Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij
hij
hij
hij
hij
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 tot en met 23 november 2018 te [plaats 1] tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans zich (meermalen althans eenmaal) schuldig heeft gemaakt aan witwassen, althans schuldwitwassen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (van) een of meerdere voorwerp(en), te weten (onder meer):
Bewijs
- de daarmee verworven inloggegevens voorhanden hebben en ter beschikking stellen met de bedoeling om daarmee toegang te verschaffen tot het betalingsverkeer van anderen (artikel 139d van het Wetboek van Strafrecht (Sr));
Uit de logingegevens van ZAP-hosting blijkt dat er met deze server verbinding is gemaakt vanaf het IP-adres van het woonadres van verdachte. Op de laptop van de verdachte is te zien dat er in de periode 29 maart 2018 tot en met 14 januari 2019
600 keerverbinding is geweest met de mailbox van [e-mailadres 1] .
Bewezenverklaring
hij in de periode van 7 oktober 2017 tot en met 15 januari 2019 in [plaats 5] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, meermalen, technische hulpmiddelen die hoofdzakelijk geschikt gemaakt en ontworpen waren tot het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab Wetboek van Strafrecht, heeft vervaardigd en voorhanden heeft gehad en een computerwachtwoord, toegangscode of daarmee vergelijkbaar gegeven waardoor toegang kan worden verkregen tot een geautomatiseerd werk of een deel daarvan, heeft verworven, ter beschikking heeft gesteld en voorhanden heeft gehad, met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab van het Wetboek van Strafrecht werd gepleegd,
hij in de periode van 2 oktober 2017 tot en met 14 december 2018 in [plaats 5] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, telkens met het oogmerk om zich en/of (een) ander (en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels,
hij in de periode van 2 oktober 2017 tot en met 14 december 2018 in [plaats 5] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, telkens opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) geautomatiseerde werken, te weten servers van [benadeelde 21] en de [benadeelde 22] en computersystemen bevattende [benadeelde 21] accounts en [benadeelde 22] accounts, zijn binnengedrongen door het doorbreken van een beveiliging en door een technische ingreep en met behulp van valse signalen of een valse sleutel en door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten door het telkens inloggen met onrechtmatig verkregen inlognamen en wachtwoorden en andere (inlog)gegevens van accounthouders van [benadeelde 21] , althans [benadeelde 21] en de [benadeelde 22] , te weten van:
hij in de periode van 2 oktober 2017 tot en met 14 december 2018 in [plaats 5] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, telkens opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van geautomatiseerde werken, zijnde de servers en computersystemen van [benadeelde 21] en de [benadeelde 22] , bevattende [benadeelde 21] accounts en [benadeelde 22] accounts, waaronder accounts van
hij in de periode van 2 oktober 2017 tot en met 14 december 2018 in [plaats 5] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geldbedragen (hieronder nevengenoemd), welke geldbedragen toebehoorden aan accounthouders en rekeninghouders van [benadeelde 21] accounts en de [benadeelde 22] , waaronder
hij in de periode van 21 tot en met 23 november 2018 te [plaats 2] , zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen, immers heeft hij, verdachte van een geldbedrag de herkomst verhuld en dat geldbedrag omgezet, terwijl hij wist dat bovenomschreven geldbedrag - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Beslag
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 8]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 21]
- [benadeelde 2] € 2.190,00
- [benadeelde 3] € 2.224,30
- [benadeelde 5] € 1.999,00
- [benadeelde 7] € 2978,00
- [benadeelde 11] € 1.899,00.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 22]
- [benadeelde 16] € 17.055,47
- [benadeelde 15] € 5.307,00
- [benadeelde 12] € 8.650,00
- [benadeelde 13] € 1.960,00
- [benadeelde 14] € 13.173,00
- [benadeelde 19] € 2.919,00
- [benadeelde 20] € 11.114,66
- [benadeelde 18] € 9.555,00.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden.
12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 8]
€ 104,37 (honderdvier euro en zevenendertig cent) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€17,48 (zeventien euro en achtenveertig cent).
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 21]
€ 16.189,30 (zestienduizend honderdnegenentachtig euro en dertig cent) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 22]
€ 129.945,64 (honderdnegenentwintigduizend negenhonderdvijfenveertig euro en vierenzestig cent) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.