ECLI:NL:GHARL:2022:1098

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
8 februari 2022
Publicatiedatum
14 februari 2022
Zaaknummer
200.303.631/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake gesloten jeugdzorg en machtiging tot uithuisplaatsing

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel, waarbij een machtiging tot gesloten uithuisplaatsing van de jeugdige [verzoeker] is verleend. [verzoeker], geboren in 2008, staat sinds 19 mei 2016 onder toezicht van de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Overijssel. De kinderrechter had op 10 november 2021 de GI gemachtigd om [verzoeker] te plaatsen in een gesloten jeugdhulpvoorziening, wat [verzoeker] niet accepteert. Hij verzoekt het hof om deze beslissing te vernietigen, terwijl de GI en de moeder de beslissing van de kinderrechter steunen.

Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld en de zitting vond plaats op 11 januari 2022. Tijdens de zitting heeft [verzoeker] zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aangaf dat hij zich onterecht gesloten geplaatst voelt en dat hij liever bij zijn vader zou wonen. Het hof heeft de feiten en omstandigheden rondom de gesloten plaatsing en de ontwikkeling van [verzoeker] in de gesloten setting van [naam2] overwogen.

Het hof concludeert dat de beslissing van de kinderrechter om een machtiging tot gesloten uithuisplaatsing te verlenen gerechtvaardigd is, gezien de ernstige gedragsproblemen van [verzoeker] en de noodzaak van jeugdhulp. Echter, het hof heeft besloten de duur van de machtiging te verkorten tot 1 maart 2022, met de mogelijkheid van evaluatie en heroverweging van de situatie. De beslissing van de kinderrechter wordt bekrachtigd voor de periode tot 1 maart 2022, maar de machtiging voor de periode daarna wordt vernietigd.

Het hof hoopt dat [verzoeker] de positieve lijn in zijn ontwikkeling kan vasthouden en dat er in de toekomst mogelijkheden zijn voor een minder ingrijpende plaatsing, eventueel bij één van zijn ouders.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.303.631/01
(zaaknummer rechtbank Overijssel 272255)
beschikking van 8 februari 2022
inzake
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] , feitelijk verblijvende te [verblijfplaats] ,
verzoeker in hoger beroep,
advocaat: mr. M. Mulderij-Anker te Zwolle,
en
de gecertificeerde instelling
Stichting Jeugdbescherming Overijssel(de GI),
gevestigd te Zwolle,
verweerster in hoger beroep.
Als overige belanghebbende is aangemerkt:
[de moeder](de moeder) ,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. J.H. Rump te Zwolle.
In zijn toetsende en/of adviserende taak is gekend:
de raad voor de kinderbescherming(de raad),
regio Overijssel, locatie Zwolle.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de uitspraak van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, van 10 november 2021, schriftelijk uitgewerkt op
24 november 2021, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift met bijlage(n), ingekomen op 6 december 2021;
- de brief van de raad van 15 december 2021;
- het journaalbericht namens [verzoeker] van 16 december 2021 met bijlage(n);
- het verweerschrift van de GI van 4 januari 2022 met bijlage(n);
- het journaalbericht namens [verzoeker] van 6 januari 2022 met bijlage(n);
- een faxbericht namens [verzoeker] van 4 januari 2022 met bijlage(n).
2.2
De zitting was op 11 januari 2022. Daarbij waren aanwezig:
- [verzoeker] , bijgestaan door zijn advocaat;
- [naam1] namens de GI;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- [de vader] , die als informant is opgeroepen.

