waar je bent als je het gaat doen. Dan weet ik waar je bent als er iets is.
[slachtoffer 2] : Nog steeds daar. Rijden over 10 min weg.
[verdachte] : Ga je daar doen dan? Of waar. Doe je ding x
(…)
woensdag 27 april 2016; 20:17 uur
[slachtoffer 2] : Komt goed dushi. Doe ik. (…)
[verdachte] : Oke is goed. Zorg goed voor film xx
(...)
[verdachte] : Is goed veel plezier en zorg voor goeie gangbang neukfilm want al die niggers willen je stel me niet teleur dushi
[slachtoffer 2] : Haha ik neuk niet met die broer. (…)
donderdag 28 april 2016; 01:30 uur
[verdachte] : Je hebt toch klanten.
[slachtoffer 2] : Fuck die klanten.
[verdachte] : Wat dan?
[slachtoffer 2] : Gewoon ben moe toch.
[verdachte] : Moe van wat [slachtoffer 2] . Wil je me zeggen je hebt niks gedaan hahaha. Geloof er geen shit van en dat je dan vooral zo moe bent. Terwijl je zou klanten pakken.
(…)
donderdag 28 april 2016; 02:55 uur
[slachtoffer 2] : Gisteren was het heel anders toch. Jij bent opgefokt niet ik.
[verdachte] : Nee ben gewoon rustig. (…).
[slachtoffer 2] : Ik vond je niet bepaald rustig. Om mij weer te dreigen om mij op internet te zetten.
(…)
woensdag 4 mei 2016; 16:32 uur
[slachtoffer 2] : (…) Ik sta er niet achter wat ik gedaan heb. Doe 't omdat ik je d'r mee help en dat je anders boos word. Maar ik werk mezelf in de shit. Ik word er niet beter van want jij bent degene die alle geld in z'n zak steekt maar ik help je wel. (…)
[verdachte] : Ik bedoel het niet slecht.
woensdag 4 mei 2016; 16:49 uur
[slachtoffer 2] : Maar je snapt dat ik in m'n maag zit met die abbo. Jij strijkt nu geld in je zak, ik heb een abbo erbij terwijl ik nog 300-500 euro rekening moet betalen en dat loopt alleen maar op. Mijn tekening is dadelijk weer steeds 70 eraf. Ik voel me d'r echt niet relax onder Vorige week wou je nog alles doen om me kapot te maken.
(…) [slachtoffer 2] zegt (…): "Van jouw reactie van afgelopen weekend ben ik echt geschrokken. Mag ik een keer zien welke foto's en filmpjes je van mij hebt?"
Op donderdag 5 mei 2016 wil [verdachte] naar [slachtoffer 2] toe komen (…) Later ontstaat discussie over de auto (…) [slachtoffer 2] zegt tegen [verdachte] : "Ik moet het gelijk maar zien wanneer mijn auto terug komt. Ik bedoel alles wat er gebeurd met die auto als t voor dingen is word gelinkt aan mij en niet aan jou."
vrijdag 6 mei 2016; 17:47 uur
[slachtoffer 2] : (…) Je brengt m'n irritatie tot een punt dat ik dadelijk zoiets heb van waarom leen ik m'n auto aan je uit?
[slachtoffer 2] blijft benadrukken dat ze de relatie uit wil maken en haar auto terug wil hebben.
zaterdag 7 mei 2016; 11:10 uur
[slachtoffer 2] : Hoeveel geld wil je hebben? Hoe laat kom je de auto brengen?
[verdachte] : 3500 Dus kijk maar wat je doet
[slachtoffer 2] : ik ben jou geen geld verschuldigd, laten we op een normale manier uit elkaar gaan [verdachte] . Ik wil dat je mijn auto terug brengt. Ik wil dat je mijn auto vandaag komt terug brengen. Ik krijg nog 230 euro van die parajumper, die je besteld hebt op mijn naam.
[verdachte] : Dat zeg jij dan als je mijn niet me geld wilt geven prima [slachtoffer 2]
En even later:
[slachtoffer 2] : Beste [verdachte] . Hierbij stuur ik je een laatste app. Ik wil voor dinsdag 10 mei mijn auto netjes terug. Je kunt de auto op de parkeerplaats zetten en de sleutel in de brievenbus gooien. Ik hoop je voldoende te hebben geïnformeerd over de stand van zaken en wil het graag afsluiten zonder betrekking tot politie of justitie. Maar hou je je hier niet aan ben ik genoodzaakt om juridische stappen te ondernemen. Mvg [slachtoffer 2] .
[verdachte] : Dan doe je dat veel plezier. Veel plezier met je politie. (…) Zorg dat je dinsdag alles geregeld hebt. Je familie en zo komen er dan vanzelf wel achter wat je allemaal uitspookt. Alles heb ik op beeld gesprekken ook zal heel dorp leuk vinden..
In de map "Audiogesprekken [slachtoffer 2] -Sambo" staan drie bestanden met geluidfragmenten, waaronder een bestand met de naam 2016-05-08-AUDIO-00000025.aac. met een geluidsfragment. Dit geluidsfragment bevat een opname van een gesprek tussen twee personen (het hof begrijpt: [slachtoffer 2] en verdachte) over een auto die met pech langs de weg in het buitenland staat. De samenvatting van dit gesprek in het proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – het volgende in:
[slachtoffer 2] is aan het regelen om met een ANWB-pasje, op andermans naam, naar [verdachte] te gaan. Degene van wie het pasje is moet er dan wel bij zijn, zegt [slachtoffer 2] . [slachtoffer 2] zegt dat [verdachte] dan even zijn locatie moet sturen. [verdachte] zegt hierop dat hij [slachtoffer 2] straks spreekt. [verdachte] zegt dat hij de auto wel achterlaat. [slachtoffer 2] vraagt hoe zij dan aan de sleutel komt. Dat (het hof begrijpt: ziet) die [verdachte] straks wel. Dat is ie goed zegt [slachtoffer 2] , dat regel ik wel. [verdachte] zegt dat er misschien niks met de auto aan de hand is maar dat hij uitgelezen moet worden. [slachtoffer 2] blijft vragen om haar de locatie te sturen waar [verdachte] staat. [verdachte] zegt dat hij op de snelweg staat. Sta je op de snelweg? Welke snelweg, vraagt [slachtoffer 2] . Weet ik niet, zegt [verdachte] . [slachtoffer 2] zegt hierop: Hoezo, je weet toch waar je rijdt? [verdachte] snauwt: Dit is toch geen Nederland of wat? Oké. Zeg waar je staat dan kan ik jou en de auto ophalen, zegt [slachtoffer 2] op rustige toon. [verdachte] zegt dat hij zijn mensen al heeft gebeld om hem op te halen om verder te gaan naar de bestemming. [slachtoffer 2] zegt geeft de sleutel maar bij het politiebureau af, dat is ook goed. [slachtoffer 2] blijft aan [verdachte] vragen om haar te sturen waar de auto staat. (Einde gesprek) [35]
[slachtoffer 3] [36]
[slachtoffer 3] had verkering met verdachte in de periode van 16 januari 2016 tot 25 maart 2016. [37] [slachtoffer 3] was 18 jaar toen zij verdachte leerde kennen op de datingsite Baddoo. Hij gaf zijn nummer aan haar en daarna begonnen ze te appen. Na een paar weken ging [slachtoffer 3] een keer naar [plaats 1] . Toen werd zij verliefd op verdachte. [38]
Telefoonabonnementen
[slachtoffer 3] lag in de avond van 10 februari 2016 samen met verdachte in bed toen hij aan haar vroeg telefoonabonnementen af te gaan sluiten. [slachtoffer 3] werd niet bedreigd of gedwongen om dit te doen, maar zij was wel onder druk gezet. Deze druk bestond daaruit dat haar verkering anders over zou zijn. [39] [slachtoffer 3] wilde de abonnementen eerst niet afsluiten,
maar verdachte bleef aandringen. Verdachte vertelde haar dat hij geld nodig had en dat hij de telefoons wilde doorverkopen. [slachtoffer 3] durfde geen “nee” te zeggen. Dan begon verdachte tegen naar te schreeuwen. Zij heeft het toen maar gedaan. [slachtoffer 3] was die nacht bij verdachte blijven slapen.
[slachtoffer 3] en verdachte gingen de volgende dag, 11 februari 2016, samen naar winkelcentrum [winkelcentrum] in [plaats 1] . Verdachte zei van tevoren wat [slachtoffer 3] moest zeggen en hoe zij zich moest gedragen in de winkels. Als ze in de winkels vroegen of ze het zouden installeren dan moest [slachtoffer 3] zeggen dat zij dit thuis wel zou doen, want dan bleven de doosjes verzegeld. Verdachte en [slachtoffer 3] gingen eerst naar de T-Mobileshop, waar [slachtoffer 3] twee abonnementen had afgesloten om een tablet en een iPhone te verkrijgen. Daarna gingen verdachte en [slachtoffer 3] naar de Vodafone winkel, waar [slachtoffer 3] weer een abonnement op haar eigen naam had afgesloten om een iPhone 6s te verkrijgen. Verdachte en [slachtoffer 3] gingen vervolgens naar de KPN Store, waar [slachtoffer 3] eveneens een abonnement op haar naam had afgesloten om een iPhone 6 te verkrijgen. Verdachte zei tegen [slachtoffer 3] dat hij daar bij verkoop ongeveer 700 a 800 euro voor zou krijgen. Bij het verlaten van de winkels pakte verdachte telkens de pakketjes met daarin de tablet en de telefoons. Hij hield deze bij zich.
[slachtoffer 3] heeft bij het opnemen van haar aangifte verklaard dat verdachte vervolgens tegen haar zei dat hij iemand kende die bij een telefoonbedrijf werkte en de telefoonabonnementen weer van haar naam zou halen. Verdachte vertelde [slachtoffer 3] ook nog dat het allemaal binnen één week zou zijn opgelost en dat de abonnementen dan weer van haar naam af zouden zijn.
[slachtoffer 3] had nog steeds verkering met verdachte toen de eerste rekening bij haar binnenkwam. Verdachte vertelde haar dat het allemaal wel goed zou komen. Hij zei dat hij die jongen had gebeld en dat die jongen het had gevraagd aan zijn leidinggevende die het op kon lossen. [slachtoffer 3] kreeg hetzelfde van verdachte te horen toen zij weer naar verdachte was gegaan en hierover met hem had gepraat. [slachtoffer 3] geloofde niets meer van het verhaal dat verdachte haar had verteld. [slachtoffer 3] vroeg verdachte de telefoons en de papieren – de originele contracten waren in zijn bezit – aan haar af te geven, maar dat weigerde hij. Uit de aangifte van [slachtoffer 3] en de daarbij gevoegde kopieën van de contracten blijkt dat op 11 februari 2016 vier abonnementen op naam van [slachtoffer 3] voor haar rekening werden afgesloten, te weten:
  • Een abonnement bij Vodafone met ingang van 11 februari 2016 en een contractduur van 24 maanden voor een bedrag van € 51 per maand, waarbij een machtiging is verleend voor betaling via automatische incasso vanaf bankrekeningnummer [rekeningnummer 2] ten name van [slachtoffer 3] , en een Apple iPhone 6s 16GB Space Grey is geleverd;
  • Een abonnement bij KPN met ingang van 11 februari 2016 en een contractduur van 2 jaren voor een bedrag van € 59 per maand, waarbij een machtiging is verleend voor betaling via automatische incasso vanaf bankrekeningnummer [rekeningnummer 2] ten name van [slachtoffer 3] , en een Apple iPhone 6s 16GB (Gold) met IMEI-nummer [nummer] is geleverd;
  • Een abonnement bij T-Mobile met ingang van 12 maart 2016 en een contractduur van 24 maanden voor een bedrag van € 35 per maand voor het abonnement en 24 maandelijkse termijnen van € 26 voor afbetaling van het toestel, waarbij een machtiging is verleend voor betaling via automatische incasso vanaf bankrekeningnummer [rekeningnummer 2] , en Apple iPhone 6s 16GB met IMEI-nummer [nummer] is geleverd;
  • Een abonnement bij T-Mobile met ingang van 12 maart 2016 en een contractduur van 24 maanden voor een bedrag van € 22,50 per maand voor het abonnement en 24 maandelijkse termijnen van € 26 voor afbetaling van het toestel, waarbij een machtiging is verleend voor betaling via automatische incasso vanaf bankrekeningnummer [rekeningnummer 2] , en een tablet van het merk en type Samsung Galaxy Tab A 9.7 met IMEI-nummer [nummer] is geleverd.
Uit afschrijvingen van de bankrekening [rekeningnummer 2] blijkt dat [slachtoffer 3] ter verificatie van haar bankrekening op 11 februari 2016 telkens € 0,01 heeft gepind bij betaalautomaten in drie winkels te [plaats 1] . [41]
Na het afsluiten van de abonnementen op 11 februari 2016 werd één van de daarbij geleverde telefoons, te weten de iPhone met IMEI-nummer [nummer] verkocht aan [naam] . [naam] heeft bevestigd dat hij deze telefoon op 14 februari 2016 heeft doorverkocht. Verder heeft [naam] verklaard dat het inderdaad zo kan zijn dat hij deze telefoon heeft gekocht van [verdachte] . Hij herkent [verdachte] op een aan hem getoonde foto van verdachte. Verdachte had gereageerd op een advertentie van [naam] op Marktplaats, waarin hij telefoons te koop had gevraagd. In 2016 stond verdachte voor de deur van de woning van [naam] aan de [adres 3] te [plaats 1] , waar hij tot juni 2016 had gewoond. [42]
Het hof leidt uit het bovenstaande af dat verdachte de iPhone met IMEI-nummer [nummer] aan [naam] heeft verkocht.
Seks
[slachtoffer 3] bleef maximaal tien keer bij verdachte slapen en zij had seks met hem. Dat gebeurde bij zijn moeder thuis in [plaats 1] . [slachtoffer 3] wist pas dat verdachte filmpjes had gemaakt terwijl ze seks met elkaar hadden nadat hij twee filmpjes via Snapchat naar haar stuurde. Verdachte had buiten haar medeweten gefilmd dat [slachtoffer 3] hem pijpte en dat ze vaginale seks hadden. Verdachte had gedreigd de filmpje online te zetten toen hij vermoedde dat [slachtoffer 3] naar de politie was gegaan.
Verdachte had [slachtoffer 3] wel eens gevraagd om een trio te doen, maar dat wilde zij niet. Verdachte probeerde haar over te halen om met meerdere jongens, vrienden van hem, naar bed te gaan. [slachtoffer 3] had gezegd dat zij het niet wilde. Verdachte zei dat het leuk was en dat ze het toch konden proberen. Maar [slachtoffer 3] wilde het echt niet en volgens haar is het ook nooit gebeurd. Verdachte probeerde [slachtoffer 3] verder over te halen om een jongen, een vriend van hem met wie ze aan het chillen waren, te pijpen maar dat had [slachtoffer 3] ook niet gedaan. [43]
[slachtoffer 4] [44]
[slachtoffer 4] (geboren op 12 december 1997) ging op of omstreeks 10 februari 2016 [45] met een klasgenote naar winkelcentrum [winkelcentrum] in [plaats 1] , waar ze een kennis van die klasgenote tegenkwamen. Dit was [naam] . Hij was daar samen met [verdachte] (hierna: verdachte). [46] [slachtoffer 4] vond [naam] wel leuk. [47] Zij was verliefd op hem. [48]
Telefoonabonnementen
Uit de aangifte van [slachtoffer 4] komt naar voren dat zij op 18 februari 2016 had afgesproken met [naam] om samen met hem naar het centrum van [plaats 1] te gaan. [naam] vertelde haar dat zijn “neef” [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte) mee zou gaan. [slachtoffer 4] liep samen met [naam] naar de ingang van het station in [plaats 1] , waar [naam] met verdachte had afgesproken. Verdachte vertelde [slachtoffer 4] dat hij de neef van [naam] was. Ze liepen vervolgens van het station naar het centrum van [plaats 1] .
Verdachte begon een verhaal te vertellen over het verdienen van geld met het afsluiten van telefoonabonnementen, terwijl ze in de richting van bakker Bart aan de [adres 4] liepen. Verdachte vertelde dat het mogelijk is telefoonabonnementen af te sluiten en dat hij iemand kent binnen het hoofdkantoor die de telefoonabonnementen weer van de naam kan afhalen. Verdachte vroeg aan [slachtoffer 4] of haar dit wat leek en of zij daar wat geld mee zou willen verdienen. Dit vond [slachtoffer 4] goed. Verdachte vertelde [slachtoffer 4] dat ze moest doen alsof [naam] haar vriend of neef was.
Verdachte liep weg op het moment dat [slachtoffer 4] samen met [naam] de winkel van The Phone House aan de [adres 5] in [plaats 1] inliep. In deze winkel moest [slachtoffer 4] een abonnement afsluiten voor een iPhone 6s en één eurocent pinnen voor akkoord van het abonnement. [slachtoffer 4] en [naam] liepen samen deze winkel uit in de richting van [adres 6] waar ze verdachte weer tegenkwamen en [slachtoffer 4] de telefoon en de papieren aan verdachte moest afgeven.
