ECLI:NL:GHARL:2022:11137

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
16 december 2022
Publicatiedatum
23 december 2022
Zaaknummer
21-001668-18
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal van 960 iPhones en veroordeling voor medeplegen van opzetheling met gevangenisstraf

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal van 960 iPhones uit een rijdende vrachtwagen, maar het hof heeft de verdachte vrijgesproken van de diefstal. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden, maar het hof heeft deze straf verlaagd naar dertien maanden. De zaak begon met een melding op 24 juli 2017 dat een vrachtautochauffeur beroofd zou worden. Na onderzoek bleek dat de laadruimte van de vrachtauto was opengebroken en dat 960 iPhones waren gestolen. De verdachte en medeverdachten werden later aangehouden in een vakantiewoning waar de gestolen goederen vermoedelijk waren opgeslagen. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal, maar dat er wel bewijs was voor opzetheling. De verdachte had de iPhones voorhanden gehad, wetende dat het om gestolen goederen ging. Het hof heeft de veroordeling voor opzetheling bevestigd en de straf aangepast.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001668-18
Uitspraak d.d.: 16 december 2022
VERSTEK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, van 16 maart 2018 met parketnummer 08-963566-17 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974,
wonende te [woonplaats]
.

Het hoger beroep

De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
De officier van justitie heeft op 11 april 2018 het hoger beroep ingetrokken.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 2 december 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft verdachte bij vonnis van 16 maart 2018 ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde feit veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden met aftrek van voorarrest.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt. Het hof zal opnieuw recht doen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
primair
hij op of omstreeks 24 juli 2017 te [plaats 1] , in de gemeente [gemeente 1] , althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (op de A73) in/uit een vrachtauto heeft weggenomen 960, althans een of meer Apple Iphones (met een geschatte waarde van euro 550.000,--), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen Iphones onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 24 juli 2017 tot en met 29 juli 2017 te [plaats 1] , gemeente [gemeente 1] , en/of te [plaats 2] , gemeente [gemeente 2] , althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (een) goed(eren), te weten 960, althans een of meer Apple Iphones (met een geschatte waarde van euro 550.000,--) heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/die goed(eren) wist(en) dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overwegingen met betrekking tot bewijs

Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden veroordeeld voor de primair tenlastegelegde diefstal. Volgens de advocaat-generaal moeten verdachte en zijn medeverdachten veroordeeld worden voor het medeplegen van diefstal met braak. Het feit dat de buit en het inbrekerswerktuig zoals dat gebruikt is bij de diefstal vier a vijf dagen na de diefstal bij hen is aangetroffen, kan niet anders dan tot die conclusie leiden. Dit te meer nu een verklaring van verdachte en medeverdachten over de wijze van verkrijging van de iPhones volledig uit blijft.
Subsidiair dient verdachte te worden veroordeeld voor het medeplegen van opzetheling. Aannemelijk is geworden dat verdachte en medeverdachten op de hoogte waren van de aanwezigheid van de gestolen iPhones in het Hyundai busje en in het vakantiehuis. Verdachte en medeverdachten wisten tevens dat de iPhones van diefstal afkomstig waren.
Oordeel van het hof
Het hof gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden. [1]
Verbalisanten kregen op 24 juli 2017 de melding dat een vrachtautochauffeur beroofd zou worden, terwijl hij nog aan het rijden was. Toen verbalisanten de vrachtauto zagen rijden, hebben zij kenbaar gemaakt dat ze van de politie waren. De chauffeur heeft daarop de vrachtauto gestopt. Vervolgens hebben verbalisanten een onderzoek ingesteld. Daarbij bleken de deuren van de laadruimte gesloten, maar het slot en het aangebrachte zegel waren doorgezaagd/geslepen. De laadruimte van de vrachtauto werd gecontroleerd en zichtbaar was dat twee pallets leeg waren. [2] [naam] (hierna: ‘ [naam] ’), die namens [slachtoffer] aangifte deed, heeft verklaard dat 960 Apple iPhones uit de vrachtauto zijn weggenomen [3] en hij schatte de (winkel)waarde van deze telefoons op € 550.000,00 [4] . Ook heeft [naam] een lijst overgelegd, waarop de IMEI-nummers van de weggenomen iPhones staan vermeld. [5]
Op 28 juli 2017 zijn verbalisanten naar aanleiding van ontvangen informatie naar [vakantiepark] in [plaats 2] gegaan. De receptioniste van dit park vertelde dat verdachte de vakantiewoning aan het [adres 2] had gehuurd. Verbalisanten zagen drie voertuigen, waaronder een Hyundai-bus met het kenteken [kenteken] , op de parkeerplaats voor de betreffende vakantiewoning staan. Op de veranda van de vakantiewoning zaten zes mannen, waaronder verdachte. [6] In de nacht van 28 op 29 juli 2017 zag verbalisant dat de gehele bodem van de Hyundai-bus was bedekt met witte dozen. [7]
Op 29 juli 2017 is de politie overgegaan tot de aanhouding van verdachte en medeverdachten. Zij bevonden zich, ten tijde van de aanhouding, allemaal in of rond de
vakantiewoning aan het [adres 2] . [8]
De politie heeft de vakantiewoning doorzocht. Een verbalisant trof in het televisiemeubel in de woonkamer één iPhone in een doos aan. [9] Tijdens de doorzoeking zag een verbalisant dat voor de vakantiewoning de Hyundai-bus met het kenteken [kenteken] geparkeerd stond. In de laadruimte van deze bus lagen over de gehele bodem witte verhuisdozen van de Gamma verspreid. Alle dozen waren dichtgetaped met bruine roltape en ze waren volledig omwikkeld in doorzichtig plasticfolie. Toen één doos uit de bus werd geopend, zag een verbalisant dat de doos was gevuld met 35 doosjes met iPhones. [10] In elk van de andere elf verhuisdozen van de Gamma zaten 84 doosjes met iPhones. [11] Op de doosjes van de aangetroffen telefoons staat een IMEI-nummer. [12] Uit een vergelijking van de IMEI-nummers op de doosjes met de via [naam] ontvangen lijst van weggenomen iPhones bleek dat de ene in de vakantiewoning [13] en de 35 in de Hyundai-bus [14] aangetroffen iPhones afkomstig waren van de partij op 24 juli 2017 weggenomen telefoons.
Ook lagen in de badkamer van de vakantiewoning vijf vuilniszakken gevuld met versneden
kartonnen dozen en piepschuim. Onder de trap stond een stapel soortgelijke versneden
kartonnen dozen, omwikkeld met bruine tape. Naast de dozen lag een rol plasticfolie. Deze
rol was soortgelijk aan het plasticfolie waarmee de dozen in de bus waren omwikkeld. In de
hal en in de slaapkamer van medeverdachte [medeverdachte 1] lagen drie respectievelijk twee rollen
bruine tape. Zij waren soortgelijk aan de tape waarmee de dozen in de bus waren
dichtgetaped. In de slaapkamer van medeverdachte [medeverdachte 1] lagen daarnaast verhuisdozen,
gelijk aan die in de bus, en plasticfolie, soortgelijk aan de folie waarmee de dozen in de bus
waren omwikkeld. [15]
Verbalisanten hebben het telefoontoestel van een van de aangehouden verdachten afgeluisterd. Op 28 juli 2017 omstreeks 11:52 uur is er met dit toestel een gesprek is gevoerd naar een nummer in Roemenië. De mastlocatie straalde op dat moment aan op [adres 1] . Op dit adres is [vakantiepark] gelegen. De persoon die belt met de telefoon van een van de aangehouden verdachten vraagt aan zijn gesprekspartner in Roemenië hoe de wielen moeten worden ingepakt en of ze weer in kartonendozen moeten worden gepakt, zodat de auto niet vies wordt. De persoon die belt met het nummer in Roemenië antwoordt hierop ‘Ja’. In de woning en de bus zijn geen banden en velgen aangetroffen. [16]
In de vakantiewoning is tevens een portemonnee aangetroffen. In deze portemonnee bevonden zich documenten op naam van verdachte en een kassabon van de Gamma die dateerde van 28 juli 2017 te 14:18 uur. Op deze kassabon stond vermeld dat er – onder andere – vijftien Gamma verhuisdozen, driemaal bruine verpakkingstape en tweemaal transparant krimpfolie waren gekocht. [17]
De technisch beheerder van [vakantiepark] heeft verklaard dat de personen die in de vakantiewoning verbleven op 26 juli 2017 zijn aangekomen. De reservering stond op naam van verdachte en bij het maken van de reservering lijkt het e-mailadres van medeverdachte [medeverdachte 2] te zijn gebruikt. [18] Verdachte heeft zelf ter terechtzitting in eerste aanleg verklaard bevestigd dat hij samen met medeverdachte [medeverdachte 2] de vakantiewoning heeft gehuurd en dat hij samen met medeverdachte [medeverdachte 2] naar de vakantiewoning is gekomen. [19]
Ten aanzien van het primair tenlastegelegde
Het hof is, evenals de rechtbank, van oordeel dat zich in het dossier onvoldoende wettige bewijsmiddelen bevinden waaruit blijkt dat verdachte bij de diefstal betrokken is geweest. Het hof heeft dan ook uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde
Het hof stelt voorop dat voor een veroordeling wegens opzetheling in de zin van artikel 416, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht dient bewezen te worden verklaard dat verdachte ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van de iPhones wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
Het hof overweegt dat uit bovenstaande feiten en omstandigheden volgt dat op 28 juli 2017 vanaf het vakantiepark wordt gebeld en dat er wordt besproken dat de iPhones in kartonnen dozen moeten worden verpakt. Nog dezelfde dag – binnen een tijdsbestek van enkele uren – worden er verhuisdozen en ander verpakkingsmateriaal door verdachte bij de Gamma gekocht. Vervolgens wordt er één dag later in het vakantiehuisje de vermoedelijke resten van de originele dozen van de iPhones, enkele verhuisdozen van de Gamma en overig verpakkingsmateriaal aangetroffen. Die verhuisdozen en verpakkingsmaterialen betroffen dezelfde verhuisdozen en verpakkingsmaterialen als waarmee de iPhones in de bus waren verpakt. Gelet op hierop is het hof van oordeel dat het niet anders kan dan dat de iPhones die uit de vrachtwagen zijn weggenomen, nadat zij van hun originele verpakking waren ontdaan, tussen 28 juli 2017 en 29 juli 2017 in de vakantiewoning opnieuw zijn verpakt in de verhuisdozen van de Gamma.
Uit de omstandigheid dat verdachte en medeverdachten voordat zij op 29 juli 2017 werden aangehouden al enkele dagen in de vakantiewoning verbleven en dus ook op het moment dat de grote hoeveelheid iPhones opnieuw verpakt werden in de vakantiewoning aanwezig waren en het versneden originele verpakkingsmateriaal, de bruine tape en het folie in diverse (ook gemeenschappelijke) ruimtes is aangetroffen, leidt het hof af dat de verdachte en medeverdachte tezamen en in vereniging de beschikkingsmacht over de iPhones hebben gehad en daarmee de iPhones voorhanden hebben gehad.
Het hof is tevens van oordeel dat verdachte gelet op de aard van de verkregen goederen, te weten een hoeveelheid van 960 iPhones, ten tijde van het voorhanden krijgen van de iPhones moet hebben geweten dat het door misdrijf verkregen goederen betrof. Gelet hierop en in aanmerking genomen dat verdachte geen aannemelijke verklaring met betrekking tot het voorhanden hebben van de 960 iPhones heeft gegeven, is het oordeel van het hof dat het niet anders kan dan dat verdachte op het moment van het voorhanden krijgen van de iPhones wist dat de iPhones van misdrijf afkomstig waren.
Het hof acht dan ook, evenals de rechtbank, bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het subsidiair tenlastegelegde feit.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
subsidiair
hij in
of omstreeksde periode van 24 juli 2017 tot en met 29 juli 2017 te
[plaats 1] , gemeente [gemeente 1] , en/ofte [plaats 2] , gemeente [gemeente 2] ,
althans in Nederlandtezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen, (een) goed(eren), te weten960
, althans een of meerApple iPhones (met een geschatte waarde van euro 550.000,--) heeft
verworven,voorhanden gehad
en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader
(s
)ten tijde van
de verwerving ofhet voorhanden krijgen van
dit/die goed
(eren
)wist
(en
)dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het subsidiair bewezenverklaarde levert op:

medeplegen van opzetheling.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte, ten aanzien van het primair tenlastegelegde, zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden. Hierbij is rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden.
Verdachte heeft zich met anderen schuldig gemaakt aan opzetheling van een groot aantal
iPhones met een winkelwaarde van € 550.000,00. Verdachte en medeverdachten hebben met het opnieuw verpakken van de iPhones de kans verkleind dat bij een controle van het busje waarin de iPhones lagen, de iPhones zouden worden ontdekt. Door zo te handelen hebben verdachte en medeverdachten er aan bijgedragen dat dergelijke diefstallen blijven plaatsvinden. Het hof rekent het verdachte zwaar aan dat hij heeft deelgenomen aan deze vorm van georganiseerde, internationale en zware criminaliteit.
Verder neemt het hof verdachte kwalijk dat hij kennelijk enkel vanuit Roemenië naar Nederland is gekomen om hier strafbare feiten te plegen. De verklaring van verdachte dat hij naar Nederland is gegaan om werk te zoeken, acht het hof – mede gelet op het feit dat verdachte daar geen enkele aantoonbare actie voor heeft ondernomen – niet geloofwaardig.
Het hof heeft acht geslagen op het verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 3 november 2022, waaruit blijkt dat verdachte in Nederland niet eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van strafbare feiten.
Het hof heeft voorts rekening gehouden met een overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep van bijna twee jaren en negen maanden. De overschrijding van de redelijke termijn houdt verband met Covid-19 en de inreisbeperkingen die als gevolg daarvan hebben gegolden. De zaak heeft daardoor in hoger beroep een tijd stil gelegen, zodat verdachte en medeverdachte de mogelijkheid werd geboden om naar de zitting in hoger beroep af te reizen. Desondanks is het hof van oordeel dat de overschrijding van de redelijke termijn tot strafvermindering dient te leiden.
Het hof is van oordeel dat geen andere straf dan een gevangenisstraf op zijn plaats is. Het hof acht alles afwegende de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, zoals in eerste aanleg door de rechtbank is opgelegd, passend en geboden. In verband met de overschrijding van de redelijke termijn zal het hof deze straf verminderen met twee maanden, zodat een gevangenisstraf voor de duur van dertien maanden resteert.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Beslag