3.De feiten

3.1
[verzoeker] is geboren [in] 2008. De moeder oefent het ouderlijk gezag over hem uit. De vader heeft [verzoeker] erkend. De verstandhouding tussen zijn ouders is ernstig verstoord.
3.2
[verzoeker] staat sinds 19 mei 2016 onder toezicht van de GI. Deze maatregel loopt tot 18 mei 2022.
3.3
Op 22 januari 2021 is [verzoeker] met een spoedmachtiging uit huis geplaatst. Bij beschikking van 28 januari 2021 heeft de kinderrechter een machtiging verleend om [verzoeker] gedurende dag en nacht te plaatsen in een 24-uurs voorziening voor jeugdhulp. Bij beschikking van 17 mei 2021 is deze machtiging verlengd tot 18 februari 2022.
3.4
Bij de bestreden beschikking heeft de kinderrechter de GI gemachtigd [verzoeker] te plaatsen in een voorziening voor gesloten jeugdhulp met ingang van 10 november 2021 tot 10 mei 2022.
3.5
[verzoeker] kon door wachtlijstproblematiek niet gelijk worden geplaatst. Hij is sinds 25 november 2021 geplaatst bij [naam2] in [verblijfplaats] .

4.De omvang van het geschil

4.1
[verzoeker] is het niet eens met de machtiging gesloten uithuisplaatsing die de kinderrechter heeft afgegeven en verzoekt het hof om die beslissing te vernietigen en het verzoek van de GI om die machtiging te verlenen alsnog af te wijzen.
4.2
De GI en de moeder zijn het eens met de beslissing van de kinderrechter.