Ze liepen vervolgens naar de KPN winkel aan de [adres 5] , waar [slachtoffer 4] samen met [naam] naar binnenging, terwijl verdachte buiten de winkel bleef. Hier moest [slachtoffer 4] ook een abonnement voor een iPhone 6s afsluiten en weer één eurocent voor akkoord pinnen. [slachtoffer 4] en [naam] liepen samen van deze winkel naar het [adres 7] waar verdachte zich bevond en ze buiten het zicht van het winkelend publiek stonden. [slachtoffer 4] gaf de iPhone, die was gekocht in de KPN winkel aan verdachte. Verdachte begon te vertellen over vertrouwen in mensen. Verdachte zei dat hij [slachtoffer 4] wel te vertrouwen vond, maar hij zei ook: “als iemand mij naait dan naai ik diegene hard terug want ik houd niet van spelletjes”, of woorden van gelijke strekking. [slachtoffer 4] voelde zich dat moment geïntimideerd.
Vervolgens liepen ze naar de T-Mobile winkel aan de [adres 5] , waar [slachtoffer 4] weer samen met [naam] naar binnenging, terwijl verdachte buiten bleef staan. In deze winkel sloot [slachtoffer 4] ook een abonnement voor een iPhone 6s af en moest zij opnieuw één eurocent pinnen om akkoord te gaan met het abonnement. Na het afsluiten van het derde abonnement moest [slachtoffer 4] de iPhone 6s weer afgeven aan verdachte.
Daarna liepen ze naar de Vodafone winkel in de [adres 5] , waar [slachtoffer 4] wederom samen met [naam] naar binnenging om een abonnement voor een iPhone 6s af te sluiten. Verdachte bleef weer buiten de winkel wachten en na het afsluiten van het laatste abonnement moet [slachtoffer 4] de iPhone 6s weer afgeven aan verdachte.
Na het afsluiten van de abonnementen stapte [slachtoffer 4] met [naam] in een auto die werd bestuurd door verdachte. Ze reden eerst naar een flat, waar verdachte en [naam] naar binnengingen terwijl [slachtoffer 4] in de auto bleef zitten. Na een tijdje stapten verdachte en [naam] weer in de auto. [slachtoffer 4] heeft verklaard dat zij voor het afsluiten van de abonnementen 200 euro had gekregen. [49] Later die dag brachten ze [slachtoffer 4] terug naar het station en zij ging met de trein naar huis. [50]
Op 18 februari 2016 heeft [slachtoffer 4] via Whatsapp een chatgesprek met een vriendin gevoerd, waarbij zij ook de volgende spraakberichten naar die vriendin heeft gestuurd:
"Kijk, he, ik werd ff helemaal bang. Fuck, ik heb nou wel 4 contracten op mijn naam staan."
"Maar die dingen he, wordt van mijn naam afgehaald door zo'n persoon en ja, ik hoefde mij geen zorgen te maken. Hij zei zo, denk je dat ik jou laat betalen, blabla, ik zei, ik tril gewoon helemaal he en he, ja, hij zei, komt goed, wij gaan veel maken, wij gaan zwaar veel maken." [51]
T-Mobile heeft informatie aangeleverd die bevestigt dat [slachtoffer 4] op 18 februari 2016 bij de winkel van deze provider aan de [adres 5] in [plaats 1] een telefoonabonnement heeft afgesloten. Het abonnement met een looptijd van 24 maanden en de afbetaling van de daarbij geleverde Apple iPhone 6s 16GB met IMEI-nummer [nummer] in 24 maandelijkse termijnen kosten in totaal € 53,50 per maand. Blijkens het contract heeft [slachtoffer 4] een machtiging verleend voor de automatische incasso van deze kosten vanaf haar bankrekeningnummer [rekeningnummer 3] . [52]
Uit afschrijvingen van de bankrekening [rekeningnummer 3] volgt dat [slachtoffer 4] ter verificatie van haar bankrekening op 18 februari 2016 achtereenvolgens telkens € 0,01 heeft gepind bij betaalautomaten in winkels van The Phone House , KPN, T-Mobile en Vodafone (VFW). [53]
In aanvulling op haar aangifte heeft [slachtoffer 4] verklaard dat verdachte op 18 februari 2016 samen met een Nederlandse vriendin en een dochtertje in [plaats 1] was.. [54]
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij 18 februari 2016 samen met haar dochter en verdachte in haar auto naar [plaats 1] reed. In haar auto zat ook een vriend van verdachte, een Bosnische jongen uit [plaats 1] die zij “ [naam] ” noemt (het hof begrijpt: [naam] ). Op het station in [plaats 1] spraken verdachte en [naam] met een meisje dat zich even later aan [slachtoffer 2] voorstelde als “ [slachtoffer 4] ” (het hof begrijpt: [slachtoffer 4] ). Hierop gingen ze naar het centrum van [plaats 1] , waar [naam] met [slachtoffer 4] naar verschillende telefoonwinkels ging. [slachtoffer 2] zag ze daar in een belwinkel staan. Nadat [slachtoffer 2] met haar dochtertje en verdachte wat hadden gegeten en gewinkeld, kwamen ze [naam] en [slachtoffer 4] weer tegen. [slachtoffer 2] zag dat verdachte witte gesealde doosjes kreeg die hij in zijn tas stopte. [slachtoffer 2] zag later dat verdachte één doosje uit de tas haalde en daarmee naar een Turkse belwinkel ging. Verdachte zei tegen [slachtoffer 2] dat hij de telefoon daar zou gaan verkopen. Enige tijd later zaten ze allemaal in de auto van [slachtoffer 2] die werd bestuurd door verdachte. Ze reden naar een gebouw, waar [naam] en verdachte met de overige telefoons en bonnen naar binnen gingen. Vervolgens kwamen [naam] en verdachte terug en reden ze haar het huis van de moeder van verdachte. Daar gingen [naam] en verdachte naar de gang. Iets later werd [slachtoffer 2] erbij geroepen. Zij zag dat [naam] en verdachte beiden geld in hun handen hadden. Dat bleek het geld van de verkoop van de telefoons te zijn. Later hoorde [slachtoffer 2] van verdachte dat hij iets meer geld had gekregen dan [naam] . Verdachte en [naam] zeiden tegen [slachtoffer 2] dat ze [slachtoffer 4] € 200 hadden gegeven. Dat was eenmalig. Verdachte zei tegen [slachtoffer 2] dat hij andere meisjes niets gaf. Vervolgens brachten ze [slachtoffer 4] terug naar het station. [55]
Medeverdachte [naam] heeft bevestigd dat hij samen met verdachte en [slachtoffer 4] van het Centraal Station naar het centrum in [plaats 1] was gelopen. Ook heeft [naam] bevestigd dat hij met [slachtoffer 4] mee de telefoonwinkels in liep. Verder heeft [naam] verklaard dat de nieuwe, gesealde telefoons, die [slachtoffer 4] had gekregen, aan verdachte werden gegeven. Daarna belde verdachte met [naam] of [naam] , een man van ongeveer 40 of 50 jaar oud, die in [plaats 1] woonde en gesealde telefoons inkocht (het hof begrijpt: [naam] , geboren op 28 mei 1969 te [plaats 1] en destijds ook wonende te [plaats 1] [56] ). [naam] heeft verklaard dat verdachte de telefoons later die dag aan deze man had verkocht. [57]
Seks
[slachtoffer 4] heeft verklaard dat zij na het afsluiten van de telefoonabonnementen met verdachte en de anderen in de door hem bestuurde auto meereed naar de woning van zijn moeder in de [adres 2] te [plaats 1] . Verdachte nam [slachtoffer 4] apart en ging alleen met haar naar de schuur die aan de woning vastzat. Daar vroeg hij aan haar of zij seks met anderen voor geld wilde hebben. [slachtoffer 4] zei gelijk tegen hem dat zij dat niet wilde. Verdachte wist dat zij een jas van het merk Parajumpers wilde hebben en zei dat hij zo’n jas aan haar zou kunnen geven. Hij had het ook over een hoog geldbedrag. [slachtoffer 4] gelooft dat verdachte het over 1.000 of 10.000 euro had. [slachtoffer 4] zei tegen hem dat zij echt geen seks voor geld wilde hebben. Verdachte wilde dat [slachtoffer 4] met een jongen of een meisje naar bed ging. [slachtoffer 4] zei tegen verdachte dat zij dat niet zou doen en dat zij naar huis ging. Daarna liep [slachtoffer 4] naar buiten. [slachtoffer 4] heeft verklaard dat verdachte en [naam] nog even apart met elkaar hebben gesproken. [58]
Na 18 februari 2016 heeft [slachtoffer 4] verdachte niet meer gezien maar nog wel contact met hem gehad. [slachtoffer 4] belde verdachte toen zij ontdekte dat de kosten van de telefoonabonnementen toch werden afgeschreven van haar bankrekening. Zij zei tegen hem dat hij het moest regelen. Verdachte zei tegen [slachtoffer 4] dat hij de abonnementen niet kon stopzetten als zij niet met hem zou afspreken. Verdachte wilde steeds met [slachtoffer 4] afspreken. [59] Als [slachtoffer 4] lief en gezellig zou doen en eerst met hem zou afspreken of een weekendje met hem weg zou gaan, dan zou hij de abonnementen kunnen verwijderen. Tijdens het informatieve gesprek op 23 maart 2016 heeft [slachtoffer 4] verklaard dat zij een week eerder voor het laatst had geappt met verdachte. [60]
[slachtoffer 4] heeft verklaard dat zij in haar chatgesprek met verdachte op 4 maart 2016 hem als smoes vertelde dat zij ongesteld was omdat zij echt niet met verdachte weg wilde gaan en zij ook geen seksuele handelingen met hem wilde verrichten. Verder heeft [slachtoffer 4] verklaard dat [naam] met haar spreekt over het hebben van seks in hun chatgesprek op 16 maart 2016 als hij tegen haar zegt: “Vorige x toch wat me neef had verteld in schuur toch, over geen kleine bedragen haha.” [slachtoffer 4] had [naam] verteld wat verdachte in het schuurtje tegen haar zei over het hebben van seks voor geld. [naam] reageerde daar niet verbaasd op. [61] [slachtoffer 4] heeft nooit seks met hen gehad en ook niet met anderen. [62]
Whatsapp-gespreken van [slachtoffer 4] en verdachte
Uit het onderzoek naar de telefoongegevens is gebleken dat de – op dat moment nog onbekende - gebruiker van het telefoonnummer [nummer] op 29 februari 2016 een Whatsapp-bericht heeft gestuurd naar [slachtoffer 4] met de vraag of zij nog wil afspreken. [slachtoffer 4] heeft verklaard dat verdachte het telefoonnummer [nummer] gebruikt. [63]
Op 2 maart 2016 hebben verdachte en [slachtoffer 4] het volgende chatgesprek gevoerd:
[slachtoffer 4] : Ik had een factuur gekregen
[slachtoffer 4] : Van t mobile
Verdachte: Wacht ff
[slachtoffer 4] : Als me ouders dit zien ben ik facktapp
(…)
Verdachte: Oké maar ik kom na [plaats 8]
Verdachte: Jouw halen dan
[slachtoffer 4] . Met [naam] ? (het hof begrijpt: [naam] )
Verdachte: Moet hij er per se bij zijn dan?
[slachtoffer 4] . Wil ik eigenlijk wel
Verdachte: Dan spreken jullie maar met elkaar af. En dan handelen jullie het maar samen onderling maar af dan heb jij mij niet nodig
[slachtoffer 4] : Hoe moet je dat doen dan
Verdachte: Ja ik bemoei me dan er verder niet mee dan is het tussen jullie want ik merk aan jou dat je moeilijk doet na mij toe en me niet vertrouwd en shit. Dus ga ik me ook dan niet bezig houden met andermans dingen. Want als het tussen ons was had ik het al lang goed en netjes geregeld.
Op 3 maart 2016 stuurt verdachte audiobestanden met twee gesproken boodschappen naar [slachtoffer 4] . Deze boodschappen zijn ingesproken door een man, vermoedelijk van jonge leeftijd, die spreekt met een Antilliaans accent. De man klinkt licht opgefokt. Beide boodschappen zijn beluisterd door verbalisant [verbalisant 2] die de stem van deze man heeft vergeleken met de stem van de man van wie opgenomen telefoongesprekken zijn beluisterd door deze verbalisant. Gelet op het stemgebruik, stemhoogte en intonatie herkent de verbalisant de stem van de man die de boodschappen heeft ingesproken, als de stem van verdachte. [64] De boodschappen van verdachte houden – zakelijk weergegeven – het volgende in:
Eerste audiobestand:
Verdachte zegt dat ze eerst niet kunnen afspreken en nu vandaag kan ze opeens en moet ze van alles gaan doen. Hij gaat niet helemaal die kant op komen voor eventjes en dan weer weg gaan. Want dan kan hij net zo goed zijn eigen dingen gaan doen en
"What the fuck dan ook".
Tweede autobestand:
Verdachte zegt dat [slachtoffer 4] een beetje vaag bezig is. Het ene moment is dit, en andere moment is het dat. Hij weet het ook niet. Want nu opeens moet [slachtoffer 4] naar de stad voor haar broer. Volgens verdachte is dat allemaal bullshit. Want ze kan ook morgen naar de stad, of van het weekend naar de stad. [slachtoffer 4] haar broer is namelijk pas 15 maart jarig. Het is nu pas 3 maart en ze heeft dus nog alle tijd om een cadeautje te halen.
[slachtoffer 4] reageert hierop door te zeggen dat ze gewoon wil dat het geregeld wordt, omdat ze al bang was om de fout in te gaan, omdat “jullie”, zo zegt ze, zeiden dat zij zich geen zorgen hoefde te maken. Verdachte vraagt vervolgens of [slachtoffer 4] die ding nog heeft geregeld dat haar vader het niet kan zien. [slachtoffer 4] heeft verklaard dat verdachte hiermee bedoelde of zij het overzicht van haar rekeningen had geblokkeerd, zodat haar ouders daar niet meer naar zouden kunnen kijken. [65] Vervolgens gaat het gesprek weer verder over afspraken.
Verdachte en [slachtoffer 4] hebben op 4 maart 2016 het volgende chatgesprek gevoerd:
[slachtoffer 4] : Kun je het alsjeblieft regelen. Ik smeek het je. Ik kan me er niet uit lullen. Vooral niet tegen papa
Verdachte: We praten persoonlijk gelijk goed alles oké x dan regelen we het ga ikje helpen x
[slachtoffer 4] . Kan dat er niet vandaag afgehaald worden
Verdachte: Wanneer je kan afspreken spreken we meteen af
[slachtoffer 4] : Maar ik wil wel zo snel mogelijk maar mijn ouders zijn niet de makkelijkste
Een paar dagen later wil verdachte weer afspreken. [slachtoffer 4] zegt dat dit toch is om (het hof begrijpt: de telefoonabonnementen van haar naam af te halen) te regelen, want ze heeft een hoop gezeur. Verdachte zegt dat hij haar gaat helpen, maar dat ze ook gaan chillen. [slachtoffer 4] zegt vervolgens dat die rekeningen ook nog komen (…).
Verdachte stelt voor om haar een weekendje mee weg te nemen, maar dat kan ze niet, dan stelt hij een dagje België voor, maar dat kan ze ook niet.
Verdachte zegt dat ze vandaag wel gezellig kunnen gaan doen. Als [slachtoffer 4] vraagt wat hij verstaat onder gezellig, zegt verdachte dat ze dat toch wel begrijpt, waarop [slachtoffer 4] antwoordt dat dit niet kan omdat ze ongesteld is. Verdachte zegt dat er dan wel andere dingen kunnen, maar dat wil [slachtoffer 4] echt niet. Ze zegt dat ze hoopt dat verdachte daar begrip voor heeft.
Op 10 maart 2016 voeren verdachte en [slachtoffer 4] het volgende chatgesprek:
Verdachte: Heb jou vorige keer heel duidelijk wat gezegd. Maar is geen probleem doe je ding.
[slachtoffer 4] . Dus als ik dat niet met je wilt doen Dan doe je ook niks voor me? Je zei dat je me wou helpen?
Verdachte zegt vervolgens dat het niet eens zijn ding is en dat ze het via “hem” kan doen. Maar dat het dan niet opgelost wordt. [slachtoffer 4] vraagt of verdachte haar alsjeblieft wil helpen, maar dat ze niet wil dat er dan iets tegenover staat. [slachtoffer 4] zegt dat ze haar dit allebei hebben laten doen en gezegd hebben dat het niet fout gaat. Verdachte blijft volhouden dat hij er niets mee te maken heeft en dat het tussen haar en “hem” is. [slachtoffer 4] vraagt of ze dat met [naam] moet doen dan, omdat ze het niet snapt. Verdachte zegt dat hij er niets mee te maken heeft en dat hij er niks van heeft gekregen. Verdachte zegt dat hij zich wel met andere dingen gaat bezighouden en dan ook geen tijd meer vrij maakt.
Op 14 maart 2016 stuurt verdachte nog een berichtje waarop [slachtoffer 4] niet reageert. Een paar dagen later stuurt hij een bericht, inhoudende dat het jammer is dat ze [hem] negeert, maar dat hij het er dan bij laat zitten. [66]
Whatsapp-gespreken van [slachtoffer 4] en[naam]
Uit het onderzoek naar de gegevens uit de telefoon van [slachtoffer 4] is verder gebleken dat zij in de periode van 12 februari 2016 tot en met 22 maart 2016 contact heeft gehad met de gebruiker van het nummer [nummer] (belnummer) en het nummer [nummer] (WhatsApp) met de naam “ [naam] ” (het hof begrijpt: [naam] ). In die periode zijn met de telefoon van [slachtoffer 4] in totaal 62, alleen uitgaande gesprekken gevoerd met de gebruiker van een telefoonnummer van [naam] . [67] [slachtoffer 4] en [naam] hebben daarnaast chatgesprekken met elkaar gevoerd.
