Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
eiser in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een geschil tussen een vader en een moeder over de omgang met hun minderjarige kinderen. De moeder, die het gezag over de kinderen uitoefent, had in eerste aanleg bij de voorzieningenrechter gevorderd dat de vader, die geen gezag heeft, de kinderen aan haar zou afgeven. De voorzieningenrechter heeft deze vordering toegewezen, maar de vader is in hoger beroep gegaan tegen dit vonnis. Het hof heeft het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd en de vordering van de moeder afgewezen. Het hof oordeelde dat de kinderen sinds 29 juli 2022 zonder toestemming van de moeder bij de vader verblijven en dat het in het belang van de kinderen is om bij de vader te blijven wonen, gezien de omstandigheden en de zorgen die zijn geuit over de thuissituatie bij de moeder. Het hof heeft ook rekening gehouden met het advies van de raad voor de kinderbescherming, die een ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing bij de vader aanbeveelt. De moeder is veroordeeld om haar medewerking te verlenen aan de inschrijving van de kinderen op scholen in de buurt van de vader. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.