ECLI:NL:GHARL:2022:11132

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
21 december 2022
Publicatiedatum
23 december 2022
Zaaknummer
21-003353-21
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben en overdragen van vuurwapens en munitie met gevangenisstraf en voorwaardelijke straf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1994, werd beschuldigd van het voorhanden hebben en overdragen van vuurwapens, waaronder automatische vuurwapens, en munitie. Het hof heeft de zaak behandeld na meerdere terechtzittingen, waarbij de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M.L. Firet, hun standpunten naar voren hebben gebracht. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Het hof heeft dit vonnis vernietigd en een zwaardere straf opgelegd van 540 dagen gevangenisstraf, waarvan 284 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere feiten die in strijd zijn met de Wet wapens en munitie, en het hof heeft vastgesteld dat er geen strafverzwarende omstandigheden zijn vanwege eerdere veroordelingen. De verdachte heeft echter wel een positieve wending in zijn leven genomen, wat het hof heeft meegewogen in de strafoplegging. De uitspraak benadrukt de ernst van het voorhanden hebben van vuurwapens en de risico's die dit met zich meebrengt voor de samenleving.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003353-21
Uitspraak d.d.: 21 december 2022
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 14 juli 2021 met parketnummer 16-211340-20 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994,
wonende te [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 7 juli 2022, 6 december 2022, 21 december 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot veroordeling van verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 540 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan 284 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. M.L. Firet, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen, omdat het tot een andere strafoplegging komt, en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
1.
hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 27 januari 2020 tot en met 29 februari 2020 te [plaats] en/of te [plaats] althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere wapen(s) van categorie III onder 1 en/of van categorie II onder 1 en/of van categorie II onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten:
 een of meerdere vuurwapens en/of munitie (van het merk/type: Uzi en/of Scorpion en/of Grizzly en/of Tokarev en of
 een alarmpistool en/of gasrevolver (merk: Reck, model Python, kaliber: .380RK/9mm, voorzien van wapennummer [wapennr] ) en/of
 een (gas)pistool (merk: Ekol, model: Majör, kaliber 9 mm P.A. Blanc met bijbehorend patroonmagazijn) en/of
meerdere hoeveelheden munitie van categorie II van de Wet wapens en munitie, te weten:
  • 12 scherpe patronen (kaliber: 7.65mm, merken: nny en/of S&B en/of G.F.L.) en/of
  • 3 scherpe (knal)patronen (kaliber: 9mm RK, merk: Walther) en/of
  • 1 scherp patroon (kaliber: .22short, merk: X Super) en/of
  • 1 scherp patroon (kaliber 9mm Luger, merk: S&8) en/of
  • 1 scherp patroon (kaliber : 7.62x39mm, merk Igman)
zijnde (een) vuurwapen(s) en/of (een) vuurwapen(s) geschikt om automatisch te vuren en/of munitie
heeft overgedragen en/of voorhanden heeft gehad en/of van het transformeren, uitwisselen, verhuren of anderszins ter beschikking stellen, herstellen, beproeven of verhandelen van voornoemde wapens een beroep of een gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 4 januari 2020 tot en met 22 februari 2020 te [plaats] , althans in Duitsland en/of te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (zonder consent) een of meerdere wapen van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een alarmpistool en/of een gasrevolver (merk: Reck, model: Python, kaliber: .380RK/9mm, voorzien van wapennummer [wapennr] ), zijnde een vuurwapen, heeft doen binnenkomen en/of voorhanden heeft gehad;
3.
hij op of omstreeks 3 februari 2020 te [plaats] en/of te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere (vuur)wapens van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten vier, althans meerdere, (vuur)wapens ((omgebouwde) gas(alarm)pistolen voor 450 euro per stuk), zijnde een vuurwapen, voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij in de periode van 27 januari 2020 tot en met 29 februari 2020 te [plaats] ,
tezamen en in vereniging met anderen, wapens van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten:
 vuurwapens van het merk/type: Grizzly en/of Tokarev
heeft overgedragen en voorhanden heeft gehad
en
hij in de periode van 27 januari 2020 tot en met 29 februari 2020 te [plaats] ,
tezamen en in vereniging met anderen, wapens van categorie II onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten:
 vuurwapens van het merk/type: Uzi en/of Scorpion,
zijnde vuurwapens geschikt om automatisch te vuren,
heeft overgedragen en voorhanden heeft gehad
en
hij in de periode van 27 januari 2020 tot en met 29 februari 2020 te [plaats] ,
tezamen en in vereniging met anderen, munitie van de categorie II en III van de Wet wapens en munitie, te weten:
 munitie behorend bij de vuurwapens van het merk/type: Grizzly en/of Tokarev en/of Uzi en/of Scorpion
heeft overgedragen en voorhanden heeft gehad;
2.