Op 12 februari 2016 stuurt [slachtoffer 4] een mediabestand naar [naam] . Het betreft een foto van een social media account van [naam] met als bijschrift een gedicht en de tekst “ [naam] verlifd met [naam] .” Daarna stuurt [naam] twee audiobestanden naar [slachtoffer 4] – zakelijk weergegeven - inhoudende:
Eerste audiobestand:
“Die meid is niet goed, joh. Je ziet ik heb niks van haar op facebook, niks van haar op insta, ik heb helemaal niks van haar. Zij zet alleen maar dingen met mij d'r op. Maar ik vertel het jou zondag wel"
Tweede audiobestand:“Maar wat dan, ken je haar, ben je bevriend met haar." [68]
[slachtoffer 4] heeft verklaard dat zij de foto’s van het Instagram-account van [naam] met het bijschrift naar [naam] stuurde omdat hieruit bleek dat ze een relatie met elkaar hadden en [slachtoffer 4] zich hierdoor verraden voelde, want zij dacht dat [naam] haar ook leuk vond. [69]
[slachtoffer 4] en [naam] voeren op 15 februari 2016 het volgende chatgesprek met elkaar:
11:35-11:43 uur [70]
[slachtoffer 4] : Ik ga nu met de hond wandelen.
[naam] : is goed schat ja k ben nu met paar neven even iets doen. Daarna app ik je dat je kan bellen
[slachtoffer 4] . Kan ik je straks bellen? Is goed.
[naam] : Ja
[naam] stuurt om 11:44 uur [71] een bericht naar [slachtoffer 4] met een videobestand. Het filmpje in dit videobestand is bekeken door een verbalisant die – zakelijk weergegeven – het volgende heeft gezien. Van de persoon die het filmpje maakt, komt eerst zijn linkerhand in beeld. Hij heeft een blanke huidskleur en houdt in zijn hand een joint vast. Hij is gekleed in een lichte spijkerbroek, draagt zwarte schoenen met witte strepen aan de zijkanten, zoals schoenen van het merk Adidas. De filmer beweegt de camera omhoog en richt de camera op een negroïde man die een witte personenauto van met merk Volkswagen, type Golf en voorzien van het Duitse kenteken [kenteken 2] , aan het wassen is. De filmer draai de camera naar rechts. Naast hem staat een man die de verbalisant herkent als verdachte. Verdachte is gekleed in een rode jas van het merk Parajumpers.
Dit chatgesprek tussen [slachtoffer 4] en [naam] gaat als volgt verder:
[slachtoffer 4] : Lekker auto wassen jongen
[naam] : Haha ik niet. Die 2 lijken niet mij neven he hahah. Niemand geloofd dat
[slachtoffer 4] : Ha ah zijn dat je neven???
[naam] : Jaa haha
[slachtoffer 4] : Zou je echt niet zeggen nee.
[naam] : Ja, of ja, gewoon aangetrouwde familie maar ik zie ze toch gewoon als neven. [72]
Op 18 februari 2016 hebben [slachtoffer 4] en [naam] - onder meer - de volgende chatgesprekken over hun ontmoeting en het afsluiten van de telefoonabonnementen op die dag gevoerd:
07:40-08:06 uur [73]
[slachtoffer 4] : ik kan wel op tijd komen want heb gezegd dat ik naar [naam] ging voor school
[naam] : Ja hoe laat dan. 12 uur zo eerder kan ook
[slachtoffer 4] : Jaa zoiets denk ik
[naam] : Des te sneller €€€€
[naam] : Haha
[slachtoffer 4] : Hahahaha
(…)
[slachtoffer 4] : ik pak trein van 7 over 11 of 7 over half 12
[naam] : ja pak 7 over 11
[slachtoffer 4] : kom je dan naar centraal (…)
[naam] : ja
[slachtoffer 4] . Waar moeten we heen dan?
[naam] : Ja gewoon stad in even
[slachtoffer 4] : Haha is goed
10:37 uur [74]
[naam] : He. Bel mij. Schat
12:07 uur [75]
[naam] : Als die vraagt of je hem open wilt maken moetje zeggen nee, gewoon in folie laten
14:23-14:24 uur [76]
[naam] : Tevreden?
[slachtoffer 4] . Jaa dat zeker
[naam] stuurt om 14:25 uur [77] een bericht naar [slachtoffer 4] met een audiobestand inhoudende de volgende boodschap:
“Oké schat, ben je tevreden? Dit is alleen nog begin he, weetje en als we zien jij bent gewoon serieus, jij bent real met ons, jij bent 100 procent, wij kunnen jou vertrouwen, dan komt nog veel meer schat." [78]
[slachtoffer 4] en [naam] voeren in de avond van 18 februari 2016 vanaf 20:11 uur [79] een chatgesprek – zakelijk weergegeven - onder meer inhoudende:
[slachtoffer 4] : Kan ik bellen (…)
[naam] : Ja ik ben over half uur thuis (…) je kan wel bellen maar me ouders zijn hier dus kan niet praten
[slachtoffer 4] : Oh ja, want gaat over vandaag
[naam] : Oh ja je maakt je zorgen voor niks schat geloof mij. Je krijgt niks binnen of wat dan ook Geloof mij
[slachtoffer 4] : En die rekeningen. Staat toch allemaal op mijn naam. Hoe doe je dat dan?
[naam] : Letterlijk alles word eruit gehaald. Ik doe dat niet. Die mensen van binnen af. Doen dat
[slachtoffer 4] : Nee joh dus ik hoef niks te betalen. Krijg geen rekeningen?
[naam] : Of ja niet mensen maar 1 persoon. Natuurlijk ga je niks betalen
[slachtoffer 4] . Pff gelukkig. Daar kwam ik net op. Werd bang
[naam] : Nee schat denk je dat ik jou laat betalen. Je krijgt juist meer n meer elke week zo. Dus komt goed
[slachtoffer 4] . Oehh
[naam] : Haha jaa toch wij gaan veel maken. Geloof mij.
[slachtoffer 4] . Toch maak ik me wel ergens zorgen om. Maar weet niet waarom.
[naam] : Schat hoeft echt niet. Geloof me
[slachtoffer 4] . Ik hoop het waarschijnlijk omdat ik dit niet gewent ben
[naam] : Jaa je went eraan. [80]
Na het afsluiten van de telefoonabonnementen op 18 februari 2016 hebben [slachtoffer 4] en [naam] de volgende chatgesprekken gevoerd over de “neef” van [naam] (het hof begrijpt: verdachte) en de rekeningen van de telefoonabonnementen die [slachtoffer 4] toch heeft ontvangen.
29 februari 2016
[naam] : Vind je oke als me neefje nummer heeft? Hij wou nog xtje met jou praten gewoon
[slachtoffer 4] : Hij appte me. Maar kan ik je zo even bellen
[naam] : Ja [81]
2 maart 2016
[slachtoffer 4] : Ik heb een factuur (…) Voor t mobile
[naam] : Jaa klopt je krijgt van allemaal 1 maar gebeurd niks mee
[slachtoffer 4] : Echt
[naam] : Ja
[slachtoffer 4] : 83 euro is eraf
[naam] : Meen je? Uhm wacht ff. Ik belle mij neef
[slachtoffer 4] : Is goed
[naam] : Ja mij neef berichte jou toch
[slachtoffer 4] : Ja. Maar hoe moet ik dit doen dan? Want ik weet echt niet hoe ik dit moet doen
[naam] : Jaa hoezo negeerde je hem
[slachtoffer 4] : Wacht. Ik vertel zo. Maar hoe doe ik dit
[naam] : Wat
[slachtoffer 4] : Die factuur. Van t mobile. Als me ouders dat zien ben ik dood eh
[naam] : Ja je moet me neef praten
[slachtoffer 4] : Ik heb niet een t mobile
[naam] : Ja praat met hem. Wacht
[slachtoffer 4] : IK moest wachten. Maar als me vader dit ziet ben ik echt facktapp. Weetje hoe bang ik ben
[naam] : Wat zegt me neef dan
[slachtoffer 4] : Dat ik moet wachten. IK ben echt bang.
[naam] : Je hoeft niet bang te zijn
[slachtoffer 4] : Maar voor me ouders. Ik heb al ruzie met hun
[naam] : Ja moet toeval zijn dat ze nu gaan kijken. Maar geen zorgen. Wacht
[slachtoffer 4] : Okee. Jaa dat geld hoef ik niet terug ofzo maar dat ze ouders het niet zien
[naam] : Ja komt goed. Geld komt ook goed [82]
16 maart 2016:
[naam] : Schatt morgen kunnen we goeie doekoe make
[slachtoffer 4] : Wat moet je doen dan
[naam] : Vorige x toch wat me neef had verteld in schuur toch. Over geen kleine bedragen haha
[slachtoffer 4] : Ik weet niet of ik dat moet doen man. Wat wil je daarvoor doen. Want ben echt bang eh
[naam] : Hoezo bang schat is niks. Vertrouwen is er ook niet echt zie ik
[slachtoffer 4] . Dat zeg ik niet. Maar is al verkeerd gegaan. IK betaal voor die telefoon eh
[naam] : Je hebt maar 1 x betaald
[slachtoffer 4] : Hoef ik andere keer niet te betalen
[naam] : Natuurlijk niet
[slachtoffer 4] : Tuurlijk vertrouw ik je. Anders praatte ik al lang niet meer met je eh
[naam] : S al weg dat daarom krijg je toch net meer binnen. Ja. Daarom zeg ik morgen weet ik 1000% zeker dat goed gaat
[slachtoffer 4] : Maar gaan we alleen? Of met [naam] en [naam]
: Ff alleen toch ik kom met die mensen meteen make we in middag meteen eerst die geld en dan gaan we kanker hard genieten met se alle
[naam] : Dan halen we [naam] wel op en [naam]
: Want schat ik beloof je dat er morgen veel geld ligt (…)
[slachtoffer 4] : Maar wat moet je er voor doen
[slachtoffer 4] : Ik wil geen rare dingen doen toch
[naam] : Nee is nog makkelijker dan vorige. We praten morgen beter toch. (…).
[slachtoffer 4] : Alleen wij twee (…)
[naam] : Nee, met die goeie vriend van me die die dingen regelt maar hij blijft niet lang
[slachtoffer 4] : Welke
[naam] : Deze ken je niet haha. Deze is goeie gast met hem kan je lachen
[slachtoffer 4] : Hahah ohaa alweer andere. Hahaha
[naam] : Jaa hahaha. Maar hij gaat ons allemaal blij maken. [83]
18 maart 2016
[naam] : Schat. Stuurs foto van je ID voor en achterkant
[slachtoffer 4] : Ik neem morgen mee. Heb niet bij. Ben bij een vriendin
(…)
[slachtoffer 4] : Waarom van me id dan
[naam] : Jaa voor die ding die eigenlijk gister al zou zijn is alleen foto je hoeft die nie te geve
[slachtoffer 4] : Waarvoor. Want ik kreeg vandaag ook al een sms van die Vodafone. Dat er een rekening ligt. Die dinge is niet weggehaald. Dus betaal alsnog.
[naam] : Neee
[slachtoffer 4] : Wellou geld nu
[naam] : Jaa daarom zeg ik heb iets waarmee genoeg geld is en goed goed
[slachtoffer 4] : Maar is die dingen weg dan. Want hoe kan ik dan nog steeds sms’jes en zo krijgen.
[naam] : Ja zijn weg moet navragen over sms
[slachtoffer 4] : Oké [84]
[slachtoffer 9] [85]
[slachtoffer 9] , geboren op [geboortedatum] 2001 en wonende in [plaats 1] , heeft verklaard dat zij eind januari 2016 [naam] ontmoette. Zij vertelde hem dat ze door een jongen was afgeperst. [naam] vertelde dat hij wel iemand kende die haar zou kunnen helpen. Dat was verdachte. Eind februari of begin maart 2016 ontmoette ze verdachte. Zij was toen 14 jaar oud. Verdachte was in het begin vriendelijk maar later ging hij [slachtoffer 9] meer onder druk zetten. Zij dacht eerst dat verdachte [verdachte] heette, maar kwam er later achter dat hij [verdachte] heette. [86]
Zij sprak met [naam] af. Verdachte was daar ook bij. Ze reden naar een huis. [naam] ging aan haar zitten en daarna verdachte ook. Vlak daarvoor had verdachte gevraagd hoe oud ze was. [slachtoffer 9] had toen gezegd dat ze 14 was. [87] Ongeveer vier maanden geleden (het hof begrijpt in augustus 2016) kwam ze bij verdachte thuis in [plaats 1] . Ze ging met verdachte naar boven. Beneden zat zijn neef. Verdachte zei dat ze het niet moest verpesten. Hij zei dat als ze het goed deed, ze geld zou krijgen. [slachtoffer 9] zei: ‘oké’. Zij moest volwassen doen en zeggen dat ze 17 of 18 jaar was. Zij wist dat het de bedoeling was om met die neef naar bed te gaan. Zij moest zowel met verdachte als die neef seks hebben. Met beiden had ze standje ‘doggy’. De neef ging met zijn penis in haar vagina. Dat deed pijn. Daarna ging ze de neef pijpen. Vervolgens deed verdachte zijn penis in haar vagina en kwam na ongeveer 5 minuten klaar. Dit was niet de eerste keer dat ze seks had met de verdachte. Ze denkt dat ze rond de vijftien keer seks met de verdachte heeft gehad.
Ze had altijd seks met verdachte als ze naar hem toeging. Het was bijna altijd standje ‘doggy’ en soms moest zij bovenop. [88]
Verdachte heeft [slachtoffer 9] ook een keer gefilmd terwijl ze op bed lag. Ze droeg toen een geel shirt en had geen broek of onderbroek aan. Ze heeft een screenshot gezien met daarop haar vagina. Verdachte stuurde haar het screenshot toen hij ging dreigen.
Als zij niet direct naar hem toe kwam dreigde hij dat hij naar haar huis zou rijden met de video’s.
Zij heeft verdachte gevraagd of hij een soa test wilde doen, maar verdachte zei dat hij niets had. Maar dat klopte niet. [slachtoffer 9] heeft vier of vijf maanden met een soa rondgelopen. Ze had erge buikpijn en erge afscheiding.
Ook na het incident met de neef, heeft zij nog seks gehad met verdachte. [89]
Verbalisanten hebben de telefoon van [slachtoffer 9] onderzocht en kwamen daarin het volgende gesprek tegen tussen verdachte ( [verdachte] ) en [slachtoffer 9] . [verdachte] maakte gebruik van het nummer [nummer] . In de telefoon van [slachtoffer 6] staat verdachte onder dit nummer vermeld. [90]
Op 29 oktober 2016 vraagt verdachte [slachtoffer 9] om naar hem toe te komen, dan krijgt ze € 1.000 van hem. Uit een chat op 30 oktober 2016 blijkt dat verdachte boos op [slachtoffer 9] is omdat ze niet naar hem toekomt. Hij zal zorgen dat haar ouders de USB-stick krijgen zodat ze zien wat [slachtoffer 9] uitspookt. [slachtoffer 9] reageert hierop door te zeggen dat hij niet naar haar huis moet gaan, dat hij neukt met een 14-jarige en dat dat strafbaar is. [91]
Op 17 november 2016 vraagt [slachtoffer 9] aan [verdachte] € 70 terug. [verdachte] vraagt hierop: wanneer ga je weer lekker doggy doen met me? [92]
[slachtoffer 5] [93]
[slachtoffer 5] heeft een erg laag zelfbeeld. [94] [slachtoffer 5] kwam in de week van 18 tot en met 24 april 2016 via de datingsite Baddoo in contact met een [verdachte] uit [plaats 1] (het hof begrijpt: verdachte). [slachtoffer 5] ging ervan uit dat verdachte single was, omdat zij hem had ontmoet via een datingsite. Verdachte en [slachtoffer 5] spraken een aantal dagen met elkaar, eerst via de chatsite en later via Whatsapp. Hij toonde interesse in haar. De aandacht van verdachte deed [slachtoffer 5] goed. Hij maakte een nette en beschaafde indruk op haar. Verdachte vertelde dat hij werkzaam was in de asbestsector als zelfstandige zonder personeel. Na een paar dagen chatten werd [slachtoffer 5] gebeld door verdachte. Hij vroeg aan [slachtoffer 5] wat haar plannen op Koningsdag waren. Hij wilde Koningsdag gaan vieren en vroeg aan [slachtoffer 5] naar hem toe te komen, waarmee zij – na hierover te hebben nagedacht – instemde. [slachtoffer 5] ging op 27 april 2016 met het openbaar vervoer naar [plaats 9] waar zij verdachte voor het eerst heeft ontmoet en seks met hem heeft gehad in de woning van [slachtoffer 2] . [slachtoffer 2] was op dat moment niet thuis en kwam – nadat verdachte haar had gebeld en [slachtoffer 5] hoorde dat ze ruzie aan de telefoon kregen – rond 03:30 uur ’s nachts thuis met de auto. Daarna bracht verdachte [slachtoffer 5] met de auto naar haar woning in [plaats 10] .