5.De motivering van de beslissing

5.1
In de Jeugdwet staat in artikel 6.1.1 lid 2 dat de kinderrechter een machtiging tot plaatsing in een gesloten accommodatie kan verlenen wanneer naar het oordeel van de kinderrechter jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen van de jeugdige en de opneming en het verblijf noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.2
Het hof vindt dat de beslissing van de kinderrechter om een machtiging tot gesloten uithuisplaatsing te geven een juiste beslissing is en is het ook eens met de uitleg die de kinderrechter voor die beslissing heeft gegeven. Het hof neemt daarom hier na eigen onderzoek die beslissing en die uitleg over en schrijft dit niet opnieuw op. Over hoe lang deze machtiging moet duren denkt het hof anders dan de kinderrechter. Dat is hierna te lezen. De uitleg die het hof voor zijn beslissing geeft is bedoeld voor iedereen in de procedure (zoals hierboven genoemd) maar is speciaal en in heldere taal geschreven voor [verzoeker] omdat het gaat om hem en het hof graag wil dat [verzoeker] de uitleg goed begrijpt. Daarom gebruikt het hof hierna de ‘jij-vorm’.
5.3
Het hof zal bespreken wat jij, [verzoeker] , op de zitting hebt verteld over hoe het met je gaat en waarom jij vindt dat je niet (langer) op een gesloten plek hoeft te zijn.
5.4
Jij vindt dat jouw gedrag voordat je gesloten werd geplaatst niet zo zorgelijk was en geen reden was voor een gesloten plaatsing. Je ziet de gesloten plaatsing als een straf. Je hebt het gevoel dat er alleen is gekeken naar wat er niet goed gaat. Je hebt veel wisselingen meegemaakt in waar je verblijft en dat voelt niet veilig en erg zwaar voor jou, ook door jouw vermoedelijke autisme. Voordat je gesloten werd geplaatst, verbleef je twee weken bij je vader (en zijn gezin). Jij en je vader vonden dat goed gaan. Het gaf je rust om je familie en dieren om je heen te hebben. Ook had je bij je vader voldoende structuur en duidelijkheid. Daarom vind jij dat jij het beste bij je vader kunt gaan wonen met indien nodig ambulante hulpverlening. Volgens jou is deze mogelijkheid niet serieus onderzocht en ben je onterecht gesloten geplaatst. Het hof denkt hier anders over. Op de open groepen van [naam3] in [plaats] en [woonplaats] heb je zodanig gedrag laten zien, dat je daar niet kon blijven. Je was verbaal en fysiek agressief, brutaal, respectloos en bepalend naar andere mensen, had (een) mes(sen) op zak en dacht er over/dreigde om daarmee iemand neer te steken. De veiligheid van mensen om jou heen kwam in gevaar. Je ging al anderhalf jaar niet meer naar school. Je weigerde mee te werken met je behandeling en je liep regelmatig weg. Het hof vindt dit gedrag heel zorgelijk en is het eens met de beslissing van de kinderrechter om de machtiging tot gesloten uithuisplaatsing aan de GI te verlenen.
5.5
Het hof vond het positief om op de zitting van jou te horen dat het nu goed met je gaat sinds je in de gesloten setting van [naam2] zit. Ook je ouders en de GI hebben op de zitting verteld dat het nu beter met je gaat. Je gaat naar school, haalt goede cijfers en houd je aan afspraken. Jij en je vader hebben verteld dat dit komt omdat bij jou ‘het muntje is gevallen’ en je ouder en wijzer bent geworden. Het hof denkt dat de duidelijke structuur bij [naam2] hier vooral voor heeft gezorgd. Gelet op de relatief korte periode van deze positieve lijn vindt het hof het wel noodzakelijk dat je op dit moment nog even blijft waar je zit en dus gesloten geplaatst blijft. Nu je het zo goed doet, vindt het hof wel dat je over niet te lange tijd niet meer gesloten hoeft te zitten. De GI wil jou graag aanmelden bij de open driemilieuvoorziening van [naam2] , maar jij geeft daarvoor geen toestemming. Jij wilt bij je vader wonen en niet meer op allerlei groepen geplaatst worden. De GI is bang dat het na een tijdje wonen bij je vader toch misgaat omdat er problemen tussen jou en je vader komen, wat al eerder is gebeurd. Het is aan jou om de positieve lijn vast te houden en om te laten zien dat je meer vrijheden en verantwoordelijkheden aan kunt. De GI en [naam2] zullen bekijken wat voor jou de beste plek zal zijn. Daarbij zal ook naar de mogelijkheid gekeken moeten worden om jou weer bij één van je ouders op te laten groeien, eventueel onder voorwaarden. Je hebt zelf verteld dat voor jou een belangrijke reden om bij je vader te willen wonen is dat jij je in het gezin van je vader geliefd voelt en aandacht en zorg krijgt.
5.6
Dan de vraag hoe lang de machtiging tot gesloten uithuisplaatsing nog moet duren. Jij hebt de laatste weken laten zien, dat je steeds naar school bent gegaan en dat je goed luistert naar je begeleiders. Het hof zal daarom de afgegeven machtiging gesloten plaatsing in duur bekorten, namelijk tot 1 maart 2022. Het hof gaat ervan uit dat voor die tijd de eerstvolgende evaluatie is geweest en een vervolgplek voor je is geregeld, waarbij zowel de mogelijkheid van plaatsing in de open groep als bij één van je ouders is overwogen. Mocht een overplaatsing naar een andere plek al eerder mogelijk zijn, dan kan dat. En mochten de GI en [naam2] vinden dat je toch nog (iets) langer op een gesloten plek moet blijven, dan zullen ze een verlenging van de gesloten plaatsing aan de kinderrechter moeten vragen. Ook kan eventueel een voorwaardelijke machtiging gesloten plaatsing worden gevraagd. Dan zal op dat moment bekeken worden en beoordeeld. Het hof hoopt en vertrouwt erop dat jij de positieve lijn zult vasthouden, zoals je dat zelf ook wilt. Het hof hoopt dat jij goed begrijpt dat jouw eigen gedrag bepalend is in de vervolgstappen die genomen kunnen worden.
5.7
Kort samengevat, het hof zal de beslissing van de kinderrechter in stand laten voor de periode tot 1 maart 2022 en de rest van die beslissing vernietigen Dit betekent dat er nu een machtiging van de kinderrechter tot gesloten plaatsing geldt tot uiterlijk 1 maart 2022.

6.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
bekrachtigt de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, van 10 november 2021, schriftelijk uitgewerkt op 24 november 2021, voor zover de machtiging tot gesloten plaatsing van [verzoeker] zich uitstrekt over de periode tot 1 maart 2022 en vernietigt de beschikking voor de periode daarna;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.G. Idsardi, M.P. den Hollander en H. Mollema-de Jong, bijgestaan door mr. L.N. Tabak als griffier, en is op 8 februari 2022 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.