ECLI:NL:GHARL:2022:10904
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- H.L. Wattel
- Ch.E. Bethlem
- P.J. van der Korst
- Rechtspraak.nl
Beëindiging schuldsaneringsregeling wegens bovenmatige nieuwe schulden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellant. De rechtbank Overijssel had eerder op 7 november 2022 de schuldsaneringsregeling van de appellant tussentijds beëindigd, omdat hij tijdens de regeling bovenmatige nieuwe schulden had laten ontstaan. De appellant, die in 1987 is geboren en samenwoont met zijn partner en hun minderjarige zoon, had in februari 2020 een Wajong-uitkering aangevraagd, maar deze aanvraag was afgewezen. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant een nieuwe schuldenlast van € 7.069,37 had opgebouwd, voornamelijk bestaande uit een huurschuld aan de wooncorporatie De Woonplaats. De appellant had de huur niet betaald, ondanks dat hij en zijn partner over voldoende middelen beschikten.
Tijdens de mondelinge behandeling op 12 december 2022 heeft de appellant betoogd dat hij de nieuwe schuldenlast kan aflossen, onder andere door een verwachte Wajong-uitkering en een schenking van een vriend. Het hof heeft echter geoordeeld dat de kans dat de appellant voor 13 maart 2023 in staat zal zijn om zijn nieuwe schulden af te lossen, zeer onzeker is. De appellant heeft ook een voorstel gedaan voor schuldovername door zijn vriend, maar het hof heeft geconcludeerd dat er geen garantie is dat deze schulden tijdig zullen worden afgelost.
Uiteindelijk heeft het hof de beslissing van de rechtbank bekrachtigd, waarbij is vastgesteld dat de appellant niet in staat is om zijn nieuwe schulden af te lossen en dat de schuldsaneringsregeling daarom moet worden beëindigd. De belangen van de appellant om de regeling voort te zetten, wogen niet op tegen de ernst van de situatie.