Verdachte appte [slachtoffer 5] regelmatig na hun eerste ontmoeting. Op 2 of 3 mei 2016 vroeg verdachte in een app aan [slachtoffer 5] wanneer zij een auto ging kopen. [slachtoffer 5] antwoorde dat zij een arme student was en geen plannen had om een auto te kopen. Verdachte vroeg vervolgens aan [slachtoffer 5] of zij extra geld wilde verdienen. Zij wilde hierover meer weten en vroeg wat hij precies bedoelde. Verdachte zei dat hij dit niet over de app kon vertellen en dat hij [slachtoffer 5] later zou bellen. [95]
Telefoonabonnementen
Verdachte had [slachtoffer 5] gevraagd of ze veel geld wilde verdienen. Dat kon door het afsluiten van telefoonabonnementen. De telefoons zouden worden verkocht en het geld zou gebruikt worden voor hun gezamenlijke toekomst. [96]
Verdachte belde [slachtoffer 5] en vertelde haar dat hij mensen kende die bij een bedrijf werkten. Hij zei tegen [slachtoffer 5] dat deze mensen telefoonabonnementen uit de systemen konden verwijderen als zij bijvoorbeeld een telefoonabonnement zou afsluiten. Dan stond het telefoonabonnement niet meer op haar naam en zou zij hiervan geen rekening krijgen. [slachtoffer 5] dacht dat dit fout was, maar zij geloofde dit wel. Verdachte heeft [slachtoffer 5] meermalen gebeld en geappt, waarbij hij aan haar vroeg op woensdag 4 mei 2016 naar [plaats 3] te komen, zodat ze die abonnementen konden afsluiten. [slachtoffer 5] ging die woensdag omstreeks 11:00 uur met de trein naar [plaats 3] .
Verdachte had [slachtoffer 5] geappt dat zij zelf naar de Mediamarkt moest gaan. Hij vertelde haar dat zij eerst naar de Mediamarkt moest gaan om Tele2-abonnementen af te sluiten. Volgens [slachtoffer 5] was er echter een storing bij de Mediamarkt , waardoor zij daar geen abonnement kon afsluiten.
[slachtoffer 5] kreeg vervolgens een telefoontje van verdachte die haar vroeg naar het station in [plaats 3] te komen en haar vertelde dat ze samen de stad ingingen. [slachtoffer 5] zag verdachte bij het station. Ze liepen vervolgens naar de winkel van T-Mobile. Verdachte zei van te voren tegen [slachtoffer 5] wat zij in de winkel moest zeggen. Ze spraken af dat [slachtoffer 5] alleen de winkel in zou gaan en dat zij de doosjes met de toestellen die gekoppeld waren aan de door haar afgesloten abonnementen, aan verdachte zou geven. Verdachte belde [slachtoffer 5] meerdere keren om te vragen of het lukte toen zij in de winkel was. [slachtoffer 5] heeft twee abonnementen bij T-Mobile afgesloten met telefoontoestellen van het merk en type Apple iPhone 6S. Buiten de winkel gaf [slachtoffer 5] deze telefoons aan verdachte.
Daarna gingen [slachtoffer 5] en verdachte naar de winkel van KPN. In die winkel heeft [slachtoffer 5] op dezelfde wijze een telefoonabonnement afgesloten, terwijl verdachte buiten de winkel bleef staan en hij haar meermalen belde en vroeg of het lukte. Toen het was gelukt, gaf [slachtoffer 5] de telefoon weer aan verdachte.
Verdachte zei dat [slachtoffer 5] naar een winkel van de Bel Company moest gaan om twee abonnementen af te sluiten, wat niet lukte omdat het systeem aangaf dat haar aanvraag voor het afsluiten van de abonnementen werd afgewezen. [slachtoffer 5] zei buiten de winkel tegen verdachte dat het niet was gelukt, waarna hij voorstelde het nog een keer te proberen bij de Mediamarkt . [slachtoffer 5] en verdachte gingen samen naar de Mediamarkt . Verdachte bleef weer buiten de winkel staan terwijl [slachtoffer 5] hier weer probeerde een abonnement af te sluiten, wat opnieuw niet lukte.
Toen [slachtoffer 5] de Mediamarkt uitliep, kwam [slachtoffer 2] daar ineens aanlopen. Verdachte had tasjes met daarin de telefoons ondertussen aan [slachtoffer 2] gegeven. Ze stapten daarna met zijn allen in de auto van [slachtoffer 2] . Ze reden eerst naar de woning van [slachtoffer 2] in [plaats 9] . Vervolgens reden ze naar een woning in [plaats 1] , waar [slachtoffer 5] de moeder en zus van verdachte leerde kennen. In deze woning haalde verdachte de telefoons uit een zakje en deed hij de bonnetjes in een ander zakje. Verdachte had [slachtoffer 5] verteld dat iemand aan de deur zou komen om de telefoons van hem te kopen. Toen er werd aangebeld ging verdachte naar beneden en verkocht hij de telefoons. [97]
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij op 4 mei 2016 – nadat zij een telefoonabonnement voor verdachte op haar naam had afgesloten – naar het station in [plaats 3] ging. Verdachte had met [slachtoffer 5] afgesproken bij het station. [slachtoffer 5] ging telefoons kopen in de stad. Zij ging alleen de belwinkels in. Zij had contact met verdachte. Verdachte bracht die telefoons naar [slachtoffer 2] . [slachtoffer 2] zag dat dit drie telefoons waren en deed deze telefoons in haar tas. [slachtoffer 5] ging mee naar het huis van [slachtoffer 2] . [slachtoffer 2] heeft verder verklaard dat verdachte vervolgens met [slachtoffer 5] naar [plaats 1] ging om de telefoons door te verkopen. [98]
Uit informatie van telecommunicatiebedrijven en kopieën van de contracten blijkt dat op 4 mei 2016 de volgende telefoonabonnementen op naam van [slachtoffer 5] en voor haar rekening werden afgesloten:
  • In de T-shop [plaats 3] Demer werden twee abonnementen bij T-Mobile afgesloten voor een minimale contractperiode van 24 maanden. Het eerste abonnement betreft een Apple iPhone 6s 16GB Space Gray met IMEI-nummer [nummer] . Dit abonnement kost volgens het contract – inclusief de kosten van een streamingdienst en de afbetaling van het toestel in 24 maandelijkse termijnen na aftrek van kortingen - € 57, 98 per maand. Het tweede abonnement betreft een Apple Phone 6S 64GS met IMEI-nummer [nummer] . Dit abonnement kost volgens het contract – inclusief de afbetaling van het toestel in 24 maandelijkse termijnen na aftrek van kortingen - € 52 per maand. Er zijn machtigingen verleend voor de afschrijving van deze kosten vanaf bankrekening [nummer] . Die bankrekening staan op naam van [slachtoffer 5] blijkens een daarbij gevoegde kopie van haar bankpas.
  • Het abonnement bij KPN betreft een Apple iPhone 6s 16GB Space Gray. Dit abonnement is afgesloten voor een periode van 24 maanden en kost € 59 per maand. Er is ook een machtiging verleend voor de afschrijving van deze kosten vanaf bankrekening [nummer] van [slachtoffer 5] . De totale schuld van [slachtoffer 5] aan KPN bedraagt 1423,65 euro. Deze vordering is overgedragen aan een incassobureau.
Op 9 mei 2016 werd de Apple Phone 6S 64GS met IMEI-nummer [nummer] in een nog gesealde verpakking doorverkocht aan een consument door het bedrijf [bedrijf] . [100] Uit de administratie van dit bedrijf bleek dat deze telefoon was ingekocht van [naam] die destijds woonde op de [adres 3] 5 te [plaats 1] . [101] [naam] heeft bevestigd dat hij zaken deed met [bedrijf] . Hij herkent [verdachte] op een aan hem getoonde foto van verdachte. Verdachte had gereageerd op een advertentie van [naam] op Marktplaats, waarin hij telefoons te koop had gevraagd. In 2016 stond verdachte voor de deur van de woning van [naam] aan de [adres 3] te [plaats 1] , waar hij tot juni 2016 had gewoond. [102]
Het hof leidt uit het bovenstaande af dat verdachte de iPhone met IMEI-nummer [nummer] samen met de andere telefoons die [slachtoffer 5] op 4 mei 2016 in [plaats 3] aan hem had gegeven, later die dag in [plaats 1] verkocht aan [naam]
Nadat [slachtoffer 5] telefoonabonnementen in [plaats 3] had afgesloten heeft verdachte haar gevraagd om online een telefoonabonnement af te sluiten. [slachtoffer 5] wilde dat niet, waarna verdachte vroeg om haar bankrekeningnummer en het nummer van haar rijbewijs, zodat verdachte het telefoonabonnement kon aanvragen. Na aandringen van verdachte heeft [slachtoffer 5] die nummers gegeven. [103]
Op 10 mei 2016 nam [slachtoffer 2] contact op met [slachtoffer 5] . [slachtoffer 2] vertelde [slachtoffer 5] dat de contracten niet weggehaald konden worden en dat verdachte een loverboy was. Toen [slachtoffer 5] dat hoorde kon ze wel schreeuwen, de grond zakte onder haar voeten vandaan en ze voelde zich dom. [104]
Op 6 februari 2018 was haar schuld bij T-Mobile opgelopen tot € 1.700 en bij KPN tot € 1.200. [105]
Verhoging limiet rood staan bankrekening
Verdachte stelde aan [slachtoffer 5] voor de limiet voor het rood staan op haar bankrekening te verhogen. Als zij dit zou aanvragen, dan zou zij na het pinnen € 2.000 rood kunnen staan. Dit negatieve saldo zou kunnen worden verwijderd uit het systeem door dezelfde mensen. [slachtoffer 5] geloofde verdachte wel maar zij wilde dit niet doen. Verdachte vroeg dit vaker aan [slachtoffer 5] . Hij hamerde erop dat zij dit zo snel mogelijk moest doen. De abonnementen moesten ook nog worden verwijderd door deze mensen en dan kon alles in een keer gedaan worden. [106]
[slachtoffer 5] stuurde op [geboortedatum] 2016 een Whatsapp-bericht met een geluidsbestand door naar [slachtoffer 2] . Het betreft een geluidsopname van een gesprek tussen een man en een vrouw. De stem van de vrouw is herkend als de stem van [slachtoffer 5] . De man spreekt het een Antilliaans accent. De schriftelijke uitwerking van het gesprek tussen [slachtoffer 5] en deze man houdt - zakelijk weergegeven - in:
Man: Ik zei je had voor vijf aangevraagd toch?
[slachtoffer 5] : Ja... (….) ze hebben dat wel goedgekeurd... volgens mij
Man: Welke die trep? (fon.)
[slachtoffer 5] : Nee die (…).. in de rood staan met de bankpas
Man: Ja maar... voor hoeveel had je aangeklikt eerst dan?
[slachtoffer 5] : Ja voor... Oh ja... nee klopt inderdaad voor '500'. Ja inderdaad nou je het zegt.
Man: Maar hoe kan je dan 1000'?
[slachtoffer 5] : Nee je hebt gelijk '500'. Ik heb verkeerd gekeken.
Man: Maar kijk effe goed hoeveel je dan rood kan staan.
[slachtoffer 5] : Ja
Man: Misschien is het wel gewoon 1000' toch?
[slachtoffer 5] : Nee want ik kon die '1000' toch niet aanklikken weet je?
Man: Kijk effe dan wat er staat
[slachtoffer 5] : Ja. (…) effe kijken... ja
hier.. ja er staat '500'. Je hebt gelijk sorry.
Man: Oh... dus je kan nou gewoon '5' pinnen?
[slachtoffer 5] : Ja...
Man: Oké lieve schat
[slachtoffer 5] : Yes? [107]
[slachtoffer 5] heeft met betrekking tot dit geluidsfragment verklaard dat zij en [verdachte] (verdachte) daarop te horen zijn. [108] [slachtoffer 2] heeft verklaard dat verdachte eenmalig € 200 aan [slachtoffer 4] had gegeven, dat hij andere meisjes niets gaf en dat hij ene [slachtoffer 5] uit [plaats 11] daarvoor ook in het rood wilde laten staan. [109]
Het hof stelt vast dat verdachte in voormeld gesprek met [slachtoffer 5] spreekt over de verhoging van de limiet voor het rood staan op haar bankrekening.
Seks
Verdachte gebruikte geen condoom toen hij op 27 april 2016 voor het eerst seks met [slachtoffer 5] had in de woning van [slachtoffer 2] in [plaats 9] . Op 4 mei 2016 had verdachte ook zonder condoom seks met [slachtoffer 5] in de woning in [plaats 1] . Verdachte vroeg tijdens de seks aan [slachtoffer 5] of zij interesse had in een trio. [slachtoffer 5] vertelde hem dat wanneer zij hiermee akkoord zou gaan, dat het dan met een vrouw en niet met een man moest zijn. Verdachte liet haar merken dat wat hem betreft de trioseks met een man moest zijn. Hij heeft dit meerdere keren gevraagd. [slachtoffer 5] heeft uiteindelijk “ja” tegen hem gezegd om er vanaf te zijn. De trioseks heeft niet plaatsgevonden. Verdachte vertelde [slachtoffer 5] verder dat hij het geil zou vinden als zij seks zou hebben met zijn vrienden en dat hij haar dan als laatste zou volspuiten. Hij wilde dan ook dat [slachtoffer 5] zonder condoom seks zou hebben met zijn vrienden. Voor zover [slachtoffer 5] weet heeft verdachte geen opnames gemaakt op momenten dat zij seks met elkaar hadden. Verdachte vroeg [slachtoffer 5] wel een aantal malen pikante foto’s van zichzelf naar hem te sturen, waarmee naaktfoto’s van [slachtoffer 5] of foto’s van haar blote borsten werden bedoeld. Dit heeft [slachtoffer 5] nooit gedaan. [110]
[slachtoffer 5] ging naar de arts omdat zij klachten had en [slachtoffer 2] haar had verteld dat verdachte Chlamydia zou hebben. Op 12 mei 2016 bleek dat [slachtoffer 5] ook Chlamydia had. Verdachte was de enige met wie zij in die periode onveilige geslachtsgemeenschap heeft gehad. [111]
[slachtoffer 2] weet dat [slachtoffer 5] en verdachte seksueel contact met elkaar hebben gehad. Verder heeft [slachtoffer 2] verklaard dat verdachte [slachtoffer 5] de indruk gaf dat hij verliefd op haar was. [112]
[slachtoffer 6] [113]
[slachtoffer 6] (geboren op 18 mei 1997) leerde [verdachte] (hierna: verdachte) in december 2016 [114] kennen via de datingsite Badoo op een moment dat het niet zo goed met haar ging. Zij was kwetsbaar en net weer alleen na de beëindiging van een relatie van drie jaar. Zij kon goed met verdachte praten. Hij gaf haar het gevoel dat zij het samen zouden gaan maken. [slachtoffer 6] is erg verliefd op hem geworden. [115]
Telefoonabonnementen
[slachtoffer 6] was laat op een avond samen met verdachte in de woning van zijn moeder in de [adres 8] te [plaats 1] . Zij bleef die nacht bij hem slapen en toen vroeg hij aan haar of zij zes telefoonabonnementen wilde afsluiten. Verdachte zei tegen haar dat hij samenwerkte met een Nederlandse man die (het hof begrijpt: het afsluiten van) de telefoonabonnementen weer ongedaan zou kunnen maken. Het ging verdachte om de telefoons. [116] Verdachte had van te voren tegen [slachtoffer 6] gezegd dat hij iemand kende die de telefoons van hem wilde kopen. [117] [slachtoffer 6] zei tegen verdachte dat zij het zou doen. Zij was bang zijn liefde te verliezen als zij dit zou weigeren.
De volgende dag reed [slachtoffer 6] met verdachte mee in een auto naar het centrum van [plaats 1] . Verdachte bleef in de auto zitten terwijl [slachtoffer 6] uitstapte en naar de winkel van T-Mobile ging. In de winkel kreeg zij een iPhone 7+ bij het door haar afgesloten abonnement voor een periode van 24 maanden. Hiervoor gebruikte [slachtoffer 6] haar ID-kaart als legitimatiebewijs en moest zij één eurocent pinnen en haar adres opgeven. Vervolgens ging [slachtoffer 6] met de telefoon en het door haar ondertekende contract terug naar de auto en legde zij de telefoon en het contract voor verdachte in de auto..
Hierna reed verdachte met [slachtoffer 6] naar winkelcentrum [winkelcentrum] in [plaats 1] . [slachtoffer 6] hoorde hem zeggen dat zij twee telefoons moest meenemen. Verdachte liep wat rond in het winkelcentrum terwijl [slachtoffer 6] naar een winkel ging waar zij op dezelfde wijze een iPhone 7 heeft gekregen. [slachtoffer 6] probeerde in deze winkel een tweede abonnement – zogenaamd voor haar zusje – af te sluiten, maar zij hoorde van een vrouw dat dit niet kon. [slachtoffer 6] is toen met één telefoon – de iPhone 7 – de winkel uitgegaan.
[slachtoffer 6] moest vervolgens van verdachte twee abonnementen afsluiten bij de winkel van Vodafone wat uiteindelijk ook niet lukte. [slachtoffer 6] hoorde dat zij daar geen abonnementen af kon sluiten omdat ze hadden rondgebeld en gehoord dat zij ook al abonnementen in andere winkels had afgesloten.
[slachtoffer 6] ging naar buiten. Zij wilde geen abonnementen meer afsluiten. Verdachte zei tegen haar dat zij alleen nog naar de KPN winkel hoefde te gaan en dat ze daarna zouden stoppen en ergens zouden gaan lunchen. [slachtoffer 6] ging samen met verdachte naar de winkel van KPN. In deze winkel ging verdachte in gesprek met een medewerker en [slachtoffer 6] hoorde hem zeggen dat zij ook een abonnement voor haar zusje wilde afsluiten. Toen dit niet lukte heeft [slachtoffer 6] uiteindelijk één abonnement afgesloten en een iPhone 7 meegekregen.
