ECLI:NL:GHARL:2022:10903
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- H.L. Wattel
- Ch.E. Bethlem
- P.J. van der Korst
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging vonnis niet-ontvankelijk verklaring schuldsaneringsverzoek
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, waarin de appellant niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. De appellant, die onder de naam [naam1] handelt en voorheen onder de naam [naam2], had op 15 juli 2022 een faillissementsverzoek ontvangen van BNP Paribas Leasing Solutions N.V. en diende op 16 augustus 2022 een verzoek in om toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling. Ondanks uitstel van de rechtbank om zijn verzoek te completeren, voldeed hij niet aan de vereisten, wat leidde tot de niet-ontvankelijk verklaring op 25 oktober 2022.
In hoger beroep heeft de appellant betoogd dat de rechtbank hem ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. Hij stelde dat hij door omstandigheden, waaronder detentie en gebrekkige kennis van de Nederlandse taal, niet in staat was om de benodigde stukken tijdig aan te leveren. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 december 2022 heeft de appellant zijn situatie toegelicht, maar het hof oordeelde dat er nog steeds essentiële gegevens ontbraken die volgens de Faillissementswet vereist zijn voor een geldig verzoek. Het hof concludeerde dat er geen uitzicht was op een tijdige aanvulling van de ontbrekende gegevens en bekrachtigde daarom het vonnis van de rechtbank.
De beslissing van het hof benadrukt het belang van het voldoen aan de wettelijke eisen voor een schuldsaneringsverzoek en de verantwoordelijkheid van de schuldenaar om een deugdelijke administratie te voeren. Het hof heeft de appellant de mogelijkheid tot uitstel voor het aanleveren van gegevens ontzegd, gezien de reeds verstreken tijd en het gebrek aan vooruitzicht op verbetering.