Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat,
3.De feiten
- [de minderjarige1] , geboren [in] 2007 te [woonplaats1] , en
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [de minderjarige2]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de kinderrechter die de ondertoezichtstelling had verlengd tot 5 april 2023. De moeder stelt dat het goed gaat met [de minderjarige2] en dat er geen noodzaak is voor de ondertoezichtstelling. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming Gelderland (de GI), verzet zich tegen de vernietiging van de beschikking en vraagt het hof de beslissing van de kinderrechter te bekrachtigen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 10 november 2022 is gebleken dat er zorgen zijn over het gedrag van [de minderjarige2] op school en dat er nog geen adequate hulpverlening is opgestart. De moeder heeft aangegeven dat zij geen vertrouwen heeft in de hulpverlening en dat [de minderjarige2] ook geen vertrouwen heeft in de jeugdbeschermer. Het hof heeft vastgesteld dat de gronden voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig zijn, gezien de zorgen over de ontwikkeling van [de minderjarige2] en het gebrek aan contact met de vader. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij de ondertoezichtstelling is verlengd tot 5 april 2023, en benadrukt dat de moeder onder regie van de GI moet laten zien dat zij in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [de minderjarige2] te dragen.
De beslissing van het hof is genomen in het belang van de ontwikkeling van [de minderjarige2] en de noodzaak om contact met beide ouders te waarborgen. Het hof heeft de zorgen over de thuissituatie van de moeder en de impact daarvan op [de minderjarige2] onderstreept, en benadrukt dat de hulpverlening cruciaal is voor het welzijn van het kind.