[slachtoffer 6] heeft dus drie contracten afgesloten en hiermee één iPhone 7+ en tweemaal een iPhone 7 verkregen. Zij heeft die contracten en telefoons allemaal aan verdachte gegeven. Verdachte heeft [slachtoffer 6] uiteindelijk afgezet op het station van [plaats 1] , waarop zij met de trein naar [plaats 3] is gegaan. [118]
In aanvulling op haar eerste aangifte heeft [slachtoffer 6] over de afgesloten telefoonabonnementen verklaard dat verdachte aangaf dat hij iemand kende bij de ING-bank die kon voorkomen dat er betaald werd. Verdachte heeft [slachtoffer 6] nooit iets verteld over haar verdiensten. De telefoons lagen nog in de auto toen verdachte haar afzette op het station. [slachtoffer 6] heeft dus niet kunnen zien wat hij daarmee heeft gedaan. [slachtoffer 6] kreeg later wel heel hoge rekeningen binnen van één van de telefoons omdat daarmee allemaal servicenummers waren gebeld. Daarom had de provider de simkaart van deze telefoon al geblokkeerd. [119]
Het hebben van abonnementen leverde [slachtoffer 6] stress op. Op advies van haar advocaat betaalde ze wel de kosten, omdat de kosten anders te veel zouden oplopen. [120]
Uit informatie van telecommunicatiebedrijven en kopieën van de contracten blijkt dat op 9 januari 2017 drie telefoonabonnementen op naam van [slachtoffer 6] en voor haar rekening zijn afgesloten:
  • Bij de Tele2 winkel in [plaats 1] is een telefoonabonnement afgesloten met een looptijd van 24 maanden. Bij dit abonnement hoort een telefoontoestel van het merk en type Apple iPhone 7+ 32GB, met IMEI-nummer [nummer] . Dit toestel kost in totaal € 672, te betalen in 24 maandelijkse termijnen van € 28. Uit de factuur van 9 januari 2017 voor de aankoop van het toestel in de vorm van een toestelkrediet valt af te leiden dat er een machtiging is verleend voor de afschrijving van de kosten vanaf bankrekeningnummer [rekeningnummer 4] ten name van [slachtoffer 6] .
  • Bij de KPN winkel in [plaats 1] [winkelcentrum] is een telefoonabonnement afgesloten met een looptijd van 24 maanden. Dit abonnement kost € 61 per maand. Er is een machtiging verleend voor de afschrijving van de kosten vanaf bankrekening [rekeningnummer 4] . ten name van [slachtoffer 6] . Bij dit abonnement hoort een telefoontoestel van het merk en type Apple iPhone 7 32GB, Gold, met IMEI-nummer [nummer] .
  • Bij de T-shop in [plaats 1] [winkelcentrum] is een telefoonabonnement afgesloten met een looptijd van 24 maanden. Dit abonnement kost 55 euro per maand. Er is een machtiging verleend voor de afschrijving van de kosten van vanaf bankrekening [rekeningnummer 4] . Bij dit abonnement hoort een telefoontoestel van het merk en type Apple iPhone 7 32G8 met IMEI-nummer [nummer] .
Uit afschrijvingen van de bankrekening [rekeningnummer 6] blijkt dat [slachtoffer 6] ter verificatie van haar bankrekening op 9 januari 2017 telkens € 0,01 heeft gepind bij betaalautomaten in winkels van Tele2, KPN en T-Mobile in [plaats 1] . [121]
De Apple iPhone 7 met IMEI-nummer [nummer] werd te koop aangeboden in een advertentie op Markplaats. Het nichtje van de getuige [getuige 2] had via Whatsapp een afspraak gemaakt met de adverteerder. Daarna ging de getuige [getuige 2] samen met haar nichtje, de getuige [getuige 3] , en de vriend van dat nichtje naar het door de adverteerder opgegeven adres in [plaats 12] , net over de Duits-Nederlandse grens bij [plaats 13] . De telefoon was niet uit de nog gesealde doos geweest. De getuige [slachtoffer 5] kocht de telefoon op 10 januari 2017 voor 650 euro. De verkoper gaf haar de bon van de aankoop van dezelfde telefoon in de winkel van KPN in winkelcentrum [winkelcentrum] te [plaats 1] op 9 januari 2017. [122] De verkoper bleek de telefoon te hebben gekocht van [naam] . [naam] heeft verklaard dat hij de telefoon op 9 januari 2017 rond etenstijd had gekocht in [plaats 13] van een man die [naam] heet. [123] Die man blijkt [naam] te zijn. [124] [naam] heeft weliswaar verklaard niet meer te weten van wie hij de Apple iPhone 7 met IMEI-nummer [nummer] kocht, maar uit zijn verklaring [125] en andere bewijsmiddelen blijkt wel dat hij vaker iPhone’s van verdachte kocht.
De Apple iPhone 7 met IMEI-nummer [nummer] werd op 9 januari 2017 gekocht van [naam] door het bedrijf [bedrijf] . [naam] woonde op dat moment in [plaats 13] . [126] [naam] heeft bevestigd dat hij zaken deed met [bedrijf] . Volgens [naam] zou het kunnen dat hij de Apple iPhone 7 met IMEI-nummer [nummer] heeft gekocht op een dag dat verdachte bij hem aan de deur is geweest. [127]
Het hof concludeert op grond van de bewijsmiddelen dat verdachte beide iPhone’s 7 met voormelde IMEI-nummers die [slachtoffer 6] op 9 januari 2017 heeft verkregen door abonnementen af te sluiten in de winkels van KPN en T-Mobile te [plaats 1] , later die dag allebei aan [naam] heeft verkocht.
Seks
Tijdens een telefoongesprek met verbalisant op 13 februari 2017 heeft [slachtoffer 6] verklaard dat ze op aandringen van verdachte seks met een ander heeft gehad en dat daarvan filmbeelden zijn gemaakt. [128] Op 7 december 2017 verklaarde [slachtoffer 6] dat nadat de relatie met verdachte voorbij was, zij een soa bleek te hebben. Ze weet bijna zeker dat ze die door verdachte heeft opgelopen, omdat zij zich voor de relatie met verdachte ook heeft laten testen en toen niets had. Tijdens seksuele handelingen heeft verdachte [slachtoffer 6] gefilmd. Hij vroeg hier geen toestemming voor en deed dit gewoon. Al tijdens de eerste week van hun relatie zinspeelde verdachte er op dat ze seks zou hebben met anderen. Dan vond hij een geil idee. Verdachte wilde ook dat ze dit zou filmen. [slachtoffer 6] heeft toen via Baddoo met jongens afgesproken om seks te hebben. Zij heeft toen met twee jongens seks gehad, terwijl de derde aan het filmen was. Zij zou dit nooit gedaan hebben als verdachte niet zo had gezeurd dat hij dat zo geweldig vond. [slachtoffer 6] wilde verdachte niet kwijt en ze wilde hem niet steeds teleurstellen. Het filmpje heeft ze naar verdachte gestuurd.
Verdachte heeft ook gesproken over geld verdienen door middel van seks. Dat wilde [slachtoffer 6] niet. Om hem toch tevreden te houden heeft ze toen de abonnementen afgesloten. Ze was erg verliefd op hem. Hij had ook aangegeven met haar samen te willen wonen. Ook kon hij een woning op haar naam zette, zodat daarin wiet geteeld kon worden. [129]
[slachtoffer 6] heeft verklaard dat verdachte haar dwong seks te hebben met andere mannen en dat dit dan moest worden gefilmd. [slachtoffer 6] vond iemand aan wie zij het had gevraagd. Dit was [naam] uit [plaats 14] . Hij vond het niet normaal dat zij van haar vriend seks moest hebben met een ander en dat moest filmen. [130]
De getuige [getuige 4] woont in [plaats 14] . Hij heeft bevestigd dat [slachtoffer 6] aan hem vroeg seks met haar te hebben om dit te filmen voor een Antilliaanse jongen uit [plaats 1] die “ [verdachte] ” of zoiets heet (het hof begrijpt: verdachte). De getuige had niet het idee dat [slachtoffer 6] er zelf achter stond. De getuige denkt dat [slachtoffer 6] het wel had gedaan als hij erop in was gegaan, maar hij had het geweigerd. [131]
Telefonische contacten tussen [slachtoffer 6] en verdachte
Tussen de contactgegevens in de telefoon van [slachtoffer 6] stonden bij de naam [verdachte] twee telefoonnummers, te weten: [nummer] en [nummer] . Tussen de nummers van verdachte en het nummer [nummer] van [slachtoffer 6] zijn in totaal 48 telefonische contacten of pogingen daartoe geregistreerd in de periode van 20 december 2016 tot en met 13 januari 2017. In die periode is er 21 keer daadwerkelijk contact geweest. [132]
Bewijsoverweging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij zich schuldig gemaakt heeft aan het (mede)plegen van mensenhandel. Met betrekking tot [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] gaat het om overtreding van artikel 273f lid 1 sub 1, 4 en 6 van het Wetboek van Strafrecht en ten aanzien van de toen minderjarige [slachtoffer 9] gaat het om overtreding van artikel 273f lid 1 sub 2, 5 en 8 van het Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van sub 4 en 6 geldt dat pas tot een bewezenverklaring kan worden gekomen als sprake is van uitbuiting of een situatie waarin uitbuiting kan worden verondersteld. Voor een veroordeling voor sub 1 moet komen vast te staan dat de verdachte enig in dit deel van de tenlastelegging genoemd middel tegenover [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] heeft aangewend teneinde deze vrouwen te werven, te vervoeren, over te brengen, te huisvesten of op te nemen, met het oogmerk van uitbuiting. Bij sub 2 dient voor een veroordeling eveneens het oogmerk van (seksuele) uitbuiting te worden vastgesteld.
De vraag of - en zo ja, wanneer - sprake is van ‘uitbuiting’ in de zin van de onderhavige bepalingen, is niet in algemene termen te beantwoorden, maar is sterk verweven met de omstandigheden van het geval. Bij de beantwoording van die vraag komt in een geval als het onderhavige onder meer betekenis toe aan de aard en duur van de tewerkstelling, de beperkingen die zij voor de betrokkene meebrengt, en het economisch voordeel dat daarmee door de tewerksteller wordt behaald. Bij de weging van deze en andere relevante factoren dienen de in de Nederlandse samenleving geldende maatstaven als referentiekader te worden gehanteerd.
Uit de hierboven genoemde bewijsmiddelen volgt dat verdachte contacten met jonge vrouwen aanging met het doel om ze financieel en seksueel te exploiteren.
De financiële exploitatie hield in dat verdachte zoveel mogelijk financieel profiteerde of probeerde te profiteren van de vrouwen en de seksuele exploitatie hield in dat verdachte vrouwen bewoog of probeerde te bewegen seksuele handelingen te verrichten die zij zelf niet wensten, maar verdachte wel hetzij voor zijn eigen gerief, hetzij om er financieel van te profiteren.
Ten aanzien van
[slachtoffer 1]geldt dat verdachte haar door misleiding heeft geworven en telefoonabonnementen heeft laten afsluiten. Verdachte had haar wijsgemaakt dat door het afsluiten van telefoonabonnementen [naam] (op wie [slachtoffer 1] verliefd was en die toen gedetineerd zat) financieel kon worden geholpen terwijl [slachtoffer 1] geen last van de contracten zou hebben, omdat haar naam uit het systeem kon worden verwijderd. Dit bleek niet het geval te zijn en [slachtoffer 1] dreigde in de schulden te komen. Zij hoopte dat verdachte haar uit die situatie kon halen en heeft daarom gelijktijdig seks met hem en zijn ‘neef’ gehad, hoewel zij geen seks wilde met verdachte en die ‘neef’ en dit vooraf ook kenbaar had gemaakt. Tijdens die seks werd [slachtoffer 1] ook blootgesteld aan het risico een soa op te lopen, omdat sprake was van onbeschermde seks.
Door het afsluiten van vier telefoonabonnementen (waardoor [slachtoffer 1] in de schulden is geraakt en waarvan verdachte financieel heeft geprofiteerd) en het moeten hebben van (onbeschermde) seks tegen haar wil met verdachte en zijn ‘neef’ zijn forse inbreuken gemaakt op de autonomie van [slachtoffer 1] , die toen nog maar net 18 jaar oud was. Verdachte heeft [slachtoffer 1] beschouwd als een object om financieel en seksueel van te profiteren en bekommerde zich niet om de gevolgen die dat voor haar zou hebben. Gelet hierop is het hof van oordeel dat verdachte [slachtoffer 1] heeft uitgebuit. Hij kon haar uitbuiten als gevolg van misleiding en door misbruik te maken van haar kwetsbare positie (die mede was ontstaan als gevolg van de schulden waar ze door toedoen van verdachte in dreigde te geraken) en het overwicht dat verdachte op haar had (mede omdat [slachtoffer 1] in de veronderstelling verkeerde dat verdachte kon voorkomen dat ze verder in de schulden zou geraken). Reeds voordat verdachte [slachtoffer 1] ontmoette hield hij zich bezig met het inzetten van jonge vrouwen voor het afsluiten van telefoonabonnementen. Ook [slachtoffer 1] is door verdachte geworven met als doel om zoveel mogelijk telefoonabonnementen af te sluiten en dus met het oogmerk van uitbuiting en bovendien heeft hij haar vervoerd naar zijn huis om tegen haar wil seks te hebben met verdachte en zijn neef, zodat dat vervoer gebeurde met het oogmerk van uitbuiting. Tenslotte heeft verdachte de telefoons die bij de abonnementen hoorden in bezit genomen (zodat hij deze kon verkopen) en aldus geprofiteerd van de uitbuiting.
Het hof is derhalve van oordeel dat verdachte ten aanzien van [slachtoffer 1] zich schuldig heeft gemaakt aan artikel 273f lid 1, sub 1, 4 en 6 van het Wetboek van Strafrecht. Daarnaast is het hof op grond van de genoemde bewijsmiddelen van oordeel dat verdachte zich - gelet op de wijze waarop hij [slachtoffer 1] heeft bewogen de telefoonabonnementen af te sluiten – schuldig heeft gemaakt aan oplichting.
Ten aanzien
[slachtoffer 2]geldt dat zij geboren is in 1991 en niet zo jong was als de overige aangeefsters. Daar staat tegenover dat zij een baan, een woning en een auto had, waardoor er financieel meer van haar viel te profiteren en dat heeft verdachte dan ook gedaan. Hij liet [slachtoffer 2] betalen voor goederen (zoals een dure jas en een grote hoeveelheid hasj), hij maakte veel gebruik van haar auto en weigerde deze terug te brengen toen ze daarom vroeg, waarop ze uiteindelijk aangifte van verduistering heeft gedaan. Daarnaast heeft hij haar overgehaald een telefoonabonnement op haar naam te nemen, zodat verdachte kon profiteren van de daarbij behorende telefoon. Verdachte maakte gebruik van de woning van [slachtoffer 2] , onder meer om seks te hebben met een volgend slachtoffer. Op seksueel gebied liet verdachte [slachtoffer 2] dingen doen die zij niet wilde. Verdachte raakte kennelijk opgewonden als hij zag dat [slachtoffer 2] seks had met andere mannen. Na aandringen en om ruzie te voorkomen heeft [slachtoffer 2] uiteindelijk seks gehad met een andere man en de seksuele handelingen gefilmd, terwijl zij ook met het laatste moeite had. Verdachte moet vanwege het feit dat hij moest aandringen zich gerealiseerd hebben dat [slachtoffer 2] geen seks wilde hebben met die man en dit ook niet wilde filmen. Uit de door verdachte en [slachtoffer 2] gevoerde gesprekken blijkt bovendien dat zonder dat [slachtoffer 2] het wist zij (tijdens de seks met verdachte of toen zij naakt was) door verdachte was gefilmd. Zij vond dit geen prettige gedachte. Toen [slachtoffer 2] later tegen verdachte zei dat ze naar de politie zou gaan als ze haar auto niet terug zou krijgen, dreigde verdachte een seksfilmpje van haar online te zetten.
De combinatie van het financiële misbruik, het tegen de wil laten verrichten van seksuele handelingen met een derde en het (laten) vervaardigen van seksfilmpjes levert naar het oordeel van het hof uitbuiting op. Verdachte kon [slachtoffer 2] uitbuiten omdat ze een relatie met hem had en aanvankelijk niet doorhad wat zijn echte bedoelingen waren. Om ruzie te voorkomen deed ze dingen die ze niet wilde. Verdachte heeft zodoende misbruik gemaakt van het overwicht dat hij binnen de context van die relatie op haar had, dan wel misbruik van de kwetsbaarheid van [slachtoffer 2] die zij als gevolg van de gevoelens voor verdachte had.
Verdachte heeft in financiële zin geprofiteerd van de uitbuiting.
Zoals geldt voor alle in de tenlastelegging genoemde vrouwen is verdachte de relatie met [slachtoffer 2] aangegaan om van haar te kunnen profiteren in bovengenoemde zin en op nog verdergaande wijze. Verdachte probeerde [slachtoffer 2] in de prostitutie te krijgen, hetgeen hem niet gelukt is. Naar het oordeel van het hof heeft verdachte [slachtoffer 2] geworven met het oogmerk van uitbuiting. Verdachte kon [slachtoffer 2] werven door misleiding. Zij wist immers niet wat zijn ware bedoelingen waren. Zij dacht een normale – en een op wederkerigheid gebaseerde - relatie aan te gaan, terwijl verdachte hele andere bedoelingen had.