hij in de periode van 4 januari 2020 tot en met 22 februari 2020 in Duitsland en te [plaats] , tezamen en in vereniging met een ander, zonder consent een wapen van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een gasrevolver (merk: Reck, model: Python, kaliber: .380RK/9mm, voorzien van wapennummer [wapennr] ), zijnde een vuurwapen, heeft doen binnenkomen en voorhanden heeft gehad;
3.
hij op 3 februari 2020 in Nederland, vuurwapens van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten vier vuurwapens (omgebouwde gas(alarm)pistolen), voorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van de Tokarev en de Grizzly:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, en artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd.
en
ten aanzien van de Scorpion en de Uzi:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid en artikel 31, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van de categorie II, meermalen gepleegd.
en
ten aanzien van de munitie:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, en artikel 31, eerste lid van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 14, eerste lid en artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben en overdragen van vuurwapens, waaronder ook automatische vuurwapens, en munitie. Vuurwapens en munitie in handen van personen die daarvoor geen vergunning hebben, brengen een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich mee. Door zijn handelen heeft verdachte meegewerkt aan het in omloop brengen van vuurwapens. Verdachte heeft totaal geen rekening gehouden met het gevaar dat hij hiermee voor de samenleving heeft veroorzaakt. Dergelijke misdrijven rechtvaardigen in beginsel een lange gevangenisstraf.
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie van 8 november 2022 blijkt dat verdachte vóór de pleegdatum van de feiten in deze zaak nog niet onherroepelijk was veroordeeld voor strafbare feiten. Dit betekent dat er geen sprake is van strafverzwarende omstandigheden vanwege eerdere veroordelingen.
Wel houdt het hof in het kader van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht rekening met de veroordeling van verdachte door de politierechter Midden-Nederland op 14 juli 2020 ter zake van het bezit van en handel in hennep en van wapenbezit tot een geldboete van € 800,00, een taakstraf voor de duur van 40 uren en een gevangenisstraf voor de duur van 14 dagen waarvan 11 dagen voorwaardelijk.
Door de reclassering is over de persoon van de verdachte gerapporteerd en de reclassering schrijft daarin onder meer het volgende:
Verdachte heeft zich gedurende de schorsingsperiode van de voorlopige hechtenis positief opgesteld. Hij beschikt nog steeds over een baan, hij heeft een eigen inkomen en woont bij zijn ouders. In een eerder stadium waren er zorgen omtrent frequent drugsgebruik (cocaïne en wiet). Verdachte zegt hier mee gestopt te zijn sinds hij geschorst is. Hij zou hierdoor beter in zijn vel zitten en zou geen drang meer hebben om drugs te gebruiken.
Hij beschikt over een stabiel netwerk om zich heen. Interventies of reclasseringsbemoeienis wordt niet geadviseerd.
Ter zitting van het hof op 6 december 2022 heeft verdachte het volgende naar voren gebracht:
Hij is al twee jaren gestopt met cocaïnegebruik en met gokken. Hij werkt tot volle tevredenheid van hemzelf en zijn werkgever bij [bedrijf] . Zijn werkgever heeft daarover ook een uitvoerige brief geschreven. Die brief is door zijn raadsvrouw aan het hof en de advocaat-generaal overgelegd. Het gaat goed met hem. Hij wil niet meer de fout in gaan en vraagt het hof om hem geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf te geven dan het door hem reeds ondergane voorarrest.
Gelet op de ernst van de gepleegde feiten is, zoals hiervoor vermeld, een langdurige gevangenisstraf in beginsel een passende bestraffing. Maar het hof houdt ook rekening met de door de reclassering en de verdachte naar voren gebrachte persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Er is geen sprake van recidive en verdachte heeft zijn leven een positieve wending gegeven.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat de door de advocaat-generaal gevorderde straf passend en geboden is. Dat betreft een gevangenisstraf voor de duur van 540 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan 284 dagen voorwaardelijk. Het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf is daarmee gelijk aan de duur van het ondergane voorarrest.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 14, 26, 31 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
540 (vijfhonderdveertig) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
284 (tweehonderdvierentachtig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis wordt met onmiddellijke ingang opgeheven.
Aldus gewezen door
mr. L.T. Wemes, voorzitter,
mr. W. Foppen en mr. J. Hielkema, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M. Nijhuis, griffier,
en op 21 december 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.