Het hof is van oordeel dat de personenauto’s, zoals die onder punt 1 en 2 op de beslaglijst van 28 februari 2018 vermeld staan, verbeurd moeten worden verklaard, omdat het voorwerpen betreffen met betrekking tot welke het feit is begaan.
Het hof zal ten aanzien van de acht slijpschijven en de slijpmachine, zoals vermeld onder punt 5 t/m 13 op de beslaglijst van 28 februari 2018, de bewaring gelasten ten behoeve van de rechthebbende.
Verder zal het hof de teruggave aan verdachte gelasten van het aan hem toebehorende
geldbedrag van € 127,47, zoals vermeld onder punt 3 op de beslaglijst van 28 februari 2018.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 47 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het subsidiair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
13 (dertien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten de inbeslaggenomen voorwerpen vermeld onder 1, 2, 5 t/m 13 op de beslaglijst.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een geldbedrag van € 127,47.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten de inbeslaggenomen voorwerpen vermeldt onder 5 t/m 13 op de beslaglijst.
Heft op de schorsing van voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. G. Mintjes, voorzitter,
mr. D. Visser en mr. A.H. Garos, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M.E. Ruiter, griffier,
en op 16 december 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Landelijke Eenheid, Team 2 Lijns Opsporing Zuid-West, met het proces-verbaalnummer LEFC816010-299 (zaaksdossier), tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2-3.
3.Proces-verbaal aangifte [naam] , namens [slachtoffer] , p. 22, midden.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 430, vijfde alinea, eerste zin.
5.Een schriftelijk bescheid, te weten een lijst met IMEI-nummers, opgebouwd uit vijf kolommen, zoals door de officier van justitie ter zitting van 17 november 2017 overgelegd.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 41.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 49, midden.
8.Verslag van binnentreden, p. 57-58.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 68-69.
10.Proces-verbaal aangetroffen goederen woning in relatie tot Hyundai kenteken [kenteken] , p. 71-72.
11.Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 139, alinea 1-5.
12.Een schriftelijk bescheid, te weten een lijst met IMEI-nummers, opgebouwd uit twee kolommen, zoals door de officier van justitie ter zitting van 17 november 2017 overgelegd.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 196-197.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 241.
15.Proces-verbaal aangetroffen goederen woning in relatie tot Hyundai kenteken [kenteken] , p. 77-82.
16.Proces-verbaal aangetroffen goederen woning in relatie tot Hyundai kenteken [kenteken] , p. 71-74.
17.Proces-verbaal onderzoek inhoud portemonnee, p. 452-468.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 45-47.
19.Proces-verbaal ter terechtzitting eerste aanleg, d.d. 02-03-2018.