Naar het oordeel van het hof heeft verdachte zich ten aanzien van [slachtoffer 2] dan ook schuldig gemaakt aan het plegen van mensenhandel zoals strafbaar gesteld in artikel 273f lid 1 onder 1, 4 en 6 van het Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van
[slachtoffer 3]geldt dat verdachte haar, toen ze 18 jaar was, via de site Baddoo heeft geworven, een seksrelatie met haar is aangegaan, tijdens welke relatie hij haar onder druk heeft gezet om vier telefoonabonnementen af te sluiten. Tevens heeft verdachte [slachtoffer 3] proberen over te halen om seks te hebben met derden. Dat is hem echter niet gelukt. Tijdens de relatie heeft verdachte zonder dat [slachtoffer 3] het wist filmpjes gemaakt van hun seksuele handelingen.
Het hof leidt uit de bewijsmiddelen af dat verdachte ook [slachtoffer 3] heeft geworven met het doel haar financieel en seksueel te exploiteren, dus met het oogmerk van uitbuiting. Verdachte kon haar werven omdat [slachtoffer 3] niet wist wat de ware bedoelingen van verdachte waren. Zij is door hem misleid. Zij dacht een relatie met verdachte te hebben en had gevoelens voor hem. Van die gevoelens (kwetsbaarheid) heeft verdachte misbruik gemaakt door haar onder druk te zetten om de telefoonabonnementen af te sluiten. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensenhandel zoals strafbaar gesteld in artikel 273f lid 1 onder 1 van het Wetboek van Strafrecht.
Nu verdachte er niet in geslaagd is om [slachtoffer 3] (tegen haar wil) seks te laten hebben met derden, is de inbreuk op de autonomie van [slachtoffer 3] niet zo groot dat gesproken kan worden van uitbuiting. Met de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat daarom niet tot een bewezenverklaring kan worden gekomen van de tenlastelegging voor zover deze ziet op artikel 273f lid 1 onder 4 en 6 van het Wetboek van Strafrecht.
Nu [slachtoffer 3] de telefoonabonnementen onder druk van verdachte heeft afgesloten en niet als gevolg van zijn leugens, is geen sprake van oplichting, zodat het hof verdachte hiervan zal vrijspreken.
Ten aanzien van
[slachtoffer 4]geldt dat verdachte haar toen ze 18 jaar was (via [naam] ) heeft geworven met het doel haar telefoonabonnementen te laten afsluiten, zodat hij financieel kon profiteren en met als gevolg dat [slachtoffer 4] schulden kreeg. [slachtoffer 4] heeft zich laten werven omdat ze slechts 18 jaar oud was, gevoelens had voor de tevens aanwezige [naam] en verdachte haar had wijsgemaakt dat ze geld kon verdienen met het afsluiten van telefoonabonnementen onder meer omdat verdachte iemand kende van het hoofdkantoor die er voor kon zorgen dat haar naam uit het systeem werd gehaald. Als [slachtoffer 4] , anders dan haar was voorgesteld, toch een factuur ontvangt, neemt ze contact op met verdachte met het verzoek om te regelen dat ze uit het systeem wordt gehaald. Verdachte probeert vervolgens misbruik te maken van de benarde positie waarin [slachtoffer 4] zich bevindt door haar te zeggen dat ze naar hem toe moet komen en dat hij haar anders niet kan helpen. Uit de gesprekken die volgen kan worden afgeleid dat verdachte wil dat ze bij hem komt zodat ze seks kunnen hebben. [slachtoffer 4] gaat hier niet op in. Ook gaat ze niet in op het voorstel van verdachte (en [naam] ) om geld te verdienen door seks met andere mannen te hebben.
Omdat [slachtoffer 4] geen (betaalde) seks (tegen haar wil) met verdachte en/of andere mannen heeft gehad, is de inbreuk op haar autonomie niet zo groot, dat sprake is van uitbuiting. Wel heeft verdachte haar geworven en misleid met het oogmerk van uitbuiting. Verdachte wilde immers [slachtoffer 4] zowel financieel als seksueel exploiteren.
Naar het oordeel van het hof heeft verdachte zich ten aanzien van [slachtoffer 4] schuldig gemaakt aan mensenhandel, zoals strafbaar gesteld in artikel 273f lid 1 onder 1 van het Wetboek van Strafrecht. Ook heeft verdachte gelet op de wijze waarop hij [slachtoffer 4] bewogen heeft telefoonabonnementen af te sluiten – namelijk door een samenweefsel van verdichtsels - zich schuldig gemaakt aan oplichting. Verdachte heeft immers tegen [slachtoffer 4] gezegd dat zij geld kon verdienen met het afsluiten van telefoonabonnementen (hetgeen niet klopte, zij zou immers een schuld gaan oplopen), omdat verdachte iemand kende van het hoofdkantoor (hetgeen niet waar was), die in staat zou zijn om de abonnementen ongedaan te maken (hetgeen eveneens niet waar was). Het hof acht bewezen dat verdachte deze oplichting tezamen en in vereniging heeft gepleegd met [naam] nu [naam] met [slachtoffer 4] meeging om de abonnementen af te sluiten en ook aanwezig was toen verdachte [slachtoffer 4] vertelde dat hij iemand wist die de abonnementen van haar naam kon halen.
Het hof spreek de verdachte vrij van de onderdelen van de tenlastelegging die zien op de strafbaarstellingen genoemd in artikel 273f lid 1 onder 4 en 6 van het Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van
[slachtoffer 5]geldt dat verdachte haar heeft geworven met het oogmerk van uitbuiting. Het doel van verdachte was van het begin af aan om [slachtoffer 5] zowel financieel als seksueel te exploiteren. Verdachte heeft [slachtoffer 5] leren kennen via een datingsite. Kort nadat ze voor de eerste keer (onbeschermde) seks hebben gehad in de woning van [slachtoffer 2] , begint verdachte met het overhalen van [slachtoffer 5] om telefoonabonnementen af te sluiten. Hij zegt dat ze veel geld kan verdienen met het afsluiten van abonnementen. Het geld kan worden gebruikt om een gezamenlijke toekomst op te bouwen. Hij kent iemand die ervoor kan zorgen dat haar naam uit het systeem wordt gehaald, zodat ze niet de facturen ontvangt. [slachtoffer 5] laat zich overhalen en sluit de abonnementen af. Tevens probeert verdachte haar over te halen om haar limiet voor rood staan te verhogen. Verder wil verdachte graag trio seks en hij wil graag dat zij seks heeft met vrienden van verdachte.
Omdat verdachte [slachtoffer 5] niet zover heeft weten te krijgen dat zij tegen haar wil seksuele handelingen heeft moeten verrichten met derden (of met verdachte) is de inbreuk op de autonomie van [slachtoffer 5] niet zo groot dat gesproken kan worden van uitbuiting. Gelet op de bedoeling van verdachte was wel sprake van oogmerk van uitbuiting. Hij heeft [slachtoffer 5] geworven door misleiding. Zij meende dat het contact tussen haar en verdachte gericht was op een gezellig samenzijn en eventueel een serieuze relatie, terwijl verdachte slechts uit was om haar zo veel mogelijk te gebruiken voor geldelijk gewin en seksueel gerief.
Verdachte heeft zich derhalve schuldig gemaakt aan mensenhandel zoals omschreven in artikel 273f lid 1 onder 1 van het Wetboek van Strafrecht. Vanwege de misleiding met betrekking tot het afsluiten van de telefoonabonnementen heeft verdachte zich tevens schuldig gemaakt aan oplichting.
Nu de uitbuiting niet bewezen kan worden, wordt verdachte vrijgesproken van de onderdelen die zien op artikel 273f lid 1 onder 4 en 6 van het Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van
[slachtoffer 6]geldt eveneens dat verdachte haar door misleiding heeft verworven. Verdachte verwierf haar om haar financieel en seksueel te exploiteren, terwijl [slachtoffer 6] dacht een date aan te gaan, die eventueel gevolgd zou kunnen worden door een relatie. Die relatie kwam er, maar niet zoals [slachtoffer 6] had verwacht en gehoopt. Voor verdachte was de relatie een middel om te kunnen profiteren van [slachtoffer 6] . Ook haar werd gevraagd telefoonabonnementen af te sluiten en ook haar werd wijs gemaakt dat verdachte iemand kende die de abonnementen ongedaan zou kunnen maken. [slachtoffer 6] heeft inderdaad drie abonnementen voor verdachte afgesloten. Voor zijn seksuele gerief heeft hij [slachtoffer 6] gevraagd seks te hebben met meerdere mannen tegelijk en die seksuele handelingen te filmen. [slachtoffer 6] heeft dat gedaan, maar niet omdat ze het zelf wilde. Ze heeft het gedaan, omdat verdachte daarop aandrong. Vanwege de manier waarop verdachte [slachtoffer 6] heeft overgehaald moet het voor verdachte duidelijk zijn geweest dat zij dit niet wilde. Ook heeft verdachte, terwijl [slachtoffer 6] het niet wist, haar gefilmd tijdens de seks met verdachte. Verdachte heeft [slachtoffer 6] gevraagd seks met mannen te hebben tegen betaling en ook stelde hij voor een woning op haar naam te zetten zodat daarin wiet kon worden geteeld.
Uit het bovenstaande volgt niet alleen dat verdachte [slachtoffer 6] door misleiding heeft geworven met het oogmerk van uitbuiting, maar ook dat hij haar door misleiding en misbruik van een kwetsbare positie heeft uitgebuit. [slachtoffer 6] heeft immers (als gevolg van die middelen) seksuele handelingen moeten verrichten met derden die zij niet wilde en die zij bovendien moest vastleggen op een film. Tevens heeft verdachte zonder haar toestemming gefilmd toen hij met haar seks had. Voorts is [slachtoffer 6] door het afsluiten van telefoonabonnementen ten behoeve van het financiële voordeel van verdachte in de schulden geraakt. Verdachte kreeg de telefoons die [slachtoffer 6] ontving bij het afsluiten van de abonnementen. Verdachte heeft aldus geprofiteerd van de uitbuiting.
Verdachte heef zich schuldig gemaakt aan mensenhandel zoals strafbaar gesteld in artikel 273f lid 1 onder 1, 4 en 6 van het Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van
[slachtoffer 9]geldt dat zij nog maar 14 jaar oud was toen zij verdachte ontmoette. Verdachte kon niet van haar profiteren door haar telefoonabonnementen te laten afsluiten. Ze was immer nog minderjarig. Wel heeft hij op seksueel gebied van haar geprofiteerd onder meer in de zin dat hij seks met haar had. De verklaring van [slachtoffer 9] vertoont overeenkomsten met de andere hierboven genoemde (volwassen) aangeefsters. Een overeenkomst was dat verdachte [slachtoffer 9] gefilmd heeft terwijl ze naakt was en/of seks had en dat hij dreigde dat filmpje te openbaren als zij niet deed wat hij wilde. Een andere overeenkomst is dat [slachtoffer 9] op verzoek van verdachte seks had met een derde. Volgens [slachtoffer 9] had verdachte haar hiervoor geld aangeboden. In een hierboven weergegeven chat met de verdachte biedt verdachte [slachtoffer 9] geld aan als ze naar zijn huis komt, kennelijk met de bedoeling om daar seks te hebben met verdachte en/of een derde. In deze chat (die er op neer komt dat verdachte [slachtoffer 9] geld aanbiedt voor seks) en in de verklaringen van anderen (waaruit blijkt dat verdachte graag ziet dat zijn partner seks met een derde heeft) ziet het hof bevestiging voor de verklaring van [slachtoffer 9] dat ze op verzoek van verdachte seks heeft gehad met een derde en dat haar daarvoor geld is geboden.
Naar het oordeel van het hof heeft verdachte ten aanzien van [slachtoffer 9] zich schuldig gemaakt aan mensenhandel zoals strafbaar gesteld in artikel 273f lid 1 onder 5 van het Wetboek van Strafrecht. Immers heeft hij haar er toe aangezet zich beschikbaar te stellen voor seks met een derde tegen betaling. Tevens is sprake van overtreding van artikel 273f lid 1 onder 2 van het Wetboek van Strafrecht. Verdachte is het contact aangegaan met een minderjarig meisje met als doel zijn seksuele lusten bot te vieren, namelijk het hebben van seks met haar, het filmen van die seks (en/of het naakte lichaam) en haar beschikbaar stellen aan een derde voor het hebben van seks.
Tevens heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het seksueel binnendringen van het lichaam van een meisje dat jonger is dan 16 jaar.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1A, 1B, 1E, 1F, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
A: mensenhandel met betrekking tot [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6]
hij
op meerdere tijdstippenin de periode van 1 april 2014 tot en met 10 januari 2017
te [plaats 1] en/of [plaats 2] en/of [plaats 3] , in elk geval (telkens)in Nederland,
(lid 3, onder 1°)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer ander(en), te
weten,[slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5] en
/of[slachtoffer 6]
(lid 1, onder 1°)
(telkens)
door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of
door
dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/ofmisleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of
door misbruik van de kwetsbare positie,
heeft geworven en/of vervoerd
en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomenmet het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5] en
/of
en
/of
(lid 1, onder 4o)
(telkens) met één of meerdere van de onder 1° van dit artikel genoemde middelen, te weten door
dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of
door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/ofmisleiding dan wel
door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of
door misbruik van de kwetsbare positie,
die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of[slachtoffer 6] heeft
gedwongen en/ofbewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten
en/of
onder de onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden, te weten
door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of
door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden en/of afpersing en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of
door misbruik van de kwetsbare positie,
enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij, verdachte en/of diens mededader(s), wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
en
/of
(lid 1, onder 6o)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of[slachtoffer 6]
heeft
/hebben en/of is/zijnverdachte
en/of zijn mededader(s)
1. contact gezocht met die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5] en
/of[slachtoffer 6] , al dan niet via sociale media (Tagged en/of Baddoo en/of Facebook)
2.
terwijl hij en/of zijn mededader(s) wisten, althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] verstandelijk beperkt en/of kwetsbaar en/of gemakkelijk te beïnvloeden was/waren en/of geen werk en/of schulden had(den) en/of
3. terwijl hij
en/of zijn mededader(s)een (liefdes)relatie met die
[slachtoffer 1] en/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] en
/of [slachtoffer 4] en/of[slachtoffer 5] en
/of[slachtoffer 6] is aangegaan en/of onderhouden
en/of haar/hen in de veronderstelling heeft/hebben laten verkeren dat zij die enige voor hem was/waren,en zodoende
haar/hen onder zijn
/huninvloedssfeer heeft
/hebbengebracht en
/of
4.
terwijl hij en/of zijn mededader(s) zich in de omgang met die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] schreeuwend en/of (telkens) agressief en/of boos en/of intimiderend heeft/hebben opgesteld en/of
5.
terwijl hij en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 4] heeft bedreigd met een (namaak)pistool, althans een of meer wapen(s) getoond, althans een filmpje met een (namaak)pistool via social media naar haar heeft/hebben gestuurd en/of
6.
terwijl hij en/of zijn mededader(s) tegen die [slachtoffer 6] heeft gesproken over het voor handen hebben van en vuurwapen en/of
7. ( (trio)seks met die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] en
/of [slachtoffer 5] en/of[slachtoffer 6] gehad en
/of(deze) seksuele handelingen op film heeft opgenomen en
/of
8. ( (vervolgens) gedreigd dat seksfilmpje met die
[slachtoffer 1] en/of[slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 6]te zullen openbaren en
/of
9. ( (telkens) op die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5] en
/of[slachtoffer 6] ingepraat
en/of haar/hen bedreigd, teneinde
haar/hen te bewegen (al dan niet tegen betaling) seks te hebben met een of meerdere ander(e) man(nen) en/
of
10. ( (telkens) op die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5] en
/of[slachtoffer 6] ingepraat
en/of haar/hen bedreigd, teneinde
haar/hen te bewegen tot het afsluiten van een telefoonabonnement en
/of
11. die [slachtoffer 1] en
/of [slachtoffer 2] en/of[slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] voorgehouden dat iemand de/het afgesloten abonnement(en) en/of contract(en) uit het systeem zou halen en/of dat de abonnementen geannuleerd zouden worden en/of dat de betalingen van de abonnementsgelden stopgezet zouden worden en
/of
12. die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5] en
/of[slachtoffer 6] (vervolgens) instructies gegeven een of meerdere telefoonabonnement(en) op
haar/hun naam afte sluiten en
/of
13. die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5] en
/of[slachtoffer 6] (telkens) naar een of meer telefoonwinkel(s) vervoerd en/of vergezeld en
/of
14.
door met meerdere personen gezamenlijk aanwezig te zijn en/of in de nabijheid zich op te houden bij die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] bij het aangaan van de afspraken over het/de telefoonabonnement(en) en/of bij het afsluiten van het/de telefoonabonnement(en) (zodoende) een numeriek overwicht gevormd en/of
15. ( (telkens) nadat die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5] en
/of[slachtoffer 6] het telefoonabonnement hadden afgesloten tegen
haar/hun gezegd om
(de
tas met) bijbehorendetelefoontoestel(len) en/of iPad aan hem verdachte
of zijn mededader(s)af te geven en
/of
16. terwijl die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en
/of[slachtoffer 6] rekeningen van de telefoonmaatschappij(en) hebben ontvangen en
/of
17. die [slachtoffer 1] geld van haar rekening voor hem, verdachte
een/of zijn mededader(s)laten pinnen en
/of
18. die [slachtoffer 2] haar auto aan hem verdachte laten afgeven en
/of
19.
