In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1978, die verblijft in [kliniek 1]. De behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde liggen al geruime tijd stil, in afwachting van de beslissing over de toekenning van de Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg (LFPZ)-status. Er is een verschil van inzicht tussen de kliniek en externe deskundigen over de mogelijkheden tot behandeling en resocialisatie. Het hof heeft de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege verlengd met één jaar, om de ontwikkelingen op een kortere termijn te kunnen toetsen. Dit besluit volgt op een eerdere beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die de terbeschikkingstelling met twee jaar had verlengd en het verzoek tot onderzoek naar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging had afgewezen.
Tijdens de zitting op 1 december 2022 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse, de advocaat-generaal mr. D.J. de Jong, en deskundige A. Posthuma gehoord. De kliniek heeft het resocialisatietraject stopgezet vanwege overtredingen van voorwaarden door de terbeschikkinggestelde. De kliniek heeft een aanvraag voor LFPZ-status ingediend, maar de externe deskundigen hebben negatief geadviseerd over deze aanvraag. Het hof heeft vastgesteld dat de behandeling en resocialisatie al geruime tijd stil liggen en dat er geen zicht is op vooruitgang. De verlenging van de terbeschikkingstelling is noodzakelijk voor de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, zonder dat dit de terbeschikkinggestelde de verwachting mag geven dat de terbeschikkingstelling na dit jaar (voorwaardelijk) zal worden beëindigd.
Het hof heeft het verzoek tot het doen onderzoeken van de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege afgewezen, omdat de noodzakelijkheid van dit onderzoek niet is gebleken. De terbeschikkingstelling is ingegaan op 13 juli 2008 en de terbeschikkinggestelde heeft in het verleden meerdere keren voorwaarden overtreden. De kliniek en externe deskundigen zijn van mening dat de terbeschikkinggestelde nog niet klaar is voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Het hof heeft de zaak op basis van de beschikbare informatie voldoende voorgelicht geacht om te oordelen over het ingediende beroep.