die [slachtoffer 5] haar bankpas aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) laten afgeven zodat hij verdachte en/of zijn mededader(s) geld van haar bankrekening konden pinnen en/of
20. door welke feiten en omstandigheden voor die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5] en
/of[slachtoffer 6] een (afhankelijkheids) situatie is ontstaan
waaraan zij/hun zich niet heeft/hebben kunnen onttrekken en/often gevolge waarvan zij/ze geen weerstand aan verdachte
en/of zijn mededader(s) heeft/hebben kunnen bieden.
en
/of
B: oplichting van [slachtoffer 1]
hij
op één of meerdere tijdstippenin
of omstreeksde periode van september 2014 tot en met 17 april 2015 te [plaats 1] , althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 1] heeft bewogen tot
de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
  • afgifte van meerdere
  • het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van meerdere, althans één telefoonabonnement(en)
door
indringende wijzetegen die [slachtoffer 1] te zeggen
  • dat er een bedrijf was dat abonnementen kon verwijderen uit het systeem en
  • dat het veilig was en/of
  • dat zij later meer geld zou krijgen en/of
  • dat zij het voor [naam] deed
althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
waardoor die [slachtoffer 1] werd bewogen tot voornoemde afgifte en/of het aangaan van voornoemde schuld;
en
/of
C: oplichting van [slachtoffer 3]
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 januari 2016 tot en met 11 februari 2016 te [plaats 1] , althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
  • afgifte van meerdere, althans één mobiele telefoon(s) en/of contract(en), in elk geval van enig goed, en/of
  • het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van meerdere, althans één telefoonabonnement(en)

door op indringende wijze tegen die [slachtoffer 3] te zeggen

  • dat hij wel iemand wist die bij een telefoon bedrijf werkte en/of die het abonnement van haar naam kon halen en/of dat deze persoon hem, verdachte, nog geld schuldig was en/of
  • dat hij dat zelf ook had gedaan en/of
  • dat het allemaal goed zou komen en/of
  • dat hij die jongen had gesproken en/of
  • dat de leidinggevende van die jongen het op kon lossen
althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
waardoor die [slachtoffer 3] werd bewogen tot voornoemde afgifte en/of het aangaan van voornoemde schuld;
en/of
D: afpersing van [slachtoffer 4]
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 februari 2016 tot en met 10 maart 2016 te [plaats 1] , althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van een of meer telefoons en/of telefoonabonnementen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer 4] toebehoorde,
welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte die [slachtoffer 4]
  • aan die [slachtoffer 4] een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp heeft getoond en/of
  • aan die [slachtoffer 4] filmpjes heeft laten zien op social media waarop verdachte en/of diens mededader te zien waren met een wapen en/of
  • tegen die [slachtoffer 4] heeft gezegd dat ze tegen niemand iets mocht vertellen anders wisten ze haar te vinden, althans telkens woorden en/of handelingen van gelijke aard en/of strekking;
en/of
E: oplichting van [slachtoffer 4]
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 februari 2016 tot en met 10 maart 2016 te [plaats 1] , althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
(telkens)met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens,en het aangaan van een schuld
en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
  • afgifte van meerdere,
  • het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van meerdere
door
-
op indringende wijzetegen die [slachtoffer 4] te zeggen dat hij iemand kent binnen het hoofdkantoor die het abonnement weer van naam kon
denhalen,
althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
waardoor die [slachtoffer 4] werd bewogen tot voornoemde afgifte en/of het aangaan van voornoemde schuld;
en
/of
F: oplichting van [slachtoffer 5]
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 4 mei 2016 tot en met 13 mei 2016 te [plaats 3] , althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens)met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens,en het aangaan van een schuld
en/of het teniet doen van een inschuld,te weten
  • afgifte van meerdere,
  • het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van meerdere,
door
op indringende wijzetegen die [slachtoffer 5] te zeggen
  • dat hij mensen kende die werkten bij een bedrijf en/of dat deze mensen het abonnement konden verwijderen uit het systeem en
  • dat zij geen rekeningen zou krijgen,
althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
waardoor die [slachtoffer 5] werd bewogen tot voornoemde afgifte en/of het aangaan van voornoemde schuld;
2: afpersing van [slachtoffer 7] :
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 december 2013 tot en met 6 februari 2014 te [plaats 1] (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 7] heeft gedwongen tot de afgifte van een of meer telefoons en/of telefoonabonnementen, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 7] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte die [slachtoffer 7] heeft geslagen en/of heeft geschopt tegen het lichaam;
3: oplichting van [slachtoffer 8]
hij op of omstreeks 31 januari 2014 te [plaats 2] , althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 8] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
  • afgifte van meerdere, althans één mobiele telefoon(s) en/of contract(en), in elk geval van enig goed, en/of
  • het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van meerdere, althans één telefoonabonnement(en)

door

  • aan die [slachtoffer 5] te vertellen dat zijn, verdachtes, tante [naam] bij de Telecom werkte en/of een abonnement kon annuleren en/of
  • te zeggen dat het te vertrouwen was en/of dat die tante alles weg kon halen en/of
  • te zeggen dat hijzelf en zijn zusje het ook hadden gedaan,

althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of

  • door die tante [naam] in de auto bij die [slachtoffer 5] te laten plaatsnemen en/of
  • door op indringende wijze tegen die [slachtoffer 5] te spreken,

waardoor die [slachtoffer 5] werd bewogen tot voornoemde afgifte en/of het aangaan van voornoemde schuld;

4: seksueel binnendringen lichaam van [slachtoffer 9]
hij op
één of meerderetijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 maart 2016 tot en met 28 november 2016 te [plaats 1] , althans in Nederland, met [slachtoffer 9] , geboren op [geboortedatum] 2001, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, (telkens) buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die (telkens) bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 9] , te weten zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 9] heeft geduwd en/of gebracht en/of zijn penis in de mond van die [slachtoffer 9] geduwd en/of gebracht en/of laten nemen;
5: mensenhandel met betrekking tot [slachtoffer 9] :
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 maart 2016 tot en met 28 november 2016 te [plaats 1] en/of elders in Nederland
(lid 3, onder 1°)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een ander of anderen, te weten[slachtoffer 9] (geboren [geboortedatum] 2001),
(lid 1, onder 2°)
(telkens)heeft geworven
, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 9] , terwijl die [slachtoffer 9] de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt.
en
/of
(lid 1, onder 5°)
(telkens)ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling
dan wel ten aanzien van die [slachtoffer 9] (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 9] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen, terwijl die [slachtoffer 9] de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt.
en/of
(lid 1, onder 8°)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die [slachtoffer 9] , met en/of voor een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer 9] de leeftijd van achttien jaren nog niet had(den) bereikt, heeft
/hebben en/of is/zijnverdachte
en/of zijn mededader(s)
  • contact gezocht met die [slachtoffer 9] en/of een relatie aangegaan met die [slachtoffer 9] en
  • (trio)seks met die [slachtoffer 9] gehad en
en
/of
  • (vervolgens)gedreigd dat seksfilmpje met die [slachtoffer 9] te zullen openbaren en
    /of
  • (telkens)op die [slachtoffer 9] ingepraat, teneinde haar
    /hente bewegen
    (al dan niettegen betaling
    )seks te hebben met een
    of meerdereander(e) man
    (nen)en
    /of
  • die [slachtoffer 9] seks laten hebben met

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 A bewezenverklaarde levert op:
mensenhandel, meermalen gepleegd.
Het onder 1 B bewezenverklaarde levert op:
oplichting.
Het onder 1 E bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van oplichting.

Het onder 1 F bewezenverklaarde levert op:

oplichting

Het onder 4 bewezenverklaarde levert op:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt buiten echt ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
Het onder 5 bewezenverklaarde levert op:
mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie de in artikel 273f, eerste lid onder 5° van het Wetboek van Strafrecht omschreven feiten worden gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte is onder valse voorwendselen met vier jonge vrouwen een relatie aangegaan. Deze vrouwen wisten niet dat verdachte van plan was ze financieel en seksueel te misbruiken, maar kwamen daar gaandeweg de relatie achter toen het misbruik een aanvang had genomen. De vrouwen hebben door toedoen van verdachte schulden opgelopen als gevolg van het afsluiten van telefoonabonnementen. Het hebben van schulden kan gepaard gaan met stress en beperkt de vrijheid door geldgebrek. Twee van de vier vrouwen hebben seksuele handelingen moeten verrichten met een derde en deze handelingen moeten filmen terwijl ze dat niet wilden. Er is daardoor inbreuk gemaakt op hun lichamelijke integriteit.
De twee vrouwen met wie de verdachte geen relatie had, zijn ook door hem misleid. Ook zij hebben telefoonabonnementen afgesloten en hebben daardoor flinke schulden opgelopen. Eén van de twee heeft bovendien tegen haar wil (onbeschermde) seks met verdachte en zijn ‘neef’ moeten hebben waarbij zij een soa heeft opgelopen. Ook in haar geval is sprake van een inbreuk op haar lichamelijke integriteit.
Verdachte is bovendien een seksuele relatie aangegaan met een 14-jarig meisje, terwijl hij toen 22 jaar oud was. Hij had een seksfilm van haar en dreigde die film aan anderen te verstrekken als zij niet deed wat hij zei. Zij heeft ook een keer gelijktijdig seks moeten hebben met verdachte en een andere man.
Bovengenoemde feiten zijn niet alleen ernstig, het gaat ook om veel slachtoffers, namelijk zeven. Het betreft bovendien jonge vrouwen en zelfs een meisje van 14 jaar. Gelet op de ernst van de feiten en het aantal slachtoffers is een gevangenisstraf met een fors onvoorwaardelijk deel geboden.
Verdachte heeft geen enkele compassie met zijn slachtoffers; niet op het moment dat hij ze misleidt, niet op het moment dat hij ze in de schulden stort, niet op het moment dat hij inbreuk maakt op hun lichamelijke integriteit en ook niet achteraf. Gelet op het ontbreken van schuldbesef en op het aantal slachtoffers, gaat het hof uit van recidivegevaar. Een fors onvoorwaardelijk deel van de gevangenisstraf moet de verdachte duidelijk maken wat de gevolgen zijn van zijn delicten terwijl het voorwaardelijk deel met daaraan gekoppeld een proeftijd verdachte ervan moet weerhouden opnieuw de fout in te gaan nadat hij zijn gevangenisstraf heeft uitgezeten.
Het hof acht een gevangenisstraf van 4 jaar waarvan zes maanden voorwaardelijk passend gelet op de ernst van de feiten en het recidivegevaar. In verband met de schending van het recht op een behandeling binnen een redelijke termijn zal het hof echter een groter voorwaardelijk deel bepalen, namelijk acht maanden, zodat aan verdachte wordt opgelegd een gevangenisstraf van vier jaar waarvan acht maanden voorwaardelijk.
Het hof ziet gelet op de opgelegde straf (waarbij verdachte langdurig gedetineerd zal zijn en vervolgens in een proeftijd zal lopen) onvoldoende aanleiding om zoals gevorderd vrijheidsbeperkende maatregelen op te leggen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Vorderingen van de benadeelde partijen

De benadeelde partij [slachtoffer 1]
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 31.426,01, bestaande uit een bedrag van € 20.000,00 aan immateriële schade en een bedrag van € 11.426,01 aan materiële schade. De benadeelde partij heeft tevens een schadevergoeding gevorderd in de strafzaak tegen medeverdachte [medeverdachte] (21-006668-19). Daarbij is namens de benadeelde partij verzocht verdachte en medeverdachte hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de gevorderde schedevergoeding.
De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Het hof zal verdachte en medeverdachte [medeverdachte] niet hoofdelijk veroordelen tot betaling van een schadevergoeding aan de benadeelde partij. De medeverdachte wordt in hoger beroep integraal vrijgesproken van het tenlastegelegde met betrekking tot de benadeelde partij. Verdachte wordt in hoger beroep gedeeltelijk vrijgesproken van tenlastegelegde handelingen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het tenlastegelegde en bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag.
1. abonnement Vodafone € 1.205,30
2 abonnementen KPN € 3.925,44
1. abonnement T-Mobile € 1.377,27
------------- +
Totaal 4 abonnementen € 6.508,01
Naar het oordeel van het hof is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 A en B bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 9.008,01, bestaande uit € 6.508,01 aan materiële schade en € 2.500,00 aan immateriële schade. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Voor het overige is het hof van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
De benadeelde partij [slachtoffer 3]
De benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 9.756,38, bestaande uit een bedrag van € 5.500,00 aan immateriële schade en een bedrag van € 4.256,38 aan materiële schade. De gevorderde vergoeding van materiële schade is verdeeld over de volgende posten:
Telefoonabonnementen en – toestellen
KPN 24 x € 59 met boetes € 1.708,40
T-Mobile toestel en tablet € 911,99
Vodafone toestel € 759,99
€ 3.380,38
Eenmalige kosten
KPN/Telfort € 30,00
T-Mobile 2 x € 29,95 € 59,90
Vodafone € 84,24
€ 174,14
Daarnaast wordt in totaal een vergoeding van € 263,88 gevorderd bestaande uit reis- en parkeerkosten voor bezoeken aan de rechtbank, de officier van justitie en de advocaat.
De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het tenlastegelegde en bewezenverklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 3.554,52, bestaande uit de kosten van de telefoonabonnementen, de toestellen en de eenmalige kosten voor het afsluiten van de abonnementen. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Wat betreft de gevorderde reis- en parkeerkosten overweegt het hof het volgende.
De benadeelde partij vordert vergoeding van geleden materiële schade, bestaande uit reis- en parkeerkosten die de benadeelde partij heeft moeten maken voor diverse bezoeken aan de officier van justitie, de advocaat en voor het bijwonen van de zitting. Vooropgesteld dient te worden dat ingevolge artikel 51f Wetboek van Strafvordering (Sv) degene die rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit zich als benadeelde partij in het strafproces kan voegen. Van rechtstreekse schade is sprake indien een persoon is getroffen in het belang dat door de overtreden strafbepaling wordt beschermd.
Reis- en parkeerkosten die worden gemaakt in het kader van de vorderingsprocedure en het strafproces sec kunnen echter niet als zodanige rechtstreekse schade worden aangemerkt. De reis- en parkeerkosten naar de officier van justitie en de advocaat kunnen niet worden aangemerkt als schade die rechtstreeks is geleden als gevolg van het bewezenverklaarde
Aangezien de benadeelde partij zich heeft laten bijstaan door een advocaat, en aldus niet ‘in persoon’ heeft geprocedeerd komt haar op grond van het bepaalde in artikel 238 leden 1 en 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, in onderlinge samenhang bezien, ook geen vergoeding voor reiskosten voor het bijwonen van de zitting toe.
Mede gelet op de gedeeltelijke vrijspraak van de tenlastegelegde handelingen betreffende de mensenhandel is het hof oordeel dat behandeling van de vordering voor het overige een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
De benadeelde partij [slachtoffer 4]
De benadeelde partij [slachtoffer 4] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 4.300,10, bestaande uit een bedrag van € 3.000,00 aan immateriële schade en een bedrag van € 1.300,10 aan materiële schade. De gevorderde vergoeding van materiële schade is verdeeld over de volgende posten:
Abonnementskosten € 450,00
Afkopen contract T-Mobile Netherlands B.V. € 701,10
Kosten advocaat € 143,00
Benadeelde partij heeft geen stukken voorhanden waaruit blijkt hoe vaak zij de maandelijkse abonnementskosten heeft voldaan en hoe hoog de kosten waren, waardoor de omvang van de schade alleen geschat kan worden. Dergelijke abonnementen worden voor verschillende prijzen aangeboden, maar worden minstens voor € 35,00 per maand aangeboden. De benadeelde partij schat dat zij minstens een half jaar abonnementskosten heeft moeten betalen per abonnement, voordat deze zijn stopgezet.
Ter onderbouwing van de kosten voor het afkopen van het contract wordt namens de benadeelde partij verwezen naar de brief van de gerechtsdeurwaarder.
De benadeelde partij heeft een advocaat ingeschakeld om haar te ondersteunen bij het beëindigen van de afgesloten contracten. Benadeelde is tevens ondersteund bij het starten van een art. 12 Sv procedure. De eigen bijdrage van de benadeelde partij voor de advocaat bedraagt € 143,00.
De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 A en E tenlastegelegde en bewezenverklaarde handelen van verdachte met het betrekking tot het afsluiten van de telefoonabonnementen rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 1.300,10, bestaande uit bestaande uit de abonnementskosten, de kosten voor de afkopen van het contact en de eigen bijdrage van de benadeelde partij aan de kosten van de advocaat. Daarbij merkt het hof op dat de kosten van de advocaat niet kunnen worden aangemerkt als proceskosten die zijn gemaakt in het kader van deze strafzaak. De kosten van de advocaat zijn mede gemaakt om de schade van het bewezenverklaarde voor de benadeelde partij te beperken. Naar het oordeel van het hof zijn deze kosten dan ook een gevolg van het bewezenverklaarde handelen van verdachte. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Mede gelet op de gedeeltelijke vrijspraak van de tenlastegelegde handelingen betreffende de mensenhandel is het hof oordeel dat behandeling van de vordering voor het overige een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
De benadeelde partij [slachtoffer 6]
De benadeelde partij [slachtoffer 6] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 6.285,31, bestaande uit een bedrag van € 4.500,00 aan immateriële schade en een bedrag van € 1.785,31 aan materiële schade.
.
De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.535,31 aan materiële schade. Deze schade betreft de kosten van de afgesloten abonnementen die de benadeelde partij heeft geleden als gevolg van de in eerste aanleg bewezenverklaarde oplichting. Met name gelet op de vrijspraak van de tenlastegelegde mensenhandel met betrekking tot de benadeelde partij is zij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering verklaard door de rechtbank.
De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering. Daarom is de vordering slechts onderworpen aan het oordeel van het hof voor zover deze door de rechtbank is toegewezen.
Gelet op de nietigverklaring van de inleidende dagvaarding voor wat betreft de tenlastegelegde oplichting van de benadeelde partij kan in hoger beroep niet meer worden vastgesteld dat de benadeelde partij als gevolg van die oplichting rechtstreeks schade heeft geleden. Anders dan de rechtbank komt het hof echter wel tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde mensenhandel met betrekking tot de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van de onder 1 A tenlastegelegde en bewezenverklaarde mensenhandel rechtstreeks schade van € 1.535,31 heeft geleden. Zij is immers ook bewogen tot het afsluiten van de telefoonabonnementen door het thans bewezenverklaarde handelen van verdachte. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
De benadeelde partij [slachtoffer 9]
De benadeelde partij [slachtoffer 9] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 33.543,92, bestaande uit een bedrag van € 20.000,00 aan immateriële schade en een bedrag van € 13.543,92 aan materiële schade. De gevorderde vergoeding van materiële schade is verdeeld over de posten niet geleverde pillen (€ 20), niet geleverde riem (€ 50), studievertraging (€ 13.400) en reiskosten voor een gesprek van de benadeelde partij en haar moeder met de officier van justitie (€. 73,92)
De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van € 20.000 aan immateriële schade. Namens de benadeelde partij is verzocht haar wat betreft de post studievertraging niet-ontvankelijk in haar vordering te verklaren. Voor het overige is haar vordering in hoger beroep niet gehandhaafd.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 4 en 5 tenlastegelegde en bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 5000,-- bestaande uit immateriële schade. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Voor het overige is het hof van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57, 247, 273f en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart de dagvaarding ten aanzien van het onder 1G tenlastegelegde nietig.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onde
r 1C, 1D, 2 en 3tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder
1A, 1B, 1E, 1F, 4 en 5tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder
1A, 1B, 1 E, 1F, 4 en 5bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
8 (acht) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
De inbeslaggenomen voorwerpen
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: het rijbewijs van verdachte en zijn iPhone (IBN-code: K.01.01.001).

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 1] ter zake van het onder 1 A en B tenlastegelegde en bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 9.008,01 (negenduizendacht euro en één cent) bestaande uit € 6.508,01 (zesduizend vijfhonderdacht euro en één cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 1] , ter zake van het onder tenlastegelegde en bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 9.008,01 (negenduizendacht euro en één cent) bestaande uit € 6.508,01 (zesduizend vijfhonderdacht euro en één cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 77 (zevenenzeventig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op
2 juni 2015 en van de immateriële schade op 13 februari 2019.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 3] ter zake van het onder 1 A tenlastegelegde bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 3.554,52 (drieduizend vijfhonderdvierenvijftig euro en tweeënvijftig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 3] , ter zake van het onder 1 tenlastegelegde en bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 3.554,52 (drieduizend vijfhonderdtweeënvijftig euro en vierenvijftig cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 45 (vijfenveertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 16 januari 2016.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 4] ter zake van het onder 1 A en E tenlastegelegde en bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.300,10 (duizend driehonderd euro en tien cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 10 maart 2016.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 4] , ter zake van het onder 1 tenlastegelegde en bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.300,10 (duizend driehonderd euro en tien cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 23 (drieëntwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 6] ter zake van het onder 1 A tenlastegelegde bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.534,31 (duizend vijfhonderdvierendertig euro en eenendertig cent) bestaande uit € 1.534,31 (duizend vijfhonderdvierendertig euro en eenendertig cent) materiële schade en €,00 (nul euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 6] , ter zake van het onder 1 A tenlastegelegde en bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.535,31 (duizend vijfhonderdvijfendertig euro en eenendertig cent) als vergoeding voor materiële schade.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 25 (vijfentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 9] ter zake van het onder 4 en 5 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 9] , ter zake van het onder 4 en 5 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 5.000,00 (vijfduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 60 (zestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 28 november 2016.
Aldus gewezen door
mr. R.J. Bokhorst, voorzitter,
mr. J.D. den Hartog en mr. M.L. Plas, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R. Hermans, griffier,
en op 29 april 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. R. Hermans is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.De hierna te melden bewijsmiddelen zijn, tenzij anders vermeld, gevoegd bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd 2205-8, gesloten en ondertekend op 17 oktober 2018 door [verbalisant 3] , brigadier, en [verbalisant 1] , inspecteur, beiden werkzaam bij de Eenheid Oost-Nederland (zaaksdossier [slachtoffer 8] ).
2.Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer 8] d.d. 12 februari 2014, p. 1881 en 1882.
3.De hierna te melden bewijsmiddelen zijn, tenzij anders vermeld, gevoegd bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd 2204-10, gesloten en ondertekend op 17 oktober 2018 door [verbalisant 3] , brigadier, en [verbalisant 1] , inspecteur, beiden werkzaam bij de Eenheid Oost-Nederland (zaaksdossier [slachtoffer 1] ).
4.Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1] d.d. 25 februari 2016, p. 490.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 501-502.
6.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 488-450.
7.Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1] d.d. 25 februari 2015, p. 488 e.v. i.h.b. p. 491-492.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 529-530, en het daarbij gevoegde contract, p. 531.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 589 e.v. i.h.b. p. 590.
10.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 451, en daarbij gevoegde stukken, p. 457-477.
11.Factuur van T-Mobile, gedateerd 12 februari 2015, gevoegd als bijlage I bij de toelichting op de namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] ingediende vordering tot schadevergoeding.
12.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 450.
13.Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1] d.d. 4 augustus 2015, p. 478-479.
14.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 7 juni 2018, p. 385-386, gevoegd als bijlage in het persoonsdossier van deze verdachte.
15.Proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1] d.d. 25 februari 2015, p. 488 e.v. i.h.b. p. 492.
16.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 450.
17.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 1] d.d. 5 februari 2018, p. 532 e.v. i.h.b. p. 541.
18.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 455.
19.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 1] d.d. 5 februari 2018, p. 537-540.
20.Proces-verbaal van verhoor van [naam] d.d. 7 juni 2018, p. 388.
21.De hierna te melden bewijsmiddelen zijn, tenzij anders vermeld, gevoegd bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd 2205-5, gesloten en ondertekend op 17 oktober 2018 door [verbalisant 3] , brigadier, en [verbalisant 1] , inspecteur, beiden werkzaam bij de Eenheid Oost-Nederland (zaaksdossier [slachtoffer 2] ), p. 1417 e.v.
22.Proces-verbaal verhoor aangever [slachtoffer 2] d.d. 7 juni 2016, p. 1438.
23.Proces-verbaal informatief gesprek mensenhandel [slachtoffer 2] d.d. 18 mei 2016, p. 1429-1433.
24.Proces-verbaal informatief gesprek mensenhandel [slachtoffer 2] , d.d. 18 mei 2016, p. 1430-1433.
25.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 2] d.d. 8 juni 2016, p. 1447 en p. 1453.
26.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] d.d. 13 mei 2016, p. 1461-1463.
27.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1510-1511, en daarbij gevoegde stukken, p. 1512- 1517.
28.Proces-verbaal verhoor aangever [slachtoffer 2] d.d. 8 juni 2016, p. 1452.
29.Proces-verbaal verhoor aangever [slachtoffer 2] d.d. 8 juni 2016, p. 1453, proces-verbaal van aangifte d.d. 13 mei 2016, p. 1461-1463.
30.Proces-verbaal verhoor aangever [slachtoffer 2] d.d. 8 juni 2016, p. 1447.
31.Proces-verbaal van aangifte d.d. 9 mei 2016 (verduistering auto), p. 1457-1458.
32.Proces-verbaal verhoor aangever [slachtoffer 2] d.d. 8 juni 2016, p. 1440-1441.
33.Proces-verbaal verhoor aangever [slachtoffer 2] d.d. 8 juni 2016, p. 1449-1450.
34.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1466-1477, en daarbij gevoegde factuur, p. 1468.
35.Proces-verbaal van bevindingen USB-stick [slachtoffer 2] (verdiepingsonderzoek), p. 1479-1491.
36.De hierna te melden bewijsmiddelen zijn, tenzij anders vermeld, gevoegd bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd 2205-7, gesloten en ondertekend op 17 oktober 2018 door [verbalisant 3] , brigadier, en [verbalisant 1] , inspecteur, beiden werkzaam bij de Eenheid Oost-Nederland (zaaksdossier [slachtoffer 3] ).
37.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3] d.d. 31 maart 2016, p. 1691.
38.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 3] d.d. 8 februari 2018, p. 1703 e.v. i.h.b. p. 1706.
39.Proces-verbaal van bevindingen (telefonisch contact met aangeefster d.d. 31 juli 2016), p. 1701.
40.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3] d.d. 31 maart 2016, p. 1691-1694, en daarbij gevoegde overeenkomsten, p. 1695-1700.
41.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1811, en daarbij gevoegde bankafschriften, p. 1812-1814.
42.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam] d.d. 7 juni 2018, p. 1750-1754.
43.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 3] d.d. 8 februari 2018, p. 1704.
44.De hierna te melden bewijsmiddelen zijn, tenzij anders vermeld, gevoegd bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd 2205-3, gesloten en ondertekend op 17 oktober 2018 door [verbalisant 3] , brigadier, en [verbalisant 1] , inspecteur, beiden werkzaam bij de Eenheid Oost-Nederland (zaaksdossier [slachtoffer 4] ).
45.Proces-verbaal van bevindingen (uitlezen mobiele telefoon [slachtoffer 4] ), p. 1004.
46.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 4] d.d. 26 oktober 2017, p. 993-994.
47.Proces-verbaal informatief gesprek met [slachtoffer 4] d.d. 23 maart 2016, p. 898.
48.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 4] d.d. 26 oktober 2017, p. 993, p. 997 en p. 998.
49.Proces-verbaal informatief gesprek met [slachtoffer 4] d.d. 23 maart 2016, p. 898.
50.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4] d.d. 26 mei 2016, p. 902-904.
51.Proces-verbaal van bevindingen uitlezen mobiele telefoon [slachtoffer 4] , p. 1004-1005.
52.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1111-1112, en het daarbij gevoegde contract, p. 1113-1114.
53.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1188-119, en daarbij gevoegde rekeningafschriften, p. 1121.
54.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 4] d.d. 26 oktober 2017, p. 995.
55.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] d.d. 31 oktober 2017, p. 1136-1137.
56.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1724-1725.
57.Proces-verbaal van verhoor verdachte B. Zagorica, p. 291, gevoegd als bijlage in het persoonsdossier van deze verdachte.
58.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 4] d.d. 26 oktober 2017, p. 994-995.
59.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 4] d.d. 26 oktober 2017, p. 994-995.
60.Proces-verbaal informatief gesprek d.d. 23 maart 2016, p. 898.
61.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 4] d.d. 26 oktober 2017, p. 999-1000.
62.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 4] d.d. 26 oktober 2017, p. 994.
63.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 4] d.d. 26 oktober 2017, p. 999.
64.Proces-verbaal van stemvergelijking, p. 1108-1109, en het daarbij gevoegde tapverslag, p. 1110.
65.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 4] d.d. 26 oktober 2017, p. 999.
66.Proces-verbaal van bevindingen uitlezen mobiele telefoon [slachtoffer 4] , p. 1007-1009.
67.Proces-verbaal van bevindingen uitlezen mobiele telefoon [slachtoffer 4] , p. 1003.
68.Proces-verbaal van bevindingen uitlezen mobiele telefoon [slachtoffer 4] , p. 1010.
69.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 4] d.d. 26 oktober 2017, p. 999.
70.Extractierapport mobiele telefoon [slachtoffer 4] , p. 1086-1087.
71.Extractierapport mobiele telefoon [slachtoffer 4] , p. 1087.
72.Proces-verbaal van bevindingen uitlezen mobiele telefoon [slachtoffer 4] , p. 1010-1011.
73.Extractierapport mobiele telefoon [slachtoffer 4] , p. 1088-1089.
74.Extractierapport mobiele telefoon [slachtoffer 4] , p. 1089.
75.Extractierapport mobiele telefoon [slachtoffer 4] , p. 1089.
76.Extractierapport mobiele telefoon [slachtoffer 4] , p. 1089.
77.Extractierapport mobiele telefoon [slachtoffer 4] , p. 1089.
78.Proces-verbaal van bevindingen uitlezen mobiele telefoon [slachtoffer 4] , p. 1011.
79.Extractierapport mobiele telefoon [slachtoffer 4] , p. 1092.
80.Proces-verbaal van bevindingen uitlezen mobiele telefoon [slachtoffer 4] , p. 1011.
81.Proces-verbaal van bevindingen uitlezen mobiele telefoon [slachtoffer 4] , p. 1013.
82.Proces-verbaal van bevindingen uitlezen mobiele telefoon [slachtoffer 4] , p. 1013-1014.
83.Proces-verbaal van bevindingen uitlezen mobiele telefoon [slachtoffer 4] , p. 1014.
84.Proces-verbaal van bevindingen uitlezen mobiele telefoon [slachtoffer 4] , p. 1009-1010.
85.De hierna te melden bewijsmiddelen zijn, tenzij anders vermeld, gevoegd bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd 2205-2, gesloten en ondertekend op 17 oktober 2018 door [verbalisant 3] , brigadier, en [verbalisant 1] , inspecteur, beiden werkzaam bij de Eenheid Oost-Nederland (zaaksdossier [slachtoffer 9] ).
86.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 28 februari 2017, p. 626 en 627.
87.Proces-verbaal verhoor getuige, d.d. 22 december 2016, p. 616.
88.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 22 december 2016, p. 617 en 618.
89.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 22 december 2016, p. 619.
90.Proces-verbaal van bevindingen uitlezen mobiele telefoon, p. 1561 en 1562.
91.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 juni 2017, p. 629.
92.Proces-verbaal van bevindingen uitlezen telefoon [slachtoffer 9] Samsung GS5, p. 748.
93.De hierna te melden bewijsmiddelen zijn, tenzij anders vermeld, gevoegd bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd 2205-4, gesloten en ondertekend op 17 oktober 2018 door [verbalisant 3] , brigadier, en [verbalisant 1] , inspecteur, beiden werkzaam bij de Eenheid Oost-Nederland (zaaksdossier [slachtoffer 5] ).
94.Proces-verbaal informatief gesprek [slachtoffer 5] , p. 1166.
95.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5] , p. 1169-1172.
96.Proces-verbaal informatief gesprek [slachtoffer 5] , p. 1166.
97.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5] , p. 1172-1175.
98.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] d.d. 31 oktober 2017, p. 1213-1214.
99.Proces-verbaal van bevindingen afgesloten telefoonabonnementen [slachtoffer 5] , p. 1378-1380, en daarbij gevoegde stukken, p.1381-1396.
100.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1397.
101.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1400.
102.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam] d.d. 7 juni 2018, p. 1409 en p. 1411.
103.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5] , p. 1177.
104.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5] , p. 1178.
105.Proces-verbaal van verhoor aangever, p. 1194.
106.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5] , p. p. 1172 en p. 1176-1177.
107.Proces-verbaal audiogesprek [slachtoffer 5] , p. 1375-1377.
108.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 5] , p. 1194.
109.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] d.d. 31 oktober 2017, p. 1212.
110.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5] , p. 1172 en p. 1175-1176.
111.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 5] d.d. 6 februari 2018, p. 1195, medische informatie van huisarts d.d. 12 mei 2016, p. 1197.
112.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] d.d. 31 oktober 2017, p. 1214.
113.De hierna te melden bewijsmiddelen zijn, tenzij anders vermeld, gevoegd bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal, genummerd 2205-6, gesloten en ondertekend op 17 oktober 2018 door [verbalisant 3] , brigadier, en [verbalisant 1] , inspecteur, beiden werkzaam bij de Eenheid Oost-Nederland (zaaksdossier [slachtoffer 6] ), p. 1532 e.v.
114.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6] d.d. 26 januari 2017, p. 1550.
115.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6] d.d. 26 januari 2017, p. 1543.
116.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6] d.d. 26 januari 2017, p. 1543-1544.
117.Proces-verbaal verhoor van [slachtoffer 6] d.d. 5 juni 2018, p. 1675.
118.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6] d.d. 26 januari 2017, p. 1543-1545.
119.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6] d.d. 7 december 2017, p. 1554.
120.Een schriftelijk bescheid, behandel- en diagnoseplan, p. 1584.
121.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1596-1597, en daarbij gevoegde stukken, p. 1596-1607.
122.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] , p. 1613-1615, met bijlagen, p. 1617, p. 1618, p. 1919, p. 1620, en proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] , p. 1621-1623.
123.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1655-1656.
124.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1642-1644.
125.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam] d.d. 7 juni 2018, p. 1670.
126.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1659-1660.
127.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam] d.d. 7 juni 2018, p. 1670.
128.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2017, p. 1546.
129.Proces-verbaal van aangifte d.d. 7 december 2017, p. 1552 en 1553.
130.Proces-verbaal van aangifte d.d. 7 december 2017, p. 1552.
131.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] , p. 1679-1681.
132.Proces-verbaal van bevindingen uitlezen mobiele telefoon, p. 1561-1562.